Tophockeyer Marcel Balkestein dankbaar

Oud-hockeyinternational Marcel Balkestein (39) ging na het plotse overlijden van zijn broer Jean-Paul door de medische molen. Met dezelfde erfelijke hartafwijking als zijn broer mocht hij toch doorgaan met topsport. Vijf jaar later moest hij wel stoppen, vanwege andere hartklachten, maar zijn werk draait nog steeds om sport.

Marcel Balkenstein

Wat is er sinds 2012 precies gebeurd?
In 2012 kwam mijn oudere broer tijdens het joggen plots te overlijden aan een verdikte hartspier. Vlak daarna zou ik met het Nederlandse hockeyteam naar de Olympische Spelen in Londen gaan. Onderzoek wees meteen uit dat ik dezelfde genetische afwijking had. Mijn moeder was de drager ervan, zonder ziekteverschijnselen. Toch mocht ik naar Londen. Natuurlijk werd ik nadien wel scherper in de gaten  gehouden. In 2017 werd een vergrote hartkamer geconstateerd. Die hield geen verband met de verdikte hartspier, maar het was raadzaam om te stoppen met topsport. Dat deed ik, maar ik voelde me bij het aftrainen al snel niet goed. Alsof er constant adrenaline door mijn lijf raasde. Vele testen en een CT-scan later bleek een vernauwing in de voorste kransslagader te zitten. Zo’n ernstige vernauwing op zo’n belangrijke plek wordt ook wel de ‘widowmaker’ genoemd. Er werd een stent geplaatst.

En toen?
Een revalidatietraject was voor mij als sporter overbodig. Ik leefde snel gewoon door als voorheen. Alleen had ik gedacht dat ik me na het plaatsen van de stent veel beter zou voelen. Na het verhelpen van zo’n grote vernauwing, dan moest de conditie met stent toch meteen verbeterd zijn? Het hart kreeg nu toch meer bloed en zuurstof? Dat viel tegen. Daarover heb ik zelfs nog gemaild met de betrokken cardiologen. ‘Zit die stent er eigenlijk wel?’, grapte ik, ‘ik ben niet vooruit te branden.’ Ik was fit hoor, voor en na de operatie. Maar ik was in dezelfde periode ook van zeven keer in de week trainen naar twee keer in de week trainen gegaan. Ook door het medicijngebruik klopte het wel dat de conditie anders voelde. Het werd met de stent simpelweg minder snel beter dan ik had verwacht.

Veranderde je nog iets aan je leefgewoonten?
Nee, eigenlijk niet. Eten is nooit mijn sterkste kant geweest, ook tijdens de topsport niet. Het kan beter en veelzijdiger, maar over het algemeen leef ik gezond. Ik beweeg voldoende, ik rook en drink niet. De kans op nieuw hartfalen wil ik zo klein mogelijk maken. De stressfactor in de topsport heeft wel bijgedragen aan mijn hartklachten, denk ik. Selectieprocedures leveren enorm veel spanning op. In de periode voor de selectie van het Nederlandse elftal voor de Olympische Spelen in Londen was ik er elke minuut van de dag mee bezig. Zulke stress speelt nu niet meer. Ik verbind bedrijven aan sport in Brabant. Verder heb ik mijn eigen hockeyschool.

Kijk je nu anders tegen het leven aan?
Ik voel me erg dankbaar voor het leven. Die dankbaarheid gaat ook uit naar de artsen op mijn pad. Ze namen cruciale beslissingen. Dankzij cardioloog Arthur Wilde van het AMC ben ik toch naar de Olympische Spelen gegaan, terwijl anderen het vanwege mijn broers dood afraadden. Wilde heeft echt zijn nek voor me uitgestoken. Zijn drukke agenda maakte hij vrij om mijn casus met de beste artsen ter wereld te bespreken. Zonder die actie had mijn leven er echt anders uitgezien, zonder zilveren medaille. Met cardioloog Rutger Haest in Geldrop gebeurde iets vergelijkbaars. Door hem werd de vernauwing in de kransslagader ontdekt. Eerdere testresultaten waren negatief geweest, maar hij had toch besloten tot een CT-scan. Het merendeel van de artsen had dat niet gedaan, er leek immers niets aan de hand? Maar Haest kende mij persoonlijk en ook mijn broers casus. Als sporter ken je je lijf goed en Haest heeft naar mij geluisterd. Dat was mooi. Door alle gebeurtenissen doe ik nu beter mijn best te genieten van het leven, me niet te druk te maken. Het is belangrijk om te kijken of de dingen die je doet ertoe doen, je met mensen omgaat die ertoe doen. Met vrienden naar de kroeg of een cabaretier gaan is achteraf gezien een betere keuze dan het bijwonen van de Champions League omdat je toevallig BN’er bent.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?
Ik kan niet inschatten hoe een ander zich voelt. Ik heb geen hartinfarct gehad en ook geen schade aan het hart. Toch zeg ik: wees dankbaar dat je er nog bent. Natuurlijk was je liever geen hartpatiënt, maar nu het wel zo is, is het beter om stil te staan bij wat die diagnose je heeft gebracht. Je staat bewuster in het leven.

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Sandra reanimeerde haar eigen man

Op 17 februari dit jaar kreeg Sandra’s (56) man Gert-Jan (66) een hartstilstand. Op zijn verjaardag. Sandra moest die dag haar eigen man reanimeren. Hij overleefde het, maar Sandra krijgt dat beeld van haar levenloze man maar niet van haar netvlies.

Gert-Jan en zijn kleinzoon

Sandra ging die bewuste dag al eerder naar bed, terwijl Gert-Jan de hond nog even uitliet. Niet veel later schoof hij bij haar in bed. Ze vroeg hem of het goed ging. Hij antwoordde dat het niet lekker ging. ‘Gert vertelde dat hij een druk op zijn borst voelde. Hij kon het niet goed duiden, maar voelde zich raar. We zijn op dat moment naar beneden gegaan om even wat te drinken.’ Eenmaal beneden ging het niet beter. Zijn bloeddruk was niet extreem hoog, maar toch zei Gert-Jan dat hij zich echt niet goed voelde en dat ze hulp moest inschakelen. ‘Ik belde meteen de dokter. Hij vertrouwde het niet, dus werd er een ambulance gestuurd. De ambulancebroeders sloten een kastje bij Gert aan en zagen het al snel: hij had een hartinfarct.’

Van de wereld

Vlug ging Sandra naar boven om even wat anders aan te trekken voor ze mee moesten met de ambulance. Op dat moment zakte Gert-Jan ineens van zijn stoel. ‘Hij ging onderuit en was plotseling helemaal van de wereld. De ambulancebroeders vroegen me of ik kon reanimeren, zodat de ene broeder bij het hoofd van Gert kon blijven staan en de andere de AED kon klaarmaken. Dat kan ik, want ik heb zestien jaar BHV-ervaring. Maar ik dacht: ‘Waarom moet ik dit bij mijn eigen man doen?’ Toch ben ik direct begonnen. Ik had geen idee of ik het goed deed; ik ben gewoon gaan pompen. Ondertussen bleef ik maar roepen dat hij bij me moest blijven. Ik was wanhopig. Uiteindelijk kwam zijn lichaam overeind van de keukenvloer en was hij weer bij ons.

Door een hel

Sandra kon op dat moment alleen nog maar uitbrengen dat haar man dood was geweest. De adrenaline gierde door haar lijf en haar hart zat in haar keel. Haar hele lichaam deed pijn: van de schrik, het huilen en de kracht die ze had gestopt in het reanimeren van haar eigen man. ‘Gert begon weer praatjes te krijgen, maar ik ging echt door een hel. Ik was zó bang dat hij het niet zou overleven. Ook die rit naar het ziekenhuis was voor mij heel beangstigend. Midden in de nacht kwamen we daar aan. Het ziekenhuis was donker en verlaten, en het voelde alsof ik met mijn kinderen zat te wachten in een rouwkamer.’ Een tijd later mocht ze naar Gert-Jan, die inmiddels was geopereerd en drie stents had gekregen. ’Zelf had Gert het gevoel dat hij even geslapen had; hij had niks meegekregen van de ernst van de situatie. Ik daarentegen heb dat afschuwelijke beeld van dat hij dood was. Het bleken maar twee minuten geweest te zijn, maar naar mijn idee duurde het een eeuwigheid.’

Alarmfase
Hoewel Sandra goed begrijpt dat alle aandacht op dat moment naar Gert-Jan ging, vindt ze dat er na zo’n gebeurtenis ook meer aandacht mag zijn voor de partner. ‘De ambulancebroeders hebben tegen me gezegd dat het heel waardevol was dat ik kon reanimeren, maar niemand heeft vervolgens gevraagd hoe het mij ging, of hulp aangeboden. Terwijl ik nog altijd heel bang ben om hem te verliezen. Het voelt alsof ik constant in de alarmfase zit. Als ik nu naast hem in de tuin lig, check ik telkens of hij nog ademt. Als we een lange wandeling maken, vraag ik me af of hij niet te veel doet. Als hij slaapt, check ik een paar keer per nacht of ik echt nog iets hoor of voel. Het heeft een enorme impact op je als je ernaast hebt gestaan, laat staan op mensen die ook nog eens zonder ambulancebroeders hebben moeten reanimeren.’

Gefocust op herstel

Met Gert-Jan gaat het momenteel gelukkig goed. ‘Gert zegt zich beter dan ooit te voelen, ondanks dat zijn herstel vanwege corona nu een soort doe-het-zelf revalidatie is geworden. Hij valt nu ook nog eens binnen een risicogroep. Gert is in ieder geval erg gefocust op zijn herstel en heeft gelukkig geen last van bijvoorbeeld geheugenverlies of concentratieproblemen. Hij fietst elke dag en traint zijn borstkas. Uiteraard slikt hij ook medicijnen. Dat is best confronterend, omdat dat waarschijnlijk de rest van zijn leven zo zal zijn. Hoe dan ook doet hij weer van alles, zoals muziek maken. Dat is in ieder geval heel positief.’

Hulp

Sandra zelf heeft inmiddels hulp gezocht. ‘medelijden is niet wat ik wil, maar wel mijn verhaal bij iemand kwijt kunnen. Ik ga niet liegen: ik vind het gewoon best wel zwaar, Ik wil sterk en positief zijn, maar eigenlijk hangt er voor mij sinds 17 februari één grote zwarte wolk over alles heen. Zeker deze periode is lastig. Wie mag er langskomen en wat kan wel en niet? En kan ik weer werken of is dat dan een risico voor Gert? We proberen te doen wat verstandig is, en dat is in mijn geval nu ook hulp zoeken. Met deze gebeurtenis om leren gaan. Een tip voor anderen is in ieder geval: leer reanimeren of verdiep je erin, en neem vermoeidheidsklachten serieus.’

Voor meer artikelen over o.a reanimeren klik hier

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Mentale gezondheid voorop

Geestelijke gezondheid: we weten allemaal hoe belangrijk dat voor ons is. Bij mentaal gezond blijven wordt vaak gedacht aan mogelijkheden als wandelen en sporten, maar er is meer. We vroegen drie deskundigen om tips.

Voor Cathelijne Wildervanck, auteur van onder andere ‘De Gelukspiramide en ADHD, hoe haal je het uit je hoofd?’, staat het als een paal boven water dat we er juist in tijden als deze voor moeten blijven zorgen dat ons brein genoeg geluksstoffen aanmaakt. Vooral voor mensen die binnen een risicogroep vallen en waarvoor de wereld kleiner is geworden, is het belangrijk om gelukkig te blijven.

PIJNACKER – Auteur Cathelijne Wildervanck (met hond Pepper)

Kijk naar wat je wél kunt

Een van de belangrijkste dingen die je kunt doen om deze geluksstoffen aan te maken, is focussen op wat je wél kunt in plaats van op dat wat je niet kunt, vertelt Cathelijne. ‘Waar word ik blij van en wat geeft me energie? Waar kom ik psychologisch van in beweging? Vraag het jezelf. Als je hier dagelijks op focust, al zijn het maar kleine dingen, til je je geluksbeleving naar een hoger niveau. Soms is het moeilijk om je niet te richten op de beperkingen; zeker in de huidige tijd, waarin we veel vrijheid hebben ingeleverd. Maar als je constant focust op beperkingen, geeft dat een machteloos gevoel en een vergrote kans op een depressie. Het gevoel van machteloosheid zet je in je achteruit. Daarom heeft het een enorme impact op je als je focust op de dingen die je wél kunt. Ik vergelijk het altijd met een barbecue: als je deze aandoet, gebeurt er met de kooltjes aan de rand nog niets. Toch laat het vuurtje in het midden langzaam alle andere kooltjes gloeien.’

Contact

Contact met anderen is essentieel voor de mens. Oxytocine (knuffelhormoon) en serotonine (gelukshormoon) worden aangemaakt door contact met mensen. Dat was de laatste tijd niet bepaald gemakkelijk, maar volgens Cathelijne is iets nog altijd beter dan niets. ‘Je hebt dat contact met mensen gewoon nodig; of dat nu fysiek is of via een beeldscherm. Bellen is nog altijd beter dan geen contact hebben. Helemaal geen contact hebben met mensen is bijna dodelijk. Als je dat contact regelmatig hebt, geeft dat elke dag een vonkje in je leven en een gevoel van geluk.’

Genieten

Genieten van je omgeving, bijvoorbeeld van kleinkinderen of samen met je partner, draagt tevens bij aan een goede mentale gezondheid. ‘Als je bijvoorbeeld met z’n tweeën thuiszit, maak het dan gezellig met elkaar. Heb het écht leuk met je partner. Ik ben dat deze tijd zelf alleen maar meer gaan inzien. In mijn geval bracht het mij en mijn partner weer even terug naar het begin van de relatie. Zie het als een kans om dat vuurtje samen terug te krijgen. Ga oude tijden herleven en doe leuke dingen.’

Brein trainen

Aan gedachten die je veel hebt, raakt je brein verslaafd. Zo wordt een constant chagrijnige instelling bijvoorbeeld onthouden. ‘Wat je water geeft, groeit. Het is dus niet alleen je karakter. Maar ben je vaak niet te genieten, kan dat wel je karakter wórden. Dat betekent dat je dit dus ook kunt veranderen. Als je besluit dat je vrolijker wilt zijn, zul je die spier moeten gaan trainen.’ Hetzelfde geldt voor angst. ‘Als je de hele tijd tegen jezelf zegt dat je angst hebt voor wat er gebeurt of staat te gebeuren, gaan je cellen daarnaar luisteren. Het is een interactie tussen lichaam en geest. Je zou, in de huidige periode, ook kunnen denken: er is een virus, maar ik ben blij en veilig in mijn huis. Ga ontdekken welke momenten en op welke plekken je je wél veilig voelt. Stressen heeft geen zin. Hoe meer stress je hebt, hoe meer je je immuunsysteem ondermijnt en je mentale gezondheid schaadt.’

Beweging

Ook Ivanka van de Wardt, een van de oprichters en coach bij Stichting Creatief Herstel, heeft zo haar tips voor een goede mentale gezondheid. Haar stichting helpt vrouwen met het herstellen van een depressie of burn-out na therapie. Hoewel dit relatief bekend is, blijft beweging volgens haar belangrijk. ‘Wandelen is nog steeds heel goed voor iemands mentale staat. Mensen zien vaak meteen een wandeltocht van een uur voor zich, maar probeer eens klein te beginnen en tegen jezelf te zeggen dat je vijf minuten naar buiten gaat. Die vijf worden er dan toch vaak tien of vijftien. De aanzet er naartoe is meestal het moeilijkst. Leg de lat daarom niet te hoog. Je hoeft niet meteen een marathon te lopen, maar ga gewoon eens kort naar buiten en kijk wat het met je doet.’

Ivanka van de Wardt

Dankbaarheid

Ook dankbaar zijn is goed, vertelt Ivanka. ‘Richt je elke dag even op dankbaarheid. Zo heb ik een app met de vrouwen die ik help, waarin we elke dag even iets noemen waar we dankbaar voor zijn. Al is het maar een douche of de zon. Als iemand niet lekker in z’n vel zit, zijn je hersenen zo geprogrammeerd dat je negatief gaat denken en alleen dat nog maar ziet. Probeer het positief te bekijken. Hoe vaker je dat gaat doen, hoe meer je het ziet.’ Sla je namelijk regelmatig de negatieve weg in, dan wordt dat kleine paadje op een gegeven moment een snelweg. ‘Het is heel moeilijk voor iemand die bijvoorbeeld depressief is, maar als je er elke dag bij stilstaat, gaat het steeds iets makkelijker.’

Kwetsbaarheid

Je kwetsbaar opstellen naar je omgeving is volgens Ivanka tevens een punt van aandacht, ondanks dat dit niet per se de makkelijkste is. ‘Een mens raakt snel geïsoleerd als het minder goed gaat. Als je je dan kwetsbaar opstelt naar je omgeving, hulp zoekt of eens eerlijk zegt dat het niet zo goed gaat, begrijpen anderen je beter. Deel hoe het met je gaat en laat ze er daardoor voor je zijn en zich met je verbinden. Je kwetsbaar durven opstellen is een belangrijke stap in mentale gezondheid. Je omgeving is vaak ook veel welwillender dan je denkt. Mensen hebben regelmatig de neiging om het in te vullen voor een ander, maar dat is lang niet altijd terecht.’

Creativiteit

Daarnaast is creatief aan de slag gaan ook een manier om de mentale gezondheid te bevorderen. ‘Als je somber of moe bent, zit je vaak erg in je hoofd. Dan ga je piekeren of malen. Door creatief bezig te zijn, haal je de focus uit je hoofd en terug in je lichaam. Dat geeft energie. Daarnaast activeert het een ander deel van je hersenen, namelijk het deel van de positieve ervaringen. Als je creatief bent en het lukt, dan geeft dat zelfvertrouwen, en boost het je mentale gezondheid.’ Dat werkt verder door dan je misschien zou denken. ‘Uiteindelijk ga je, als je dat deel van je hersenen activeert, op meerdere vlakken dingen durven. Met de handen werken werkt echt ontspannend; in tegenstelling tot de telefoon of serie kijken, waarbij je veel prikkels verzamelt. Ga iets creatiefs doen dat je leuk vindt of je leuk lijkt, en bouw het op. Als je nooit achter de naaimachine hebt gezeten, moet je niet meteen een hele jurk willen maken. Maar misschien deed je iets als kind regelmatig en vond je dat toen heel leuk? Ga daar eens mee aan de slag.’

Ademhaling

Volgens GGZ-verpleegkundige en sociotherapeut Suzanne Broeke-Nieuwenhout is vooral ademhaling erg onderbelicht. ‘Als je goed ademt, heb je het juiste zuurstofniveau in je hersenen. Dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat je minder snel in paniek raakt. Als je in paniek bent, ga je gek ademen en zijn er processen gaande in je lichaam die niet helpen. Voel je angst? Richt je dan op je ademhaling. We zijn vaak geneigd veel spieren aan te spannen waar we ons niet eens bewust van zijn, of we halen op een verkeerde manier adem en krijgen daardoor ineens hyperventilatieachtige klachten zonder dat we het door hebben. Let er eens op. Mocht je een stap verder willen, dan kun je mediteren proberen. En kun je niet zo goed mediteren, dan kun je muziek met hertz frequentie luisteren. Muziek met bepaalde frequenties kunnen je kalmeren.’

EFT

Een minder bekende, maar toch interessante optie in het rijtje: EFT. ‘EFT kun je zien als acupressuur, waarbij je op bepaalde punten op bijvoorbeeld je handen drukt. Stel dat je erg in je emotie zit of heel boos bent, dan kun je door middel van het drukken op deze punten rustig worden. Uiteindelijk kan dat je van je boosheid afhelpen, en dat is een hele interessante gewaarwording. Dit geldt overigens voor alle negatieve emoties. Stel je geeft jezelf het cijfer acht op schaal van boosheid, dan kun je dat met EFT zeker terugbrengen naar vier. Je kunt hier steeds beter in worden en op een gegeven moment zelfs teruggaan naar nul. Verdiep je hier eens in, bijvoorbeeld door middel van een video.’

Focus verleggen

Als laatste: ga eens iets doen dat je niet kan, raadt Suzanne aan. ‘Als ik erg in mijn hoofd zit en me niet goed voel, ga ik iets doen dat ik niet kan; in mijn geval voetballen. Dan moet je uit je hoofd en je focussen op iets anders. Of ga eens tandenpoetsen met je andere hand of een ingewikkeld gerecht koken. Dan komt er ruimte voor iets nieuws. Je focus verleggen kun je ook doen door middel van meditatie. Voel even hoe je zit of hoe je kleding aanvoelt. Hoe voel ik me? Heb ik ergens spanning? Mensen realiseren zich soms niet hoe sterk hun eigen mindset is en wat je daarin kunt betekenen. En: hoe belangrijk het is om eraan te werken. Soms hebben mensen zichzelf iets aangeleerd in het leven, maar werkt dat later niet meer. Kijk wat voor jou werkt: de manier die voor een ander werkt, hoeft niet voor jou te werken.

Voor meer artikelen over o.a gezondheid klik hier

Leefstijlverandering in Quarantaine

We zijn afgesloten van onze omgeving. Leven alléén in ons huisje totaal geïsoleerd van alles wat zich daarbuiten afspeelt. Dit is dus je kans! Veel van de ziektes die we in de loop van ons leven krijgen zijn gerelateerd aan die boze buitenwereld. Onze omgeving maakt ons ziek en dik. Met een moeilijk woord noemen we dit een ‘obesogene omgeving’. Ja lekker makkelijk, denk je, geef de omgeving maar de schuld! Elk pondje dat in je mondje komt stop je er toch echt zelf in, of niet? Die discussie wil ik wel aangaan. Want je stopt het er zelf in maar je hebt soms bar weinig controle over de kwaliteit van dat pondje. 70% van onze voeding in de supermarkt is bewerkt, de vezels zijn eruit gehaald en suiker en zout is erin gestopt. Voeding nu ziet er heel anders uit dan in de tijd dat onze opa’s en oma’s jong waren.

Ons land is op slot, onze huizen zijn op slot om het virus te weren. Dit heeft zin, dit maakt dat er minder mensen besmet worden. Kunnen we ook op slot tegen een chronische leefstijl gebonden ziekte? Ja, dat kan. Dat het op slot gaan van een land effectief is tegen bijvoorbeeld diabetes, weten de mensen op Tokelau. Het eiland Tokelau, gelegen in de stille oceaan, werd in 1979 getroffen door een cycloon en was gedurende 6 maanden afgesneden van de rest van de wereld. Men ging terug naar de traditionele manier van eten (o.a. kokos en vis) en na 6 maanden zonder import van sterk bewerkte voeding, trof men de bevolking van Tokelau weer gezonder dan ooit aan.

Zoals Tokelau geïsoleerd was, zijn wij nu ook geïsoleerd. Deze periode van terug naar de basis kan dus als kans gezien worden.  Je kunt nu zelf je omgeving bepalen. Niet het restaurant wat je bezoekt bepaalt je voeding: frietjes die ongevraagd op tafel gezet worden. Niet de bioscoop bepaalt je snackgedrag, maar een snoepstraat na de ingang waar je doorheen moet om de film te zien. Niet de verleidelijke gangen in de supermarkt met overal koekjes en chocolade. Niet de auto waar je soms vele uren in moet zitten.

Je kunt je voeding online bestellen, alleen de verse onbewerkte voeding komt je huis in. Je hebt ook tijd. Alle tijd! Tijd om na te denken wat je wilt eten, tijd om te koken. Mogelijk tijd -bijvoorbeeld vroeg in de ochtend- om in een rustig straatje of park te lopen of te wandelen. Je wordt niet beheerst door de doorgedraaide agenda van alle dag. Tijd om te mediteren. Tijd om thuis yoga te doen achter de televisie. Allemaal kansen.

Mensen met hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten worden het zwaarst getroffen door Corona. Bijna 30% van de aan Corona overleden mensen had hier ook last van. Het is moeilijk te begrijpen waarom precies, maar het is niet alleen een hoge leeftijd. Duidelijk is dat als je stress hebt, dat je een over activatie krijgt van je zogenaamde sympathisch zenuwstelsel, je ‘vecht en vlucht’ zenuwstelsel. Dit maakt dat je hele lijf in paraatheid staat voor een mogelijk gevaar. Een leeuw, een tijger, een vloedgolf. Of een virus. Je lichaam wil wegrennen van dit gevaar en maakt dat je bloeddruk omhoog gaat, je hart sneller klopt, je spieren gespannen zijn om sneller een broodnodig sprintje te kunnen trekken. Het dubbele is echter dat we niet weg kúnnen rennen van dit virus. We zitten angstig thuis en veel mensen zitten constant in een stresscocon. Het sympathisch zenuwstelsel draait overuren!

Maar lieve mensen, hier heb je nu ook tijd voor, en een keuze. Hoe moeilijk dat ook is. Laat je niet gek maken. Daar word je dus niet beter van. Je kunt ook je parasympatisch zenuwstelsel meer prioriteit geven. Dit is je zogenaamde ‘rust en weer lucht’ zenuwstelsel. Het zorg voor energie naar je darmen, energie voor groei van je haar en nagels. Het verlaagt je hartslag, je ontspant je spieren. Je sympathisch zenuwstelsel is dus het gaspedaal. Je parasympatisch zenuwstelsel is de tegenhanger, het is je acculader. De knop om je parasympatisch zenuwstelsel aan te zetten is heel makkelijk te vinden. Misschien tijdens het werken in de tuin, of gewoon het zitten breien. Misschien is het wel een boek lezen, of een film kijken. Misschien is het in een bak ijs zitten of juist lekker in de jacuzzi. Het maakt niet uit, maar ga op zoek naar die knop!

Laten we deze quarantaine tijd zien als een accu-laad tijd. Prikkelarm, geen afspraken geen verleidingen, je hebt alle tijd om te focussen op je leefplan. Je leefplan voor de komende 1, 5, 10 of misschien 20 jaar. Laten we er goede en gelukkige jaren van maken.

Happy Lifestyle!

Met dank aan Jacqui van Kemenade, auteur Leefstijl op Recept. Bestuurder bij Stichting je Leefstijl als medicijn www.jeleefstijlalsmedicijn.nl

www.voedingshuisarts.com

Jacqui van Kemenade, arts.

 

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

21 jaar en hartritmestoornissen

Iedereen heeft een verhaal: zo ook Laura Lust (21). Wanneer zij op 15-jarige leeftijd gediagnosticeerd wordt met hartritmestoornissen gaat zij van een actieve tiener naar rustige jonge vrouw. Zij vertelt over haar rollercoaster en de uitwerking daarvan op haar leven. Haar verhaal…

Als 15-jarige geniet Laura van haar tienerjaren. Op schooldagen fietst zij heen en terug naar haar middelbare school waar zij haar VWO volgt. En na schooltijd is zij vier keer per week in de sportschool te vinden. Maar langzaam maar zeker is de normaal gesproken drukke Laura steeds sneller moe: ‘Mijn moeheid bleef toenemen en resulteerde uiteindelijk in het gelijk in bed kruipen na school. Voor het avondeten kwam ik er even uit, maar vervolgens kroop ik direct weer onder de wol. Een verandering, want ik was een drukke tiener en altijd met van alles bezig.’

De diagnose

Laura’s familie en zij houden het op een drukke periode. Een doktersbezoek wuift Laura eveneens weg, want volgens haar is het nergens voor nodig. Maar nadat zij steeds zieker wordt en uiteindelijk wegraakt tijdens een les, omdat zij moe en futloos is, trekken haar ouders aan de bel: ‘Van de ene op de andere dag kon ik zelfs niet meer zelfstandig naar het toilet lopen, want het kostte mij te veel energie.’ Omdat het weekend is, bezoeken zij de plaatselijke huisartsenpost waarna de vermoeide tiener wordt opgenomen in het ziekenhuis. En na dagen van onderzoek volgt de diagnose: ‘Ik bleek AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie) te hebben, een hartritmestoornis welke ontstaat in en rond de AV-knoop. En door een extra bundel blijven prikkels rondcirkelen welke zorgen voor een snelle, maar regelmatige hartslag. Met medicatie en een afspraak bij een cardioloog ben ik naar huis gestuurd.’ Achteraf gezien heeft Laura al sinds de basisschool last van hartritmestoornissen, maar zij stond hierbij niet stil: ‘Vroeger kreeg ik enkel bij inspanning af en toe een hartritmestoornis, maar de laatste tijd ook vaker in rust. Ik herkende het -een episode- aan het opgejaagde gevoel, maar het ging vanzelf weer weg. Doordat het ‘normaal’ was, bemerkte ik niet dat het pathologisch was en onbewust voor meer klachten zorgde, hoe ouder ik werd.’

Vier ablaties volgen en tijdens de laatste ablatie ook twee hartstilstanden. Nadat de eerste twee ablaties plaatsvinden in een Belgisch ziekenhuis, wordt zij voor haar derde en vierde ablatie doorverwezen naar collega’s in Nederland. Hier nemen Nederlandse specialisten van het Sophia Kinderziekenhuis en het Erasmus MC in Rotterdam het over: ‘Mijn eerste ablatie vond plaats in Gent, onder plaatselijke verdoving vanwege de hogere slagingskans, maar mede door de duur hiervan en een afgaand alarm tijdens de ingreep, heb ik daaraan een PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) overgehouden. De onsuccesvolle ablatie en de bijwerkingen van de medicatie welke ik postoperatief moest slikken hebben daaraan eveneens bijgedragen. De daarop volgende ablaties zijn onder narcose uitgevoerd. Toen mijn derde ablatie gepland stond in Rotterdam, zag ik alsnog tegen de ingrepen op, maar de zorgverleners waren empathisch en ondanks dat ik nog ‘kind’ was, werd ik wel degelijk gehoord en werd alles uitgelegd totdat niet alleen mijn ouders, maar ook ik alles begreep. Hierdoor voelde ik me veilig en was ik gerustgesteld. De overgebleven spanning nam Emile Peters, de cardioloog die mij opving bij het inrijden van de operatiekamer, weg. Een opgewekte cardioloog met hart voor zijn patiënten. Toen ik de operatiesluis werd binnengereden, wachtte mij een warm welkom en een ‘lelijke’ operatiemuts waar natuurlijk een foto van gemaakt moest worden.’

Ondanks de gedeeltelijke, geslaagde ablaties en de medicijnen die Laura moet blijven slikken om mogelijke hartritmestoornissen in te dammen, blijft zij zich op het positieve focussen: ‘Enkele maanden geleden heb ik samen met mijn cardioloog gekeken naar de mogelijkheid om de dosis van mijn medicatie te verlagen. Ik slik nu nog maar één pil in plaats van twee en dat is voor mij sinds lange tijd een grote overwinning! Een ander goed voorbeeld? Mijn moeders telefoon staat vol met foto’s van de zieke Laura in het ziekenhuis waar ik nooit meer naar kijk. Maar de foto met mijn moeder, Emile en de operatiemutsen, is mijn ‘positieve’ foto. Onder andere deze foto heeft mij geleerd om in al het negatieve naar het positieve te blijven kijken, hoe klein dan ook. Langzaamaan kreeg ik minder en slechts sporadisch nachtmerries en paniekaanvallen en ging ik steeds positiever in het leven staan. En ondanks dat alles nu goed gaat met mij, heb ook ik weleens mindere periodes. Tegenwoordig kan ik daarmee beter omgaan en weet ik ook dat het overgaat. Zoals men weleens zegt: ‘De tijd heelt alle wonden, maar de littekens zullen blijven.’

Het besef

Met de diagnose maakte alle onzekerheid en onrust plaats voor opluchting. Maar de inmiddels vijfjarige reis van Laura is haar niet in de koude kleren gaan zitten, ook al ziet zij eveneens positieve veranderingen: ‘Gedurende de afgelopen jaren heb ik veel van school gemist, maar dankzij betrokken docenten en mijn mentor, heb ik mijn VWO alsnog in één keer afgerond. Ik heb geleerd om zelfstandig te werken, want alleen ik kon het gemiste inhalen. Waar ik ook moeite mee had, was het feit dat leeftijdsgenootjes in hun vrije tijd feestjes afgingen terwijl ik ‘ziek’ thuis zat en simpelweg niet mee kon. Maar gelukkig had (en heb!) ik een vast vriendengroepje die mij regelmatig thuis opzochten.’

Ondanks haar opgedane zelfstandigheid, blijkt de volgende stap om te gaan studeren groter dan verwacht: ‘Ik wilde studeren nadat alle rust was wedergekeerd, maar toen puntje bij paaltje kwam, bleken mijn twijfels groot. Ik vertrouwde mijn lichaam nog niet volledig en dacht bij ieder pijntje op mijn borst dat ik dood ging. Achteraf lachwekkend, maar toen een hel. Toch wilde ik vechten voor wat ik wilde worden: verloskundige. Mede omdat ik altijd wil proberen om mijn eigen boontjes te doppen, voor zover als mogelijk. Uiteindelijk heb ik met mijzelf afgesproken om het te proberen en als het niet ging, kon ik altijd stoppen en huiswaarts keren. Inmiddels ben ik een tevreden studente. Ik ben een doorzetter geworden en neem geen genoegen meer met ‘dat komt nog wel’, want na alles wat ik heb meegemaakt weet ik dat onze tijd niet onbeperkt is. Mijn mentaliteit is nu ‘doe hetgeen waar jij vrolijk van wordt in het leven en haal alles eruit wat erin zit’.

Afgezien van haar welwillendheid om er zelf iets van te maken, ziet ook Laura het belang in van de spreekwoordelijke hart onder de riem steken: ‘In de periode dat ik de diagnose kreeg en de operaties volgden, voelde ik mij erg alleen. Ik was een jonge meid en had last van iets waarmee vaker ‘ouderen’ kampen. Zelfs nu op controle word ik uitgebreid aangekeken in de wachtkamer vanwege mijn leeftijd. En juist vanwege de wederzijdse herkenning, is volgens mij lotgenotencontact belangrijk, want als ik toentertijd contact had met lotgenoten van mijn leeftijd, was dat een extra steun geweest.’

En doorgaan

De reis van tiener naar jongvolwassen, is bij Laura niet zonder slag of stoot gegaan en hoezeer het ook niet altijd even makkelijk was en is, geniet zij meer dan ooit van het leven en blijft genieten: ‘Waar ik vroeger een actief meisje was met een grote mond, ben ik nu rustiger qua karakter. Ik ben vroeg volwassen geworden en onder andere daardoor ervaar ik geluk in de kleinste dingen en juich het hardst om de kleinste overwinningen. En die kleine overwinningen zijn het meeste waard voor mij. Inmiddels heb ik mijzelf aangepast aan mijn situatie, maar blijf proberen alles uit mijn mogelijkheden te halen. Ik ben niet bij de pakken gaan neerzitten en heb ook het sporten weer opgepakt. Met in mijn achterhoofd de woorden van mijn cardioloog (zolang je maar naar je eigen lichaam luistert), ben ik op mijn eigen tempo gaan trainen en op mijn eigen tempo blijf ik doorgaan!’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Fokke Obbema’s hartstilstand

Een hartstilstand veranderde het leven van Volkskrantjournalist Fokke Obbema (57) voorgoed. Met ongelofelijke mazzel was hij er fysiek snel weer bovenop, maar de mentale revalidatie viel hem zwaar. Het werd de aanleiding voor een boek vol interviews over de zin van het leven.

Wat gebeurde er drie jaar terug precies?

In mijn slaap kreeg ik een hartstilstand. Ik ademde nog een laatste keer luidruchtig uit en had het geluk dat mijn vrouw dat opmerkte en direct adequaat handelde. Binnen vijf minuten stonden de hulptroepen in de slaapkamer. Ruim anderhalve dag later werd ik wakker op de intensive care. Ik had geen idee wat er gebeurd was. Een kransslagader was dichtgeslibd met plaque. Een paar weken later werden er drie stents geplaatst.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Hart-stikke(n) goed

In deze door de het coronavirus gedomineerde tijd slaat ons soms letterlijk de schrik om het hart. Het valt niet mee om te ontkomen aan de voortdurende berichtgeving over het coronavirus en de impact en/of gevolgen daarvan op de diverse contexten van ons leven. Iedereen weet dat angst een slechte raadgever is, maar het is niet altijd gemakkelijk om de angst, die zich als een hardnekkige gedachte  kan vastzetten in je hoofd, los te laten.  En herken je dat gevoel dat je dan soms ‘hard moet werken’ om gewoon door te kunnen leven met die gedachten? Ook ons hart moet in die situatie extra hard werken. Immers gedachten, en zeker angstgedachten, kosten veel energie.

Het hart is een van de belangrijkste vitale organen in ons lichaam. Het is de motor van ons lichaam. Daar willen we terecht zuinig op zijn. En we zijn extra alert indien we zelf, of mensen in onze omgeving, getroffen worden door hartziekten. We beschikken in Nederland gelukkig over een uitstekende gezondheidszorg, maar de kans op een litteken, zowel lichamelijk als geestelijk, is evident.

In mijn praktijk als energetisch therapeut zie ik ook regelmatig energetisch hartfalen. Littekens en wonden in en op het energetisch hart als gevolg van onverwerkte, traumatische ervaringen van misschien wel al vele jaren geleden. Ook als het fysieke hart nauwelijks of niets (meer) mankeert. De herinnering aan de ervaring met de daaraan gekoppelde emotie vraagt extra energie van een ‘gereviseerde motor’.

Hoe effectief zou het zijn voor onze energiehuishouding als we erin slagen om ook de open wonden op ons energetische hart te kunnen herstellen? En mogelijkheden daartoe zijn er. Als we bereid zijn om dat stukje verantwoordelijkheid over ons eigen leven op te pakken, ben ik ervan overtuigd dat we het ‘reparatiepatroon’ van ons hart steeds meer kunnen verschuiven, van reactief naar actief. Van reparatie achteraf, naar preventieve onderhoudsbeurten vooraf.

Het energetisch hart

In de (energetische) natuurgeneeskunde is het uitgangspunt dat lichaam en geest elkaar beïnvloeden, waarbij de oorzaak van de klachten veelal een psychosomatische oorsprong hebben. Bovendien is alles energie.

Alles heeft een energetische waarde, ook het lichaam en haar organen. Onze organen zijn belangrijke opslagplaatsen van onverwerkte trauma’s en emoties.

Stel iemand verliest een naaste en krijgt te maken met intens verdriet. Dat hoeft niet te betekenen dat het fysieke hart ziek wordt. Maar als deze emotie een bepaalde impact heeft, dan kan die persoon letterlijk ziek worden van verdriet. De energie van het hart is dan verstoord door de wond die dat verdriet in het energetisch deel van hart veroorzaakt heeft. Meestal speelt dit proces zich op onbewust niveau af.

Meer weten over Eric Dings? Ga naar www.hartpatienten.nl/eric-dings

Ik wens jullie allen nog een hartstikke mooi leven toe!!

Voor meer artikelen over o.a het hart klik hier

Hoop en vertrouwen

Volop nieuwsberichten, lees

Ze staan bol van angst en vrees

Paniek heerst binnen de muren van huizen

Maatregelen doen oren suizen

De tijd tikt langzaam door

Met in ons achterhoofd de vraag: waar doen we dit voor?

Onzekerheid is wat de samenleving momenteel drijft

Want niemand weet hoe lang dit blijft

De situatie heeft ons in z’n greep

Aan ons allen bevestigd, als een strak stuk tape

De controle op het leven zijn we even verloren

Als we de wereld om ons heen horen

Toch is het stof tot nadenken

Ons leven bestaat toch eigenlijk uit een hoop geschenken

Dingen die we vergeten leken te zijn

Blijken toch eigenlijk wel heel fijn

Velen lijken zich ineens even

Te kunnen verplaatsen in dat eenzame leven

Voor sommigen de waan van de dag

Voor een ander iets dat hij voor het eerst ervaren mag

De stilte op straat duurt een eeuwigheid

Maar is niets bij het feit

Dat verderop wéér iemand voor zijn leven strijdt

Onze gedachten bij de medemens

In binnenland, maar ook over de grens

Volop nieuwsberichten, lees

Ze staan bol van angst en vrees

Maar wie door de regels heen leest

Ziet hoop en vertrouwen nog het meest

 

Laura van Horik

Silhouette of human to form the word hope, 3D rendering

Leefstijladvies: zoek een hobby

Preventieve geneeskunde krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht: artsen en andere behandelaren focussen niet alleen op het behandelen van ziekten, maar ook op het voorkomen van ziekten en het verlagen van de kans op terugval bij een chronische kwetsbaarheid. Zij doen dit door leefstijladviezen te geven, zoals gezond eten en drinken, weinig alcohol gebruiken en voldoende bewegen. Ik zou daar graag nog een advies aan toe willen voegen: zoek een hobby.

Al heel lang is bekend dat zinvolle activiteiten zoals werk, vrijwilligerswerk of dagbesteding bijdragen aan een gezond leven. Het geeft structuur aan de dag, is een reden om je bed uit te komen, het maakt dat je je gewaardeerd voelt en het geeft sociale contacten. En met betaald werk kun je zelf in je dagelijks levensonderhoud voorzien, iets dat het gevoel van eigenwaarde verhoogt.

Plezier en voldoening

Een hobby biedt een aantal extra’s. Volgens Wikipedia is een hobby ‘een ontspannende activiteit die met enige regelmaat in vrije tijd uitgeoefend wordt’. Naast ontspanning en het verlagen van stress biedt een hobby nog een aantal andere voordelen: het geeft plezier en persoonlijke voldoening. Het daagt uit tot het leren van nieuwe dingen en vaardigheden en biedt vaak ook nieuwe sociale contacten. Het stelt de geest open voor andere dingen dan waar men de hele dag op het werk al mee bezig is.
Bij een intake met nieuwe patiënten op mijn spreekuur vraag ik niet alleen naar werk/dagbesteding maar ook altijd naar hun hobby’s. Dat geeft me een beeld van de persoon die in de kamer zit. Wat zijn iemands interesses, waar houdt iemand zich mee bezig, wat zijn de uitdagingen? En geven die hobby’s ook contacten met anderen? Waar haalt iemand het plezier in zijn leven uit, wat geeft energie en ontspanning?

Werk als hobby

Sommige mensen zeggen dat hun werk hun hobby is. Zo’n uitspraak betekent wellicht dat iemand veel plezier aan zijn werk beleeft, maar volgens de definitie kunnen werk en hobby niet hetzelfde zijn. Het is ook de moeite waard om meerdere gebieden van uitdaging en ontspanning te hebben.
Onderzoek laat zien dat er een duidelijke relatie is tussen creatieve vrijetijdsbestedingen en een meer positieve stemming. Mensen die meer dan twee uur per week besteden aan liefhebberijen hebben een betere psychische gezondheid dan mensen die daar minder tijd aan besteden. Een enkele keer kan een hobby schadelijke effecten hebben, bijvoorbeeld als er giftige stoffen of risicovol gedrag bij komen kijken. Maar de meeste hobby’s lijken ongevaarlijk te zijn. Duidelijk is dat ze in ieder geval een verbetering van de stemming, vermindering van stress en stresshormonen en een toename van sociale contacten geven, en dat zijn allemaal aspecten die voor de meesten van ons positief zijn.
Kortom: zoek een hobby, ook als uw werk uw hobby is.

Voor meer artikelen klik hier

Wieteke van Dort: ‘Ga mediteren’

Actrice, cabaretière, zangeres en schrijfster Wieteke van Dort  (76) is vooral bekend door haar rol in vele kindertelevisieprogramma’s in de jaren ‘60 en ‘70 en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show. Begin 2012 werd ze plots hartpatiënt, maar ze keerde snel terug naar het toneel: ‘Ik ben een gezegend mens.’

Begin 2012 kreeg je een hartaanval. Wat gebeurde er precies?

Het gebeurde na een reünie van ‘Oebelekinderen’. Oebele was een populair kinderprogramma rond 1970 en die kinderen zijn inmiddels boven de vijftig. Na een copieuze kaasfonduemaaltijd liep ik naar het station in Amsterdam en voelde me benauwd worden. Ik liep meteen een Turkse snackbar binnen. ‘Mag ik even zitten?’, vroeg ik. De snackbarhouder was zo zorgzaam. De ambulance kwam razendsnel en ik kreeg direct zuurstof en o, schrik, een katheter! Mijn bloeddruk was veel te hoog. Uiteindelijk kreeg ik in het OLV Gasthuis in Amsterdam drie bypasses en een hartklepreparatie. Mijn kamer was inmiddels vol bloemen en beterschapskaarten. Prachtig! Omdat ik nog af en toe benauwd was, onderging ik een longpunctie op de kamer. Een reus van een Antilliaanse dokter nam me als een baby op en ‘goot’ mijn long leeg. Wat een hoeveelheid roze gekleurd water!

Waren er achteraf gezien voortekenen geweest?

Eigenlijk waren er al voortekenen dat ik last van mijn hart had. Bij het lopen was ik snel buiten adem. Op het toneel had ik evenwel nergens last van. Mijn moeder was ook hartpatiënt en slikte van die kleine pilletjes. Omdat ze al tachtig was geweest, opereerden ze haar niet meer. Een lekkende hartklep was het, net als bij mij.

Hoe reageerden je naasten?

Mijn naasten waren erg ongerust, maar ikzelf heb nooit het gevoel gehad dat ik doodging. Ik had contact met gebedsgenezeres Jomanda, die ook reuze haar best deed om me er doorheen te slepen. Ook gelachen hoor. Aart Staartjes: ‘Wiet, je rookt niet, drinkt niet, eet vegetarisch, mediteert en nou dit!’ Ja, daar had ik geen antwoord op. Aan Joost Prinsen liet ik zien hoe mijn haar in de klit zat van het liggen. Joost: ‘Ik heb geen bloemen bij me, maar hier is twintig euro voor de ziekenhuiskapper.’

Hoe verliep het herstel?

Na mijn ontslag uit het ziekenhuis verbleef ik twee maanden in de Rudolf Steiner kliniek in Den Haag. Alle antroposofische therapieën in dat verpleeghuis spraken mij aan. Vooral het ‘nat in nat’ schilderen. Bovendien werd ik flink aangepakt door de fysiotherapeut. Sinds lange tijd heb ik al last van etalagebenen. Ik kan geen grote afstanden lopen, dan gaan mijn benen steken. Daarvoor heb ik looptherapie gedaan en ik zit nu nog op een vervolggymclub. Op het toneel merkte ik dat ik door een bepaald medicijn, Entresto, minder goed kon zingen. Dat neem ik nu pas in ná het optreden. Overigens neem ik alle reguliere medicijnen pas ’s avonds laat in, want plaspillen zijn reuze onhandig overdag.

Maak je nu nog gebruik van alternatieve geneeswijzen?

Naast de reguliere medicijnen slik ik inderdaad alternatieve dingen. Ik ga daarvoor naar natuurgeneeskundig therapeut Guido Sanen. Hij test elke keer wat ik nodig heb. Onze antroposofische huisarts Dr. P. Hutchison is het daar helemaal mee eens.

Zijn er dingen die je anders doet dan voorheen?

Ik ben wat makkelijker geworden met eten, niet meer vegetarisch. En ik drink nu ook een glaasje wijn na 22 jaar zonder alcohol. Tja, en als je minder makkelijk beweegt, word je wat dikker. Nou, dat is dan maar zo.

Je ging vrij snel weer aan het werk.

Klopt, en het is heerlijk om weer op te treden en te zingen. De thriller Enkele Reis waar ik nu in meespeel naast onder anderen Bram van der Vlugt en Trudy Labij is een feest om te doen. Er valt veel te lachen en we hebben echt succes. Na deze voorstelling treed ik als Tante Lien op in Ya, dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Ook komt er op 2 februari een boek met CD uit voor het kleuteronderwijs: Lawaaipapegaai. Dat heb ik geschreven met Evelyn en Molly,  twee vriendinnen van de kleuterkweek. De liedjes van het gelijknamige AVRO-programma, dat ik jarenlang samen met Burny Bos presenteerde, vormen de basis voor het boek. Verder hebben we er opzegversjes en verhalen bij gezocht en geschreven.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

Ik zeg vaak: ga mediteren. Het maakt je zo rustig. Alles is makkelijker te incasseren. Elke vorm van meditatie is goed, als je het maar iedere dag doet.

Als je hart opspeelt, drink dan eerst water, leg je handen op je hart en zeg de volgende affirmatie: ‘Mijn hart klopt rustig en regelmatig, krachtig en gelijkmatig.’

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier