ADHD, hormoonwisselingen en hartklachten

Cardiovasculaire aandoeningen zijn wereldwijd de nummer één doodsoorzaak bij vrouwen. Opvallend is dat er volgens psychiater Sandra Kooij, cardioloog Janneke Wittekoek en gynaecoloog Dorenda van Dijken bij een deel van hun vrouwelijke patiënten een link te zien is tussen ADHD, hormoonwisselingen en hartklachten. Voor hen de aanleiding om de handen ineen te slaan voor een nieuw initiatief: H3 netwerk.

Al eerder schreven Wittekoek en Van Dijken het boek Hart & hormonen, omdat ze merkten dat er raakvlakken waren tussen hormonale aandoeningen als het premenstrueel syndroom (PMS), PreMenstrual Dysphoric Disorder (PMDD) en de overgang. De gemeenschappelijke delers in dit verhaal? Stress en slaap, vertelt Van Dijken. “We weten dat stress de kans op hart- en vaataandoeningen verhoogt. Ook slaaptekort geeft indirect stress. Wat ADHD hiermee te maken heeft, is dat vrouwen met ADHD een ander biologisch ritme hebben en over het algemeen slechter slapen. En in de overgang kunnen opvliegers en nachtzweten ervoor zorgen dat vrouwen slechter slapen, wat ook het risico op hart- en vaataandoeningen verhoogt. Ik roep altijd heel flauw: slaap is het beste medicijn, maar het is wel waar. Dit kan overigens worden verbeterd door bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie en hoeft echt niet altijd te worden opgelost met medicijnen. Sterker nog, dat willen wij juíst niet.”

Hormonale veranderingen

In een vrouwenleven zijn er volgens Van Dijken drie periodes waarin grote hormonale veranderingen kunnen plaatsvinden. Dat kan allereerst al in de menstruatiecyclus zijn, met name in de week vóór de menstruatie. Dan kunnen vrouwen last hebben van stemmingsklachten door PMS of de ernstige vorm daarvan, PMDD. “Bij vrouwen met PMDD zijn de klachten extreem. Eén op de drie vrouwen met PMDD heeft zelfs suïcidale gedachten. Ook in het kraambed is er bij vrouwen veel risico op het ‘ontsporen’ van stemmingsklachten. Na de bevalling zie je vaak een enorme verandering in hormonen, waardoor vrouwen gevoelig kunnen zijn voor een depressie of stemmingsklachten. De derde periode is bij uitstek de overgang. Om hoeveel vrouwen dat gaat, weten we nog niet. Daar doen we nu onderzoek naar. Hoe dan ook mag er veel meer aandacht zijn voor stemmingsklachten in de overgang, in plaats van alleen de focus op opvliegers en nachtzweten. Als je bijvoorbeeld bekend bent met een depressie in je voorgeschiedenis, is de kans twee tot vijf keer zo groot dat deze in de overgang terugkomt, puur door de hormoonveranderingen.”

Risicofactoren

Veel vrouwen hebben jammer genoeg geen idee van de risicofactoren, zegt Van Dijken. “Vrouwen weten vaak niet wat zo’n verandering in hormonen voor gevolgen voor hun hartgezondheid kan hebben, of wat bijvoorbeeld de invloed van werkstress is op de gezondheid. Ook iets als endometriose kan door de pijn stress geven en daardoor het risico op hart- en vaataandoeningen verhogen. Van rokers weten we dat ze jonger in de overgang terechtkomen en ook meer klachten hebben. Daarnaast is alcohol een grote boosdoener, die zorgt voor slechter slapen, meer nachtzweten en een verhoging van de bloeddruk. Verder is ADHD dus een risicofactor, al weten lang niet alle vrouwen dat ze dit hebben. Het wordt bij velen op latere leeftijd of zelfs pas in de overgang gediagnosticeerd. Dat heeft naar mijn idee te maken met het feit dat vrouwen dit soms heel lang kunnen compenseren, maar door (nog) slechter slapen in de overgang, onderuitgaan. Soms komen er in de overgang ook ineens dingen van vroeger boven, zoals emotionele verwaarlozing, een trauma, rouw of verdriet. Dit alles zorgt voor stress, waardoor het risico op hart- en vaataandoeningen toeneemt.”

Multidisciplinaire samenwerking

De drie vrouwen willen met H3 netwerk aandacht voor het feit dat er raakvlakken zijn tussen deze domeinen en dat ADHD en de overgang risicofactoren zijn voor hart- en vaataandoeningen. “We willen niet alleen vrouwen, maar vooral ook zorgprofessionals hiervan bewustmaken en meer laten samenwerken. Je wordt vaak maar doorverwezen naar één dokter, maar wij willen graag kortere lijntjes. Dat je als patiënt bij een drukkend gevoel op de borst bijvoorbeeld niet alleen maar naar de cardioloog wordt doorverwezen. Bij specifiek ADHD moet er echt een goede diagnose worden gesteld en dat hoort niet thuis bij de gynaecoloog of cardioloog, maar bij de psychiater. We hopen dat we met dit netwerk kunnen zorgen voor een multidisciplinaire samenwerking tussen zorgprofessionals, zodat we allemaal verder gaan kijken dan ons eigen vakgebied. We starten nu met ADHD, maar willen later ook andere psychische aandoeningen onder de loep nemen, zoals autisme en bipolariteit. ADHD is tenslotte maar een kleine greep uit het hele spectrum, terwijl de link waarschijnlijk ook voor andere aandoeningen geldt. Wij zien het als onze roeping om ervoor te zorgen dat vrouwen ook in volgende generaties beter worden geholpen.”

Wil je meer informatie? Kijk dan op www.h3-netwerk.nl

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?   

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: H3 netwerk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Is metabool flexibel onze natuurlijke staat van zijn?

Dat je als mens nooit uitgeleerd bent, bleek maar toen ik het boek van dr. Mindy Pelz, ‘Fast like a girl’ las. Er ging een wereld voor me open en er vielen een hoop puzzelstukjes op zijn plek.

Als grote fan van koolhydraatarm eten heb ik namelijk altijd ervaren dat dit voedingspatroon voor vrouwen niet persé goed werkt, in ieder geval niet structureel. Dit boek legde precies uit waarom dit zo is én wat dan wel werkt. Eén van de principes die werd toegelicht in het boek is metabool flexibel, die ik voor dit artikel zal toelichten én natuurlijk hoe je daar voor jezelf winst mee kan behalen.

Voor al deze informatie is een natuurlijk voedingspatroon belangrijk. Geen bewerkte producten en zo min mogelijk bewerkte koolhydraten en suikers.

De gulden middenweg

Op het moment dat je metabool flexibel bent ga je bewust, voor jouw gezondheidssituatie passend, van verbrandingen wisselen. Je leeft bijvoorbeeld enkele weken in suikerverbranding en vervolgens weer naar vetverbranding.

Beide verbrandingen hebben hun voor- en nadelen en door dit af te wisselen kun je optimaal gebruik maken van de voordelen van beiden. De voornaamste voordelen van suikerverbranding zijn het naar beneden brengen van het stresshormoon cortisol en het optimaal voeden van je darmen. Terwijl de voordelen van vetverbranding zijn het boosten van je energiepeil, vet verbranden en het op gang brengen van een fysieke detox.

Er wordt zelfs gedacht dat metabool flexibel onze natuurlijke staat van zijn is, omdat vanuit de oertijd gezien fases van feast (suikerverbranding) met periodes van famine (vetverbranding) zich afwisselden op basis van de beschikbaarheid van voedingsmiddelen.

Voor elke situatie een ideale aanpak

Voor vrouwen is er een ideale aanpak hiervoor die samenloopt met je cyclus. Er is een specifieke wisselwerking tussen insuline, cortisol en de vrouwelijke sekshormonen oestrogeen & progesteron. Wat maakt dat elke fase in de cyclus van een vrouw een andere aanpak vraagt. In de fases dat je oestrogeen opbouwt (dag 1 – 10 van de cyclus) is het belangrijk niet teveel insuline (glucose, koolhydraten) te hebben want dit zit de aanmaak van oestrogeen in de weg en is dus koolhydraatarme voeding ondersteunend. Terwijl in de progesteron opbouw (een week voor de menstruatie) en tijdens de ovulatie juist cortisol funest is en je beter in suikerverbranding kunt zijn. Dit geldt ook specifiek voor vrouwen die in de overgang zitten, omdat dit helpt om je hormonen zoveel mogelijk op orde te houden én eventuele overgangsklachten te verminderen.

Vrouwen na de overgang kunnen naar eigen inzicht fases van suikerverbranding en vetverbranding afwisselen. Dit kan je op wekelijkse, tweewekelijkse of maandelijkse basis doen. Het is goed om hierin af te wisselen zoals ik hieronder zal uitleggen. Na de overgang heb je ook nog oestrogeen nodig en gebruikt het lichaam de vetcellen om oestrogeen aan te maken. Dit is ook de reden dat je vaak aankomt na/tijdens de overgang, door gebruik te maken van de twee verbrandingen kun je je lichaam in je hormoonhuishouding beter ondersteunen en afvallen op een gezonde manier stimuleren.

Voor mannen is het makkelijker, die hebben slechts één hormoon om rekening mee te houden, testosteron. In fases van vetverbranding wordt er meer cortisol (stresshormoon) geproduceerd en dit zit de aanmaak van testosteron in de weg. Langdurig koolhydraatarm eten kan dus voor lager testosteron zorgen. Voor mannen is metabool flexibel dus een manier om testosteron optimaal te stimuleren.

Ondersteunen met vasten

Wil je bijvoorbeeld afvallen, je darmbalans herstellen of je immuunsysteem optimaal inzetten voor ziektes. Dan kun je de fases van vetverbranding combineren met vasten. Je kan intermittent fasting doen, waarbij je ergens tussen de 13 en 18 uur per dag niet eet. En je kunt een langere vast doen van 24, 36 of zelfs 72 uur, waarbij autofagie op gang komt, dit is een proces van celvernieuwing die je gezondheid enorm kan ondersteunen.

Het is goed voor je lichaam om zowel in de duur van het vasten, als de fases van vet- en suikerverbranding te variëren. Hiermee breng je een gezonde stress op gang, hormese, waardoor je lichaam op een goede manier wordt uitgedaagd. Dit is ook effectief als je met je gezondheidsdoelen op een plateau terecht komt om jezelf weer een zetje te geven.

De komende tijd zal ik meer delen over metabool flexibel aangezien ik hier zelf nu mee aan het experimenteren ben. Volg www.greentwist.nl om meer informatie hierover te ontvangen.

Tekst: Iris Heuer
Beeld: Floris Heuer

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Voor het leven getekend

Zeventien jaar lang was Manon Roos (30) ziek. Constant kreeg ze te horen dat het tussen haar oren zat. Totdat er na al die jaren toch een diagnose kwam: ze bleek een aangeboren hartafwijking te hebben. Was dit niet ontdekt, dan had haar verhaal heel anders kunnen aflopen.

Ze verzon haar klachten, zou het voor de aandacht doen. Dat werd Manon meerdere keren verteld. Daarom werd ze doorgestuurd naar een psycholoog. “Ik ben een keer of vier doorverwezen”, vertelt ze. “Er werd gedacht dat het wel zou helpen als ik met iemand zou gaan praten. Ondertussen werden mijn klachten van kwaad tot erger. Ik wist zelf dat ik daadwerkelijk iets mankeerde, maar werd niet serieus genomen. Toch begon ik op den duur ook aan mezelf te twijfelen. Als de kinderarts je recht in je ogen kijkt en zegt dat je het verzint, zijn je klachten er dan wel echt? Voelde ik wel echt wat ik voelde? Ik wist het niet meer.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Hoe een cardioloog de stem van zijn hart volgde en wijnboer werd

Jarenlang was Albert Meijer (63) een succesvol cardioloog in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Tot hij rond zijn 57e wijnboer werd. Hij bezit nu een florerende wijngaard in de mooie Belgische Voerstreek en een wijnbedrijf in Maastricht. Hoe komt een cardioloog erbij om zijn witte jas aan de haak te hangen en te vervangen door een werkjas in de buitenlucht? Wij spraken een man die zich laat leiden door de stem van zijn hart.

Albert is sinds 2016 eigenaar van Pietershof Wijndomein in het Belgische Voeren. Al enkele jaren droomde hij van een wijngaard. Temeer omdat het werk als cardioloog hem steeds zwaarder viel door de bureaucratie waarmee hij te maken kreeg. “Ik vond die toenemende bureaucratisering in het ziekenhuis heel vervelend”, legt Albert uit. “In ziekenhuizen heb je tegenwoordig mensen die zich manager noemen, daar veel geld voor opstrijken, maar weinig nuttigs uitvoeren. De jonge garde kan daar misschien mee omgaan, ik niet. Mijn vrouw zei op een gegeven moment: ‘stop met mopperen of stop met werken in het ziekenhuis.’ Ik deed dat laatste en voel me nu stukken gelukkiger.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Apathie is geen luiheid, maar kan gevolg zijn van vaatproblemen

Dat pubers soms niet in beweging te krijgen zijn, is normaal. Dat hoort bij de leeftijd. Maar als ouderen nergens toe komen en maar in de bank blijven zitten, is er wat anders aan de hand. Hun apathie (het gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme) wordt vaak ten onrechte voor luiheid aangezien. De oorzaak kan in de kleine vaten in de hersenen liggen, zegt ouderenpsychiater Lonneke Wouts uit Nijmegen.

Wouts werkt als ouderenpsychiater voor ProPersona in Nijmegen waar ze onder meer ouderen thuis bezoekt. Zij deed onderzoek naar de samenhang tussen depressies en apathie enerzijds, en vasculaire aandoeningen anderzijds. Ze schreef er haar proefschrift over en promoveerde op het thema aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze vertelt hoe depressieve en apathische ouderen meer gebruik maken van de gezondheidszorg en over het algemeen vaker sterven aan een beroerte of hart- en vaatziekten. Ze stelt dat ziekte van de kleine bloedvaten van de hersenen (CSVD) het ontstaan van depressies of apathie kan veroorzaken.

Depressie

“Van depressies weten we steeds meer, met name over de samenhang met vaatziekten”, legt Lonneke uit. “We begrijpen er steeds meer van, er wordt al zo’n 20 jaar onder zoek naar gedaan. De laatste jaren maken we ook duidelijker onderscheid tussen apathie en depressie. Een depressie is namelijk niet hetzelfde als apathie. Ook niet depressieve mensen kunnen apathisch zijn. Apathie leidt tot problemen in relaties en gezinnen. Je hoort mensen dan zeggen: komt eens van die bank af, neem eens een beslissing, kom eens in beweging, doe eens wat!”

“De afgelopen 15 jaar hebben we veel over depressies geleerd. We hebben er meer oog voor dat bij 40- en 50-plussers depressie soms samen kan gaan met vaat- en metabole problemen, we noemen dit het cardiometabole type depressie. Dit type lijkt vaker gekenmerkt door minder actief zijn, meer eetlust hebben, meer slapen. Daarbij zien we een verhoogd cholesterol en suiker, en dus een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Dan kan extra schade aan de vaten ontstaan, en geeft weer een extra risico op krijgen van een depressie. Het is een soort vliegwiel, waarin depressie en hart- en vaatziekten elkaar beïnvloeden en versterken.”

“Bij oudere mensen kunnen problemen ontstaan in de kleine bloedvaten in de hersenen, met een verhoogd risico op depressie. Dokters zouden oog moeten hebben voor zowel de vaatproblemen, suiker en cholesterol, maar ook voor eventuele depressies. Zich de vraag moeten stellen: speelt piekeren en rol, speelt er somberheid, en als er dan sprake is van een depressie dan een goede behandeling inzetten.”

Apathie

Tot zover over depressies. Bij apathie betreedt de wetenschap een relatief nieuw onderzoeksveld. Volgens Lonneke Wouts wordt kan apathie worden veroorzaakt door problemen in de vaten in diepere lagen van het brein. En wel die lagen die samenhangen met activiteit en motivatie. Een schakelgebied dat regelt dat uit een plan ook actie voortkomt. “Als die motivatiemotor in het brein beschadigd is en alles voor jou georganiseerd moet worden, dan ga je niet meer uit jezelf boodschappen doen of bij iemand op bezoek. We moeten bij apathisch gedrag goed kijken wat er meespeelt. Is het de medicatie die iemand suf maakt, zijn er fysieke beperkingen, of is iemand in een gat gevallen na een zwaar verlies, bijvoorbeeld van een naaste. Gaat het om iemand die van nature al redelijk passief is ingesteld en een afwachtende houding aanneemt. Al die dingen kunnen van invloed zijn, en moet je meewegen. Als apathie later in het leven ontstaat, kan dat ook wijzen op vaatproblemen in de hersenen.”

Behandeling

Een echte behandeling is er nog niet. “Er zijn nog geen goede medicijnen voor apathie ontwikkeld. En er is geen bewijs dat psychotherapie helpt. Wat je wel kunt doen is zorgen voor een gestructureerde dagactiviteit. Je kunt mensen zover krijgen door de inspanning laag te houden en te zorgen dat de beloning hoog is, dat lukt het beste door goed aan te sluiten bij iemands interesses. Des te gemakkelijker wordt het om hen in beweging te krijgen. We doen hier nog veel onderzoek naar om te kijken wat het beste werkt.”

Vliegwiel

“Van depressies weten we dat het twee kanten op werkt. Depressies vergroten de kans op hart- en vaatproblemen. Omgekeerd kunnen hart- en vaatproblemen depressies in de hand werken. Zo ontstaat een vliegwiel. Bij apathie weten we minder precies hoe het werkt. In mijn proefschrift verwijs ik naar de vaten als veroorzaker van apathie. Maar of apathie ook hart- en vaatziekten kan veroorzaken of triggeren, is nog niet duidelijk. Het is sowieso erg belangrijk om breed te bekijken wat er allemaal speelt, en niet alleen naar de vaten kijken.”

De ouderenpsychiater wijst erop, dat artsen goed met elkaar zouden moeten samenwerken. Bijvoorbeeld cardiologen en psychiaters. Maar gebeurt dat wel? “Het is een uitdaging”, erkent Lonneke Wouts. Artsen moeten ook willen openstaan voor samenwerking. “Ik moet als psychiater oog hebben voor hart- en vaatziekten. Een internist zou ook alert moeten zijn op depressies”, schetst Wouts de ideale situatie. “In de psychiatrie hebben we nu wel toenemend aandacht voor iemands leefstijl. Rookt iemand, beweegt hij wel genoeg? Dat zijn vragen die meegewogen worden.”

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Lonneke Wouts

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Joey: “Jij bent niet je hartaandoening”

Midden in coronatijd werd hij getroffen door een hartstilstand, in zijn slaap. Gelukkig merkte zijn vrouw dat Joey raar snurkte en begon onmiddellijk met reanimeren. Daarin al snel geholpen door burgerhulpverleners die de reanimatie overnamen. Vervolgens kwamen een ambulance en een traumahelikopter ter plaatse, en werd Joey naar het ziekenhuis vervoerd, waar hij in coma werd gebracht. Hij lag in totaal 28 uur in coma. Het was niet de eerste keer dat hij hartproblemen kreeg. Al op 17-jarige leeftijd was zijn toestand kritiek en kreeg hij een pacemaker. Die is nu vervangen door een ICD, ‘geüpgraded’, zoals Joey Touwslager het zelf zegt.

Terugkijkend op zijn hartstilstand zegt Joey (35) zich achteraf niets meer te herinneren van wat er gebeurd is. “Van de eerste vier dagen weet ik niks meer”, vertelt hij. “Toen ik wakker werd voelde ik me heel ontspannen. Best wel bijzonder. Ik was dankbaar en het voelde als een reset. Terwijl ik voordien veel in mijn hoofd zat, was het nu kalm en stil. Ik wás er, was heel aanwezig. Ik had het gevoel dat een deur naar mijn hart geopend was. Op dat moment voelde ik geen angst. Ik had het idee: nu heb ik mijn richting gevonden. Ik wil iets gaan doen voor mensen met een hartaandoening!”

Achillespees

Op 17-jarige leeftijd (2006) scheurde Joey tijdens het zaalvoetbal zijn achillespees waar hij aan geopereerd moest worden. Tijdens de operatie aan de pees merkten de hulpverleners dat er iets niet goed ging met zijn hart. “Ik had een totaal av-blok, wat inhoudt dat de stroomgeleiding niet goed verloopt. Best ernstig. De operatie werd afgemaakt, maar daarna begon een periode van onderzoeken en uiteindelijk het wachten op een pacemaker. Dat half jaar heb ik me grote zorgen gemaakt. Ik was met name bang voor het slapen gaan, bang dat dat mijn hart stil zou vallen. Ook voor mijn ouders was dat een angstige tijd. Mijn moeder kwam ’s nachts regelmatig kijken of ik nog ademde. Na enkele maanden had ik nergens meer zin in. Ik kon me niet op mijn studie concentreren. Uiteindelijk kwam de operatie, ik kreeg een kastje in mijn lijf. Toen ontstond een nieuwe angst. Doet dat ding wel wat het moet doen? Ik voelde me afhankelijk van dat kastje.”

Stappen

“Gelukkig verliep het herstel goed, op die leeftijd – ik was toen 18 jaar. Ik wilde niets liever dan weer met mijn vrienden stappen, uitgaan: ‘gewoon meedoen’. Ik onderdrukte mijn angst. Vluchtte in hard werken. Ging drukte uit de weg. Ik dronk en rookte veel. Maar het ontkennen van de angst leidde tot paniekaanvallen en hyperventileren. Het kostte veel energie. Ik pleegde roofbouw op mijn lichaam. Ik had hele lieve familie en vrienden om mij heen, maar ondanks dat voelde ik me alleen. Ik kende niemand van mijn leeftijd die iets aan zijn hart had. Ik had het gevoel dat ik er met niemand over kon praten. Ik voelde me niet begrepen. Uiteindelijk ben ik naar een psycholoog gegaan. Die liet me weliswaar anders tegen dingen aankijken, maar hielp me niet om bij mijn gevoel te komen.”

Burn-out

“Toen ik 28 jaar was, kreeg ik een flinke burn-out. Dit gebeurde drie maanden voor de geboorte van onze zoon. Daardoor besloot ik meer innerlijk werk te gaan doen. Ik begon op te schrijven wat me bezighield. Gewoon, met een pen, dus niet tikken op een beeldscherm, want dan zit je nog steeds alleen maar in je hoofd. Met een pen iets opschrijven brengt je dichter bij je hart. Ik schreef een tijdlijn op, met goede en slechte momenten. En ik nam een coach onder de arm, die onder andere via een familie-opstelling meer inzicht gaf in bepaalde patronen, ontstaan in mijn jeugd.”

“Het was een verwarrende, onrustige, chaotische en interessante periode. Ik was zoekende. Wat wil ik van het leven? Ik begon een vitaliteitsopleiding naast mijn werk als psycholoog. In deze periode kreeg ik een nieuwe hartstilstand (2022). Daarna voelde ik me opeens dichter bij mezelf, mijn gevoel en emoties. Minder in mijn hoofd. Ik wist: ik moet coaching gaan doen, met mensen met een hartaandoening.”

Hartleiders

“In de vier dagen dat ik in kritieke toestand lag, hebben mijn vrouw en mijn ouders doodsangsten uitgestaan. Het was de vraag of en hoe ik uit mijn coma zou komen. Toen ik wakker werd wist ik: het is nog niet klaar, ik heb op deze aardkloot nog wat te doen. Na drie weken kreeg ik een ICD. Die operatie was ook weer spannend, maar ik had een goede conditie, het herstel verliep vlot. Maar na een tijd van opbouwen, kwam ik in een dip. Het oppakken van het dagelijks leven voelde overweldigend. Door hier bewust bij stil te staan, kwam er ruimte voor de emotionele verwerking met ondersteuning van een coach.

Joey besloot naast zijn vaste baan (psycholoog voor mensen met een verstandelijke beperking) te starten met zijn eigen onderneming. Hij ondersteunt mensen met een hartaandoening met het vinden van een nieuw ritme, door psychische begeleiding en coaching. Met als doel weer leiderschap te krijgen over hun eigen leven. Van vechten tegen je hartaandoening, naar leven met je hartaandoening. Zijn visie is dat ondanks de moeilijke situatie waarin je zit je altijd een keuze hebt hoe je met de situatie omgaat. Met zijn bedrijf Hartleiders wil hij mensen meegeven: “Jij bent niet je hartaandoening”.

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Joey Touwslager

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Benader iemand zoals jij zelf benaderd zou willen worden!

Zafar Geyik werkt als cardioloog op de intensive care van het academisch ziekenhuis in Maastricht (MUMC+). Hij hoort en ziet vaak hoe medewerkers zonder kwade bedoelingen mensen reduceren tot de ziekte die ze hebben. Dehumanisering, noemt hij dat. “Ze vergeten dat er een mens zit”, zegt Geyik. “We moeten leren niet alleen te focussen op het medische gebeuren. De zieke als mens zien hoort onderdeel te zijn van de manier om met stress om te gaan.”

“Zo hoor je wel eens dat zorgmedewerkers zeggen: die longontsteking op kamer 22, of: die met die longontsteking. Dat gaat vaak automatisch, is niet kwaad bedoeld. Maar we houden soms te weinig rekening met de kwetsbaarheid van de zieke mens. Bijvoorbeeld als je met een zieke iets ernstigs bespreekt, terwijl andere mensen kunnen meeluisteren. Of wanneer je vergeet de gordijnen dicht te trekken als je iemand onderzoekt.”

“Dehumanisering betekent dat je een patiënt niet als mens ziet, maar als aandoening. Nogmaals, het is niet verkeerd bedoeld. Ik probeer daar zelf alert op te zijn en anderen daar alert op te maken. Je moet je even realiseren dat er een medemens in bed ligt. Het is een mindset die je moet hebben. Mijn uitgangspunt is:
benader iemand altijd zoals jij zelf benaderd zou willen worden!”

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Zafer Geyik

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Herstel na een operatie is vallen en vooral opstaan

Wie herstelt van een operatie heeft doorzettingsvermogen nodig. Het is vallen en vooral opstaan. Alles hangt dan af van de vraag hoe groot je veerkracht is. Hoe groter dat is, des te sneller gaat je herstel. Helaas is bijna de helft van de mensen die een operatie hebben gehad niet voorbereid op wat daarna komt, zegt de Maastrichtse hartchirurg Ehsan Natour. “De hele wereld lijkt tegen je!”

Uit eigen ervaring weet Ehsan dat iedereen na een operatie een grote weerstand moet overwinnen. Mensen hebben weinig veerkracht op zo’n moment, en helaas kiest de helft van de geopereerde mensen dan voor opgeven, de weg van de minste weerstand. Ze blijven passief, aldus Ehsan. “Ze beseffen niet dat hun mentale instelling van wezenlijk belang is om de nieuwe situatie te accepteren. Dat je nu eenmaal niet veel kunt. Ze willen vaak terug naar hoe het was, maar dat is een illusie. Hier zijn we bij de hoofdreden waarom zoveel mensen het moeilijk hebben na een operatie: ze worden geremd door hun wens terug te willen naar de situatie van vóór de operatie. Pas als het inzicht er is dat er geen weg terug is, bestaat de kans om sneller en veiliger te herstellen, mits de begeleiding goed is.”

Netwerk

“Mensen die geen eigen netwerk hebben, staan voor grote problemen. Met eigen netwerk bedoel ik familie, vrienden en andere mensen met wie ze in goed contact staan. Dit moet je als behandelend arts weten. Bij het beoordelen van de gezondheid van iemand moet je niet alleen naar het zieke orgaan kijken, maar ook en vooral naar de mens daar achter. Een arts die een orgaan behandelt, is een goeie arts. Maar de arts die ook de mens daarachter behandelt, is een betere arts!”

“Mensen willen gezien en gehoord worden. Als je dat als arts en hulpverlener niet doet, dan kwijnt de ander weg en is zij of hij niet meer gemotiveerd. Dan wordt de patiënt
depressief en voelt zich slecht behandeld. Zoiets komt vaker voor dan we denken. Ondanks alle topzorg die we in Nederland bieden, is ruim 40 procent van de patiënten ongelukkig. Wij artsen moeten meer doen dan alleen succesvol opereren. Ons doel moet zijn het verbeteren van de kwaliteit van het leven van iemand. Ons doel moet niet zijn om mensen zo lang mogelijk in leven te houden.”

Onzekerheid

“Ik zie de onzekerheid bij mensen. Soms denken ze na een operatie: komt er straks weer een hartaanval? Bijvoorbeeld na een omleiding of een hartinfarct of reanimatie. Ze denken: ik ben wel gered, maar straks gaan die omleidingen weer dicht. Ga ik een tweede operatie overleven? In zo iemand heerst als het ware een psychoterreur. Iets wat opvallend vaak bij jongere patiënten voorkomt, overigens! Zulke mensen hebben een goede begeleiding nodig. Ze leiden immers vaak onder identiteitsverlies. Aileen-Filiz Sayin schrijft erover in haar boek “Der Einfluss auf das Resilienzerleben durch die Teilnahme an einer Selbsthilfegruppe“, in het Nederlands: De invloed op de beleving van veerkracht door deelname aan een zelfhulpgroep. Ze beschrijft hoe belangrijk dat is, bijvoorbeeld bij vrouwen met tumoren, die een borst verliezen. Zij zien zich niet meer als vrouw, wat leidt tot grote spanningen in haarzelf en hun familie. Ze zijn wanhopig. Je ziet dat ook bij genitale tumoren, als de vrouw vreest geen seks meer te kunnen hebben. Dat is psychologisch zeer heftig. Hier is dringend een actieve begeleiding nodig.”

“Het gevecht waar je na een operatie in terecht komt, draait om de vraag: ben ik de oude nog wel. Dat zouden we moeten onderkennen. Want dan kunnen we dat goed begeleiden, al was het maar door dingen te benoemen en samen tot oplossingen te komen.”

Angst voor je baan

“Dit leven in deze maatschappij is productiegeoriënteerd geworden. Mensen gaan dan na een operatie denken: ik ben waardeloos, van geen productieve waarde meer, ik kan niet meer terug. Als je niet veel kunt produceren ben je in deze wereld maar een halve mens. Dat vormt een dubbele last voor de patiënt. Hij is al gestraft door zijn ziekte, en wordt nu dubbel gestraft door de vaak terechte vrees voor het verlies van zijn of haar baan.”

“Als je een jonge vader bent, of je bent 50 of 60 jaar, dan kan de werkgever je leven lastig maken,
want de werkgever gaat mogelijk zoeken naar een vervanger. Je ziet dat vooral jonge mensen zo hard moeten presteren, dat ze vaak in een burn-out terecht komen. Dat is een nieuw fenomeen. Hoe hard deze mensen ook werken, ze worden niet genoeg gezien, en dat geeft het gevoel alsof ze er niet toe doen. Precies dat is aanleiding tot een burn-out.”

Wanhoop

“Het leven gaat snel, begeleiding is duur. We nemen de zorgen van mensen niet voldoende waar. Zorgverleners moeten breder worden opgeleid. Ons is niet geleerd dat we aandacht voor de mens moeten hebben, niet alleen voor het zieke orgaan. In de polikliniek is er beperkt tijd voor een gesprek. En de arts is niet deskundig genoeg
om aandacht te geven aan de mens tegenover hem. We weten vaak niet hoe we moeten omgaan met fragiele mensen. De patiënt staat helemaal alleen in zijn wanhoop en leed. Het behandelteam verandert daaraan niets, want de medewerkers voelen die wanhoop niet. Ze behandelen de patiënt als de zoveelste case.”

Aandacht

“Dat geeft patiënten een gevoel van onveiligheid. Ik pleit er al jaren voor dat artsen en zorgverleners de mens moeten zien, deze mens aandacht moeten geven, naar haar of hem moeten luisteren. Mensen willen gezien worden, hebben begeleiding nodig. Dat is ook de reden waarom ik mijn boek heb geschreven, als eerste aanzet in die richting, en van de stichting Stilgezet.“

Boek Als het leven stilstaat bestellen? Het is verkrijgbaar in de boekhandel, bij bol.com of via ons: neem contact op.

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Ehsan Natour

Yin yogales voor hartpatiënten

Wat is Yin Yoga?

De houdingen (asana’s) van de meeste vormen van yoga zijn dynamisch (yang) en o.a. gericht op het trainen (versterken) van spieren. Dat geldt ook voor veel sporten zoals hardlopen, fietsen, fitness, schaatsen en zwemmen. Yin Yoga is gericht op het rustig en langdurig oprekken en hydrateren van gewrichten en bindweefsel. Dit doen we door houdingen langere tijd (3 tot 5 minuten) aan te nemen. De uitdaging van Yin Yoga zit in de duur van de houding, waarbij je spieren zoveel probeert te ontspannen. Je gebruikt niet je lichaam om in de houding te komen, maar de houding om in je lichaam te komen. Vlak daarnaast de invloed van de Yin Yoga op ons energetisch lichaam, niet uit. De stimulatie van meridianen (energiebanen) en chakra’s (energiecentra) heeft een positief effect op je fysieke, mentale en emotionele lichaam en geeft verbetering van weerstand en weerbaarheid. Voor ons veelal zittende bestaan (ontbijt, auto, kantoor, auto, bank) is Yin Yoga ook een perfecte compensatie.

Daarnaast compenseert Yin ook ons jachtige (Yange) bestaan door de verstilling en het naar binnen keren, naar je kern. Naar wie jij daadwerkelijk bent, met alles wat je daarbij tegenkomt. Dit kan confronterend zijn.

Meedoen?

Op 10 september 2023 kunnen onze donateurs een yogales* van John Boon bijwonen in Venlo (€ 15,00 p.p.)

Aanmelden?

Mail naar info@hartpatienten.nl Wees er snel bij, vol = vol

* De les, die gewijd is aan het Hart chakra, de Hart meridianen en als thema ’Overgave’ zal dragen, duurt van 11.00 tot ongeveer 13.00 uur en is toegankelijk voor iedereen. Graag makkelijke kleding gebruiken en een grote handdoek voor over het matje.

Vertrouwen op je hart

Hoe zorg je er na een hartinfarct of hersenbloeding voor dat je stevig in je schoenen blijft staan? Dat je vertrouwen houdt in je lichaam en net zo veel aandacht besteedt aan je mentale welzijn als aan je fysieke herstel? John Boon (68) ondervond aan den lijve wat vijf hartinfarcten en een hersenbloeding met lichaam en geest doen en kijkt juist positief naar de veranderingen die hij heeft doorgemaakt. “Het draait om acceptatie, overgave en vertrouwen.”

Natuurlijk: negatieve gedachten mogen er zijn, stelt hartpatiënt John Boon. Het is nu eenmaal onvermijdelijk om soms neerslachtig te zijn, of je nu hartpatiënt bent of niet. Maar John gelooft er wél heilig in dat je het zelfgenezend vermogen van het lichaam kunt stimuleren door niet bij de pakken neer te zitten en positief in het leven te blijven staan. Zelf kreeg hij in korte tijd vijf hartinfarcten en een hersenbloeding die hem zowel mentaal als fysiek op de proef hebben gesteld.

“Het enige dat je kunt doen wanneer je wordt getroffen door een hartinfarct of hersenbloeding, is de situatie te accepteren en te vertrouwen op jezelf en de mensen die je gaan helpen”, vertelt John. “Ondanks dat het een traumatische gebeurtenis is, kun je – in mijn ervaring – over de ergste angst heenstappen wanneer het gebeurt. Zelf ben ik mij tijdens mijn infarcten heel bewust geweest van mijn lichaam en de signalen die mijn lichaam gaf. Ook was ik bewust bezig met de gedachten die ik daarbij had en hoe ik me aan de gebeurtenis kon overgeven.”

“Toen ik na mijn vijf herseninfarcten op vakantie in Italië ook nog eens door een gigantische hersenbloeding werd getroffen, was het kantje boord”, vervolgt John. “Op het moment dat ik doorkreeg wat er aan de hand was, ging gelijk de knop om. Daar lig je dan, dacht ik, vertrouw maar op de specialisten en ga ervan uit dat het goedkomt. Meer kun je niet doen. Direct voelde ik dat ik geen angst meer ervoer. Ik ging in mijn lichaam en hoofd voorbij de angst, net zoals ik bij mijn infarcten had gedaan. En zo gebeurde het dat ook deze hersenbloeding mij niet klein kreeg: een week later lag ik al in de ambulance naar Nederland, en drie weken na de bloeding gaf ik alweer yogales.”

Een traumatische gebeurtenis, zoals een hartinfarct of hersenbloeding, kan zelfs de aanleiding zijn voor een omwenteling in het leven, stelt John. “Ik raad het iedereen aan om niet te blijven hangen in wat er gebeurd is. Het hoeft echt niet voorbij te zijn na een infarct of bloeding, er is juist nog zo veel mogelijk. Je kunt het gebeurde niet veranderen, maar je kunt er wel zelf voor zorgen dat je niet alles door een sombere bril bekijkt en altijd maar bang blijft voor wat zou kunnen gebeuren. Heb plezier in het leven en benader zoveel mogelijk op een optimistische manier. Als je dat doet, kun je er ook juist positieve dingen uithalen. Stop bijvoorbeeld met altijd maar meerennen in die rat race van het leven, blijf stilstaan, kijk om je heen, luister en kom tot rust. Zorg dat je meer plezier krijgt in het leven door er meer, en vooral bewuster, van te genieten. Mij heeft het enorm veel goeds gebracht en ik probeer dat nu dus ook zoveel mogelijk over te brengen op anderen. Het kan andere hartpatiënten namelijk ook helpen als ze voorbeelden hebben.”

John is zelf al vele jaren actief als yoga-instructeur. “En dat is dankzij mijn hartinfarcten. Door wat mij is overkomen, is er zo veel meer op mijn pad gekomen. Ik ben daarom ook zo dankbaar voor alles wat ik anderen heb kunnen geven in mijn lessen. Zeker tijdens yoga kun je nóg bewuster bezig zijn met lichaam en geest. Negatieve gedachten mogen er zijn. Immers: alles wat je tegenkomt en ervaart in het leven, is onderdeel van jou. Het gaat erom wat je daar vervolgens mee doet. Negatieve gedachten kun je bekijken, en tijdens yoga kun je er naartoe ademen, zoals dat heet. Zo kun je proberen de oorzaak ervan te vinden. Wie weet leidt dat tot inzichten: door gedachten te analyseren kun je veel leren over hoe je fysiek en emotioneel in elkaar steekt.”

“Zelfacceptatie, zelfliefde en zelfvertrouwen”, besluit John. “En ook: loslaten. Ga maar eens lekker lopen in de natuur, in gedachten verzonken. Kijk naar binnen, naar jezelf. Luister naar het gefluister van je lichaam, zodat het niet hoeft te schreeuwen.”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: John Boon

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.