Primeur in Catharina Hart- en Vaatcentrum: hartchirurgen voeren twee kijkoperaties uit tijdens één behandeling

Hartchirurgen Niels Verberkmoes (l) en Ferdi Akca

Twee verschillende kijkoperaties aan het hart in één behandeling! Het is een primeur in het Catharina Ziekenhuis. Een patiënt met hartritmestoornissen en een vernauwde kransslagader was in een operatie van drie uur van beide klachten af. Bij de patiënt werd door middel van een kijkoperatie een omleiding gemaakt. Via dezelfde toegang is ook een operatie gedaan om het hartritme te herstellen. Beide operaties zijn geslaagd; de patiënt herstelt goed van zijn twee-in-één-operatie.

Deze gecombineerde operatie zal vaker worden uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis. Hartchirurg dr. Ferdi Akca: “De gouden standaard voor beide operaties is nu nog dat het borstbeen moet worden geopend. In sommige gevallen hoeft dat dus niet meer. En beide operaties zijn goed te combineren. Patiënten die hiervoor in aanmerking komen, herstellen sneller na de operatie, er is minder bloedverlies en een kortere opnameduur in het ziekenhuis. Daarnaast is er ook een cosmetisch voordeel, want de gemaakte openingen zijn heel klein.”

Borstbeen niet geopend

In het Catharina Hart- en Vaatcentrum worden verschillende hartoperaties via een minimaal invasieve benadering uitgevoerd. Voor patiënten die vernauwingen hebben van de kransslagaders is dit een zogenoemde ENDOCAB operatie (Endoscopic Coronary Artery Bypass). Bij deze ingreep wordt via een kijkoperatie de omleiding gemaakt. Het borstbeen hoeft hierbij niet te worden geopend.
Via drie kleine openingen (5 mm) aan de zijkant van de borstkas wordt de borstslagader vrijgemaakt, die wordt gebruikt als omleiding. Via een kleine incisie tussen de ribben wordt vervolgens de omleiding gemaakt op een kloppend hart.

Uitgebreide ervaring

Voor het eerst zijn nu de ervaringen van twee kijkoperaties aan het hart gecombineerd. Hierbij is er via de ENDOCAB operatie een omleiding gemaakt met de borstslagader en via dezelfde toegang ook een operatie gedaan om het hartritme te herstellen, de zogenoemde mini-MAZE operatie. “Ons centrum heeft uitgebreide ervaring met de mini-MAZE operatie. Deze operatie kan goed uitgevoerd worden via de sleutelgat incisies die gemaakt zijn voor het maken van de omleiding”, aldus hartchirurg dr. Niels Verberkmoes, één van de betrokken hartchirurgen bij deze primeur.

Hartteam

Bij elke patiënt die een hartoperatie moet ondergaan in het Catharina Ziekenhuis wordt uitvoerig gekeken of dit middels een minimaal invasieve methode uitgevoerd kan worden. Dit is echter niet voor alle patiënten en ingrepen mogelijk. In het Hartteam wordt een weloverwogen beslissing gemaakt wat de beste behandeling is.

Bron: Catharina Ziekenhuis

Begeleiding op afstand voor hartpatiënten voor en na een ingreep

Hoe gezonder je bent voor een geplande hartoperatie, hoe groter je kansen op een vlot herstel na afloop. Sinds twee jaar doet het Maastricht UMC+ onderzoek naar de beste manier om patiënten vóór en na een ingreep te ondersteunen. Cardioloog Bart Scheenstra leidt de studie en sprak zelf alle driehonderd patiënten die meedoen met het onderzoek, inclusief Marcel Hougardy uit Geleen. Hij kreeg in september 2020 een nieuwe hartklep.

Zowel de vader als de broer van Marcel Hougardy (59) overleed op 59-jarige leeftijd aan hart- en vaatziekten. “Dit is dus een belangrijk levensjaar voor mij”, zegt hij. Eind 2019 hoorde zijn vrouw een knarsend geluid toen ze naast hem op de bank zat. “Dat bleek een versleten hartklep te zijn. We hebben drie honden, maar ik kon op een gegeven moment niet meer lopen naar het einde van de straat zonder bekaf te zijn.” Eigenlijk zou hij al eerder in 2020 geopereerd worden, maar door corona werd dat een aantal keren uitgesteld. Tot 14 september dat jaar stond hij op de wachtlijst.

Hulp op maat

Hougardy deed mee aan het promotieonderzoek van cardioloog Bart Scheenstra, waarbij een deel van de mensen met een geplande hartoperatie werd geholpen, als dat nodig was, met stoppen met roken, een gezonder gewicht, betere conditie en longtraining, om fit te zijn voor de beademing tijdens en na de operatie. “Daarnaast houden we in de gaten hoe het met mensen op de wachtlijst gaat door ze regelmatig vragenlijsten te laten invullen, bieden we ze indien nodig gesprekken met een psycholoog aan en krijgen ze filmpjes met informatie over de ingreep, de afdeling en meer. Alles is digitaal, in een online omgeving voor hen te vinden.”

Voor- en nadelen

Dat laatste is enerzijds de kracht van het project, want het is laagdrempelig en zeker in tijden van corona deden mensen makkelijker dingen online.  “Drie jaar geleden was videobellen met een patiënt echt nog onmogelijk, terwijl we daar nu veel meer aan gewend zijn”, aldus Scheenstra. “Maar anderzijds kunnen ook veel mensen niet meedoen aan dit project, omdat ze niet vaardig genoeg zijn met een computer, geen internet hebben, of de taal niet goed spreken.” Desondanks zijn er inmiddels driehonderd patiënten die meedoen aan de studie, toepasselijk ‘Prehab’ genaamd. Begin 2024 hoopt Scheenstra de resultaten te hebben: herstellen mensen die gebruik maakten van de online modules inderdaad beter dan degenen die niet op deze manier werden begeleid? “We zien wel al dat de bereidheid van mensen heel groot is om voor de ingreep te investeren in hun gezondheid. En we zijn in het ziekenhuis zo positief over deze vorm van zorg aanbieden, dat we dit sowieso standaard gaan doen voor alle patiënten.”

Zinvolle gesprekken

Marcel Hougardy is prima hersteld na zijn operatie. “Mijn vrouw luistert regelmatig en hoort geen geluidje meer als ze naast me zit”, lacht hij. “Ik heb de hele zorg, maar ook de thuisbegeleiding als heel prettig ervaren. Het was zeker in coronatijd, als je toch voorzichtig was met het ontmoeten van mensen of naar het ziekenhuis gaan, een manier om je toch begeleid te voelen. Of het bijgedragen heeft aan mijn herstel kun je natuurlijk moeilijk zeggen: je doet wat je denkt dat goed is. Ik vond vooral de gesprekken met de psycholoog erg zinvol, want er komt toch heel wat op je af met zo’n operatie. Positief blijven, dat is de kunst.”

Bron: www.mumc.nl

Alyshia mist een long en heeft haar hart rechts

Bij de twintig weken echo zat het hartje van Alyshia (6) een beetje gedraaid. Althans, dat was wat de artsen dachten. Later werd duidelijk dat dat het niet was. Moeder Priscilla Holleman (27) en de rest van het gezin werden geconfronteerd met iets veel groters: het hart van Alyshia zat aan de verkeerde kant en ze miste haar rechterlong.

Het was een schok voor Priscilla toen ze hoorde wat er met Alyshia aan de hand was. Wat de kansen van haar dochter waren, was ook de artsen onduidelijk. Kort nadat de ontdekking werd gedaan, moesten Priscilla en haar man daarom een knoop doorhakken. “We hadden zes dagen de tijd om te kiezen of we de zwangerschap wilden voortzetten of afbreken. Dat was een héél heftig moment. We hadden geen idee waar we goed aan deden. Daarom hebben we op een gegeven moment gezegd: we gaan wel zien wat ze kan. In principe valt er met het hart aan de verkeerde kant te leven, net als met één long. We besloten haar een kans te geven.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Denk eens na over vitamine K

Binnen de cardiologie wordt veel gebruikgemaakt van vitamine K antagonisten als geneesmiddel. Inmiddels maakt dit steeds meer plaats voor nieuwe medicijnen die op een andere plek in de bloedstolling werken. Cardioloog Remko Kuipers pleit hiervoor. Dit is waarom.  

Kuipers heeft het altijd frappant gevonden. Een vitamine is volgens hem niet voor niets een vitamine: iets dat je moet binnenkrijgen omdat je het zelf niet kunt aanmaken. Vitamines zijn essentieel om te overleven. Toch is er ooit een vitamine K antagonist ontwikkeld. “Dit geneesmiddel is al jaren op de markt. Misschien is dat ook wel de verklaring voor het feit dat bijna niemand zich erover verwondert. Is het niet heel gek dat je een vitamine in het lichaam met zo’n middel blokkeert?”

Blokkade

Allereerst is het belangrijk om te begrijpen wat vitamine K precies in het lichaam doet. De reden dat cardiologen graag vitamine K antagonisten als acenocoumarol en fenprocoumon voorschrijven, is dat vitamine K een rol speelt bij de bloedstolling. Vitamine K zorgt ervoor dat bloed kan stollen. Als je deze vitamine blokkeert, kan het bloed dus minder goed stollen. Vitamine K antagonisten zijn dan ook beter bekend als bloedverdunners. Vitamine K is daarnaast betrokken bij je calcium metabolisme en dirigeert calcium als het ware naar de juiste plek: naar je botten, maar ook naar je bloedvaten. “In 1997 is er een hele belangrijke studie geweest. Daarin werd onderzocht wat er bij proefdieren gebeurde als vitamine K in het lichaam werd geblokkeerd. Daar zag men dat sommige dieren niet eens levend werden geboren en andere dieren al op jonge leeftijd kwamen te overlijden door enorme bloedvatverkalking. De belangrijkste conclusie van die studie: als je vitamine K blokkeert, krijg je verkalking op de verkeerde plekken. Calcium komt dan onder andere in je bloedvaten terecht.”

Aderverkalking

Naar aanleiding van onder andere deze studie zijn er volgens Kuipers ook patiënten begonnen met het slikken van vitamine K. Zo zou je aderverkalking tegengaan. Kuipers ziet soms zelfs patiënten die een hartinfarct hebben gehad en geen cholesterolverlagers, maar wél vitamine K slikken met het idee dat ze dan geen aderverkalking meer kunnen krijgen. “Voor veel mensen is een bloedvat één buis waar bloed doorheen stroomt, maar zo simpel is het niet. Een bloedvat bestaat uit minstens drie lagen. Bij aderverkalking wordt een bloedvat stijf of hard en is het niet meer zo elastisch als het zou moeten zijn. Heb je een bloedprop, kan het dus niet meer uitrekken zodat het bloed verder kan stromen. Cholesterol speelt een rol bij de meest voorkomende vorm van aderverkalking: die aan de binnenste laag van het bloedvat. Bij een tekort aan vitamine K verkalkt de middelste laag van het bloedvat. Bij de meeste mensen voorkom je aderverkalking dus niet door extra vitamine K te slikken, maar bij gebruik van vitamine K antagonisten kan de mate van aderverkalking dus wél toenemen.”

Hogere calciumscore

Verscheidene studies tonen aan dat mensen die een vitamine K antagonist gebruikten, een hogere calciumscore hebben. Hoe langer dit medicijn wordt gebruikt, hoe hoger de calciumscore. Dat betekent dat de bloedvaten van deze groep mensen meer verkalkt zijn. “Enerzijds beschermen vitamine K antagonisten tegen een beroerte, anderzijds stimuleren ze aderverkalking. Bovendien blijken mensen met een vitamine K antagonist behalve snellere verkalking van de bloedvaten, ook een snellere verkalking van de hartkleppen te hebben. Daardoor kan bijvoorbeeld een aortaklepstenose ontstaan.”

Negatieve effecten

Eén ding staat voorop: vitamine K en alles daaromheen is ontzettend complex. Ook voor Kuipers zelf. De negatieve effecten van het blokkeren van vitamine K zijn bij veel artsen ook nauwelijks bekend. “Denk eraan dat vitamines niet voor niks vitamines zijn. Er zijn patiënten die dat heel goed begrijpen, maar die vervolgens geen gehoor krijgen bij de cardioloog. Die te horen krijgen dat het onzin is om vitamine K bij te slikken. Dat is te begrijpen. Bijscholing over de functies van vitamine K krijgen cardiologen namelijk niet, maar wél over de zoveelste cholesterolverlager. Aan de andere kant: als je vitamine K antagonisten gebruikt, is het ook levensgevaarlijk om tegelijkertijd vitamine K te gaan slikken. Eigenlijk is het zonde dat in de reguliere cardiologie weinig kennis bestaat over het ontstaan van aderverkalking in verschillende bloedvatlagen. En dat terwijl cardiologen notabene over bloedvaten gáán.”

Nieuwe antistollingsmiddelen

Nu er nieuwere bloedverdunners op de markt zijn die vitamine K niet blokkeren, zou Kuipers patiënten willen adviseren om van vitamine K antagonisten te switchen naar deze nieuwe antistollingsmiddelen. “Ook artsen moeten hierin hun verantwoordelijkheid nemen en medicijnen voor deze groep mensen – ook voor ouderen – omzetten naar pillen die vitamine K níet meer remmen. Als patiënt mag je ook best aangeven dat je hebt gehoord dat er nieuwe bloedverdunners zijn die je graag zou willen hebben. Elke arts hoort daar gehoor aan te geven.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttig informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Betere behandeling voor hartpatiënten beschikbaar in Catharina Ziekenhuis

Er is een nieuwe, betere behandeling beschikbaar voor patiënten met hartfalen en een niet-synchroon samenknijpend hart. Cardiologen plaatsen nog maar één pacemakerdraad, in het tussenschot van de hartkamers, exact in het elektrische geleidingssysteem van het hart. “Vanuit die centrale plek wordt normaal het hart aangestuurd om een pompbeweging te maken. Nu krijgt de patiënt vanuit dezelfde plek een elektrische prikkel van de pacemaker, zodat het hart zo natuurlijk mogelijk samentrekt,” aldus cardioloog Nard Rademakers van het Catharina Hart- en Vaatcentrum.

Het hart bevat een elektrisch geleidingssysteem dat ervoor zorgt dat alle delen van de hartspier gelijktijdig en gecoördineerd samentrekken. Dit zorgt voor een optimale pompfunctie van het hart. Bij sommige mensen met hartfalen trekt het hart niet meer gelijkmatig samen, er is dan een probleem in het elektrische geleidingssysteem. Rademakers: “De synchronie probeerden we tot voor kort te herstellen door in beide hartkamers een pacemakerdraad te plaatsen en het hart gelijktijdig te stimuleren.” De gouden standaard was om één van die pacemakerdraden via een klein bloedvat aan de buitenkant van het hart te leggen. Maar bij één op de vijf patiënten werkte die behandeling niet goed genoeg. De pompfunctie van het hart verbeterde niet of onvoldoende en patiënten bleven last houden van hartfalen.

Prikkel volgt de oorspronkelijke route

Uit onderzoek van de cardiologen van het Catharina Ziekenhuis blijkt dat de nieuwe behandeling veilig kan worden uitgevoerd. “De elektrische prikkel die de pacemaker in de centrale plek in het hart afgeeft, volgt als het ware de oorspronkelijke route. Bovendien is de gebruikte pacemaker kleiner, goedkoper en gaat ie veel langer mee, tot wel 12 jaar! Dat is een belangrijk voordeel voor onze patiënten, want de oude moest elke zes tot zeven jaar worden vervangen. Met alle risico’s van dien”, verduidelijkt Rademakers.

Zinnige Zorg VGZ

Naast de voordelen voor de patiënt heeft VGZ berekend dat deze nieuwe werkwijze 1700 euro per patiënt goedkoper is. Landelijk zou volgens de zorgverzekeraar 1 miljoen euro per jaar aan zorgkosten kunnen worden bespaard. VGZ heeft de nieuwe werkwijze dan ook opgenomen in het Zinnige Zorg-programma, zodat andere ziekenhuizen laagdrempelig deze werkwijze kunnen overnemen.

Ook voor bredere groep hartpatiënten

Deze nieuwe ingreep kan ook voor een andere, veel grotere groep hartpatiënten worden ingezet. “Patiënten met een te langzaam werkend hart, die daarvoor een pacemaker moeten krijgen, bieden we deze nieuwe behandeling aan. We zien dat ook deze patiëntengroep voordeel heeft bij deze nieuwe techniek. We lopen daar in Nederland nu wel in voorop”, aldus Rademakers.

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Daan (8) had een vernauwde aorta

Op zijn tweede werd bij Daan (8) een ruisje op zijn hart geconstateerd. Vijf jaar lang was er niets aan de hand, tot ineens bij een nieuwe controle bleek dat hij een vernauwde aorta had. Vader Sebastiaan (43) vertelt zijn verhaal.

Het ruisje op het hart van Daan werd al op jonge leeftijd bij het consultatiebureau ontdekt, waarna hij werd doorverwezen naar het Sophia Kinderziekenhuis. Toen werd besloten om hem pas vijf jaar later terug te zien. In november 2020 bleek het bij die controle ineens mis te zijn. “We gingen naar het ziekenhuis met het idee dat de artsen gewoon even zouden kijken hoe het nu met Daan ging. Niks aan de hand. Maar toen bleek hij ineens een vernauwde aorta te hebben. Meteen kreeg hij allerlei onderzoeken en binnen drie weken werd hij geopereerd. Zijn aorta zat al zodanig dicht, dat de nood hoog was.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Kuipers: twee kinderhartcentra het beste, maar geen doel op zich

Minister Kuipers blijft ervan overtuigd dat het aantal centra waar gecompliceerde hartoperaties voor kinderen worden uitgevoerd het best kan worden beperkt tot twee, Maar hij wil niet helemaal uitsluiten dat het er toch drie worden.

Dat bleek in een Kamerdebat over het plan van het kabinet om met zulke operaties in Groningen en Leiden te stoppen.

Over het plan is veel onrust ontstaan. De kinderhartcentra zelf, ouders en veel anderen zijn bang dat de kwaliteit van de zorg erdoor achteruitgaat.

Lees hier verder: NOS

Catharina Ziekenhuis zoekt hartpatiënten met onbehandelbare pijn op de borst

Helpt een ingebouwd apparaatje hartpatiënten met ernstige vernauwingen van de kransslagaders van hun pijn af? Die vraag staat centraal bij een zogenoemd dubbel blind wetenschappelijk onderzoek naar de werking van de neurostimulator. Het onderzoek wordt de komende jaren uitgevoerd in het Catharina Ziekenhuis, waar jaarlijks de meeste patiënten van Nederland met deze klachten worden gezien.

Tot anderhalf jaar geleden kregen patiënten met onbehandelbare pijn op de borst deze behandeling door verzekeraars vergoed. Maar omdat er te weinig wetenschappelijk onderzoek beschikbaar is over het nut van de behandeling, is de vergoeding stopgezet, ondanks goede ervaringen met deze behandeling de afgelopen jaren. Samen met anesthesioloog en pijnspecialist dr. Hans van Suijlekom nemen cardiologen dr. Inge Wijnbergen en dr. Koen Teeuwen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum de handschoen nu op en starten een wetenschappelijk onderzoek om voor eens en voor altijd het antwoord te krijgen op die ene vraag: werkt een neurostimulator nu wel of niet?

Medicatie helpt niet

Uitbehandelde patiënten met vernauwingen van de kransslagaders, in medisch termen refractaire angina pectoris, hebben vaak hevige pijnklachten op de borst. Klachten die niet door medicatie of een behandeling – dotteren of bypass-operatie – kunnen worden weggenomen. Maar door het plaatsen van een elektrode tegen het ruggenmerg met een bijbehorend apparaatje kan de pijn mogelijk afnemen of zelfs helemaal verdwijnen. In het ziekenhuis wordt deze behandeling neurostimulatie genoemd.

Wetenschappelijk bewijs ontbreekt

Volgens Van Suijlekom gaat het om een groep van 400 tot 500 patiënten per jaar in Nederland. Zij komen in het nieuwe onderzoek in aanmerking voor neurostimulatie. “In het verleden hebben we die behandeling al bij enkele honderden patiënten uitgevoerd. Met succes. Maar wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Daarom starten we nu een groot onderzoek om voor eens en voor altijd duidelijkheid te krijgen.”

De neurostimulator die in het lichaam wordt geïmplanteerd, stuurt via een kabeltje elektrische pulsen naar de elektrode die tegen het ruggenmerg is geplaatst. Die elektrische pulsen zorgen ervoor dat de kleine bloedvaatjes rondom het hart worden verwijd waardoor het hart beter wordt doorbloed. Door die betere doorbloeding krijgt het hart voldoende zuurstof waardoor er geen pijn meer optreedt en de patiënt zich beter kan inspannen waardoor de kwaliteit van leven verbetert.

Zoektocht naar 100 patiënten

Het ziekenhuis zoekt 100 patiënten bij wie een neurostimulator in de komende maanden kan worden geplaatst. Zij dragen het apparaat een jaar. “Het ene half jaar staat het apparaat uit, het andere half jaar aan. Wanneer de neurostimulator aan of uit staat, verschilt per patiënt en wordt ook niet met de patiënt gecommuniceerd,” verduidelijkt cardioloog dr. Inge Wijnbergen. “Ook de onderzoekers weten niet wanneer het apparaat werkt en wanneer niet. Alles om de onderzoeksgegevens niet te verstoren.”

Patiënten die denken voor deze behandeling in aanmerking te komen, kunnen contact opnemen met hun eigen cardioloog of huisarts voor een verwijzing naar het Catharina Hart- en Vaatcentrum.

Bron: Catharinaziekenhuis

Vanaf nu definitief onderdeel van zorgaanbod: via app hartritme meten en analyseren

Zorgverzekeraar VGZ en het Maastricht UMC+ hebben afspraken gemaakt over de vergoeding van het meten en analyseren van hartritmestoornissen op afstand. Daarmee is nu ‘TeleCheck-AF’, waarmee hartritme op afstand gemeten en geanalyseerd wordt, definitief onderdeel van de zorg voor patiënten met hartritmestoornissen. Een belangrijke stap in de toepassing en bekostiging van digitale zorg.

Digitale zorg ontwikkelt zich in grote vaart, mede versneld door de coronacrisis, die medici dwingt om hun patiënten meer op afstand te behandelen. Tot op heden bleef de toepassing van methodes voor zorg op afstand echter overwegend experimenteel, deel van onderzoeksprojecten en zonder structurele afspraken over vergoeding door zorgverzekeraars.

Facultatieve prestatie

Voor ‘TeleCheck-AF’, met behulp van een app hartritme meten rondom een teleconsult, is nu wél een afspraak gemaakt over vergoeding. Zorgverzekeraar VGZ en het Maastricht UMC+ zijn namelijk akkoord over een zogenaamde facultatieve prestatie. Dit is een lokale afspraak tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar over de vergoeding van deze zorg. De NZa heeft deze afspraak gehonoreerd (zie beschikking) waardoor andere ziekenhuizen, net als het MUMC+, ook eenvoudig afspraken kunnen maken met de zorgverzekeraar(s) over deze vorm van digitale zorg.

TeleCheck-AF

Sinds april 2020 hebben de cardiologen in het MUMC+ TeleCheck-AF ontwikkeld. Inmiddels wordt deze vernieuwende aanpak standaard toegepast om het hartritme te monitoren van patiënten met atriumfibrilleren en andere supraventriculaire hartritmestoornissen. Met een smartphone-app kunnen de patiënten zelf een meting van het hartritme uitvoeren. De gegevens komen bij hun cardioloog terecht, die ze beoordeelt en op afstand een behandeladvies geeft. Dat kan via een teleconsult (telefonisch of beeldbellen) plaatsvinden, waardoor een ziekenhuisbezoek niet meer nodig is. Lees bijvoorbeeld het verhaal van patiënt August van Wilgenburg (59).

Meer gemak voor patiënt

Tot nu toe maakten ongeveer 1400 patiënten van het MUMC+ gebruik TeleCheck-AF, met de app Fibricheck. Hierdoor nam het aantal ECG’s en holteronderzoeken per zorgtraject substantieel af en kwamen teleconsulten in de plaats van fysieke afspraken in het ziekenhuis. Dit betekent een besparing van kosten en tijd. Ook levert het door minder CO2-uitstoot een bijdrage aan de duurzaamheid van de zorg. Belangrijker is dat dit voor veel patiënten meer gemak betekent, omdat ze niet of in ieder geval minder vaak naar het ziekenhuis hoeven te reizen en eenvoudig met hun behandelaar kunnen communiceren.

Van experiment naar standaard aanbod

Dominik Linz, cardioloog in het Maastricht UMC+: ‘De ontwikkeling en toepassing van TeleCheck-AF is het grootste project op het gebied van digitale zorg in de coronacrisis in Europa. Op dit moment doen 41 centra – met meer dan 4000 patiënten mee – en gebruiken daarvoor de app Fibricheck. Het MUMC+ is initiatiefnemer en kartrekker, maar nu ook het eerste ziekenhuis van Europa dat definitieve afspraken heeft over de financiering, met dank aan de goede en nauwe samenwerking met VGZ. Ik ben ontzettend blij dat zorg op afstand daardoor geen experiment meer is, maar écht onderdeel is geworden van ons werk. Dat kan ook niet anders, want ik merk dagelijks dat patiënten er behoefte aan hebben. Ik hoop dat andere ziekenhuizen in Nederland en heel Europa snel zullen volgen.’

Potentiële besparing: €24 miljoen

Landelijk zijn er circa 142.000 patiënten die jaarlijks een cardioloog bezoeken en in aanmerking komen voor het gebruik van TeleCheck-AF. Als alle andere ziekenhuizen TeleCheck-AF toepassen is een besparing van circa €24 miljoen aan zorgkosten mogelijk, zo becijferden het MUMC+ en VGZ. Nils van Herpen, Innovatiemanager Zorg bij VGZ: ‘De door MUMC+ ontwikkelde werkwijze is een heel mooi voorbeeld van digitale zinnige zorg en zien we daarom ook als een “good practice”. Door deze stap en dankzij de nauwe samenwerking van MUMC+ en VGZ kan de werkwijze verder opgeschaald worden naar andere ziekenhuizen en kunnen in de nabije toekomst nog meer van onze leden gebruik maken van deze innovatieve zorg.’

Bron: Maastricht UMC+

Niet de overgang, maar ernstig hartfalen

Je hebt nog vijf jaar te leven, kreeg Norma Pothof (48) drie jaar terug te horen. In het ziekenhuis ontdekten artsen dat ze ernstig hartfalen en maar twintig procent pompkracht heeft. Norma is geboren met een genetische afwijking aan haar hart, maar daar wist ze tot haar vijfenveertigste niks van.

Rond haar drieënveertigste kreeg Norma vage klachten. Hiermee ging ze meerdere keren naar de huisarts. Stress, een burn-out of de overgang: daar kwamen de klachten volgens hem vandaan. Hoewel Norma de symptomen zelf maar raar vond, vertrouwde ze op haar huisarts. Toch werden haar klachten alleen maar erger. “Het kwam steeds vaker voor dat ik ineens duizelig werd en echt even moest gaan zitten. Als ik opstond van mijn bureau om koffie te halen bijvoorbeeld. Dan liep ik haast over de gang te zwalken. Het was een raar soort duizeligheid. Op een gegeven moment ging ik met collega’s een stuk lopen en voelde ik me echt helemaal niet goed. Ik begon heel erg te zweten, had last van mijn nek, was duizelig… Toen ik de volgende dag op de fiets zat en halverwege moest afstappen omdat het niet meer ging, gingen er nog meer belletjes rinkelen.”

Hartfalen

Nog steeds klonken in Norma’s hoofd echter de woorden van haar huisarts door, namelijk dat het met de overgang te maken had. Ze wachtte af. Tot ze op een dag wakker werd en het écht niet meer ging. “Ik had een veel te hoge hartslag en mijn hart ging als een gek tekeer. Ik zweette en had onderin mijn nek veel pijn. Ik belde 112, want ik vertrouwde het niet meer. In het ziekenhuis kreeg ik, na meerdere onderzoeken, te horen: is dat je gezin op de gang? Ik knikte. Vervolgens wilden de artsen eerst met mij praten en later met mij en mijn gezin. O, en of ik iets wilde drinken. Toen ik bevestigde, zei de verpleegster tegen me: één glaasje dan, want met hartfalen moet je niet teveel drinken. Dat was hoe ik hoorde dat ik hartfalen had.”

Vijf jaar

Vanaf dat moment heerste er pure paniek. Norma dacht dat ze dood zou gaan. Ze was ontzettend bang. Boos ook. Ze dacht aan hoe ze altijd zo hard gewerkt had en zo weinig genoten. En dan zou dit ineens het einde van haar leven zijn? “Ik kreeg een familiegesprek en de mededeling was dat ik nog maar vijf jaar had. Dat betekende dat ik mijn vijftigste nog niet eens zou halen. De ene week zit je nog leuk op je werk en ineens is je hele leven anders. Dat was totaal niet de planning. Ik ben uiteindelijk overgeplaatst naar het Erasmus MC. Vanaf daar ging het beter. Ik kreeg een ICD en heb veel geleerd over wat ik nu precies heb en wat dat betekende voor hoe ik mijn leven kende. Hoe dan ook was het allemaal echt wel heel heftig. Ik dacht ook regelmatig: wat als ik ergens loop en ineens een hartstilstand krijg?”

Angst

Het eerste halfjaar regeerde de angst. Norma ging niet meer alleen naar buiten. Ze was te bang dat er iets zou gebeuren. Terug naar haar werk ging ook niet. Ze werkte in een bedrijf met veel magneten en daarnaast was het een erg stressvolle baan; dat lukte niet meer. Ze was honderd procent afgekeurd. Autorijden in haar eentje vond ze doodeng. Net als zoveel dingen. Maar op een gegeven moment ging de knop om. Zo kon ze niet leven. “Ik zei tegen mezelf: we gaan niet meer in een hoekje op de bank zitten kniezen, hoe lang ik dan ook nog mag hebben. Dat is me gelukt, mede door de enorme steun van een vriendin van mij. Samen zijn we gaan sporten, wandelen, afvallen en heel gezond gaan eten. Ik doe nu, ondanks dat ik maar twintig procent pompkracht heb, vrijwel alles wat ik hiervoor ook deed.”

Relativeren

Norma knokt om zo gezond mogelijk te blijven. Ze beseft dat ze nooit meer helemaal gezond zal worden, maar ze doet alles wat binnen haar macht ligt. “Mijn pompkracht zal volgens de cardioloog niet meer verbeteren. Toch heeft hij me laatst wel verteld dat ze proberen me tien jaar stabiel te houden. Dat was eerst vijf, dus ik heb al vijf jaar gewonnen. Natuurlijk is het horen van zo’n perspectief een klap in je gezicht. Over tien jaar ben ik tenslotte alsnog maar achtenvijftig. Ik heb door de jaren heen echter wel geleerd om te relativeren. Ik probeer me niet meer zo te focussen op de cijfertjes, want dat leidt af van hoe ik mijn leven leid.”

Openheid

Desondanks denkt Norma iedere dag aan de dood. Daar is ze eerlijk in. Is ze aan het wandelen met haar hond in het bos, kiest ze bewust routes waar meer mensen lopen. “Eerder was ik door het bos gaan wandelen, maar nu ben ik bang dat er iets gebeurt en ze me pas over twee dagen vinden. Ja, dat houdt me bezig. Maar ik vind dat die gedachten er ook mogen zijn; ik word er niet depressief van en sta nog steeds positief in het leven. Er zijn door dit alles juist ook mooie dingen ontstaan. Ik ben veel meer gaan genieten van het kleine. Ook laat ik mensen vaker weten dat ik ze waardeer en van ze hou. Ik ben opener geworden in het uiten van mijn emoties. Met mijn man en twee kinderen kan ik nu hele fijne en veel diepere gesprekken voeren. We zijn heel open tegen elkaar en maken extra tijd voor elkaar vrij. Dat vind ik heel bijzonder.”

Waarom het interview met Norma?

Wij bieden de ruimte om bijzondere verhalen te delen. Ieder van ons kent de angst die je misschien hebt doorgemaakt. De moeite die het soms kost om het te accepteren. Stuur je eigen verhaal in en wij publiceren het op onze website of nodigen je uit voor een interview.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Norma Pothof

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.