Ziekte is ook een rouwproces

Bijna niemand staat erbij stil, maar ziekte is ook een rouwproces. Ziekte heeft immers met verlies te maken. Dat kan zijn verlies van status, zelfvertrouwen, zekerheid en zelfrespect. Je voelt je kwetsbaar, en ook dat is verlies. Toch kan er positief naar gekeken worden, benadrukt hartchirurg Ehsan Natour van het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC+), schrijver van het boek Als het leven stilstaat. “Als we beseffen dat ziekte een rouwproces is, kunnen we er sterker uitkomen.”

Ook behandelaars moeten leren inzien dat de zieke patiënt een rouwproces doormaakt, vindt Ehsan. “Dat gebeurt helaas vaak niet”, voegt hij daaraan toe. “Toch zou je tijdens gesprekken met je patiënt het over dat rouwproces en dat verlies moeten hebben. Dat vraagt wellicht om begeleiding door gespecialiseerde en deskundige mensen, rouwspecialisten als het ware. Hun hulp en steun zou moeten worden betrokken bij een beleidsplan ter herstel van de zieke.”

Blijvend

Met name hartproblemen zijn blijvend. Het is geen griepje dat vanzelf wel weer overgaat. Een hartziekte is blijvend aanwezig in iemands leven. Dat vraagt om een nieuwe identiteit, en een nieuwe kwaliteit van leven. Daar moet je mee om kunnen gaan. En juist bij dat laatste kun je vaak best wel een steuntje in de rug gebruiken.

Zeker in het ziekenhuis nemen veel patiënten afscheid van het leven dat ze tot dan toe leidden. Ze staan opeens voor de opgave een nieuw leven te beginnen, op te bouwen. Ehsan had hierover een gesprek met cardioloog Thijs Plokker van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda, bestuurslid van de Vereniging leven met dood.

Praten

“Patiënten hebben vaak de associatie: je hebt maar één hart, als daar iets mee aan de hand is, dan is het levensbedreigend”, vertelt Thijs Plokker op: www.rouwinformatie.nl. Plokker wijst erop, dat een hartziekte iets met iemand doet, los van het medische aspect ervan. Je moet erover (kunnen) praten. Dat is niet alleen goed voor jezelf, maar ook voor je omgeving, aldus Plokker. Want ook die omgeving ervaart rouw en verlies.

De hartchirurg is de laatste in de keten die een patiënt voor een operatie ontmoet, legt Ehsan Natour uit. “Vóór mensen mij ontmoeten staan ze vaak wekenlang op een wachtlijst om geopereerd te worden. Dan voelen mensen zich fragiel en onzeker. Het gaat om een van de zwaarste en moeilijkste reizen in je leven, en dan ga je rouwen. Om je gezondheid, maar ook om het leven dat je niet meer terugkrijgt zoals het was. Dit is een “life changing event”. Daarom vind ik het belangrijk dat de patiënt en zijn naasten goed begeleid worden, niet alleen vóór de operatie, maar ook daarna!”

Aandacht

“Als zorgprofessional zijn we ons vaak niet bewust van de enorme overgang waarmee een patiënt geconfronteerd wordt”, gaat Ehsan verder. “We zouden meer aandacht moeten hebben voor de rouw waarmee deze mensen te maken hebben. Dat vooral leren zíen, en erover praten.”

Plokker benadrukt hoe belangrijk het is om dit onderwerp niet uit de weg te gaan. Goed luisteren, niet alleen als dokter, maar ook vanuit jezelf als mens. Hij vindt dat specialisten zich niet moeten verbergen achter hun professionaliteit om onderwerpen als rouw en verlies uit de weg te gaan. Hoor wat iemand zegt, kortom.

Rouwproces

“Je bent niet weer gezond nadat je geopereerd bent”, aldus Ehsan. “Zeker hartproblemen zijn vaak blijvend. Als ik een man moet opereren, vraag ik altijd eerst aan zijn vrouw hoe het met haar gaat. Het is immers niet alleen voor de patiënt een emotionele tijd. Je moet de gezinsleden meenemen in het rouwproces, doe je dat niet, dan kan dat tot problemen leiden. Zo opereerde ik ooit een jonge patiënt die nog maar een hartfunctie had van 25 procent. Ook zijn gezinsleven was daarop aangepast. Na de operatie verbeterde zijn hartfunctie, en kon hij veel meer dan voorheen. Helaas leidde dat tot een echtscheiding. Hij vergat zijn gezin mee te nemen in het proces. Dat is ook een kant van het rouwproces. Alleen als iedereen daarin wordt meegenomen kan er een verandering ten goede ontstaan. Je moet het echt samen doen!”

Een zieke komt niet alleen voor een diagnose, aldus Thijs Plokker. Die diagnose heeft een context, namelijk: de mens achter de patiënt zelf. Het is niet genoeg om naar iemands hart te luisteren, laat hem of haar ook zijn hart luchten. “Zeker als je slecht nieuws moet brengen aan de familie, is het heel belangrijk dat je vooraf een goede relatie met deze mensen hebt opgebouwd”, benadrukt Ehsan. “Een operatie gaat immers niet altijd goed, kan ook slecht aflopen. Iemand kan komen te overlijden. Het is niet genoeg om alleen de technische procedure uit te leggen. Er is vooral tijd nodig om in gesprek te komen met de ander, ook met de familie van de patiënt.”

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Ehsan Natour

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De ritmestoornis die het hart van de cardioloog sneller liet kloppen

Op 14-jarige leeftijd werd Casper Eurlings voor het eerst getroffen door een hartritmestoornis. Hij had er sindsdien best veel last van. Het duurde tot zijn 24ste voor hij via een ablatie verlost werd van de voortdurend terugkerende, hinderlijke ritmestoornissen. De hartkloppingen uit zijn jeugd triggerden Eurlings om cardioloog te worden, vertelt hij, zittend in zijn werkkamer in het Laurentiusziekenhuis in Roermond.

“Ik had er op een gegeven moment elke week last van”, haalt Eurlings herinneringen op. “Ik moest dan even op de grond gaan liggen en ontspannen. Je voelde dan als het ware een klikschakelaar, waarna het ritme weer normaal werd. Maar ja, als je net aan het tafeltennissen bent, en je gaat dan liggen, zie je dat iedereen in paniek raakt. Ondanks dat het geen gevaarlijke hartritmestoornis was, werd het dus best wel irritant.”

Ablatie

In 2009 werd Eurlings, inmiddels geneeskundestudent aan de universiteit in Maastricht, behandeld middels een ablatie. “Ik leed aan een zogenoemde AVNRT”, legt Eurlings uit. “Dat is een ritmestoornis in de AV-knoop in het hart die vooral bij jonge mensen voor komt. Die knoop is de verbinding tussen boezem en kamer. In mijn hart liepen er twee paden in deze verbinding, terwijl dat er in normale gevallen één is. De elektrische prikkels kunnen dan in rondjes draaien, in cirkels, waardoor een zeer snelle hartslag ontstaat. Eén pad moest dus weggebrand worden (geableerd).” Sindsdien heeft Eurlings geen last meer van ritmestoornissen.

Empathie

Dat Eurlings die hartkloppingen zelf aan den lijve ervaren heeft, maakt dat hij goed beseft wat zulke ritmestoornissen kunnen betekenen voor zijn patiënten. “Ik kan mijn ervaring gebruiken in de uitleg aan patiënten. Een patiënt geeft zich bloot betreffende de hartklachten en is hierin afhankelijk van jou als behandelaar. Dit maakt het een kwetsbare positie voor de patiënt, waar je waardig mee om dient te gaan. Dat maakt het voor mij als cardioloog erg belangrijk om de patiënt aan te voelen, goed te luisteren en samen te zoeken naar een oplossing.”

Keuze

Eurlings wil niet de cardioloog zijn die in zijn eentje beslist wat er moet gebeuren. “De patiënt moet een keuze kunnen maken. Alles draait om wat de patiënt ervan vindt. Als cardioloog moet je proberen de patiënt zoveel mogelijk informatie te geven zodat de ander ook een verstandige eigen keuze kan maken. Ik vind de autonomie van de patiënt erg belangrijk, om het even in welke fase van het leven dan ook. De patiënt voelt hoe erg de klacht is, ik niet.”

“Ik vind het leuk om samen met de patiënt bezig te zijn en ‘op pad’ te gaan. Als de patiënt daarin zelf de keuze maakt, dan is de therapietrouw hoger en is de keuze nooit fout. Als patiënt weet je dat je kwetsbaar bent. Je zit hier niet omdat je niks anders te doen hebt. Wat dat betreft is het goed dat het klassieke beeld van de dokter die op een voetstuk staat en alles beslist, gekanteld is. We maken nu samen een keuze.”

Diagnose

Eurlings wijst erop dat er veel soorten ritmestoornissen zijn en vele soorten oorzaken. Bepaalde vormen komen bij specifieke leeftijdsgroepen vaker voor, zoals de eerder genoemde AVNRT bij jongeren. Desondanks moet er een nauwkeurige diagnose gesteld worden. “Een diagnose kan via het ECG gesteld worden. Bij twijfel kan je uitlokken hoe iemands stroomcircuit verloopt, waardoor je alternatieve mogelijkheden uitsluit. Dat gebeurt middels een katheter via de lies wat we een EFO (elektrisch fysiologisch onderzoek) noemen. Als dat het geval is kan een ablatie een oplossing zijn. Zo’n ingreep vindt uitsluitend plaats in universitaire ziekenhui zen en in bijvoorbeeld grote ziekenhuizen als het Catharina in Eindhoven. Een elektrofysioloog verricht de ablatie, maar het is een procedure waar een uitgebreid team samenwerkt. Als cardioloog in opleiding in Maastricht heb ik hier vaak aan meegewerkt, wat de cirkel weer rond maakte voor mij.”

Teamwerk

Wanneer ableren? Dat hangt volgens Eurlings vooral samen met het type ritmestoornis en hoeveel last het de patiënt geeft. Bijvoorbeeld boezemfibrilleren en hartfalen, waar je zou kunnen ableren om verdere problemen van hartfalen te voorkomen. “Wij doen een voorstel in het ritmeteam, een beslissing is immers niet van één persoon afhankelijk. We gaan het eveneens samen met de patiënt bespreken en verschillende opties bekijken, afwegingen maken. Ook wordt uiteengezet welke risico’s bepaalde keuzes met zich mee brengen. De een wil alleen medicatie, de ander juist weer niet bijvoorbeeld.”

Risico’s

Over die oorzaken vertelt Eurlings dat het gevarieerd is. Vaak aangeboren of leeftijd gerelateerd wat door ongezonde leefstijl of stress extra uitgelokt kan worden. “Slijtage kan door een ongezonde leefstijl versneld worden, net zoals dit bijvoorbeeld het risico op een hartaanval vergroot.”

Wat als?

Wat te doen als je hartkloppingen krijgt? “Meestal is het onschuldig en hoef je niet direct aan het ergste te denken, het staat dan bijvoorbeeld in relatie met stress, angst, alcohol, koffie of roken. Soms helpen trucjes om de snelle hartslag omlaag te krijgen zoals bij mij. Meestal zal het in rust al afzakken. Als je je er slecht bij voelt, ga dan naar de huisarts. Die beslist of er een hartfilmpje gemaakt moet worden of een 24-uursregistratie middels een holter. Eventueel kan de huisarts je doorverwijzen naar de cardioloog.”

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Casper Eurlings

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Venlo’s ziekenhuis kampt met miljoenentekort

VieCuri in Venlo leed vorig jaar een verlies van 7,9 miljoen euro. Dat komt onder meer door inflatie, daardoor duurdere inkoop, stijgende energiekosten, hogere loonkosten, maar ook het vertrek van medisch specialisten voor wie geen vervangers konden worden gevonden. Ook was er moeilijk aan nieuw personeel te komen, onder meer voor de operatiekamers. Daardoor konden er minder operaties worden uitgevoerd, met als gevolg minder inkomsten. Tel daarbij op een hoog ziekteverzuim, en daar schrijf je ook geen zwarte cijfers mee.

Dat blijkt uit de onlangs gepubliceerde jaarrekening van VieCuri. Het ziekenhuis praat met banken en zorgverzekeraars hoe dit verlies kan worden omgebogen. De rode cijfers zullen niet leiden tot een reorganisatie, aldus het ziekenhuis. Wel zijn er investeringen nodig in vernieuwing, wat weer extra geld kost. Een herstelplan moet een bezuiniging van twaalf miljoen euro per jaar opleveren.

“Stop met actieve verlaging bloeddruk voor trombolyse bij acuut herseninfarct”

Het met medicatie actief verlagen van een te hoge bloeddruk bij een acuut herseninfarct is wereldwijd een veelgebruikte methode. Toch blijkt dit een onverstandige strategie en hoogstwaarschijnlijk zelfs schadelijk voor patiënten. Voor hen is het beter als artsen op zo’n moment de handen op de rug houden. Dat blijkt uit een nieuwe studie geleid door LUMC-neuroloog Nyika Kruyt, in samenwerking Erik van Zwet (Biomedical Data Sciences) gepubliceerd in The Lancet Neurology.

Bij een acuut herseninfarct is het geven van een medicijn via een infuus (intraveneuze trombolyse) een effectieve behandeling. Tegelijkertijd geven de richtlijnen aan om dit, vanwege de kans op bloedingscomplicatie, niet te doen als patiënten een te hoge bloeddruk (v.a. 185/110 mmHG) hebben. Veel ziekenhuizen kiezen er op zo’n moment voor om patiënten medicatie te geven, waardoor de bloeddruk snel daalt. Hoofdzakelijk doen ze dat vanwege de tijdsdruk. Een trombolyse is namelijk het effectiefst als die zo snel mogelijk, en uiterlijk binnen 4,5 uur na het optreden van het herseninfarct, gegeven wordt.

  • Gemiddeld heeft 10 tot 20 procent van de patiënten met een acuut herseninfarct een bloeddruk hoger dan ‘185 over 110’.
  • In de praktijk komt dat dus best vaak voor, in elk ziekenhuis wel enkele malen per maand.
37 Nederlandse ziekenhuizen

Aan de zogeheten TRUTH-studie deden ruim duizend patiënten uit 37 Nederlandse ziekenhuizen mee. 27 centra gaven standaard bloeddrukverlagers als de bloeddruk te hoog was. Het gevolg was dat ruim 90 procent van die patiënten een intraveneuze trombolyse kon ondergaan. In de tien overige ziekenhuizen werd gewacht totdat de bloeddruk vanzelf zou dalen. De uitkomst was dat ongeveer 50 procent van die patiënten, gemiddeld later dan de andere groep, behandeld kon worden met intraveneuze trombolyse.

Patiënten met bloeddrukverlagers herstelden minder goed

Vervolgens vergeleken de onderzoekers het klinisch effect van de twee strategieën met elkaar door te meten hoe goed de patiënten drie maanden na het herseninfarct hersteld waren. Kruyt: “Wat we zagen was dat de patiënten die bloeddrukverlagers hadden gekregen het gemiddeld slechter deden dan de patiënten bij wie er werd gewacht totdat de bloeddruk vanzelf gedaald was. En dat terwijl die eerste groep dus bijna twee keer zo vaak én ook nog eens gemiddeld sneller behandeld werden voor het acute herseninfarct dan die tweede groep.”

Hoewel het herstel na drie maanden in de studie “net niet significant verschilde” tussen de groepen (het statistisch verschil tussen beiden groepen is net te klein) spreekt Kruyt van een “belangrijke bevinding”. “Je zou namelijk juist verwachten dat de groep waarbij er gewacht wordt totdat de bloeddruk vanzelf daalde, het slechter zou doen, omdat daar minder behandelingen met intraveneuze trombolyse voorkwamen en dit in Nederland en wereldwijd de meest gebruikte behandelstrategie is.”

Schadelijk effect op hersenen

Het snel verlagen van de bloeddruk met bloeddrukverlagers heeft volgens de LUMC-neuroloog hoogstwaarschijnlijk ook een schadelijk effect op de hersenen. “Bij een herseninfarct is er sprake van een verstopping in een bloedvat in de hersenen. Daardoor komt er te weinig bloed – en dus zuurstof – in het hersenweefsel. Als de bloeddruk vanzelf, langzaam, daalt zijn er vaak nog andere bloedvaten die het weefsel nog van bloed voorzien. Maar als je die bloeddruk kunstmatig snel laat dalen, komt de bloedstroom in de hersenen als het ware stil te liggen. We moeten er dus heel voorzichtig mee zijn om die hoge bloeddruk actief zo snel te verlagen”, stelt hij.

Handen op de rug

Dat betekent in de praktijk dat neurologen de handen beter op de rug kunnen houden als er sprake is van een te hoge bloeddruk bij een acuut herseninfarct. Kruyt begrijpt dat dit “lastig” kan zijn omdat je graag wat wilt doen. “Maar het gaat erom wat het beste is voor de patiënt.” Bovendien is de patiënt ook zonder acute behandeling in goede handen in het ziekenhuis. “De standaardbehandeling bestaat uit het geven van minder sterke bloedverdunners en soms kan een behandeling worden uitgevoerd waarbij het stolsel via de lies wordt verwijderd. Daarnaast wordt een patiënt met een herseninfarct opgenomen op de zogeheten ‘stroke unit’, een gespecialiseerde afdeling waar veel ervaring en aandacht is voor het voorkomen van complicaties, het snel vinden van de oorzaak van de beroerte en het geven van de juiste behandeling en revalidatie”, zegt hij.

LUMC stopt met bloeddrukverlagers bij acuut herseninfarct

Dankzij de resultaten van de TRUTH-studie is het LUMC gestopt met de intraveneuze bloeddrukverlagers bij deze patiënten met acuut herseninfarct. Ook de andere betrokken ziekenhuizen in de studie hebben dat gedaan. Daarnaast zal Kruyt erop aandringen dat de strategie waarbij er gewacht wordt totdat de bloeddruk vanzelf daalt, ook de algemene richtlijn wordt. Op dit moment schrijft die richtlijn nog voor dat de keuze voor het wel of niet toedienen van intraveneuze bloeddrukverlagers bij de neurologen zelf ligt.

Vervolgstudie

Kruyt wil binnen het opgebouwde netwerk van ziekenhuizen een vervolgstudie doen waarbij onderzocht wordt of intraveneuze trombolyse ook veilig is bij patiënten met een acuut herseninfarct waarbij de bloeddruk, ondanks een bloeddrukverlagende behandeling, niet onder de 185/110 mmHG zakt.

Bron: LUMC

Hartpatiënten voortaan eerder betrokken bij vraag wanneer ze naar huis mogen

Niki van de Goorberg (links, gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie) en Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie).

Hartpatiënten worden in het Catharina Ziekenhuis voortaan eerder betrokken bij de voorwaarden van ontslag. En worden daardoor niet meer overvallen door de (eerdere) ontslagdatum. “Dit, in combinatie met het geoptimaliseerd logistiek proces, zorgt ervoor dat iedereen met een gerust hart naar huis gaat.”

Miriam Scheurwater, AIOS (arts in opleiding tot specialist) cardiologie en onderzoeker in het Catharina Ziekenhuis, en cardioloog René Tio zijn zich ervan bewust dat een iets kortere opnameduur niet bij iedereen als muziek in de oren klinkt. “Maar het is beter om thuis te herstellen: je bent veel sneller mobiel doordat je niet de hele dag op bed ligt en je zelfredzaamheid gestimuleerd wordt”, legt Scheurwater uit. “Bovendien zweven er in je eigen huis minder ziektekiemen rond en voor de psychosociale support ben je niet gebonden aan de bezoekuren.” Tio vult aan: “We besparen patiënten nu één opnamedag doordat het logistieke proces is geoptimaliseerd. En niemand gaat naar huis die niet naar huis kan.”

De kern van de betere stroomlijning: er wordt niet meer ’s middags verteld dat iemand dezelfde dag nog naar huis mag, maar er wordt een dag eerder al besproken op welke voorwaarden een patiënt de volgende dag het Catharina Ziekenhuis mag verlaten. “Dat gaat dan bijvoorbeeld om nog een bloedonderzoek of een labuitslag”, aldus Scheurwater. “Op die manier kan de patiënt beter wennen aan het idee dat hij of zij naar huis gaat. Vervolgens wordt achter de schermen het ontslag verder geregeld met bijvoorbeeld de apotheek.” Deze stap is een voorbeeld van het streven naar waardegedreven zorg: zorg die écht het verschil maakt voor een patiënt.

“Wie naar het bredere plaatje kijkt: de druk op de bedden in het ziekenhuis zal zo minder worden. Daarom willen we dit duurzaam implementeren”

Groot effect

Een dashboard gemaakt door Medtronic, één van ’s werelds grootste bedrijven op het gebied van medische technologie, is van grote waarde bij de nieuwe werkwijze. Tio: “Daarin staat een overzicht van alle patiënten en wat er voor nodig is om iemand met een gerust hart naar huis te kunnen laten gaan. Dat is een essentiële factor.” De twee zijn de eerste om te erkennen dat het een heel simpele stap is. “Maar wel eentje met groot effect. Voor de patiënt, de verpleging, maar wie naar het bredere plaatje kijkt, ook voor het ziekenhuis: de druk op de bedden zal zo minder worden. Daarom willen we dit duurzaam implementeren.”

De projectgroep die aan de basis van deze veranderingen staat, bestaat naast Scheurwater en Tio uit Janneke van Houtum (ad interim teamleider cardiologie), Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Niki van de Goorberg (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Kim Smulders (ANIOS cardiologie) en Wouter van Zwieten (Medtronic).

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Pim Tonino benoemd tot hoogleraar: ‘Verder met wereld veranderen’

Eindhoven | Mooi nieuws voor het Catharina Ziekenhuis en interventie-cardioloog Pim Tonino; de medisch specialist is benoemd tot hoogleraar aan de faculteit Biomedical Engineering van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e).

De leerstoel van de cardioloog heet Medical Engineering in Interventional Technology. Kort samengevat in het Nederlands: minimaal invasieve ingrepen aan het hart met catheters waarbij veel technologie komt kijken. Eenvoudiger gesteld: onderzoeken en operaties aan de kransslagaders of hartkleppen via kleine openingen, in de lies of pols, waardoor de diagnose beter gesteld kan worden en de impact van de ingreep minder groot is: minder pijn, minder hersteltijd en minder kans op complicaties. “Het is een heel brede leerstoel.”

In Eindhoven de wereld veranderd

Tonino neemt de belangrijkste ‘poten’ van het onderzoek graag door. “In 2009 is in het Hartcentrum van het Catharina Ziekenhuis een dottermethode ontwikkeld. De baanbrekende resultaten werden gepubliceerd in het vooraanstaande medische tijdschrift the New England Journal of Medicine. Dat gebeurde onder leiding van cardioloog Nico Pijls, onder wie ik een jaar later cum laude promoveerde aan de Technische Universiteit Eindhoven. De kern van deze toen nieuwe techniek: cardiologen kunnen dankzij drukmetingen in de kransslagader nauwkeurig in kaart brengen of een kransslagadervernauwing de bloedstroom naar de hartspier hindert. Ook wordt duidelijk of er door de vernauwing sprake is van zuurstofgebrek en – in geval van meerdere vernauwingen – welke de boosdoener is. Zo bepalen we of we bij het dotteren een stent (hol buisje van gaas) moeten plaatsen. In Eindhoven hebben we hiermee – dankzij dertig jaar onderzoek – de wereld veranderd. En daarmee gaan we verder, met nóg betere en geavanceerdere meetmethodes: niet alleen met druksensoren maar ook met miniatuur temperatuursensoren. Daarmee kunnen we ook weerstanden meten in het hart om bijvoorbeeld ziekten in de kleine bloedvaatjes te ontdekken die wij op het oog niet zien. Een prachtig voorbeeld van hoe de techniek van de TU/e en de hoogspecialistische hartzorg van het Catharina Ziekenhuis elkaar vinden.”

Kun je Tonino hierdoor zien als de opvolger van de gepensioneerde en gerenommeerde Pijls, die eenzelfde soort leerstoel had aan de TU/e? “Voor een deel is het voortzetten van werk dat we samen al deden, maar met de opgedane kennis hebben we nu bijvoorbeeld ook een nieuwe technologie ontwikkeld met drukmetingen en sensoren. Daarmee kunnen we bij mensen met een niet-ernstige aortaklepvernauwing bepalen of je wel of geen interventie – lees: eigen hartklep vervangen door een mechanische of biologische hartklep – moet doen. Het lijkt eigenlijk best veel op die techniek voor bij het dotteren, maar dan dus in de aortaklep in plaats van in de kransslagaderen. We zitten nu middenin dit proces: het is ontwikkeld en gevalideerd (juistheid bevestigd), mede met hulp van het lab van de TU/e. Momenteel zit er ook een promovendus in Houston, Texas, Hij deed samen met een collega van mij elf varkensexperimenten  en is nu bezig met een grote patiëntgerelateerde studie.”

En de interventie-cardioloog wil graag nog een belangrijke onderzoekslijn benoemen: kunstmatige intelligentie, oftewel AI. “Dat is nogal een containerbegrip, dat klopt. Wat ik concreet bedoel, is het verbeteren van processen met grote hoeveelheden data. Een mooie ontwikkeling is bijvoorbeeld een toepassing van het simpele ECG. Dat is een hartfilmpje dat de elektrische signalen van het hart in een grafiek weergeeft. Eenvoudig te doen bij een patiënt met plakkertjes op de borst. Daar maken we er jaarlijks, alleen al in het Catharina Ziekenhuis, meer dan 10.000 van. We kunnen straks, zo lijkt het, daarmee gaan voorspellen of iemand hartfalen heeft. We hebben het ECG namelijk op grote schaal gekoppeld aan een bloedtestje dat hartfalen ontdekt. Als we dat daadwerkelijk bereiken, dan zou een gedeelte van die zorg dus naar de huisarts kunnen. Die weet dan heel goed wanneer hij de patiënt bij kortademigheid door moet sturen of niet. Dat zou zorgen voor minder zorgkosten en minder mensen die onnodig naar het ziekenhuis komen.”

Benoeming is eervol

Tonino gaat een dag in de week op de universiteit werken. Voor het grootste deel bestaat die dag uit onderzoek, maar ook deels uit het geven van colleges. “Het kan misschien voorkomen dat ik een keer extra tijd nodig heb op de TU/e, maar ik weet dat het voor mijn collega’s geen enkel probleem is om dan het extra werk op te vangen. Zij maken het verrichten van onderzoek op die manier mede mogelijk en daar ben ik ze zeer erkentelijk voor. Onderzoek zit echt in het DNA van het Catharina Ziekenhuis.”

De benoeming voelt als eervol. “Maar de eer is natuurlijk niet de belangrijkste drijfveer. Wat dan wel? De titel en functie zijn een belangrijk instrument om het onderzoek naar een hoger plan te trekken. Het zorgt voor een intensievere samenwerking met de TU/e, het opent deuren en het geeft de onderzoeker de tijd voor het bedenken van nieuw onderzoek en het aanvragen van subsidies, wat belangrijk is voor een niet-academisch ziekenhuis. Dat moet onderzoek grotendeels zelf bekostigen.”

Tonino is de negentiende hoogleraar van het Catharina Ziekenhuis. Met name de laatste jaren gaat het hard op dat vlak. Sinds 2017 is het aantal hoogleraren verbonden aan het ziekenhuis meer dan verdubbeld: van 9 naar 19. Volgens de cardioloog is dat geen toeval. “Daarvoor is hier het juiste klimaat geschapen. Je voelt dat wetenschappelijk onderzoek om de zorg te verbeteren echt belangrijk wordt gevonden. En dus ook gestimuleerd. Het is mooi dat we met samenwerkingsverbanden als met de TU/e en andere universiteiten hard aan de weg aan het timmeren zijn.”

Bron: Catharina Ziekenhuis

Meerdere hellingbanen van parkeergarage naast ziekenhuis in Nieuwegein ingestort

Gisteravond stortten de hellingbanen in van de parkeergarage naast ons ziekenhuis in Nieuwegein. “We zijn erg geschrokken en opgelucht dat er geen slachtoffers zijn gevallen”, zegt bestuursvoorzitter Luc Demoulin. De Veiligheidsregio Utrecht stelde dat vannacht vast na intensief onderzoek met speurhonden en drones in de garage.

Ook is bevestigd dat geen sprake is van instortingsgevaar voor de totale garage. In het ziekenhuis zelf hoefden geen afdelingen ontruimd te worden. Onze zorg voor patiënten op de verpleegafdelingen gaat zoals gepland door.

We begrijpen dat patiënten, bezoekers en medewerkers zijn geschrokken. Iedereen die in het ziekenhuis was en naar huis wilde, hebben we geholpen om naar huis te kunnen.

Op maandag 27 mei alleen spoedzorg en zorg op verpleegafdelingen in Nieuwegein

Omdat patiënten, bezoekers en medewerkers de komende tijd niet kunnen parkeren in de parkeergarage hebben we de moeilijke beslissing moeten nemen alle geplande fysieke behandelingen en bezoeken in het ziekenhuis in Nieuwegein voor maandag 27 mei af te zeggen. Uitzondering daarop zijn behandelingen die echt niet kunnen wachten, waaronder hematologie, dialyse en spoed interventiecardiologie. Deze patiënten proberen we zo snel mogelijk te bereiken. Waar mogelijk wordt de afspraak vervangen door een telefonisch of videoconsult.

We vragen verder iedereen om alleen naar het ziekenhuis te komen als het écht nodig is. En zo veel mogelijk met het Openbaar Vervoer of op de fiets te komen. De fietsenstalling is veilig toegankelijk. Ook is de Kiss & Ride zone bij de hoofdingang van het ziekenhuis bereikbaar om een naaste af te zetten of op te halen.
De komende dagen werken we een plan uit om te zorgen dat patiënten en medewerkers in de buurt kunnen parkeren. Daar informeren we over zodra daarover meer bekend is.

Bron: www.antoniusziekenhuis.nl

Vooruitzicht na acuut hartinfarct voortaan nauwkeurig te zeggen

 

Frederik Zimmermann, Rob Eerdekens en Mohamed El Farissi (v.l.n.r) tijdens het congres in Parijs.

Wie krijgt na een acuut hartinfact op termijn complicaties zoals hartfalen of heeft een grotere kans om te overlijden en wie juist niet? Dankzij een nieuwe meetmethode van de kleine bloedvaten, bedacht en onderzocht in het Catharina Ziekenhuis, is dit voortaan nauwkeurig te zeggen.

Het onderzoek van Rob Eerdekens, Mohamed El Farissi en Frederik Zimmermann werd gistermiddag (dinsdag 14 mei) gepubliceerd in het gerenommeerde Amerikaanse tijdschrift Journal of the American College of Cardiology (JACC). Dat gebeurde tegelijkertijd met de onderzoekspresentatie op een groot congres in Parijs.

Hun bevindingen in het kort: hoewel de zorg van het hartinfarct de laatste decennia sterk verbeterd is, ontwikkelt een deel van de patiënten hartfalen of overlijdt binnen enkele jaren. Voorspellen welke patiënten dit soort gevaarlijke complicaties op termijn ontwikkelen, is erg moeilijk. De nieuw toegepaste meetmethode, een zogeheten MRR-meting (afgekort van Microvascular Resistance Reserve), waarbij de functie van de kleine bloedvaten van het hart specifiek te onderzoeken is, maakt dat anders.

 

“Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”

 

Kleine bloedvaten spelen cruciale rol

“De MRR-meting bleek nauwkeurig te kunnen voorspellen welke patiënten complicaties ontwikkelen en daardoor ook welke patiënten juist een goede uitkomst hebben. Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”, zegt cardioloog in opleiding en onderzoeker Eerdekens. De MRR-meting werd in 2020 ontwikkeld door cardioloog Nico Pijls, ook verbonden aan het Catharina Ziekenhuis.

El Farissi, cardioloog en onderzoeker, vervolgt: “De kleine bloedvaten van het hart raken aangetast tijdens een hartinfarct en spelen een cruciale rol in het ontwikkelen van latere complicaties. Bestaande meetmethoden van de kleine bloedvaten worden beïnvloed door afwijkingen in de grote bloedvaten en kunnen zo een vertroebeld beeld geven. Een MRR-meting wordt met een druk- en temperatuursensor in de kransslagader uitgevoerd en onderzoekt specifiek de functie van de kleine bloedvaten. Het mooie is dat het een relatief eenvoudige meting is die wereldwijd te gebruiken is.”

 

“Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren”

 

Stanford en Oxford

De onderzoekers leidden het onderzoek met zes internationale onderzoeksgroepen – onder meer het gerenommeerde Stanford en Oxford deden mee, alsook het Radboudumc – en volgden 446 patiënten na een hartinfarct meerdere jaren. “We hebben absoluut de hoop dat we door deze studie op termijn mensenlevens kunnen redden”, zegt Zimmermann, cardioloog, sinds februari ook verbonden aan het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. “We weten nu beter welke patiënt vanaf het begin extra aandacht nodig heeft. Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren.”

Nieuwe studies zullen zich voortaan waarschijnlijk meer gaan richten op de kleine bloedvaten, zo denkt Eerdekens. “De dotterbehandeling vindt plaats in een groter bloedvat, de kransslagader. Het afgesloten bloedvat wordt opengemaakt en het probleem is vaak relatief simpel te verhelpen. Daar zijn we heel goed en snel in, het hele systeem van onze gezondheidszorg is daar op ingesteld. Maar nu zien we dus een tweede probleem, mede dankzij de MRR-meting: de kleine bloedvaten en de staat ervan.”

El Farissi besluit: “Daar bestaan nog geen effectieve therapieën voor als die er slecht aan toe zijn na een hartinfarct. Als het lukt om dat te verhelpen, dan is het écht baanbrekend.”

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Specialisten CAHAL naar Suriname voor kinderhartmissie

Een team van specialisten van het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL) is op 13 april naar de Surinaamse hoofdstad Paramaribo vertrokken voor een kinderhartmissie. Het gaat om een samenwerking tussen CAHAL en het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) die bedoeld is om levensreddende behandelingen te bieden aan kinderen in Suriname. Zij hoeven daardoor niet naar het buitenland te reizen voor zorg, maar kunnen in hun vertrouwde omgeving worden behandeld.

De CAHAL-delegatie gaat gedurende twee weken complexe hartoperaties uitvoeren bij kinderen tussen de 5 maanden en 10 jaar met aangeboren hartafwijkingen. Daarnaast gaat de aandacht uit naar het opleiden van zorgpersoneel.

Kinderarts PP Roeleveld: “Door intenstief samen te werken met IC-personeel van het AZP wordt er aan beide kanten van de samenwerking veel kennis en ervaring uitgewisseld.”

Normale levensverwachting

Jaarlijks worden in Suriname 20 tot 30 kinderen geboren met een ernstige hartaandoening, zoals een gat tussen beide hartkamers of een ernstige vernauwing van één van de hartkleppen. Met een juiste behandeling hebben deze kinderen een vrijwel normale toekomst- en levensverwachting.

Team van specialisten

De LUMC-missie bestaat uit een team van specialisten onder wie een kindercardioloog, perfusionist, kinder-IC-arts, anesthesioloog, anesthesie- en operatieassistenten en IC-verpleegkundigen. Hiermee worden niet alleen de kinderen geholpen, maar wordt ook de medische hulpverlening om hen heen versterkt.

Het is de achttiende keer dat CAHAL en AZP op deze manier samenwerken. Sinds 1999 zijn inmiddels meer dan 170 operaties en 250 katheterisaties uitgevoerd.

Bron: www.lumc.nl

Is een gezonde leefstijl haalbaar?

Sander Kooijman is wetenschappelijk onderzoeker aan de hoofdafdeling Interne Geneeskunde, sectie Endocrinologie. Zijn onderzoeksteam richt zicht op nieuwe manieren om cardiometabole ziekten zoals obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten, te voorkomen en behandelen.

Eerder schreef ik over het belang van, en soms gebrek aan, samenwerking tussen onderzoeker en arts. Het vakgebied waarin ik werkzaam ben, staat echter nog voor een veel grotere uitdaging: de maatschappij waarin we leven. Onze omgeving is in de afgelopen decennia op zo’n manier veranderd dat het steeds makkelijker is geworden om te kiezen voor té veel en té calorierijk voedsel. En dan doe ik nog alsof de keuze voor een gezonde leefstijl er is, maar dat blijkt in de praktijk toch vaak anders.

Doorzettingsvermogen

Eén van de grootste misvattingen over mensen met overgewicht of obesitas is dat het wordt veroorzaakt door een gebrek aan wilskracht, en dat afvallen makkelijk zou zijn. Ik durf te stellen dat mensen met overgewicht of obesitas over het algemeen meer doorzettingsvermogen hebben. Daarnaast zijn deze mensen vaak juist meer bezig met gezondere keuzes dan anderen. Helaas helpt de maatschappij niet mee. Zo is meer dan 80% van het voedsel in de supermarkt bewerkt. Dat hoeft niet eens altijd ongezond te zijn, maar door bewerkt voedsel worden minder verzadingshormonen door de darm afgegeven en zal je meer eten dan nodig.

Tijdstip van sporten maakt uit voor bescherming tegen cardiometabole ziekten

Er wordt geschat dat ongeveer de helft van de patiënten met diabetes type 2, met betrekkelijk eenvoudige aanpassingen in de leefstijl, hun medicijngebruik voor een groot deel of zelfs volledig zouden kunnen afbouwen. Alleen de vraag blijft: wat is een effectieve leefstijlinterventie en hoe past deze in het drukke leven van een individu? In het laboratorium hebben wij onder andere aangetoond dat het tijdstip van sporten uitmaakt voor de mate waarin dit beschermend werkt tegen cardiometabole ziekten. Op het moment van schrijven van dit blog proberen we dan ook mensen te vinden die mee willen doen aan een studie waarin ze ’s ochtends of ’s avonds sporten om te onderzoeken of deze bevindingen vanuit het laboratorium dus ook naar de praktijk te vertalen zijn. Echter blijkt het vinden van deelnemers ontzettend lastig, omdat ze op basis van willekeur een tijdstip toegewezen krijgen waarop ze moeten sporten. Daar zit men niet op te wachten.

Stimuleren van gezond gedrag

Het instellen van een “suikertaks”, de belasting op suikerhoudende dranken die op 1 januari is ingevoerd, is een goede eerste stap om ongezond gedrag terug te dringen. Echter zou gezond gedrag nog meer gestimuleerd moeten worden door de overheid. Tot die tijd zet mijn onderzoeksteam zich in om, net als voor mensen die met een verhoogd risico op ziekte als gevolg van het werken in de nacht, uit te vinden hoe we leefstijlinterventies zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten om gezondheidsverschillen te verkleinen. De Health Campus Den Haag vormt hierin een belangrijke schakel tussen onderzoeker en praktijk. In het bijzonder de vertaling naar effectiever beleid en bestuur.

Wat ik in ieder geval wil meegeven aan de lezers van dit blog: het ontstaan van cardiometabole ziekten is een optelsom. Elke dag dat je een gezondere keuze maakt of wel een keer de fiets pakt in plaats van de auto, helpt om jou en de maatschappij gezond te houden!

Bron: www.lumc.nl