Minister noemt situatie Co-Med onaanvaardbaar

Onaanvaardbaar. Zo noemt demissionair minister Pia Dijkstra (D66) van Volksgezondheid de situatie bij de commerciële huisartsenketen Co-Med. Ze zegt daarvan geschrokken te zijn. Ze zei dat woensdag tijdens een Kamerdebat naar aanleiding van een actie van vier grote zorgverzekeraars. Die hebben Co-Med in gebreke gesteld. Dit vooral omdat huisartsen er te weinig beschikbaar zijn voor patiënten. Verder worden rekeningen niet betaald. Met als gevolg dat voor Co-Med opnieuw een faillissement is aangevraagd.

Een vorige aanvraag wist Co-Med op het nippertje te voorkomen door alsnog een grote rekening te betalen. Maar inmiddels zijn de rapen gaar en hebben drie andere schuldeisers de buik vol van Co-Med, die almaar niet met betalingen over de brug zou komen.

Zeer kwalijk

Dijkstra zegt het zeer kwalijk te vinden dat de zorg bij een aantal huisartsenposten van Co-Med niet op orde is. Zoals afgelopen zaterdag bleek in een groot verhaal in de Volkskrant. Dijkstra zei het pijnlijk te vinden voor patiënten als ze niet tijdig de juiste zorg hebben gekregen. Ook vindt ze het pijnlijk voor al die medewerkers van Co-Med die zich gesteld zien voor situaties waarvoor ze niet zijn opgeleid. Zij bedoelde daarmee situaties waarbij medewerkers werkzaamheden moeten doen die ze eigenlijk niet mogen doen, maar er is geen alternatief: de huisarts die het wel zou mogen is er op zo’n moment niet.

Actie

Dijkstra laat zich inmiddels dagelijks bijpraten door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Ze wil snel actie om de huidige situatie te beëindigen. Daarvoor moet volgens haar wel een juridisch correct proces worden doorlopen.

De vier zorgverzekeraars hebben Co-Med zoals gezegd in gebreke gesteld.  Dat is nog nooit eerder voorgekomen bij een zorginstelling. Het gaat hierbij om een laatste waarschuwing: het moet snel beter, anders einde oefening. Zorgverzekeraars en toezichthouders hebben volgens Dijkstra inmiddels voorbereidingen getroffen mocht de zorg in gevaar komen voor de meer dan 50.000 mensen die van Co-Med afhankelijk zijn.

Photo by National Cancer Institute on Unsplash

Hartpatiënten voortaan eerder betrokken bij vraag wanneer ze naar huis mogen

Niki van de Goorberg (links, gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie) en Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie).

Hartpatiënten worden in het Catharina Ziekenhuis voortaan eerder betrokken bij de voorwaarden van ontslag. En worden daardoor niet meer overvallen door de (eerdere) ontslagdatum. “Dit, in combinatie met het geoptimaliseerd logistiek proces, zorgt ervoor dat iedereen met een gerust hart naar huis gaat.”

Miriam Scheurwater, AIOS (arts in opleiding tot specialist) cardiologie en onderzoeker in het Catharina Ziekenhuis, en cardioloog René Tio zijn zich ervan bewust dat een iets kortere opnameduur niet bij iedereen als muziek in de oren klinkt. “Maar het is beter om thuis te herstellen: je bent veel sneller mobiel doordat je niet de hele dag op bed ligt en je zelfredzaamheid gestimuleerd wordt”, legt Scheurwater uit. “Bovendien zweven er in je eigen huis minder ziektekiemen rond en voor de psychosociale support ben je niet gebonden aan de bezoekuren.” Tio vult aan: “We besparen patiënten nu één opnamedag doordat het logistieke proces is geoptimaliseerd. En niemand gaat naar huis die niet naar huis kan.”

De kern van de betere stroomlijning: er wordt niet meer ’s middags verteld dat iemand dezelfde dag nog naar huis mag, maar er wordt een dag eerder al besproken op welke voorwaarden een patiënt de volgende dag het Catharina Ziekenhuis mag verlaten. “Dat gaat dan bijvoorbeeld om nog een bloedonderzoek of een labuitslag”, aldus Scheurwater. “Op die manier kan de patiënt beter wennen aan het idee dat hij of zij naar huis gaat. Vervolgens wordt achter de schermen het ontslag verder geregeld met bijvoorbeeld de apotheek.” Deze stap is een voorbeeld van het streven naar waardegedreven zorg: zorg die écht het verschil maakt voor een patiënt.

“Wie naar het bredere plaatje kijkt: de druk op de bedden in het ziekenhuis zal zo minder worden. Daarom willen we dit duurzaam implementeren”

Groot effect

Een dashboard gemaakt door Medtronic, één van ’s werelds grootste bedrijven op het gebied van medische technologie, is van grote waarde bij de nieuwe werkwijze. Tio: “Daarin staat een overzicht van alle patiënten en wat er voor nodig is om iemand met een gerust hart naar huis te kunnen laten gaan. Dat is een essentiële factor.” De twee zijn de eerste om te erkennen dat het een heel simpele stap is. “Maar wel eentje met groot effect. Voor de patiënt, de verpleging, maar wie naar het bredere plaatje kijkt, ook voor het ziekenhuis: de druk op de bedden zal zo minder worden. Daarom willen we dit duurzaam implementeren.”

De projectgroep die aan de basis van deze veranderingen staat, bestaat naast Scheurwater en Tio uit Janneke van Houtum (ad interim teamleider cardiologie), Sarah Dekker (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Niki van de Goorberg (gespecialiseerd regieverpleegkundige cardiologie), Kim Smulders (ANIOS cardiologie) en Wouter van Zwieten (Medtronic).

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Hartekreet over gevaren van vapen

Artsen sloegen vorige maand massaal alarm over de gevaren van vapen voor jongeren. Maar liefst 1 op de 5 jongeren heeft in het afgelopen jaar weleens een vape gebruikt.* Er zijn zelfs al basisschoolkinderen die beginnen met vapen. Tegelijkertijd weten veel ouders nog niet hoe schadelijk en verslavend vapen is. Volgens de artsen is het zorgelijk dat de tabaksindustrie ongekend veel jongeren verslaafd maakt aan vapen, zonder daarbij de gezondheidsrisico’s te vermelden.

Het collectief Artsen Slaan Alarm deelt daarom 4 schokkende feiten over vapen. Dit deden ze door in te breken in de media: op tv, op de radio, op social media, in de krant en op straat. De artsen hopen op deze manier dat alle ouders in Nederland de feiten leren kennen en deze delen met andere ouders, om zo samen alle jongeren in Nederland te beschermen. De hartenkreet van de artsen is te vinden op www.artsenslaanalarm.nl.

De feiten over vapen

Al decennialang maakt de tabaksindustrie mensen, jongeren dus eigenlijk, zo jong mogelijk verslaafd aan nicotine. We weten inmiddels dat roken tot ernstige ziekten en aandoeningen leidt. Een op de twee rokers gaat er zelfs dood aan. In Nederland zijn dat meer dan 19.000 mensen per jaar.

Dat de tabaksindustrie nu jongeren bewust verslaafd maakt aan de zeer schadelijke nicotine via vapes, wordt door de artsen gezien als een ernstig gezondheidsrisico. De feiten over vapen – die al bekend zijn, maar niet worden gedeeld door de tabaksindustrie – liegen er niet om en laten zien dat vapen zeer schadelijk is.

De artsen vinden het belangrijk dat iedere ouder deze vier feiten over vapen kent: aan de zeer schadelijke nicotine via vapes, wordt door de artsen gezien als een ernstig gezondheidsrisico. De feiten over vapen – die al bekend zijn, maar niet worden gedeeld door de tabaksindustrie – liegen er niet om en laten zien dat vapen zeer schadelijk is. De artsen vinden het belangrijk dat iedere ouder de feiten over vapen kent.

Artsen houden hun hart vast voor de langetermijngevolgen van het vapen. Daarom roepen ze iedereen op om kinderen te beschermen door de feiten over de gevaren van het vapen te delen met alle ouders van Nederland. “Daar hebben ze recht op en onze kinderen ook,” aldus kinderlongarts Noor Rikkers.

Inbreken in de media, de artsen zien geen andere optie

Eerder sloeg hetzelfde collectief van artsen, waaronder Wanda de Kanter (Voorzitter Rookpreventie Jeugd), Noor Rikkers (kinderlongarts) en Pim Keurlings (huisarts) ook alarm op TikTok, waarbij ze influencers oproepen om geen vapes meer te laten zien in hun content.

Uit de vele bezorgde reacties, na de TikTok-actie, bleek dat ouders nog niet altijd op de hoogte zijn van de gevaren en behoefte hebben aan duidelijke informatie over vapen. De reacties van ouders in combinatie met de grote zorg van de artsen maakt dat ze nu in de bres springen en inbreken in de media.

Met deze hartenkreet, onderbouwd met feiten, hopen de artsen de ouders te informeren én te helpen. Ze vinden dat ouders er recht op hebben om de feiten over vapen te kennen. Hun kinderen worden immers verleid door een industrie die hen nodig heeft als toekomstige klanten, ter vervanging van de dode rokers. En als het aan de artsen ligt, komt daar zo snel mogelijk een einde aan.

Voor meer info, de hartenkreet van de artsen en een overzicht van de feiten, kijk op www.artsenslaanalarm.nl

Bron: www.nvvc.nl

Vooruitzicht na acuut hartinfarct voortaan nauwkeurig te zeggen

 

Frederik Zimmermann, Rob Eerdekens en Mohamed El Farissi (v.l.n.r) tijdens het congres in Parijs.

Wie krijgt na een acuut hartinfact op termijn complicaties zoals hartfalen of heeft een grotere kans om te overlijden en wie juist niet? Dankzij een nieuwe meetmethode van de kleine bloedvaten, bedacht en onderzocht in het Catharina Ziekenhuis, is dit voortaan nauwkeurig te zeggen.

Het onderzoek van Rob Eerdekens, Mohamed El Farissi en Frederik Zimmermann werd gistermiddag (dinsdag 14 mei) gepubliceerd in het gerenommeerde Amerikaanse tijdschrift Journal of the American College of Cardiology (JACC). Dat gebeurde tegelijkertijd met de onderzoekspresentatie op een groot congres in Parijs.

Hun bevindingen in het kort: hoewel de zorg van het hartinfarct de laatste decennia sterk verbeterd is, ontwikkelt een deel van de patiënten hartfalen of overlijdt binnen enkele jaren. Voorspellen welke patiënten dit soort gevaarlijke complicaties op termijn ontwikkelen, is erg moeilijk. De nieuw toegepaste meetmethode, een zogeheten MRR-meting (afgekort van Microvascular Resistance Reserve), waarbij de functie van de kleine bloedvaten van het hart specifiek te onderzoeken is, maakt dat anders.

 

“Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”

 

Kleine bloedvaten spelen cruciale rol

“De MRR-meting bleek nauwkeurig te kunnen voorspellen welke patiënten complicaties ontwikkelen en daardoor ook welke patiënten juist een goede uitkomst hebben. Daarmee is dit een essentiële stap om deze gevaarlijke complicaties voor te blijven”, zegt cardioloog in opleiding en onderzoeker Eerdekens. De MRR-meting werd in 2020 ontwikkeld door cardioloog Nico Pijls, ook verbonden aan het Catharina Ziekenhuis.

El Farissi, cardioloog en onderzoeker, vervolgt: “De kleine bloedvaten van het hart raken aangetast tijdens een hartinfarct en spelen een cruciale rol in het ontwikkelen van latere complicaties. Bestaande meetmethoden van de kleine bloedvaten worden beïnvloed door afwijkingen in de grote bloedvaten en kunnen zo een vertroebeld beeld geven. Een MRR-meting wordt met een druk- en temperatuursensor in de kransslagader uitgevoerd en onderzoekt specifiek de functie van de kleine bloedvaten. Het mooie is dat het een relatief eenvoudige meting is die wereldwijd te gebruiken is.”

 

“Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren”

 

Stanford en Oxford

De onderzoekers leidden het onderzoek met zes internationale onderzoeksgroepen – onder meer het gerenommeerde Stanford en Oxford deden mee, alsook het Radboudumc – en volgden 446 patiënten na een hartinfarct meerdere jaren. “We hebben absoluut de hoop dat we door deze studie op termijn mensenlevens kunnen redden”, zegt Zimmermann, cardioloog, sinds februari ook verbonden aan het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. “We weten nu beter welke patiënt vanaf het begin extra aandacht nodig heeft. Een belangrijke vervolgstap is nu om te onderzoeken of patiënten met een afwijkende MRR-meting baat hebben bij aanvullende behandelingen om de prognose te verbeteren.”

Nieuwe studies zullen zich voortaan waarschijnlijk meer gaan richten op de kleine bloedvaten, zo denkt Eerdekens. “De dotterbehandeling vindt plaats in een groter bloedvat, de kransslagader. Het afgesloten bloedvat wordt opengemaakt en het probleem is vaak relatief simpel te verhelpen. Daar zijn we heel goed en snel in, het hele systeem van onze gezondheidszorg is daar op ingesteld. Maar nu zien we dus een tweede probleem, mede dankzij de MRR-meting: de kleine bloedvaten en de staat ervan.”

El Farissi besluit: “Daar bestaan nog geen effectieve therapieën voor als die er slecht aan toe zijn na een hartinfarct. Als het lukt om dat te verhelpen, dan is het écht baanbrekend.”

Bron: www.catharinaziekenhuis.nl

Specialisten CAHAL naar Suriname voor kinderhartmissie

Een team van specialisten van het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL) is op 13 april naar de Surinaamse hoofdstad Paramaribo vertrokken voor een kinderhartmissie. Het gaat om een samenwerking tussen CAHAL en het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) die bedoeld is om levensreddende behandelingen te bieden aan kinderen in Suriname. Zij hoeven daardoor niet naar het buitenland te reizen voor zorg, maar kunnen in hun vertrouwde omgeving worden behandeld.

De CAHAL-delegatie gaat gedurende twee weken complexe hartoperaties uitvoeren bij kinderen tussen de 5 maanden en 10 jaar met aangeboren hartafwijkingen. Daarnaast gaat de aandacht uit naar het opleiden van zorgpersoneel.

Kinderarts PP Roeleveld: “Door intenstief samen te werken met IC-personeel van het AZP wordt er aan beide kanten van de samenwerking veel kennis en ervaring uitgewisseld.”

Normale levensverwachting

Jaarlijks worden in Suriname 20 tot 30 kinderen geboren met een ernstige hartaandoening, zoals een gat tussen beide hartkamers of een ernstige vernauwing van één van de hartkleppen. Met een juiste behandeling hebben deze kinderen een vrijwel normale toekomst- en levensverwachting.

Team van specialisten

De LUMC-missie bestaat uit een team van specialisten onder wie een kindercardioloog, perfusionist, kinder-IC-arts, anesthesioloog, anesthesie- en operatieassistenten en IC-verpleegkundigen. Hiermee worden niet alleen de kinderen geholpen, maar wordt ook de medische hulpverlening om hen heen versterkt.

Het is de achttiende keer dat CAHAL en AZP op deze manier samenwerken. Sinds 1999 zijn inmiddels meer dan 170 operaties en 250 katheterisaties uitgevoerd.

Bron: www.lumc.nl

Is een gezonde leefstijl haalbaar?

Sander Kooijman is wetenschappelijk onderzoeker aan de hoofdafdeling Interne Geneeskunde, sectie Endocrinologie. Zijn onderzoeksteam richt zicht op nieuwe manieren om cardiometabole ziekten zoals obesitas, diabetes en hart- en vaatziekten, te voorkomen en behandelen.

Eerder schreef ik over het belang van, en soms gebrek aan, samenwerking tussen onderzoeker en arts. Het vakgebied waarin ik werkzaam ben, staat echter nog voor een veel grotere uitdaging: de maatschappij waarin we leven. Onze omgeving is in de afgelopen decennia op zo’n manier veranderd dat het steeds makkelijker is geworden om te kiezen voor té veel en té calorierijk voedsel. En dan doe ik nog alsof de keuze voor een gezonde leefstijl er is, maar dat blijkt in de praktijk toch vaak anders.

Doorzettingsvermogen

Eén van de grootste misvattingen over mensen met overgewicht of obesitas is dat het wordt veroorzaakt door een gebrek aan wilskracht, en dat afvallen makkelijk zou zijn. Ik durf te stellen dat mensen met overgewicht of obesitas over het algemeen meer doorzettingsvermogen hebben. Daarnaast zijn deze mensen vaak juist meer bezig met gezondere keuzes dan anderen. Helaas helpt de maatschappij niet mee. Zo is meer dan 80% van het voedsel in de supermarkt bewerkt. Dat hoeft niet eens altijd ongezond te zijn, maar door bewerkt voedsel worden minder verzadingshormonen door de darm afgegeven en zal je meer eten dan nodig.

Tijdstip van sporten maakt uit voor bescherming tegen cardiometabole ziekten

Er wordt geschat dat ongeveer de helft van de patiënten met diabetes type 2, met betrekkelijk eenvoudige aanpassingen in de leefstijl, hun medicijngebruik voor een groot deel of zelfs volledig zouden kunnen afbouwen. Alleen de vraag blijft: wat is een effectieve leefstijlinterventie en hoe past deze in het drukke leven van een individu? In het laboratorium hebben wij onder andere aangetoond dat het tijdstip van sporten uitmaakt voor de mate waarin dit beschermend werkt tegen cardiometabole ziekten. Op het moment van schrijven van dit blog proberen we dan ook mensen te vinden die mee willen doen aan een studie waarin ze ’s ochtends of ’s avonds sporten om te onderzoeken of deze bevindingen vanuit het laboratorium dus ook naar de praktijk te vertalen zijn. Echter blijkt het vinden van deelnemers ontzettend lastig, omdat ze op basis van willekeur een tijdstip toegewezen krijgen waarop ze moeten sporten. Daar zit men niet op te wachten.

Stimuleren van gezond gedrag

Het instellen van een “suikertaks”, de belasting op suikerhoudende dranken die op 1 januari is ingevoerd, is een goede eerste stap om ongezond gedrag terug te dringen. Echter zou gezond gedrag nog meer gestimuleerd moeten worden door de overheid. Tot die tijd zet mijn onderzoeksteam zich in om, net als voor mensen die met een verhoogd risico op ziekte als gevolg van het werken in de nacht, uit te vinden hoe we leefstijlinterventies zo efficiënt mogelijk kunnen inzetten om gezondheidsverschillen te verkleinen. De Health Campus Den Haag vormt hierin een belangrijke schakel tussen onderzoeker en praktijk. In het bijzonder de vertaling naar effectiever beleid en bestuur.

Wat ik in ieder geval wil meegeven aan de lezers van dit blog: het ontstaan van cardiometabole ziekten is een optelsom. Elke dag dat je een gezondere keuze maakt of wel een keer de fiets pakt in plaats van de auto, helpt om jou en de maatschappij gezond te houden!

Bron: www.lumc.nl

Reactie NTS op evaluatie donorwet: blij dat donorwens van Nederlanders veel beter bekend is

Door de wijziging van de donorwet in 2020 weten familie en artsen veel beter of iemand donor wil zijn: driekwart van alle Nederlanders heeft actief de eigen wens geregistreerd, een stijging van vijftig procent. Daarnaast weet een meerderheid van de bevolking dat het niet doorgeven van een keuze in het Donorregister betekent dat je automatisch donor bent (‘geen bezwaar’), zo blijkt uit de evaluatie van de gewijzigde Wet op orgaandonatie.

Directeur Naomi Nathan van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) is blij met deze uitkomsten: ‘Dat is belangrijke winst. Deze evaluatie laat zien dat je erop mag vertrouwen dat mensen donor willen zijn als zij gekozen hebben voor ‘ja’ of ‘geen bezwaar”.

Vandaag presenteerde minister Pia Dijkstra van Volksgezondheid het evaluatierapport over de gewijzigde donorwet aan de Tweede Kamer.

Publiek informeren blijft essentieel

De NTS herkent zich in de uitkomsten van de evaluatie en constateert met de minister dat publieksvoorlichting de komende jaren hard nodig blijft. Naomi Nathan: ‘Aan de ene kant is het goed dat een meerderheid van de bevolking goed op de hoogte is van de donorwet. Maar wij willen toe naar een situatie waarin iedereen een keuze doorgeeft die bij hem of haar past én iedereen weet dat ‘geen bezwaar’ betekent dat je automatisch donor bent. Dat is een voorwaarde voor het behouden van maatschappelijk vertrouwen in de wet. En dát geeft de beste kans op meer orgaan- en weefseltransplantaties, waarmee we mensen op de wachtlijst kunnen helpen.’

Delen keuze met familie

Maar misschien nog wel belangrijker is dat mensen van hun dierbare(n) weten wat zij hebben gekozen. Nathan: ‘Artsen merken in de praktijk dat families soms worden verrast door de mededeling dat hun familielid als donor geregistreerd staat. Als je er nooit met elkaar over hebt gesproken, kan de twijfel toeslaan. Zeker bij een toestemming op basis van een ‘geen bezwaar’-registratie: was dit wel een bewuste keuze van mijn dierbare? Daarom roepen wij iedereen in Nederland op: deel je keuze met je familie! Zo voorkom je onverwacht nieuws op een toch al verdrietig moment.’

Misverstand over rol familie

De NTS constateert dat het een nog relatief nieuwe wet is, die echt nog ingeburgerd moet raken, en zal zich naast de overheid de komende jaren actief blijven inspannen om iedereen te informeren over wat orgaan- en weefseldonatie inhoudt. Nathan: ‘Informeren is ook belangrijk om misverstanden aan te pakken. Zo wordt nogal eens gedacht dat de familie altijd het laatste woord heeft. Deze verwarring komt waarschijnlijk voort uit de oude wet. In de huidige donorwet heeft iedereen een keuze gemaakt, en als je niets doorgeeft ben je automatisch donor. De familie kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden tegen deze registratie in gaan.’

Gespreksondersteuning

Ook gaat de NTS onderzoeken hoe donatieprofessionals en familie communicatief nog beter ondersteund kunnen worden tijdens het donatieproces in het ziekenhuis. Nathan: ‘We geven jaarlijks al veel trainingen aan professionals in gespreksvoering met familie over donatie. Maar zij kunnen door het lage aantal gesprekken hier vervolgens weinig mee oefenen. Wij zijn blij dat de minister heeft aangegeven dat zij op korte termijn wil bezien of ze een vervolg wil geven aan een eerdere pilot van de NTS met orgaandonatiecoördinatoren die dit soort gesprekken kunnen ondersteunen en mogelijk samen voeren. En we denken dat we het gesprek met de familie nog beter in beeld en taal kunnen gaan ondersteunen.’

Effect Donorwet op transplantaties

Er is de laatste jaren sprake van een lichte toename aan donoren en transplantaties. Terecht wordt in het rapport geconcludeerd dat het mede door de coronapandemie te vroeg is om echt de effecten te kunnen vaststellen van de nieuwe Donorwet op het aantal orgaan- en weefseldonoren. De NTS zal graag meewerken aan een nieuwe evaluatie in 2029. Nathan: ‘En het is mooi nieuws dat de minister wil blijven stimuleren dat meer organen en weefsels beschikbaar komen, bijvoorbeeld door financiering van innovatieve perfusietechnieken’.

 

 

Moslim-hartpatiënten niet verplicht aan ramadan mee te doen. Tips als je toch wil vasten.

Je bent als moslim niet verplicht om mee te doen aan de ramadan als je hartpatiënt bent, of een andere chronische ziekte hebt. Als je toch wil meedoen, raadpleeg dan eerst je arts. Die kan bepalen of het wel verstandig is om mee te doen aan de ramadan. Of hij kan samen met jou bepalen wat je het beste kunt doen om de ramadan door te komen. Als je lang niet eet en drinkt, heeft dat immers invloed op de werking van je medicijnen.

Je kunt last krijgen van maagklachten, of de medicijnen werken sneller (omdat je niet eet). Ook na zonsondergang veel suiker eten kan een aanslag zijn op je bloedsuikerspiegel. Als je dan teveel zout eet, kan dat een nadelige invloed hebben op je bloeddruk.

Tijdens de vastenmaand voor moslims mag er tussen zonsopgang en zonsondergang niet gegeten of gedronken worden. Dat betekent ook dat je geen slok water mag nemen bij het slikken van je medicijnen.

Het is ook onverstandig om de medicijnen op een ander moment in te nemen dan je normaliter doet. Daar snapt je lichaam niks van. Dat kan vervelende bijwerkingen geven. Zo slikken veel mensen hun medicijnen pas na zonsondergang omdat ze dan een slokje water kunnen nemen. Overleg met je arts of dat wel zo verstandig is.

Door het lange vasten overdag en het schuiven met medicatie kunnen hartpatiënten klachten krijgen. Neem dan altijd direct contact op met je arts.

Bron: Harteraad.

Kuusj: ‘Hoop doet leven’

Onlangs berichtten wij over de tragische brand die onze vrienden van varkenshoeder Kuusj trof.

Maar gelukkig weten Amy en Joshua zich staande te houden en vinden ze een weg om met frisse moed een doorstart te maken. Amy: ‘Een nieuw begin is van de ene kant heel spannend, maar van de andere kant geeft het ook nieuwe energie en kracht. Dankzij de vele steun is het mogelijk ons levenswerk weer terug op te bouwen. We hebben nog een lange weg te gaan, maar het begin is gemaakt: het verwelkomen van de eerste nieuwe kuusje! Langzaamaan beginnen de puzzelstukjes op zijn plek te vallen en krijgen we inzicht naar de toekomst toe’. Ze hebben er schitterende beelden van gemaakt.

Ze gaan van start met de eerste rondleidingen van het jaar! Rondleidingen waarbij ze geïnteresseerden meenemen in hun verhaal en alle in en outs vertellen over hun wederopbouw. Aansluitend geniet je van een huisgemaakte soep met brood. Ben je erbij? Meld je dan snel aan via: Winterse Kuusj Safari bij Varkenshoederij Kuusj in Hilleshagen.

Helaas blijven de winkel en online slagerij van Kuusj voorlopig nog steeds gesloten. Via hun eigen nieuwsbrief houden ze u desgewenst op de hoogte. Voor vragen kunt u Kuusj zelf altijd mailen of bellen. Ze staan graag voor u klaar: 06 18957056 of info@devarkenshoederij.nl

Elektrische ‘vingerafdruk’ van het hart

Combinatie van niet-invasieve methoden brengt hartritmestoornissen gedetailleerd in kaart en maakt gepersonaliseerde behandeling mogelijk.

Hartfilmpjes van gezonde mensen lijken erg op elkaar. Toch blijkt het hartritme bij iedereen via een andere weg te gaan. Job Stoks, onderzoeker bij het Maastricht UMC+, ontdekte dat toen hij hartfilmpjes combineerde met anatomische beelden van de vorm van het hart. De combinatie van deze methoden kan helpen om bij patiënten met een hartritmestoornis te begrijpen wat er precies misgaat, en op welke plek. Op 22 februari promoveert hij op dit onderzoek aan de Universiteit Maastricht.

Het hart pompt het bloed door het lichaam, en krijgt elektrische prikkels voordat het samentrekt. Elke hartslag opnieuw. Wanneer de elektrische activiteit van de hartkamers verstoord raakt, kan dat leiden tot levensbedreigende ritmestoornissen. Het is moeilijk om te voorspellen wie risico loopt op hartritmestoornissen, en welke behandeling het beste werkt. Stoks bracht het hart van gezonde mensen in kaart om de elektrische eigenschappen beter te begrijpen. Die bleken voor iedereen verschillend, ook al zagen de gewone hartfilmpjes er vergelijkbaar uit. Ieder hart heeft dus zijn eigen elektrische “vingerafdruk”. Dit verklaart waarom verschillende patiënten niet altijd hetzelfde reageren op dezelfde behandeling tegen hartritmestoornissen. Met de combinatie van methoden die Stoks toepaste in zijn promotie-onderzoek kan precies worden bepaald waar het misgaat.

Wegennet

“Stel je de elektrische activiteit van het hart voor als auto’s die over een wegennetwerk rijden”, legt Stoks uit. “Met een standaard hartfilmpje kun je zien of er files zijn of dat het goed doorrijdt – dus of er verstoringen zijn in de elektrische prikkels van het hart. Een CT- of MRI-scan van het hart geeft geen elektrische informatie, maar is als een soort satellietfoto met de wegen die door de elektrische prikkels gebruikt worden. Door een veel uitgebreider hartfilmpje over de CT- of MRI-scan te leggen, kunnen we precies zien op welke wegen er opstoppingen of vertragingen zijn, en waarom.” Deze aanpak staat bekend als electrocardiographic imaging (ECGI). Met ECGI is de precieze oorsprong van een kamerritmestoornis te vinden, en kunnen cardiologen precies zien waar in het hart ze moeten behandelen. De techniek wordt momenteel vooral in wetenschappelijk onderzoek gebruikt, maar de opstap naar reguliere diagnostiek in het ziekenhuis komt dichterbij door de resultaten van Stoks.

3D-hart

Stoks breidde de ECGI-techniek verder uit, en maakte een 3D-model van het hart van een patiënt met een levensbedreigende ritmestoornis. “We gebruikten bepaalde protocollen om ook het hartweefsel in beeld te brengen”, zegt Stoks. “In een 3D-hart kunnen we bijvoorbeeld zien waar littekenweefsel zit, en hoe dat de route of snelheid van de elektrische activiteit door het hart verstoort. Het is alsof je inzoomt op de satellietfoto om de kwaliteit van het wegdek te bekijken, en ziet waar er opstoppingen of ongelukken in het verkeer ontstaan.” Doordat niet alleen de locatie maar ook de specifieke problemen in kaart worden gebracht, kan behandeling in de toekomst verder worden gepersonaliseerd.

Minder operaties

Op dit moment krijgt een deel van de patiënten een ‘elektrofysiologisch onderzoek’ . Daarbij wordt via een operatie het elektrische wegennet van het hart van binnen onderzocht met een dun slangetje. Voor ECGI en het 3D-model is geen operatie nodig, wat complicaties en kosten scheelt. Omdat voor behandelingen zoals medicijnen of bestraling van het hart ook geen operatie nodig is, hoeven sommige patiënten dus helemaal niet meer onder het mes. “Maar zover zijn we nog niet”, merkt Stoks op.

“Ons onderzoek laat zien dat het mogelijk is om verschillende niet-invasieve metingen te combineren en dat we veel meer kunnen zien dan met elk van de methoden apart. Voordat we dit kunnen gebruiken voor persoonlijke diagnostiek en behandeling in de kliniek is er meer onderzoek nodig, maar we gaan hard die kant op.”
Job Stoks voerde zijn promotie-onderzoek uit aan onderzoeksinstituut CARIM van het Maastricht UMC+, onder begeleiding van prof .dr. Paul Volders, prof. dr. ir. Ralf Peeters, en dr. Matthijs Cluitmans van de Universiteit Maastricht, en prof. dr. Paul Dendale van de Universiteit Hasselt.

Bron: Maastricht UMC+ (mumc.nl)