Leven vanuit het Hart (deel 2, bewustwording)

In deze column gaan we ons wat meer richten op het bewustzijn. Dus aandacht voor de geest. Wij zijn nu eenmaal denkende mensen, bij wie gedachten en emoties de kop opsteken, voordat we daar erg in hebben. Als we ons minder willen laten leiden door deze (vaak negatieve) gedachten en emoties, moeten we eerst een mentaal proces door. Nu klinkt dat als een tegenstrijdigheid, we willen meer leven vanuit het hart en daarvoor moeten we een beroep doen op onze hersenen? Inderdaad, want we moeten ons bewust worden van onze gedachten en emoties en daarna bewust anders gaan denken en/of handelen. Voor deze manier van bewustwording maken wij gebruik van de hersenen om ons doel te bereiken.

Einstein heeft ooit eens gezegd: ‘Intuïtie is een heilig geschenk, de rationele geest een trouwe dienaar. Wij leven in een maatschappij waarbij we de dienaar zijn gaan vereren en het geschenk zijn vergeten’. Het is dus zaak dat de rationele geest weer onze trouwe dienaar wordt. Zo gemakkelijk is dat echter niet. Wetenschappelijk onderzoek naar het onderbewuste heeft aangetoond dat ons bewustzijn maar weinig in de melk te brokkelen heeft.

Wij worden continu gebombardeerd met grote hoeveelheden informatie, die eerst worden gefilterd door het onderbewuste. Dit onderbewuste kan 11 miljoen bits per seconde aan informatie verwerken. Daar wordt beoordeeld of de informatie belangrijk is voor ons of niet. In razend tempo wordt al deze informatie vergeleken met wat er in het verleden al is voorgevallen en als het onderbewuste van oordeel is dat de informatie belangrijk is, wordt het doorgegeven aan het bewustzijn. Dit bewustzijn kan slechts 60 bits per seconde verwerken.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Nieuwe reizen; gaat u ook mee?

De tijd vliegt. 2016 zit er alweer bijna op! We kunnen terugkijken op een zeer geslaagd en gezellig reisjaar. We hebben maar liefst tien mooie reizen achter de rug, naar gevarieerde en prachtige bestemmingen.

Er zijn ook weer veel nieuwe reizigers bij gekomen. Het is altijd mooi hoe enthousiast zij over onze reizen zijn! Zo zei meneer Van Hekke, die afgelopen oktober voor het eerst meeging: ‘Ik vind het zo jammer dat ik nu pas voor de eerste keer meega, ik zou willen dat ik dit al veel eerder had gedaan. Ik ga in de toekomst zeker vaker mee!’

En dat is zeker mogelijk, want we kijken nu alweer uit naar een aantal mooie HartbrugReizen in 2017. In dit tijdschrift geven we u alvast meer informatie over de eerste drie reizen. Uiteraard volgen er nog meer, daarover leest u in de volgende uitgaven.

In elk nummer van HartbrugReizen beschrijven we weer enkele nieuwe reizen, zodat u telkens weer kunt kijken of er iets van uw gading bij zit. Er is ongetwijfeld voor ieder wat wils! Van korte reizen (5 of 6 dagen) tot langere reizen (10 dagen), en van reizen dichtbij tot verder weg. Italië en Polen zullen zeker niet ontbreken aan ons programma, maar ook hebben we een aantal nieuwe bestemmingen voor u in petto.

Op Facebook (www.facebook.com/HARTvrienden) vindt u fotoalbums die een mooie sfeerimpressie geven van diverse HartbrugReizen. Neem gerust een kijkje, zodat u een beeld krijgt van hoe gezellig en gevarieerd onze reizen zijn.

Ik wens u alvast hele fijne feestdagen en een voorspoedig 2017, en hoop u in het nieuwe jaar te begroeten tijdens een van onze HartbrugReizen!

Column door: Marly van Overveld

Bedankt voor uw steun!

De tijd vliegt voorbij. Een week is om voor je er erg in hebt, maar dat geldt ook voor een jaar. Dit is alweer de laatste uitgave van Hartbrug-Magazine voor 2016. Een mooi moment om terug te blikken op het afgelopen jaar, maar natuurlijk ook om vooruit te kijken naar 2017.

Zo is afgelopen jaar onze nieuwe website gelanceerd, die nu gebruiksvriendelijker, sneller en overzichtelijker is. Ook hebben we drie nieuwe schrijvers voor onze tijdschriften. Er is eindelijk meer openheid over zorgverleners: het waarschuwingsmechanisme dat Europese lidstaten verplicht om beroepsverboden of beroepsbeperkende maatregelen aan elkaar te melden is in werking getreden. Dit zorgt voor meer transparantie voor patiënten.

Toch zijn er helaas ook onderwerpen die nog steeds aandacht nodig hebben. Zo worden hartziekten bij jonge vrouwen nog steeds onderschat. Dit terwijl bekende cardiologen als hoogleraar vrouwencardiologie dr. Angela Maas en dr. Harriëtte Verwey flink aan de kaak hebben gesteld dat vrouwen wel degelijk risico’s lopen op hart- en vaatziekten, en de sterfte aan deze ziekten zelfs hoger is bij vrouwen dan bij mannen. Ook is het onderwerp ‘big farma’ (de macht van de farmaceutische industrie) afgelopen jaar weer uitgebreid aan bod gekomen. Zo kwam onder meer aan het licht dat farmaceuten miljoenen betalen aan artsen.

Onlangs bleek uit een onderzoek ook dat huisartsen beter en goedkoper medicijnen voorschrijven na een gesprek met een onafhankelijke artsenbezoeker. De deelnemende huisartsen waren gemotiveerd en enthousiast. Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door het innovatiefonds van Zilveren Kruis. Deze zorgverzekeraar is van plan het onafhankelijk artsenbezoek in 2017 aan meer huisartsen aan te bieden. Dit soort initiatieven ontstaan mede doordat wij altijd zeer kritisch zijn en blijven ten opzichte van ‘big farma’.

Gelukkig hebben we ook dit jaar weer gemerkt dat u als donateur andere mensen een warm hart toedraagt. Zo wil ik iedereen die een donatie heeft gedaan voor het Fonds Buitenlandse Kinderen, van harte bedanken. Afgelopen augustus vertelden wij u over Afia, een meisje uit Ghana dat nu één jaar oud is en twee ernstige hartafwijkingen heeft. Door uw donaties hebben wij nu kunnen toezeggen dat wij het resterende bedrag voor haar operatie kunnen bijdragen! Door dit fonds voor jonge, kansarme hartpatiëntjes in het buitenland, hebben wij al veel levens kunnen redden. En daar heeft u een mooie bijdrage aan geleverd!

Ook vroegen wij onlangs uw aandacht voor de 30-jarige Emma Post, die uitbehandeld is en een crowdfundactie opzette om haar eigen begrafenis te kunnen bekostigen. Mede door de aandacht die wij hieraan besteedden, was het benodigde bedrag al snel bij elkaar. Hieruit blijkt opnieuw dat onze achterban graag hulp en steunt biedt aan degenen die dat goed kunnen gebruiken.

Aangezien het einde van het jaar nadert, is bij deze uitgave een acceptgiro voor uw donatie bijgesloten, voor het nieuwe jaar. Net zoals u altijd op ons kunt rekenen, hopen wij van harte dat we ook weer op uw steun kunnen en mogen rekenen. Zodat we ons mooie en broodnodige werk kunnen voortzetten!

Ik wens u alvast prettige feestdagen toe, en een voorspoedig 2017!

Column door: Marly van Overveld

Modeziekte

‘Vrouw allergisch voor bijna alles, inclusief haar eigen man’, las ik laatst op een nieuwssite. Een noodlottige Amerikaanse had een zeldzaam syndroom gekregen, waarbij haar voedselallergie zich dusdanig uitbreidde dat ze inmiddels in een geïsoleerde kamer leeft en alleen nog een paar familieleden om zich heen kan verdragen.

Vreselijk tragisch natuurlijk, maar het bericht leverde op sociale media veel hilariteit op. Alsof deze vrouw een goede smoes had gevonden om eindelijk van die vervelende echtgenoot af te komen: ‘Sorry schat, ik ben allergisch voor je!’

Die veronderstelling ontstaat natuurlijk niet zomaar. Het lijkt wel alsof tegenwoordig te pas en te onpas naar het woord allergie wordt gegrepen als men ergens geen zin in heeft. Bijvoorbeeld: ‘Ga je mee naar dat feestje van die collega vrijdag?’ ‘Nee, ik ben allergisch voor dat soort gedwongen gezelligheid’.

Vooral bij voeding wordt het woord steeds vaker onterecht gebruikt. Natuurlijk klinkt ‘ik ben allergisch voor schaaldieren’ heel wat minder aanstellerig dan ‘ik lust geen vis’. Maar aan de andere kant: als je een pietlut bent met eten, kom er dan gewoon eerlijk voor uit en verschuil je niet achter iets wat voor anderen een hele vervelende aandoening is. Zo las ik ooit dat een chefkok helemaal zat werd van al die mensen – met name vrouwen – die ‘opeens’ niet meer tegen gluten kunnen. Helemaal glutenvrij koken vergt namelijk nogal wat aanpassingen voor een kok: gluten zitten ook in sauzen en marinades en een verloren kruimeltje op een snijplank kan iemand al ziek maken. De chef zei: ‘Ik breng altijd eerst een mandje stokbrood en kijk stiekem of ze daarvan eten. Zo ja, dan weet ik dat ik niet al te veel rekening hoef te houden met die dieetwens’. Want dergelijk prinsessengedrag is niet alleen irritant voor de kok, maar ook vervelend voor mensen die écht niet tegen gluten kunnen. Zo vertelde een vrouw met coeliakie me eens dat ze vroeger altijd prima uit eten kon gaan, maar tegenwoordig steeds vaker met buikpijn terugkomt van een restaurant. Sinds glutenintolerantie een modeziekte is geworden, worden échte patiënten blijkbaar minder serieus genomen met hun dieetwens.

Kortom: stop met het misbruiken van het woord allergie, want daar worden veel mensen ‘allergisch’ van.

Column door: Marion van Es

Trots op ú

Het is bijna niet te geloven, maar het einde van 2016 is alweer in zicht. Ik realiseer mij dat des te meer omdat ik nadenk over een onderwerp voor mijn nieuwe column voor Hartbrug-Magazine. Het blijkt de laatste uitgave dit jaar.

Veel actuele, dringende onderwerpen passeren de revue: onze pensioenen, verzekeringspremies en ondeugdelijke batterijen in pacemakers, maar ook de nieuwe Amerikaanse president Trump, onze aanstaande verkiezingen en onrust en armoede in de wereld. Mensen op de vlucht, terminaal zieken en nog vele andere zaken waar ik niet vrolijk van word. Eens te meer realiseer ik mij dat organisaties als de onze (Hartpatiënten Nederland), in de toekomst een nog veel belangrijkere rol gaan spelen en ik vrees dat volgende generaties (onze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen) het steeds moeilijker krijgen. Met name omtrent bijvoorbeeld inkomen, werk en ziekte, maar ook en verzekeringen.

Verzekeraars spelen een steeds grotere en machtigere rol. Dientengevolge zijn steeds meer zaken niet meer vanzelfsprekend (en bereikbaar) voor iedereen. Dat beangstigt mij. Niet in mijn eigen belang, maar in het belang van volgende generaties. Daardoor realiseer ik mij plots waar ik het in mijn column over moet hebben: donaties aan Hartpatiënten Nederland. Want voor onze stichting is en blijft er zoveel te doen.

Ik ben trots op Hartpatiënten Nederland. Op wat wij we doen, waar wij staan en waar wij voor staan. Met de hand op mijn hart zeg ik dat wij 100 % onafhankelijk en objectief zijn én blijven. En dat wij een duidelijke visie met betrekking tot ontwikkelingen op zowel de korte, als op de lange  termijn hebben. Wij hebben kant en klare ideeën en plannen om een betekenisvolle rol te blijven spelen. En daar ben ik zeer positief over.

Echter, ik realiseer mij dat wij dat alleen maar kunnen door de vrijwillige steun van u. Juist daardoor kunnen wij werken zoals wij dat doen. Helaas blijkt uit onze jaarcijfers dat Nederland steeds individualistischer is geworden en onze inkomsten drastisch verminderen. Helaas denken steeds meer mensen: ‘ieder voor zich, God voor ons allen’. Met alle gevolgen van dien…

Daarom doe ik hier een dringend beroep op u. Laat zien dat u vertrouwen in Hartpatiënten Nederland heeft. Laat blijken dat een onafhankelijke en objectieve patiënten belangenorganisatie uw steun waard is. Help ons te overleven zodat wij kunnen blijven opkomen voor een ieder die het nodig heeft.

Kortom: wij hebben u nodig! Maak een donatie over en daarmee kunnen ook uw kinderen en kleinkinderen op ons blijven rekenen. Uw steun is van levensbelang!

Ik wens allen fijne en zinvolle feestdagen.

Column door: Jan van Overveld

Leven vanuit het Hart (deel 1, inleiding)

Regelmatig worden we geadviseerd te leven vanuit het Hart of het Hart te volgen. Ook ik maak mij vaak schuldig aan deze adviezen. Omdat ik mij ervan bewust ben dat het voor velen niet duidelijk is hoe je dat moet doen, zal ik hier enkele columns aan wijden.

Hierbij wil ik niet suggereren dat ik zo goed weet hoe dat moet. Het zullen slechts aanwijzingen zijn, technieken die je kunnen helpen om steeds dichter bij je Hart te komen. Ook hierbij geldt dat er vele wegen naar Rome leiden. Als je eenmaal in Rome aangekomen bent en het besluit hebt genomen daar te blijven, dan heb je die wegen niet meer nodig.

Dat is in zekere zin ook zo met de wegen naar het hart, alleen zal het een continu bewustzijn vergen om niet te verdwalen, als we op weg gaan naar het Hart. Eenmaal daar aangekomen, blijft het een uitdaging om daar te blijven en niet alsnog te verdwalen.

Maar als je dan eenmaal volledig thuis bent gekomen in het Hart, dan zal niets je meer kunnen misleiden. Dat is echter het hoogste niveau van ‘leven vanuit het Hart’. Dan ben je ‘Verlicht’, dan heb je de Boeddha-natuur of het Christusbewustzijn bereikt.
In veel culturen is het Hart de zetel van de Wijsheid, echter ook de plaats waar onze emoties verblijven. Deze emoties zijn de sluier die ons het zicht op de wijsheid ontnemen. Het Hart staat in directe verbinding met de Universele of Goddelijke Wijsheid, ook wel het Absolute, de Bron of Dao genoemd.

Voor de Daoisten woont de Keizer in het Hart. Bij hen, en veel andere culturen, werd de Keizer gezien als afstammeling van God. Je kon dus niet zomaar Keizer worden. Het goede nieuws is, dat wij allen potentiële Keizers zijn. Wij kunnen allemaal onze verbinding met het Goddelijke herstellen oftewel versterken. En diep in ons Hart is dat onze grootste, zo niet de enige, vaak onbewuste wens.

Wij willen in deze duale wereld, die vol met emoties is, de eenheid voelen met het Goddelijke en niet continu meegaan met de emotionele hoogte- en dieptepunten, die elkaar steeds afwisselen. We zullen echter pas het herstel van eenheid nastreven als dit aanvankelijke onbewuste verlangen, bewust geworden is en er een sterke wens is ontstaan om dit te bereiken.

Ik hoop met deze serie columns dit verlangen bij u aan te wakkeren en u vervolgens wat technieken aan te bieden die u kunnen helpen dit mooie pad te bewandelen.

Column door: Jan Chin

Ziekenhuissluitingen

Wie wil weten in wat voor wereld we leven, hoeft eigenlijk alleen maar de koppen in de kranten te lezen. Als je die naast elkaar zet, heb je wel zo’n beetje een kijk op deze wereld. De rijken worden nog rijker, de armen nog armer, bijvoorbeeld. Dat zou dertig jaar geleden in ons land ondenkbaar zijn geweest. Toen waren we nog solidair met elkaar. Wie iets kon missen, betaalde meer belasting zodat het mensen met een platte beurs toch redelijk goed ging. Nu kan een arme drommel vaak de huur niet eens meer opbrengen. De gekte op de woningmarkt is niet alleen een voorbode van weer een crisis, maar maakt ook dat de gewone mensen zich diep in de schulden moeten steken wanneer ze willen verhuizen. En de huren schieten als een raket de lucht in.

Na elke nieuwe crisis worden de rijken nog rijker en gaan de gewone mensen er nog verder op achteruit. De vakbonden liggen uitgeteld voor pampus, kunnen geen vuist meer maken om de lonen op peil te houden. Bovendien worden steeds meer mensen gedwongen om zzp’er te worden, ‘the race to the bottom’, want niemand komt voor hen op. Hun inkomsten liggen meestal onder het minimum. Dat, en de talloze belastingvoordelen, maakt de rijken nog rijker.

Het milieu, de lucht die we inademen en het voedsel dat we eten, worden steeds smeriger en ongezonder. Overal neemt de geluidsoverlast toe, bossen gaan massaal tegen de vlakte en de zee is een vuilnisbelt geworden. Je zou het van minder aan je hart krijgen!

Zelfs ziekenhuizen vallen om. Amsterdam, Lelystad, Emmeloord en Dronten. Wie volgt! Het belang van de patiënt is de sluitpost van de begroting. Alles draait om geld, de verzekeraar zwaait de scepter. Schrijnend zijn de verhalen van artsen, specialisten en patiënten van de IJsselmeerziekenhuizen in Flevoland en het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam, die moesten sluiten. Binnen één dag moesten ze verkassen. Mensen die midden in een behandeling zaten of tussen twee operaties in, moesten eruit en naar een ziekenhuis waar de medici niets weten van de achtergrond van hun ziekte of behandeling. Aan hun lot overgelaten, kortom. Wat is dit voor wereld? ‘Onze’ regering die het zo ver heeft laten komen, moet zich doodschamen!

Column door: Henri Haenen

De illusie van controle

Bijna ieder mens probeert het leven wel op de één of andere manier naar de hand te zetten. Soms in de vorm van een wens, soms in de vorm van een verwachting, maar er zijn ook genoeg mensen die zichzelf zien als controlefreaks, of die erkennen een sterke controledrang te hebben.

De controledrang kan naar ons zelf gericht zijn, zoals van ons zelf vragen of misschien zelfs eisen, dat we geen fouten mogen maken. Daarnaast kunnen we ook de neiging hebben om het doen en laten van een ander te willen bepalen. Ook daar komt het willen controleren om de hoek kijken.

De wens om het leven, uzelf of anderen te willen controleren, loopt vrijwel altijd op een teleurstelling uit, zeker als we ons niet neer kunnen leggen bij het feit dat we die controle nu eenmaal niet hebben. De wens is er misschien wel, maar we kunnen het niet waarmaken.

Dat is trouwens maar goed ook, stelt u zich eens voor dat ieder individu zijn wensen kon laten uitkomen: de een wenst regen, de ander juist zon, weer een ander geen regen, maar ook weer niet te veel zon. Ziet u het voor u? We zouden dezelfde taferelen als bij de Tovenaarsleerling te zien krijgen. Trouwens, wat zou het leven dan op den duur een saaie bedoening worden! Verrassingen maken het leven interessant en zijn een mooie oefening om de enige zinvolle verandering na te streven bij onszelf.

Even ter herinnering:

We kunnen het leven niet veranderen, net zomin als dat we anderen kunnen veranderen, hoe groot of klein onze controledrang ook is. Het enige dat wij kunnen veranderen is de manier waarop wij reageren op de dingen (verrassingen) die ons in de schoot geworpen worden.

Alle situaties waar wij last van hebben, zijn uitnodigingen om er gemakkelijker mee om te gaan. Controledrang maakt het zonder meer erger, want deze houdt ons af van het meegaan in de stroom van het leven. Controle willen houden, is hetzelfde als tegen de stroom in roeien.

Maar hoe komen we nou van die controle af?

Allereerst door bewust te worden van het feit dat je controle probeert uit te oefenen. Vaak is het eerste wat je merkt een onlustbeleving, een frustratie- of boosheidsgevoel. Het kan ook zijn dat je een oordeel hebt over iemand of een jaloers gevoel. Soms denk je op dat moment, ‘Ik wou dat…..’ of ‘Ik zal daar wel even verandering in brengen.’

Als u zich bewust wordt van deze gevoelens of gedachten, wees dan mild voor uzelf. U kiest er niet voor om deze gevoelens en gedachten te hebben. Ook daar heeft u geen controle over, dus veroordeel uzelf niet. Ga ook niet van uzelf eisen dat het anders moet. Het uiteindelijk doel is om te gaan zien, dat alles wat gebeurt deel uitmaakt van het grote goddelijke plan. Alles wat gebeurt, heeft een reden, een betekenis in het grote geheel. Ook al snappen we er soms niets van, het past in dat grote geheel. Niets is toevallig, God dobbelt niet (Einstein)!

Dit uiteindelijk echt beseffen is een leerweg met verschillende stappen. Zo kan er bijvoorbeeld eerst ‘berusting’ ontstaan, een besef dat het nu eenmaal niet anders is. Daarna kan er ‘acceptatie’ ontstaan, u bent geen slachtoffer meer en weet dat het is, zoals het is. De volgende stap zou ‘vertrouwen’ kunnen zijn, u ontspant nog meer omdat u weet dat het goed is zoals het is, ook al voelt het voor u persoonlijk niet fijn, u weet dat er een diepere reden achter ligt.

Dit is uiteraard een glijdende schaal, waarbij u ook terug kunt vallen naar eerdere stadia en zelfs  weer momenten kan hebben waar boosheid en frustratie opnieuw tevoorschijn komen.

Als we ons hiervan bewust zijn, kan het leven een boeiend en leerzaam proces blijken te zijn.

Ik wens u een vredig leven toe.

Column door: Jan Chin

Wat een wereld!

Als je, zoals ik, de 60 gepasseerd bent, moet je vaststellen dat niets is zoals het was in onze jeugd. De wereld is dan ook totáál veranderd. Zo herinner ik me dat ik ergens in 1995 door een winkelstraat liep en iemand zag bellen met een mobiele telefoon. De eerste keer dat ik zo’n ding zag! De trotse eigenaresse wilde daarbij vooral door iedereen gezien worden, gedroeg zich erg opzichtig, en ik dacht nog: nou nou, je hoeft toch niet altíjd bereikbaar te zijn. Nee, zo kon je in 1995 nog denken. Maar een of twee jaar later was dat volledig anders. In 1996 was ik zelf geabonneerd op Libertel, zoals Vodafone toen nog heette, en torste een mobieltje maatje koelkast. Omdat mijn werk als journalist dat vereiste. Vanaf dat moment was ik 24 uur per dag bereikbaar, zeven dagen per week. Ik was mijn vrijheid vanaf dat moment kwijt!

Met weemoed denk ik terug aan de jaren ‘80 van de vorige eeuw, toen ik als verslaggever voor een radiostation in mijn Lada rondreed zonder dat iemand me kon storen. Het enige lastige was het zoeken van de weg naar mijn bestemming, want een navigatiesysteem bestond toen zelfs niet in science fiction verhalen. In de auto lag dan ook een stapel kaarten van allerlei steden en regio’s. De route stippelde ik van te voren uit, zodat ik tijdens het rijden mijn aandacht op de weg kon houden.

Er was in de jaren ’60 eigenlijk maar één nationale TV-zender, waar heel het land naar keek, en iedereen het de volgende dag over had. Iedereen praatte over hetzelfde onderwerp. Kom daar nu maar eens voor. Wij keken als inwoners van het grensgebied Duitse tv, was veel leuker en spannender. Zo leerden we Duits. Wie spreekt er nu nog Duits?

Toen ik 6 was stond ik om half zeven op, om de kachel schoon te maken en een nieuwe lading cokes erin aan te steken met krantenpapier en hout, zodat de woonkamer warm werd. Op de slaapkamers stonden ’s winters ijsbloemen op de ramen. Kinderen die ik dat vertel moet ik uitleggen wat ijsbloemen zijn.

Waar het mij om gaat: ik voel me vaak ontworteld. De zekerheden die ik vanuit mijn jeugd opbouwde, zijn weggevaagd. De wereld van 50 of 60 jaar geleden lijkt wel prehistorisch in vergelijking met nu. ‘Wat dééd jij vroeger als kind eigenlijk de hele dag?’, vraagt mijn kleindochtertje. ‘Buiten spelen, in de natuur, ravotten’, zeg ik dan. ‘Heuh? Saai! Had je dan geen computer?’…. Nee, niet nodig. Toen niet! Toen waren we vrijer dan nu! Wat een wereld!

Column door: Henri Haenen

Uitwuiven

Kun je zwaaien met je hart? Of misschien moet ik zeggen ‘wuiven’. Of moet ik er ‘uit’ voor zetten. ‘Uitwuiven’ dus of ‘uitzwaaien’. Want, dierbare lezers, deze column is de laatste. Dit is mijn laatste hartenkreet in Hartbrug-Magazine. Mijn laatste Hartbrugmagazinekreet.

Hoe kun je dat dan, met je hart wuiven? Ik dacht aan een vlag in de vorm van een hart. Waarmee ik mijzelf zou kunnen uitwuiven. Ik heb echter slechts woorden, maar de illustrator van deze column, Benno Vranken, kan daar ongetwijfeld wel iets op bedenken. Hem wuif ik in ieder geval veel lof en dank toe voor zijn altijd verrassende verbeelding van mijn hartstochten.

Ik stop met deze column ‘met pijn in mijn hart’ maar ook ‘van ganser harte’. Het is mooi geweest, ‘hartstrelend’ mooi, zeiden ze vroeger. Toen ik in 1996 ‘ja’ zei tegen het verzoek om met deze rubriek te beginnen, had ik er geen flauw idee van dat ik die de volgende twintig jaar zou blijven schrijven. Het was een waar genoegen. Ik heb mijn fascinatie voor dat hart van ons op de meest uiteenlopende wijzen mogen beschrijven, en ik ben de redactie van dit tijdschrift zeer dankbaar dat ze me die kans heeft gegeven.

Kan dat eigenlijk wel, jezelf uitwuiven? Het is veel logischer als u, lezer, naar mij wuift. Ongeveer zoals je dat wel in films ziet. Dus ik sta dan aan de reling van een stoomboot, en u staat op de kade. U wuift, misschien zelfs met een wit zakdoekje, en ik maak een hand-en-armgebaar waarmee ik u vanuit de verte en zonder woorden laat weten hoezeer ik uw wuiven waardeer. Ondertussen zwelt de vioolmuziek aan. Ik voel me zoals Anton van Duinkerken het dichtte: ‘Rondom mij is alom uw wuivende groet’. Dát is het echte uitwuiven. Of word ik nu te sentimenteel? Hoe dan ook, ik wilde in ieder geval geen vaarwel zeggen als een Lucky Luke, die met zijn rug naar de lezer op Jolly Jumper de zonsondergang tegemoet rijdt.

De meest toepasselijke wuiving, die zocht ik dus. Ik wikte en woog veel manieren van wuiven en zwaaien, tot ik me mijn tante Nellie herinnerde. Toen ik zeer jong was, was zij al zeer oud. Ze had een zeer sobere wijze van wuiven, tante Nellie. Ze stak haar arm omhoog, kneep dan haar open hand tot een vuistje ineen, en stak dan meteen weer de vingers de lucht in. Wij, haar neefjes en nichtjes, moesten er een beetje om lachen. Toen. Nu ik dat beeld van Nellies hand en vingers weer voor me zie, doet het me denken aan een hart dat klopt. Moge dat gebaar mijn afscheidsgroet zijn.

Column door: Ed Schilders