Speurtocht naar oervorm van liefdeshart

Speurtocht naar oervorm van ‘liefdeshart’

 

ROERMOND – Anatomisch beschouwd klopt er helemaal niets van: het hart in het beeldmerk van Hartpatiënten Nederland, uw belangenorganisatie voor hartaangelegenheden, lijkt nergens op.

 

Nou ja, het ziet er leuk en speels uit, in frisse kleuren – hulde aan de ontwerpers! -, maar welbeschouwd is het natuurlijk geen weergave van de werkelijkheid.

 

Het hart uit ons vignet staat ver af van het kloppend hart dat ons allen in leven houdt – zij het soms met vallen en opstaan. Het toont volkomen anders, en toch zal iedereen onmiddellijk weten waarover het gaat.

 

Een illustrator vergeleek onlangs de echte vorm van het menselijk hart met een ‘pijporgeltje of een gedeukte doedelzak. Vooral vanwege die aorta met zijn vertakkingen en de longslagader. Wel vernuftig, dat menselijk hart, maar niet gemakkelijk om te tekenen.’

 

De vorm van ons logo-hart, en dat van vele andere gestileerde harten, hebben eerder met de liefde (of met liefdesverdriet…) te maken dan met de werking van het humane hart of met ziekten en andere ellende van onze centrale bloedpomp.

 

Waar dan komt die vereenvoudigde hartvorm vandaan? Dat hart met de twee boogjes van boven, gescheiden door een inkeping, en naar beneden uitlopend in een glooiende punt. In wezen vrouwelijk gevormd, en vooral door meisjes al op heel jonge leeftijd getekend? Een vorm die ook door de commercie al sinds mensenheugenis is omarmd en overal ter wereld wordt herkend. In de vorige editie van Hartbrug-Magazine stonden wij uitvoerig stil bij de historische achtergronden van Valentijnsdag, waarin het gestileerde hart symbool staat voor deze dag van de liefde.

 

Zoekend naar de oorsprong van het ‘symboolhart’ menen sommige harthistorici dat er een zekere overeenkomst schuilt in het Egyptische hiëroglief dat voor ‘hart’ staat. In het oude Egypte was het hart van de overledene zó
belangrijk dat het als enige orgaan ín het lichaam bleef wanneer de dode werd gebalsemd. Het hart werd als deel van de ziel beschouwd. Het werd dan ook veel ‘besproken’ in de hiërogliefen.

 

 

Overigens speelt het hart ook een belangrijke rol in mythologische vertellingen uit het oude Egypte. Op een wereldberoemde papyrus-rol, beter bekend als de Papyrus van Hunefer, die vandaag de dag nog altijd wordt bewaard in het British Museum in Londen, is zichtbaar hoe het hart van de schrijver Hunefer (ca. 1300 v.Chr.) wordt gewogen met als contragewicht ‘de veder der waarheid’. Was het hart lichter dan de veer, dan oordeelden de goden dat het lichaam in het hiernamaals mocht verder leven.

Er zijn meer veronderstellingen over de herkomst van de hartvorm, die wij elke dag in ontelbare uitvoeringen tegenkomen – op tv, in kranten en tijdschriften, als icoontje tijdens het chatten via internet, op allerhande producten in zeer uiteenlopende winkels, van mode- tot souvenirshops… Dát hartje lijkt sprekend op de zaden van een geneeskrachtige plant: de Silfium, een thans uitgestorven venkelsoort die groeide in Cyrene, een kuststreek in het huidige Libië. ‘Deze plant was belangrijk als exportproduct voor Cyrene’, meldt een botanisch-historicus. ‘En de plant zelf, evenals het zaadje werden afgebeeld op munten. Het zaadje lijkt op een romantisch hartje.’

 

De Silfium of Silphium werd gebruikt als groente en als kruid, maar had volgens de Griekse historicus-geograaf Strabo ook heilzame kenmerken. Bovendien meldt de Romeinse historicus Plinius de Oudere (23 n.Chr.) in zijn geschriften dat deze venkelsoort werd gebruikt bij ongewenste zwangerschappen. Zó zou, zeggen geschiedkundigen, de link met de liefde zijn ontstaan.

 

De oude Grieken wisten veel van de anatomie van het menselijk lichaam, omdat zij het inwendige van doden grondig  bestudeerden. De Griekse filosoof en natuuronderzoeker Aristoteles (384-322 v.Chr.) was ervan overtuigd dat zich tussen de twee hartkamers een derde kamer bevond, die hij prompt ook zijn eigen naam gaf. De Grieks-Romeinse arts Claudius Galenus (geboren 131 n.Chr., gestorven tussen 201 en 216 n.Chr.) weersprak dit echter later met zijn waarnemingen. Volgens Galenus, die een belangrijke rol zou spelen in de ontwikkeling van de westerse geneeskunst, waren er hooguit twee kamers. Evenwel bevatte de rechterkamer een extra holte, de zogenoemde ‘fovea’.

 

Speurend in de tijd naar de herkomst van de gestileerde hartvorm worden de sporen het duidelijkst in de veertiende eeuw. Vanaf 1320 wordt het hart steeds vaker afgebeeld, zoals wij het vandaag nog kennen: als symbool van de liefde (‘love’), als teken van verliefdheid en romantiek, als uiting van iets liefs, iets aandoenlijks…

 Lilian: ‘Ik hou te veel van het leven om op te geven’

Twee kleine ‘onderkruipsels’ zoals de Almeerse Lilian Gerrissen haar hondjes noemt, lopen vrolijk rond in de kamer. Af en toe laten zij hun kleine lichaam tegen je been aan rusten, net zoals de kat. Buiten sneeuwt het, maar binnen hangt een warme sfeer. Lilian kijkt op en lacht. Zij houdt intens van haar dieren, maar nog meer van het leven én daarom blijft de 54-jarige hartpatiënte na veel operaties en tegenslagen lachen. Het leven is haar dierbaar.

Lilian wordt geboren als hartpatiënt. Als ze acht maanden oud is, ontdekt haar toenmalige huisarts een aangeboren hartafwijking; het Atrium Septum Defect (ASD)1 . Op haar twaalfde volgt een openhartoperatie om het gat te sluiten, maar complicaties blijven niet uit: ‘Tijdens de operatie ben ik bijna overleden. Dat heb ik als kind heel bewust gevoeld en dat vergeet ik nooit. Diezelfde dag ben ik weer opengemaakt, want ik had een embolie. Na de operatie bleef er een klein lekje over, maar al met al is de operatie voor die tijd, goed geslaagd.’

De mentale klap

Sindsdien is het ziekenhuis een vertrouwd begrip in het leven van Lilian. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit; het hoort bij het dagelijks leven. Ondertussen gaat het leven door. De puberende Lilian rondt haar school af, krijgt een vriend en trouwt. Twee kinderen volgen en het hartpatiënt zijn laat de jonge moeder op zijn beloop. Het prille geluk is van korte duur, want als ze 33 is, komt de mentale klap: ‘Ik had jarenlang gevochten en net gedaan of het goed ging, maar ik was depressief. Als je ziek bent, besef je dat je niet onsterfelijk bent.’

Lilian gaat vrij snel daarna in therapie: ‘Tijdens de therapie heb ik ontdekt dat mijn depressie met een angststoornis de som is van alle onverwerkte ellende in het ziekenhuis. Een eyeopener, want toen pas kon ik het na al die jaren gaan verwerken. In de twee maanden dat ik als kind in het ziekenhuis lag, is er alleen naar mijn lichaam gekeken. De psychische zorg voor kinderen was destijds nul. Ik had besef van de situatie, maar het besef, dat ik besef hád, kwam pas later. Als kind absorbeer je het en onderga je het; that’s it.’

Door de therapie is Lilian een heel ander mens geworden; de mens die zij nu nog steeds is: ‘Vanaf de tijd dat ik in therapie was, heb ik de bewuste keuze gemaakt om dingen te doen die ik leuk vind. Ik heb een opleiding gevolgd en werk nu al een jaar of twintig, twee dagen in de week als preventieassistente bij een grote tandartspraktijk. Maar bovenal ben ik meer van mijzelf gaan houden. Mijn man heeft daaraan moeten wennen, want sindsdien ben ik ook veel assertiever. Dit heb ik allemaal geleerd door de ellende van vroeger en uiteindelijk ben ik er beter van geworden, maar als ik het over zou moeten doen, dan liever niet zo.’

Van voor af aan

Lilian blijft in de tussentijd onder controle. Als verjaardagscadeau voor haar vijftigste verjaardag neemt Lilian’s dochter haar mee naar Barcelona. Wat begon als een leuke trip, eindigt met een nare ervaring. Lilian krijgt weer hartklachten: ‘In Barcelona voelde ik voor het eerst dat er iets veranderde. Ik was kortademig, hield vocht vast en kon niet meer rennen. Eenmaal terug heb ik gelijk actie ondernomen.’

Na onderzoek blijkt dat Lilian sinusbradycardie2 heeft: ‘Dat was echt verschrikkelijk, maar mijn cardioloog destijds wilde er niets aan doen. Dat voelde niet goed en daarom ging ik – in goed overleg met mijn cardioloog – voor een second opinion naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Ik vond dat mijn hart meer medische en gespecialiseerde hartzorg verdiende. De cardioloog daar heeft in 2009 gezegd dat wij niet gaan wachten tot ik alleen nog maar op de bank zit, maar dat we actie gaan ondernemen, terwijl ik nog fit ben.’

Het wachten blijkt van erg korte duur. Niet lang daarna gaat Lilian met klachten naar de eerste hulp in Almere, haar klachten worden van tafel geveegd waarna zij zich naar Amsterdam haast. Daar is zij welkom en wordt direct opgenomen. Lilian heeft nog maar escaperitmes3 van 26 slagen per minuut en sinusarresten5 van vijf seconden: ‘Mijn hart stond gewoon stil.’ Na vijf dagen verlaat ze het ziekenhuis, maar nu met een pacemaker.

Maar ook hiermee zijn Lilian’s problemen niet opgelost. Vrij snel daarna krijgt zij last van boezemfibrilleren en allerlei ritmestoornissen. Bètablokkers helpen niet. Een lange ablatie5 in 2010 volgt, maar mag ook niet baten. Na alle ingrepen duurt dit herstel lang: ‘Ik voelde me net een halve invalide.’ Ondertussen gaan Lilian’s kleppen weer lekken: ‘Na zoveel gesodemieter en gehannes was ik er heel slecht aan toe in 2011. Ik kon niet meer functioneren.’ Volgens de cardioloog past haar geest niet meer bij haar lichaam.

De geschiedenis herhaalt zich

Een cardioloog – gespecialiseerd in aangeboren hartafwijkingen – uit het Universitair Medisch Centrum in Utrecht (UMC) komt naar het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC) om Lilian te opereren. Door de tricuspidalisklep6 loopt haar pacemakerdraad, waardoor die standaard lekt. Haar Mitralisklep7 wordt gerepareerd in plaats van vervangen. Maar daarbij blijft het niet: ‘Omdat ik toch al open lag hebben ze een MAZE-ablatie8 uitgevoerd en daarnaast mijn pacemakerdraden vastgezet, want die lagen los. Eenmaal na de operatie zat ik er echt doorheen.’

Twee weken later gaat het alweer mis. Klachten spelen op en Lilian vertrekt weer naar het AMC. Ze treft een arts-assistent die haar klachten niet serieus neemt en wegschuift met: ‘Dit hoort erbij.’ Tijdens de pacemakercontrole twee dagen later in haar eigen ziekenhuis blijkt dat Lilian zes liter vocht vasthoudt. Vastberaden als zij is, zet ze door en begint tijdens haar revalidatie te trainen voor een persoonlijk doel: het hardloopevenement City Run. De doorzetster krijgt veel steun en dat doet haar goed, maar de echte adrenalinekick krijgt zij bij de finish na het renne nvan zeven kilometer.

Over de klachten tijdens de training houdt Lilian haar mond, maar al snel daarna blijkt dat het rennen niet meer gaat. Door alle stress die het lichaam heeft ondergaan is haar schildklier getriggerd en dat brengt de nodige klachten met zich mee die met hartmedicatie worden behandeld. Lilian’s beide hartkleppen lekken weer en haar mitralisklep moet worden vervangen. Het wachten is nu hierop.

Patiënten gaan een operatie in met een bepaald verwachtingspatroon. Voor Lilian is daar weinig van terecht gekomen. Ook al is haar potje met moed een beetje op, ze gaat in de tussentijd niet bij de pakken neerzitten: ‘Het zit in mijn genen om ondanks alles te blijven lachen. Ik ben positief ingesteld en een knokker en ik beschik over een grote winnaarsmentaliteit. Ik hou veel van het leven en dat geeft mij een boost om door te gaan, hoe ziek ik ook ben.’

Lilians positiviteit zorgt er ook voor dat zij niet lang blijft hangen in negatieve gedachten: ‘Vanzelfsprekend is het een constant gevecht, maar ik blijf niet lang hangen in een dip. Piekeren doe ik alleen, mijn omgeving ontlast ik. Daarnaast heb ik altijd mijn beschermengel bij me, dat is mijn moeder. Niet iedereen die makken heeft kan er zo mee omgaan, maar dit is één van de manieren en voor mij werkt het. Als het even niet gaat, denk ik altijd aan mijn lijfspreuk: ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass. It’s about dancing in the rain.‘

1 Atrium Septum Defect: Het ASD is een hartafwijking waarbij er een gaatje in het tussenschot van de boezems in het hart zit. Vroeger werd het gaatje gedicht met openhartoperatie, tegenwoordig volstaat een hartkatherisatie waarbij een zogeheten parapluutje het gat wordt ingeschoven.

2 Sinusbradycardie: Bij een sinusbradycardie liggen het aantal slagen van de sinusknoop onder de zestig slagen per minuut. Hierdoor ontstaat een te laag hartritme en hiermee mogelijke hartritmestoornissen.

3 Escape-ritme: Het hart beschikt over een ‘vangnet’ voor te trage ritmes, dat kan voorkomen dat het hart volledig stil valt. Het zogeheten escape-ritme ontstaan vanuit de hartkamers en ligt lager dan het normale hartritme.

4 Sinusarrest: Een sinusarrest of sinuspauze wordt gedefinieerd als de afwezigheid van P toppen op het ECG die meer dan 20 seconden tot enkele minuten aanhoudt.

5 Ablatie: Ablatie is het wegbranden van cellen in de hartwand om een afwijking in het prikkelgeleidingsysteem te behandelen.

6 De tricuspidalisklep is een van de kleppen in het hart. Deze klep bevindt zich (in tegenstelling tot de mitralisklep aan de linkerkant) tussen de rechterboezem en de rechterkamer en voorkomt dat bloed uit de rechterkamer terugloopt naar de rechterboezem.

7 Mitralisklep: De mitralisklep is de hartklep tussen linkerboezem en linkerkamer. Ze is dus één van de twee atrio-ventriculaire kleppen.De klep sluit tijdens de systole om te voorkomen dat het bloed weer teruggepompt wordt, de longaders in.

8 MAZE-ablatie: Bij deze ablatie worden met behulp van een ablatiekatheter ‘lijntjes getrokken’ rondom de longaders, op de plaats waar deze uitmonden in de linker boezem. Om in de linker boezem te komen wordt vanuit de rechter harthelft een klein gaatje geprikt in het boezem-tussenschot.

Lilian met haar “2 kleine onderkruipsels”

Onze bloedpomp, blijvende inspiratiebron voor dichters en schrijvers

 

Het hart in onze taal

 

ROERMOND – Ons hart is oneindig veel meer dan de bloedpomp in ons lichaam die het leven gaande houdt, vaak tientallen jaren achtereen, elke seconde van de dag. Het is ook de graadmeter van ons gevoelsleven, het huis van onze emoties. Soms ligt daarbij ons hart op de tong.

 

In het hart schuilen onze eerlijkheid, ons verdriet, onze verbazing en euforie, maar ook verliefdheid, rouw, trots, oprechtheid, verlangen, lust, passie en nog honderden andere sentimenten. Alle kleuren en uitingsvormen van het pallet van onze emoties hebben er een plekje.

 

Het hart zit diep ín ons, ook cultureel en maatschappelijk. In onze taal – in gezegden en spreekwoorden. In ons volksgevoel – we laten ons vaak eerder leiden door ons hart dan door verstand. Het hart is bovendien een blijvende inspiratiebron voor dichters, schrijvers, cineasten, beeldend kunstenaars, componisten en andere podiumuitvoerders.

 

Neem nu de zegswijzen waarin het hart al eeuwenlang een rol speelt; ze zijn ontelbaar. Dikke boeken zijn – of worden – ermee gevuld. Vele ‘hartgezegden’ worden nog dagelijks gebruikt. Vast en zeker ook door u en u kent ze ongetwijfeld, evenals hun betekenis.

 

Wanneer iemand uit uw omgeving sterkte moet worden gewenst of wat hoop dient te worden gegeven, luidt de uitdrukking: ‘Iemand een hart onder de riem steken’. Als een persoon moeite heeft iets te vertellen wat hem of haar ‘zwaar op het hart ligt’, klinkt al snel uit iemands mond: ‘Joh, maak van je hart geen moordkuil’, ofwel: zég waar het op staat. Minder bekend, maar wel aardig is deze: ‘Zijn hart slaat als een kalverstaart’, om een verliefde man te typeren. En wel heel plastisch uitgedrukt voor iemand die allerlei wilde plannen heeft, maar ze niet ten uitvoer weet te brengen: ‘Zijn hart is wel goed maar de omloop deugt niet.’

 

Schrijvers en dichters laten het/hun hart ook zeer regelmatig kloppen in geschriften en uitspraken. Zoals de Vlaamse publicist Johan Anthierens een grote waarheid verkondigt met: ‘Hoe minder men in zijn hart voor een probleem voelt, hoe luidkeelser men aan het preken slaat.’ Eigenlijk zou de navolgende uitspraak van de eveneens Belgische schrijver-dichter Louis-Paul Boon (1912-1979) de afsluiting moeten vormen van deze verhandeling over het hart in onze taal – maar toch alvast: ‘Ik geloof dat de schoonheid van onze taal uit het volk komt: de taal van het volk welt op uit hart en geest en uit al wat leven is. Als de mensen zich aan een geijkte taal moeten houden, gaan hun spirituele vondsten en opmerkingen verloren.’

 

De Nederlandse schrijver-dichter Remco Campert dan. Fraai en diepzinnig is: ‘Alles is verleden. Het heden is  ons altijd een hartslag voor. De dood is ons heden, als we onze hartslag hebben ingehaald.’ En, wijzer geworden in de omgang met mensen, merkte Campert op: ‘Een heel enkele keer stort een verlegen mens weleens zijn hart uit. Je kunt dan beter maken dat je wegkomt.’ En nog één met een kenmerkende droog-humoristische ondertoon, maar dan van Simon Carmiggelt (je hoort het hem zeggen…): ‘De Bijbel zegt: Drink uw wijn van ganser harte. Alleen het tempo staat er niet bij.’

 

Prachtig, uit lang vervlogen tijden maar niet minder van deze tijd, is: ‘Wat is al des wereld lust, als het hart niet is gerust?’ Van een onzer beroemdste Nederlanders, geschiedkundige, dichter en toneelschrijver Pieter Corneliszoon -‘P.C.’- Hooft (1581-1647).

 

Acteur en filmregisseur Woody Allen betrekt ook het hart in wat hij zoal zegt in interviews: ‘Nee, het is niet mijn droom om voort te leven in de harten van mensen. Ik wil liever voortleven in mijn eigen flat.’ Een aardige van de Amerikaanse schrijver-humorist Mark Twain is deze: ‘Zorg eerst dat je de feiten kent, daarna kun je ze naar hartenlust verdraaien.’ En de wereldberoemde Amerikaanse komiek Bob Hope, die 100 jaar oud werd (1903-2003), zei eens: ’Als er geen naastenliefde in uw hart is, hebt u de ergste hartkwaal die er bestaat’.

 

Lekker cynisch is de uitspraak van de komedie-acteur Walter Matthau (1920-2000): ‘Na mijn hartaanval gaf de dokter me nog zes maanden te leven. Maar omdat ik zijn rekeningen niet kon betalen, gaf hij me nog eens zes maanden erbij.’

 

Tot zover deze bloemlezing van hartcitaten. Aanvankelijk geschreven met een hart dat in de keel klopte. Maar, een pak van ons hart dat het nu voltooid is. Hopelijk hebben we hiermee uw hart gestolen.

 

[ Zelfs P.C. Hooft en Simon Carmiggelt
beschreven ‘graadmeter van het gevoel’ ]

Jaap Laning geniet met volle teugen van het leven

 

Jaap Laning is de man er niet naar om bij de pakken neer te zitten of zijn hoofd te laten hangen bij tegenslag. Zijn positieve grondhouding zorgde ervoor dat hij na een hartoperatie niet hoefde te revalideren. Bovendien bleek de hartaanval een keerpunt in zijn leven.

 

Jaap Laning leest het Hartbrug-Magazine met veel belangstelling. Ook is hij een geregeld bezoeker van onze website www.hartpatienten.nl, hoewel hij niet aan de discussies meedoet. ‘Ik maak me wel eens zorgen over de reacties op de website’, zegt Laning. ‘Mensen zitten soms zo enorm in zak en as. Soms is daar wellicht alle reden toe, maar toch niet zo vaak. Dan denk ik: is de voorlichting door bijvoorbeeld huisartsen en patiëntenorganisaties wel voldoende? Er is zeker wel eens reden om een beetje bang te zijn. Maar als je nagaat hoe alles tijdens een hartoperatie verloopt, is er geen reden meer om bang te zijn. Geven huisartsen wel genoeg informatie hierover?’

 

Laning begon zijn jarenlange loopbaan als directeur van een klein ziekenfonds in het noorden des lands, in Appingedam. Na een fusie werd hij na verloop van tijd ‘tweede man’ bij het ziekenfonds ANOZ, rayon Groningen. Daaruit ontstond weer een fusie die leidde tot de RZG, een voorloper van het huidige Menzis. Hij heeft in de loop van de jaren diverse staf- en managementfuncties vervuld.

 

‘In 1995 kreeg ik door stress een hartaanval’, vertelt Laning, dat was in januari, maar werd pas in maart ontdekt. Ach, die pijn in mijn rug en schouderbladen, voor mij was werken belangrijker. Het hoorde zo. Toen de cardioloog bij de katheterisatie in juni 1995 een hartinfarct constateerde, bleek dat dotteren onmogelijk was. Ik had vier omleidingen nodig. En dus kwam ik in Groningen op een wachtlijst terecht van maar liefst negen maanden! En iedere keer als ik in die tijd de ambulance hoorde, had ik er de pest in. Daar gaat er weer eentje voor! Uiteindelijk kreeg ik meer urgentie en ben ik in oktober 1995 geopereerd en kreeg ik maar liefst zes omleidingen.’

 

‘De operatie was twee keer uitgesteld en dat was wel even beangstigend’, zei Laning. ‘Sinds de operatie heb ik me magnifiek gevoeld. Toen begon het nieuwe leven. We hebben ervan genoten, mijn vrouw en ik.’

 

‘Ik kon weer 100 procent werken. Maar al gauw ontdekte ik: er is meer dan alleen maar werken. Tot dan toe was werken een van de belangrijkste dingen van mijn leven. Het hartinfarct was een keerpunt, ik keek anders tegen het leven aan. Ik ging meer genieten!’

 

Daarvoor kreeg Laning in 1998 nog meer kans, want toen ging hij met de VUT. ‘Niet iedereen was daar blij mee. Maar ik zei: Ik heb lang genoeg gewerkt. Vanaf dat moment heb ik met volle teugen genoten van het leven en de vrijheid.’

 

In 2001 speelde het hart weer op. ‘Toen werd ik gedotterd. Er zijn daarbij twee stents geplaatst. Dat verliep goed. En dus ging ik vrolijk verder. In 2004 verhuisden we van Groningen naar Apeldoorn. Daar wonen we dichter bij onze kinderen in Apeldoorn en Den Haag.’

 

‘Twee jaar geleden ben ik weer in de molen terecht gekomen. Maar ik kreeg het advies me niet meer te laten opereren aan mijn hart. Het risico was te groot. Wat was er aan de hand? De zesde omleiding bleek defect. Ik sprak erover met de cardioloog en ook een andere cardioloog die de katheterisatie uitvoerde dacht er zo over.  Men vond dat de bijkomende risico’s onverantwoord waren. Weliswaar was de kans dat de operatie lukte groot, maar de kans op complicaties tijdens die operatie bedroeg 70 procent. Ik zou een herseninfarct kunnen krijgen. Dan kwam ik met een goed geopereerd hart in een verpleegtehuis terecht, als verzorgingsbehoeftige. Dat wilde ik niet.’

 

‘Door aangepast medicijngebruik kan ik nog goed verder. Wel merk ik dat ik niet alles meer kan. Maar dat hoeft ook niet. Er is immers nog veel wat ik wél kan en daar genieten we van!’

 

‘We zitten beslist niet in de put. Mijn vrouw heeft al jaren reuma, en dat gaat ook op en neer. Desondanks hebben we nog enkele grote reizen gemaakt. Nogmaals, we genieten, we fietsen veel in de omgeving, er is zo enorm veel dat mooi is!’

 

‘Mijn cardioloog vertelde me ooit: Meestal moeten mensen na een hartoperatie in de revalidatie. Dat heb ik niet gehad. Ik maakte me om de operatie niet druk. En precies die instelling heeft ervoor gezorgd dat ik geen revalidatie nodig had! Ik had niks tussen de oren zitten….’

 

‘Ja, ik zou wel kunnen gaan piekeren. Een hartoperatie is niet meer zinvol. Dat is wel spijtig. Maar als het risico op een herseninfarct zo groot is dat je invalide wordt, dan moet je ervan maken wat ervan te maken valt!’

 

Jaap Laning houdt zelf op internet een blog bij, www.jaapzegt.wordpress.com. Voor de mensen die niet weten wat dat is, een soort dagboek vol notities, maar dan via de computer en op internet, zodat anderen dat ook kunnen lezen. En het blog van Jaap Laning wordt door meer dan honderd mensen gevolgd. In een van zijn blogs prees hij het Hartbrug-Magazine aan als een goede bron van informatie voor hartpatiënten. Hij leest het blad met veel interesse. ‘Toen ik dat jubileumnummer las met de oude foto’s van de hartbruggen naar Houston in Amerika, toen dacht ik: ja, dat weet ik nog! Ik herinner me nog dat de vliegtuigen terugkwamen met mensen die in Amerika geopereerd waren. Ze kregen het toen ook al vergoed door de verzekering. Vóór mijn tijd lag dat anders, heb ik gehoord. Toen keerde de verzekering regelmatig niet uit. Eigenlijk is dat een schandalige zaak geweest! De specialisten toentertijd waren niet allemaal enthousiast over de operaties in Amerika en Engeland.’

 

‘Het Hartbrug-Magazine lees ik met veel plezier. Ik heb eens gevraagd of ik eruit mocht citeren voor op mijn blog. Dat werd goed gevonden. Dat doe ik dus ook en graag. Elke week stuur ik een mailtje rond naar meer dan honderd mensen met de aankondiging van mijn nieuwste blog. Daarnaast zit ik op twitter en op facebook. Dus je zou kunnen zeggen: internet is een soort hobby van mij!’

 

‘Ook op maatschappelijk en kerkelijk terrein ben ik actief geweest, ondanks de beperkingen. Daar ben ik nu grotendeels mee gestopt. Er is nu meer tijd voor de vele mooie dingen die het leven geeft.’

 

Jaap Laning

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door Dhr. Laning

Onderzoek: ‘Neerslachtigheid verhoogt druk op uw hart en bloedvaten’ Lach en wees positief!

 

ROERMOND – ‘Wees positief, geniet van de leuke dingen. Want die zijn er beslist! Lach als het even kan en houd de somberheid zo ver mogelijk van u af en het liefst geheel buiten de deur…’

 

Makkelijker gezegd dan gedaan, zullen veel van u zeggen. Begrijpelijk, zo’n reactie. Iedereen heeft immers zo zijn problemen en teleurstellingen. En daarbij, opgewektheid is nu eenmaal niet op afroep leverbaar.

 

Wij hadden, eerlijk gezegd, ook een beetje moeite met dit opmerkelijke, net iets té blijmoedige wetenschappelijke advies voor de nuchtere Nederlanders die wij zijn. Want, geloof het of niet: dít is precies wat internationale universitaire onderzoekers u en ons aanbevelen.

 

Vrolijk gestemde, optimistische mensen in een ontspannen omgeving hebben namelijk minder kans op hart- en vaatziekten, menen wetenschappers van de Harvard School of Public Health, dat is een universitaire gezondheidsopleiding in de VS. Zij hielden ruim tweehonderd studies tegen het licht, naar het verband tussen het psychologisch welzijn en hart- en vaatziekten.

 

‘Dont worry, be happy!’ , naar het gelijknamige liedje van zanger Bobby McFerrin, is daarom nu een wetenschappelijk officieel bewezen advies. Tob niet teveel, wees vrolijk!

 

De Amerikaanse en Britse onderzoekers stellen nu dat optimisme, tevredenheid met het leven en enige mate van vrolijkheid een gunstige uitwerking hebben op risicofactoren zoals hoge bloeddruk en een verhoogd cholesterol. Negatieve emoties verhogen de belasting van het hart, zeggen zij en zorgen voor een verhoogde bloeddruk en een oplopende hartfrequentie. Ofwel, neerslachtigheid en negativisme zetten aan tot een neerwaartse spiraal in het algeheel welbevinden. Dat dit effect met positieve emoties precies andersom werkt, was nog niet eerder zó duidelijk.

 

De betrokken onderzoekers voegen er, eerlijkheidshalve, wel onmiddellijk aan toe dat met een positieve levenshouding een hartinfarct of een beroerte natuurlijk niet (altijd) te vermijden zijn. Maar een zekere mate van blijmoedigheid en onbekommerdheid, zonder dat het ontaardt in achteloosheid, verlaagt wel de druk op een mens en zijn innerlijke systeem.

 

Maureen Talbot van de Britse Hartstichting meldt op diverse ‘gezondheidsblogs’ op het internet: ‘Hoewel deze studie niet keek naar de effecten van stress, bevestigt het wél wat we al wisten. Namelijk, dat het psychisch welzijn van wezenlijk belang is voor een gezonde leefstijl, net zoals actief blijven en gezond eten.’

 

Tijdens de studie werden ruim 1700 gezonde volwassenen gedurende een periode van tien jaar medisch frequent in de gaten gehouden. Deelnemers die van nature nogal negatief en somber waren, bleken 22 procent meer kans te hebben op een hartkwaal dan mensen met een licht positieve levenshouding. Die liepen op hun beurt weer 20 procent meer risico dan mannen en vrouwen met een matig positieve instelling.

 

De meest optimistische personen hadden maar liefst 50 procent minder kans op hart- en vaatziekten. Het verband stond los van leeftijd, sociaal-economische factoren, gewicht en het feit of iemand wel of niet rookt.

 

Volgens hoofdonderzoeker van de studie, doctor Karina W. Davidson van de medische faculteit van de Universiteit van Columbia, zijn er verschillende mogelijkheden om het gunstige effect van een positieve levenshouding op de gezondheid te verklaren: ‘Allereerst hebben optimistische mensen mogelijk langere perioden van geestelijke rust en ontspanning.  En, positief ingestelde mensen herstellen wellicht sneller van spanning en overbelasting en besteden minder tijd aan het herbeleven van stress-situaties, hetgeen psychologische schade kan aanbrengen.’

 

Volgens een woordvoerster van de Britse Heart Foundation zijn er wel eerder studies geweest die soortgelijke effecten en uitkomsten meldden. ‘Maar niet eerder waren de beschreven effecten zo sterk als in dit onderzoek.’

 

Een keerzijde van het optimisme, namelijk angst en zorgen, werd ook onderzocht in relatie tot de staat van het hart. Eind vorig jaar toonde de Tilburgse onderzoekster Anneke Roest namelijk aan dat angst de kans vergroot op het ontwikkelen van hartziekten door kransslagadervernauwingen.

 

De levensles die uit deze onderzoeken te trekken valt, luidt dus: ‘Don’t worry, be happy!’ Zoek de zon op in uw leven en blaas de donkere wolken weg.

 

Maar ja, nogmaals: dat is lang niet voor iedereen weggelegd. Het blijft dan ook een wat moeilijk op te volgen advies. Neem alleen al de economische toestand van ons land, die geeft bepaald geen aanleiding voor oeverloos optimisme. Dit zijn moeilijke tijden, vooral economisch gezien.

 

Toch, trek het u niet al te zeer aan, zeggen de wetenschappers. Pessimisme, getob, gesomber – stop ermee! Niet in het belang van uw gezondheid. Echt niet!

 

[ Zoek de zon op, geniet van leuke dingen, want die zijn er beslist…]

 

[ Levensles 1: Don’t worry, be happy! ]

 

[ Levensles 2: Stop met tobben en somberen! ]

Tussen gekleurde spotlights en witte muren

 

Draaiende draaideuren, een lange gang en een warme wachtkamer vormen het begin van een nieuwe wereld. Eenmaal aan de beurt wijst een vriendelijke man een zitplaats aan. In zijn handen een brief. Enkele grafieken, meerdere zinnen en ontelbare letters vormen een schouwspel van inkt op het papier. Hij spreekt. Druppels op de ruiten veranderen plots in hagel. De grauwe dinsdag doet zichzelf eer aan. Hij is cardioloog en ik –net negentien-, vanaf nu, officieel hartpatiënt.

 

Zijn uitgesproken woorden kenmerken sindsdien mijn jonge leven. Wat begon als een rustige rit met een naar schijn onschuldige knieoperatie in 2009, bleek het startsein van een heftige achtbaan. Jarenlange hartkloppingen, evenals vermoeidheid behoorde tot mijn dagelijkse leven. In mijn optiek hoort dat bij alle jongeren. Niets is minder waar. Een hartritmestoornis is hiervan de oorzaak.

 

Het Wolff-Parkinson-Whitesyndroom (WPW-syndroom) is een aangeboren hartafwijking en ontwikkelt zich in de pubertijd. Een ritmestoornis waarbij een versnelde hartslag er af en toe inschiet. Mijn hartslag was echter constant gemiddeld honderdvijftig slagen per minuut, waarbij tweehonderdvijftig slagen geen uitzondering waren. Zelfs dan voelde ik er niks van.

 

De cardioloog legde het uit: ‘Je loopt je hele leven een marathon. Hoe ouder je wordt, des te sneller je hart gaat kloppen en uiteindelijk ermee stopt.’ Uren heb ik in de dansschool en op podia doorgebracht zonder enig besef. Ik kende geen angst, maar wel een grote dosis nuchterheid wat ervoor zorgde dat ik zelden klaagde over symptomen.

 

Gekleurde spotlights maakte plaats voor witte ziekenhuismuren. Evenals oversized, blauwe pyjama’s in plaats van vrouwelijke, zwierige jurkjes. De cardioloog, maar ook de verplegers werden mijn beste vrienden. Het ziekenhuis voelde vertrouwd. Ik was net negentien. Met spoed onderging ik een onsuccesvolle, langdurige ablatie* van vijf uur. De verantwoordelijke extra verbinding bleek op een geniepige plek te zitten. Een urenlange tweede ablatie volgde, evenals een zware periode van allerlei onderzoeken.

 

Afgelopen februari was het tijd voor een derde ablatie. Succesvol wat betreft het WPW-syndroom, maar het geluk stond niet aan mijn zijde. Tijdens de ingreep kreeg ik een totale AV-blok* (derdegraads). Voor de cardiologen een grote shock en raadsel, omdat het niet met het syndroom in verbinding staat. Zij zeggen: ‘Misschien had het moeten gebeuren en dan is het goed dat je op dat moment bij ons op de operatietafel lag.’

 

Het AV-blok resulteerde in dagenlang ‘vertoeven’ op de hartbewaking en een noodzakelijke pacemaker. De pijn na alle ingrepen was heftig, maar de pacemakerimplantatie hakte er het meest in en vormde een keerpunt. Vanaf dat moment had ik de kracht om aan mijzelf toe te geven dat ik kwaad en verdrietig mag zijn. Het kwetst mij als anderen (goed bedoeld), mij daarvan af willen laten zien óf tegen beter weten in zeggen dat ik een ‘normaal’ leven terug krijg. Mijn hart is beschadigd en het is niet meer een kwestie van een ‘normaal’ leven oppakken, maar overleven in onzekerheid.

 

Pessimistisch? Nee, want ik geloof in het optimisme, maar ik ben realistisch en op de hoogte van mijn beperkingen. Het is een ander verhaal als men op leeftijd is. Jarenlang heb ik veel gemist van wat men ‘De mooiste jaren van je leven!’ noemt. Ondanks alles ben ik doorgegaan en afgestudeerd als journaliste, want ik sta in de bloei van mijn leven. Ik blijf lachen en doe er alles aan om het leven, mijn leven, zo goed mogelijk te leven. Als inmiddels 22-jarige ligt de wereld aan mijn voeten, maar voor mij is het leven bij voorbaat al getekend, want ik ben hartpatiënt.

 

 

*Ablatie is het wegbranden van cellen in de hartwand. Deze behandeling wordt uitgevoerd bij ernstige ritmestoornissen.

*Een AV-blok is een blokkade van de AtrioVentriculaire knoop, de plaats waar de elektrische prikkel overspringt van de boezems (atria) naar de kamers (ventrikels). Een AV-blok wordt ‘derdegraads’ (totaal hartblok) genoemd wanneer de geleiding volledig is geblokkeerd.

 

Wie is Mersiha?

Mersiha Ćuk is een 22-jarige journaliste die zichzelf tot de vergeten doelgroep hartpatiënten rekent, oftewel jongvolwassenen. Officieel valt zij onder de volwassen hartpatiënten, maar er is een groot verschil als hartpatiënt zijnde tussen oud-volwassenen, jongvolwassenen en minderjarigen. Zij irriteert zich aan de ontbrekende informatievoorziening voor de vergeten doelgroep en ziet dit liever vandaag dan morgen veranderd. Voor gebrabbel met lotgenoten én jongvolwassenen over hun ervaringen en toekomstverwachtingen zet zij zich ook graag in, want -met alle respect- verhalen van ‘oudjes’ over het oppakken van o.a. ellenlange fietstochten na een ingreep laten haar jonge hart niet sneller kloppen. Daarom: vermiste, vergeten doelgroepleden, laat wat van je horen! Ga naar hartgenoten op Hartpatienten.nl.

 

Mersiha

 

door: Mersiha Ćuk, fotografie Gerard Henninger

 

‘Yoga is niet zweverig’

 

Yoga helpt ontspannen, verlaagt de bloeddruk en verlicht hartklachten. Bovendien is het voor hartpatiënten een verantwoorde manier van bewegen. De ervaren yogadocenten Annemieke Post en Pascal Poell over de voordelen van yoga voor hartpatiënten.

Het regelmatig beoefenen van yoga is gunstig bij een hoge bloeddruk, zo concluderen Amerikaanse deskundigen na bestudering van twaalf studies naar de effecten van yoga. Uit ander Amerikaans onderzoek blijkt dat hartpatiënten die een yogaprogramma volgden minder klachten hadden dan de controlegroep, die alleen medicijnen kreeg.

 

De ervaren yogadocenten Annemieke Post (71) en Pascal Poell (45) kijken er niet van op. Met respectievelijk ruim veertig en dertig jaar ervaring, weten ze als geen ander wat yoga kan betekenen voor lichaam en geest. Beiden beoefenen de uit India afkomstige Iyengar-yoga. Hierbij ligt de nadruk op het ontwikkelen van kracht, uithoudingsvermogen en een correcte lichaamshouding. Pascal: ‘Het zorgt voor meer lenigheid en een diepere ontspanning. Maar ook tot een groter zelfvertrouwen. Dat is bijvoorbeeld prettig als je na een hartinfarct kampt met angstklachten. Je gaat minder ‘in je hoofd’ zitten en dat leidt je aandacht af van de angsten.’

 

Daarnaast biedt yoga een manier van bewegen die mensen met hartklachten prima aankunnen. ‘Bij sporten als joggen of tennis kunnen patiënten last krijgen van bijvoorbeeld kortademigheid of pijn op de borst. Yoga-oefeningen voer je heel gedoseerd en beheerst uit, waardoor je die klachten beperkt.’

 

Wel is het, zeker voor hartpatiënten, belangrijk dat zij zich laten begeleiden door een ervaren docent, die van yoga echt z’n vak heeft gemaakt, benadrukt Annemieke. ‘Bij een gedegen yoga-opleiding ligt een zwaar accent op kennis van anatomie en fysiologie. Een beginnende docent heeft vaak onvoldoende ervaring om daar goed inzicht in te hebben. ’

 

Zo zijn bepaalde yoga-oefeningen niet geschikt voor hartpatiënten, vooral als ze net beginnen met yoga. ‘Ik adviseer om oefeningen waarbij het lichaam ondersteboven staat over te slaan’, zegt Pascal. ‘Net als oefeningen waarbij je de armen ver boven het hoofd strekt. Na verloop van tijd kun je die vaak wel in liggende houding doen.’

 

Zowel Annemieke als Pascal bieden speciale medische lessen aan, voor mensen met lichamelijke klachten. Annemieke: ‘Een verschil met gewone lessen is dat je bijvoorbeeld wat meer liggende oefeningen doet, of meer gebruik maakt van ondersteuning van hulpmiddelen of de muur. Ook is er uitgebreidere  aandacht voor de individuele leerling. Is iemand bijvoorbeeld net geopereerd, dan geef je als docent aangepaste oefeningen.’

Zweverig is yoga allerminst, daar zijn beiden het met klem over eens. ‘Yoga is juist anti-zweverig, het zorgt er voor dat je beter kunt aarden.’

 

 

Ook yoga proberen?

Kijk voor een ‘voorproefje’ op Hartpatienten.nl. Bij de meeste yogascholen kunt u vrijblijvend een proefles volgen. Een gekwalificeerde yogaleraar vindt u onder meer op www.iyengaryoga.nl.

door: Heidi Klijsen

Pfff, wèg met de stress… Nu DE LENTE lonkt!

 

ROERMOND – Eurocrisis, noodfonds, reddingspakket, recessie, omvallende banken, toenemende werkloosheid…

Begrippen als deze staan inmiddels bij velen model voor een soort maatschappelijke moedeloosheid. Het is zoiets als krampachtig op je tenen achteruit lopen. Een situatie, die we in onze hoogconjunctuur van de afgelopen decennia niet echt gewend meer waren.

 

Het week in week uit, soms dagelijks, via de nieuwskanalen worden geconfronteerd met sombere berichten van de euromarkt, blijkt veel stress te veroorzaken bij mensen. Dat signaleren psychologen inmiddels in hun dagelijkse praktijk.

 

Heb ik straks nog wel werk? Of word ik vervroegd de laan uitgestuurd? Hoe is
mijn financiële situatie? Wat blijft er over van mijn pensioen…? Hoe en waarop moet ik besparen? Kan ik in mijn koophuis blijven wonen? Of, hoe betaal ik de huur?

 

Wèg is de relatieve ontspanning. Verdreven door de spanning. Negatieve stress dus. Vooral als die lang aanhoudt blijkt het een opmaat naar allerlei gezondheidsellende, zoals bijvoorbeeld overspannenheid, burn-out, bloeddrukproblemen en hartklachten.

Maar gelukkig – even een rustmomentje in dit verhaal – er is een niet te beïnvloeden lichtpuntje: de Lente komt eraan! Het Voorjaar lonkt.

Beter weer, een vrolijker zicht op de omgeving, meer mogelijkheden om naar buiten te gaan. Krokussen en narcissen in de verschraalde bloemperken, ontluikende bloesem aan de bomen, de eerste jonge dieren dartelen in de wei. Het klinkt wel erg clichématig, maar velen zien inmiddels verlangend uit naar dergelijke, bijna banale zekerheden. Wij hebben zo’n periode met enig perspectief nodig. Het begin van ontkiemend leven revitaliseert ons en versterkt ons immuunsysteem.

 

Het is welhaast hunkeren naar enig optimisme. ‘Met korte perioden van stress kunnen we nog wel omgaan, maar langdurige stress, zoals aanhoudende economische malheur, kan ernstige gezondheidsproblemen met zich meebrengen, bevestigt de vooraanstaande Britse gezondheidspsycholoog professor Gary Cooper.

 

Ongezonde stress wordt de laatste jaren steeds vaker waargenomen bij werknemers. ‘Logisch!’, vindt Cooper. ‘Aangezien we in een economische recessie zitten, hebben werknemers minder werkzekerheid’, stelt hij. ‘Stress is voor de 21ste eeuw het equivalent van de Zwarte Dood’, zoals de pestplaag die zo’n 700 jaar geleden door Europa raasde en miljoenen trof, werd genoemd.

 

De afgelopen jaren blijkt in Groot-Brittannië het gebruik van antidepressiva met maar liefst 28 procent toegenomen, meldt de Nederlandse GGZ op zijn site ggznieuws.nl . Volgens de Britse depressievereniging is de toename te wijten aan de economische problemen van de voorbije tijd.

 

Voor daar en hier geldt: dat aangekondigde lentezonnetje hebben velen dan ook nodig. De dip van de wintermaanden lijkt te verdwijnen, zodra de eerste zonnestralen door het wolkendek breken. De werkelijke problemen zijn natuurlijk niet weg. Toch maakt het voorjaarszonnetje een mens zichtbaar positiever, het is goed voor het geheugen, stimuleert de creativiteit en ontlast de druk op het hart, blijkt uit Amerikaans onderzoek.

 

Een Nederlands onderzoek toont aan dat 64 procent van de mensen zich zorgelozer voelt wanneer het weer na de winter verbetert. Er valt ons bijna letterlijk een last van het hart. Bijna zeven van de tien Nederlanders genieten van de eerste zonnestralen het liefst in eigen tuin of op een terras. De lente begint volgens 63 procent pas echt wanneer de dagen lengen.

 

De Amerikaanse psycholoog professor Matthew Keller van de Universiteit van Colorado stelt dat een mens het beste dagelijks ten minste een half uur buiten kan doorbrengen om zijn humeur na de winterstop weer op te kalefateren. De wetenschapper zegt dat het humeur negatief wordt beïnvloed wanneer iemand te veel uren binnenshuis doorbrengt terwijl het buiten mooi weer is.

 

Perspectief wordt dus gevonden in het naar buiten gaan, de stad in, de natuur in. Wandelend – heel goed voor de algehele conditie – of fietsend.

 

Fietsen blijkt volgens onderzoekers gezonder dan gedacht. Het werkt ter voorkoming van ziekten als diabetes en hart- en vaataandoeningen, en het remt de ontwikkeling van reeds begonnen ziekteprocessen. Nu het voorjaar gloort is er dus alle reden om te gaan fietsen. Aldus dokter Annabelle Slingerland van het Leids Universitair Medisch Centrum in het AD.

 

Regelmatig fietsen verbetert de samenstelling van het bloed en de stroming ervan, stelt Annabelle, naar eigen zeggen een fietsfanaat. ‘Het  is ook goed voor de flexibiliteit van de bloedvaten en de toestand van de vaatwanden. Door beweging worden afvalstoffen beter afgevoerd en neemt de kans op dichtslibbende vaten af. Een half uur fietsen per dag is voldoende, maar als de vaatwanden al zijn aangetast, is het beter elke dag een uur te fietsen.’

 

[ Voorjaarszonnetje ontlast de druk op het hart ]

 

Hartgenoot Bianca: Wennen aan hartpatiënt zijn

 

Ze was 37 jaar toen ze – naar maanden later bleek – een hartinfarct kreeg. Nog steeds moet Bianca er aan wennen om hartpatiënt te ‘zijn’. ‘Er zou veel meer gedaan moeten worden aan de begeleiding van hartpatiënten’, vindt ze. ‘Om terugval in oude levenspatronen te voorkomen. Hartgenoten.nl heeft me laten zien hoe belangrijk langdurige begeleiding en revalidatie zijn voor inzicht in je levenspatroon rond hartfalen.’

 

Het begon op een maandagochtend in september van 2010, toen Bianca de huisarts belde. ‘Het hele weekend ervoor voelde ik me regelmatig heel raar en duizelig worden, voor ik het werkelijk doorhad’ vertelt Bianca Wilting. ‘Ik was niet bang en dacht al helemaal niet aan een infarct, pas zaterdagnacht toen ik er wakker van schrok en het nu ook pijn deed. Wéér die zware arm, pijn in mijn polsen alsof iemand de aderen dichtkneep, die druk midden op mijn borst en mijn hart bonsde in mijn keel. En toen was het weer voor even weg.’

 

‘Zondag ben ik gewoon mijn gang gegaan ik ben zelfs nog naar een feestje geweest. Uiteindelijk heb ik mijn moeder toch maar verteld dat ik me soms echt niet goed voelde. Zij drukte me op het hart, dat ik de dokter moest bellen.’

 

‘Zo gezegd, zo gedaan. Maar de assistente die maandag de telefoon opnam, zei enkele in mijn ogen vreemde dingen. Ik hoefde niet zelf te komen, de dokter kwam naar mij. Binnen een kwartier belde de huisarts bij me aan, onderzocht me en vertelde me dat dit de syptomen van een hartinfarct waren. Lachend heb ik alles beleefd, een ambulance? Voor mij? Mijn hart? Maar na de onderzoeken en een scan in het Canisiusziekenhuis in Nijmegen bleek dat ik een ernstige vernauwing in de kransslagader had. De dag erop werd ik gedotterd en kreeg ik een stent. Zeven dagen ziekenhuisopname!’

 

‘Dat vat je gewoon niet, opeens lig je op de hartbewaking, drie, vier dagen lang’, toont Bianca zich nog steeds verbaasd. ‘Ik wist wel dat er iets niet goed zat. Maar toch viel het kwartje niet.’

 

‘Op de hartbewaking stond ik met al mijn snoeren naast mijn bed, ik hielp andere patiënten op de gewone afdeling. Eenmaal thuis dacht ik alles weer op te kunnen pakken, huishouden, hond Nikey uitlaten, mijn ding doen. Ik had ‘iets’ gehad en na alle aandacht moest het wel weer goed zijn. Dat viel me zwaar op mijn dak.’

 

Na enkele weken ging de revalidatie van start. Dat behelsde tweemaal per week sport en spel op de cardiologie-fysio. ‘Daar ging ik met plezier heen’, herinnert Bianca zich. ‘Ik was de jongste en de enige vrouw. Op één ander na was iedereen boven de 50. Wat hebben we daar een lol gehad! Het leek wel of ons kwajongensgedrag weer boven kwam. Ik kwam daar helemaal los, het klikte daar echt tussen mij en de anderen, het contact was prima en ik kwam er vol goede moed vandaan.’

 

‘Na wat weken volgde een gesprek over mijn conditie en die was flink verbeterd. Dat gesprek liep af met een domper: mijn begeleidsters vonden het niet nodig mij door te sturen naar een vervolggroep. That’s it!’

 

‘Dat is nou waar ik moeite mee heb. Voor je hart gá je, maar de stap naar een sportschool of club is mij te groot. Ik had ook thuis-werk-schema’s mee kunnen krijgen en controles in conditieverbetering. Of het inzicht in het belang van contact met lotgenoten. Dat heb ik allemaal zelf uitgezocht. Goddank ben ik zodoende op Hartgenoten.nl terecht gekomen. Vergeleken met wat ik daar allemaal lees, is mijn stentje niets. Hartpatiënten in het algemeen hebben zeker een intensievere begeleiding nodig dan een paar maanden, is mijn conclusie.’

 

‘Na maanden kwam ik voor het eerst bij de cardioloog op bezoek. Die vertelde mij even tussen neus en lippen door dat ik een infarct had gehad – iets wat de cardioloog mij nog niet eerder verteld had. Ook wist hij mij te vertellen, dat vrouwen met hartfalen meestal met vage klachten aankomen. Dubbel beduusd ging ik er vandaan. Nu heb ik een andere cardioloog, die mij serieus neemt en de tijd neemt voor zijn patiënten. Komende echo zal uitwijzen of mijn hart is beschadigd. Had ik mezelf serieuzer genomen als ik had geweten dat ik een infarct had gehad?’

 

‘Mijn levenservaring vertelt mij, dat bij elke diagnose tijd nodig is, van herkennen tot erkennen, accepteren, leren en begrijpen. En wel zo lang tot je een manier vindt om er in liefde voor jezelf mee te leven. Begeleiding is nou juist hartstikke belangrijk hierbij. Maar gelukkig voor mij ontmoette ik mijn David, drie maanden na mijn infarct. Sindsdien delen en leven wij samen. Dit nieuwe leven is mijn revalidatie!’

fotografie: Anthoney Fairley

De keerzijde van  KERSTMIS

 

ROERMOND – Dít zijn de dagen om extra op uw gezondheid te passen. Kerstmis, Oud en Nieuw… ze naderen in onze beleving weer veel sneller dan de meesten van ons kunnen bijhouden. Dat betekent dus: hals over kop plannen, haasten, stressen om álles op tijd klaar te krijgen voor de feestelijkheden in uw familie- of vriendenkring.

 

Feestdagen, het blijft keer op keer een heel georganiseer!

En toch zijn dit de dagen waarnaar velen soms al maanden reikhalzend uitzien. Vanwege het vooruitzicht van sfeer en gezelligheid, het samen zijn met geliefden en vrienden, de rijkelijk gevulde tafel, en sluimerende sentimenten bij wijn en kaarslicht die je doen mijmeren.

 

Anderen vrezen juist het Kerstfeest, vanwege de herinnering aan dierbaren en het verdriet door het verlies van geliefden. Maar de alom gevoelde keerzijde van Kerstmis heet: de voorbereiding. Volgens wetenschappers van de Universiteit van Oost Londen brengen personen hun gezondheid in gevaar door ‘onder tijdsdruk in overvolle binnensteden mensenmassa’s te trotseren teneinde hun kerstinkopen te doen.’

 

Het in een lange rij staan voor de kassa, de ene na de andere winkel of warenhuis afstruinen op zoek naar juist dat ene cadeau van het wensenlijstje, het nog net voor sluitingstijd binnen rennen van de giftshop… Bij veel mensen lopen bloeddruk en hartslag op dat soort momenten meer op dan wenselijk is.

 

De onderzoekers, onder aanvoering van psycholoog dr. John Turner, lieten enige tientallen vrouwen en mannen gedurende vijf kwartier (kerst)boodschappen doen op het hoogtepunt van de dag in de drukste winkelcentra in het oostelijk deel van de Britse hoofdstad. Wat aanvankelijk een ontspannen activiteit leek, ontaardde in een tot hartkloppingen leidende heksenketel.

 

Turner: ‘Wat onze studie aantoont is, dat een ogenschijnlijk onschuldige activiteit als inkopen doen voor Kerstmis een zo schadelijk effect kan hebben op iemands fysiologisch en psychologisch welzijn. Zeker voor mensen bij wie al sprake is van hoge bloeddruk of die meer dan gemiddeld gevoelig zijn voor stress, kan het doen van kerstinkopen een riskante of zelfs gevaarlijke bezigheid zijn.’

 

Mannen bleken in het Britse onderzoek dubbel zo gestresst te zijn als voor zij met winkelen begonnen. Vrouwen kregen tijdens het shoppen de overbelasting driedubbel om de oren. De onderzoekers signaleerden bij beide groepen een sterk oplopende bloeddruk (in ruim de helft van de gevallen) en een hartslag die met gemiddeld tien procent toenam. Bij enkelen liep de spanning zó hoog op dat er voor hen een reëel gevaar bestond voor het ontstaan van hartklachten, een beroerte dan wel nierproblemen. Tevens waren er bij sommige deelnemers symptomen van hyperventilatie, al na een half uurtje winkelen. Als ook: opkomende hoofdpijn en migraine bij maar liefst 47 procent van de deelnemers.

 

Advies: ontloop drukke winkelstraten en vooral koopavonden die vlak vóór de feestdagen staan gepland.

 

Rob Barnes, hoogste baas van de supermarkt Shopping en medefinancier van de studie, zei: ‘Zeven van de tien mensen in de grote(re) steden ervaren het doen van inkopen voor de feestdagen als druk tot zeer stressvol. De meesten vinden desondanks dat het gedaan moet worden. Wat je wèl ziet is dat mensen die niet goed tegen die druk bestand zijn de stress mijden door  te shoppen via internet. Dat is niet alleen rustgevender, maar er zijn daar ook steeds meer winkelsites met kerstcadeaus te vinden. Het internet kan ook in dit opzicht een oplossing bieden, alhoewel het minder gezellig is.’

 

Al eerder werden peilingen gedaan naar wat feestdagen betekenen voor onze stressniveaus. Onder meer door de website vrouwonline.nl. Daaruit blijkt dat gezondheidsklachten als hoofdpijn, slapeloosheid, maag- en buikpijn vaker voorkomen rondom de feestdagen. Andere klachten die werden genoemd zijn: vermoeidheid, ‘allergie’ voor opgeklopte verplichte gezelligheid, aankomen in gewicht, zenuwen, futloosheid, hoge bloeddruk, katers, hyperventilatie, wisselende stemmingen en een lege portemonnee.

‘Gelukkig heeft het gros van de invulsters (67 procent) nergens last van’, verzucht vrouwonline.nl.

 

Wat te doen tegen die feestdagenstress? ‘Genoeg rust pakken’ is dé remedie tegen kerstgejakker voor bijna de helft van de ondervraagden. Ruim een vijfde wacht rustig af tot de klachten vanzelf overgaan. En een kleine minderheid van 7 procent let op wat zij eet of neemt een toevlucht tot medicijnen.

 

Of toch… een ‘zen’momentje inlassen, in bad met een goed boek en even de emoties de vrije loop laten.

Veilige feestdagen toegewenst!