10 leuke voorjaarsuitjes

 

Januari is de periode van uitbuiken en uitrusten, na alle drukke decemberfestiviteiten. Maar zo tegen het einde van die maand begint het weer te kriebelen en heeft u vast weer zin om iets te ondernemen. Daarvoor hoeft u niet tot de zomer te wachten: ook in februari en maart staat er van alles op het programma.

 

Tuinidee – Den Bosch

De historische stad Den Bosch is op zichzelf al een bezoekje waard, met haar prachtige Sint Janskathedraal en gezellige winkels en restaurantjes. Maar van 26 tot 28 februari 2016 kunt u hier ook in de Brabanthallen terecht om meer dan voldoende inspiratie voor uw mogelijke droomtuin op te doen. Prachtige showtuinen van diverse hoveniers zijn er te bewonderen. Tuinidee is het grootste tuinevent in Nederland. Er valt niet alleen veel te zien maar ook te proeven van lekkernijen uit ‘eigen’ tuin. Zo komt u vanzelf langzaamaan weer in de lentesfeer. Meer informatie kunt u vinden op www.tuinidee.nl

 

Landgoed Clingendael – Den Haag

Het prachtig aangelegde Landgoed Clingendael is gelegen tussen Den Haag en Wassenaar. U kunt er heerlijk wandelen en genieten van een bijzondere combinatie van cultuur en natuur. U vindt er prachtige gebouwen en tuinen vol met mooie bomen en waterpartijen. Pronkstuk van landgoed Clingendael is de Japanse Tuin. Het is de enige Japanse tuin in Nederland en u vindt er veel zeldzame bomen en planten. De tuin is aangelegd door een barones, die Japanse lantaarns, beeldjes en een paviljoen meenam van haar reizen door Japan. De Japanse tuin is heel kwetsbaar en daarom slechts zes weken per jaar open voor publiek: in de lente en in de herfst. Kijk voor de exacte openingstijden op www.denhaag.nl. Toegang tot Landgoed Clingendael en de Japanse Tuin is gratis.

 

Huishoudbeurs – Amsterdam

In de Amsterdam RAI vindt elk jaar de Huishoudbeurs plaats. In 2016 staat het gepland van 20 tot en met 28 februari. U kunt onder andere veel lekkers proeven, diverse live optredens bijwonen en heerlijk shoppen. U komt uren tekort op één dag. De huishoudbeurs kan ook zeer informatief zijn. U kunt er bijvoorbeeld terecht voor allerlei nieuwtjes en tips op gebied van gezondheid. Bekijk het volledige programma op www.huishoudbeurs.nl. Hier ziet u onder andere ook de mogelijkheid om een VIP-arrangement te bestellen. Daarmee wordt het helemaal een lekkere verwendag.

 

KunstKijkRoute – Amersfoort

Een ‘cultureel rondje’ door Amersfoort, dat biedt de Kunst-Kijkroute. Hij bestaat al 20 jaar en is daarmee een van de oudste open atelierroutes van Nederland. Vanaf 20 maart stellen 50 beeldend kunstenaars en 10 galeries elke derde zondagmiddag in maart, april, mei & september, oktober en november hun deuren open. Zij tonen kunstwerken van verschillende disciplines, variërend van schilderijen, keramiek, illustraties tot sieraden. Toegang is gratis, openingstijden van 13.00 uur tot 17.00 uur. De route is ook goed te combineren met een bezoek aan een van de musea van Amersfoort. Meer informatie: www.uitzinnig.nl

 

Europa Culinair – Amsterdam

Echt een uitje voor fijnproevers: van 17 tot 21 maart 2016 kunt u een bezoek brengen aan Europa Culinair, in de Kromhouthal in Amsterdam. 28 koks met verschillende nationaliteiten bereiden traditionele gerechten voor u. Dit gebeurt in open keukens, zodat u op uw gemak hun kookkunsten kunt afkijken. Naast het proeven van al het heerlijks kunt u zich laten verbazen door de chefs die de show stelen in het kooktheater. Niet alleen mooie gerechten, maar ook wijnen en koffie en thee komen aan bod. Bestel uw tickets op www.europaculinair.eu

 

Bloemencorso Bollenstreek – Noordwijk, Haarlem

Houdt u van bloemen? Dan is een bezoekje aan het grote Bloemencorso in de Bollenstreek vast iets voor u, van 20 tot en met 23 april 2016. In de loop van vrijdagmiddag staan de praalwagens opgesteld in het centrum van Noordwijkerhout. Rond 21.15 uur trekt het verlichte Bloemencorso door Noordwijkerhout. Op zaterdag 23 april vertrekt het Bloemencorso om 9.30 uur vanaf de Wilhelminaboulevard in Noordwijk naar Haarlem. Het corso rijdt ook langs Keukenhof. Het corso komt ‘s avonds rond 21.30 uur verlicht het centrum van Haarlem binnen. Zondag 24 april staan de praalwagens op de Gedempte Oude Gracht/Nassaulaan opgesteld. Het is het enige corso dat wordt opgebouwd met bolbloemen zoals hyacinten, tulpen en narcissen. Het Bloemencorso van de Bollenstreek wordt daarom ook wel het gezicht van de lente genoemd. Kijk op www.bloemencorso-bollenstreek.nl

 

Snuffelmarkt – Goes

Bent u een echte snuffelaar? Op zoek naar dat ene bijzondere item om een bepaalde collectie of verzameling aan te vullen? Er zijn in Nederland diverse grote snuffelmarkten te bezoeken. Een bekende is de snuffelmarkt in de Zeelandhallen in Goes, op 12 en 13 maart 2016. U kunt er snuffelen tussen een grote hoeveelheid spullen, uitgestald over honderden kramen. Trek daar maar even wat tijd voor uit! Zit uw schat ertussen?

 

Wandelevenement – Uden

Op 27 maart 2016 vindt het Walking Event De Maashorst plaats. Dit is een wandeling door het grootste natuurgebied van de provincie Noord-Brabant. De afstanden variëren van 5 tot 30 km. U moet wel vroeg uit de veren voor deze gezonde activiteit. Voor meer informatie over inschrijven of andere wandeltochten in Nederland kunt u kijken op www.wandel-og.nl. Kijkt u ook eens op de diverse fiets- en wandelroutes van Natuurmonumenten.

 

Cirque du Soleil – Amsterdam

Cirque du Soleil viert haar 20 jarige bestaan met de spectaculaire show Amaluna. Laat u meenemen naar een mysterieus eiland geregeerd door godinnen en geleid door de cyclus van de maan. Deze voorstelling speelt nog tot en met 1 mei 2016. De show is een echte beleving. Kijk op www.cirquedusoleil.com

 

Hortus Botanicus – Leiden

Nog tot en met 23 februari 2016 kunt u gaan kijken naar deze groene parel Hortus Botanicus: een botani-sche tuin in het historische hart van Leiden. Hier waant u zich op reis in een groen paradijs. Een prachtige omgeving om op uw gemak in rond te struinen. Alle zintuigen komen aan bod: u kunt er ruiken, proeven, voelen en ervaren. Informatie over een bezoek aan de mooie tuin en over eventuele workshops vindt u op www.hortus.leidenuniv.nl

 ‘Als sporter zag ik die landen alleen vluchtig’

 

Voor het eerst koos oud-Olympiër Lenie Lens (85) niet voor haar jaarlijkse wintersport, maar voor een HartbrugReis naar de Italiaanse Rivièra. Haar aanvankelijke twijfels waren gelukkig snel over.

 

Tot mei vorig jaar gaf de energieke Lenie Lens nog wekelijks conditietrainingen, dus was ze niet zo flexibel in het uitkiezen van haar vakantieperiode. Natuurlijk vond ze het jammer om ermee te stoppen, want ze deed het graag en aan sommige deelnemers gaf ze al meer dan 40 jaar les. Maar het zorgt er wel voor dat ze nu haar tijd wat gemakkelijker kan indelen en op reis kan gaan wanneer het haar uitkomt.

 

Dat Lenie nog zo actief en energiek is, is niet vreemd. Ze is professioneel turnster geweest en deed mee met de Nederlandse turnploeg aan twee Olympische Spelen: in 1948 in Londen en in 1952 in Helsinki. Ze is ook jeugdkampioen geweest en vijf maal Nederlands kampioen. Daarna was ze jarenlang internationaal jurylid in de turnsport. Ook is ze benoemd tot erelid van het Veteranenkorps en van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU). Kortom: Lenie heeft sportief flink aan de weg getimmerd.

 

Als sportster heeft ze ook heel wat landen bezocht. ‘Als ik de reizen van Hartpatiënten Nederland zag voorbijkomen in de magazines, dacht ik vaak: wat leuk, in die plaatsen ben ik ook geweest. Maar als ik daar was om te sporten, kreeg ik meestal maar een vluchtige indruk. Je bent dan zo druk bezig met je sport en alles daar omheen. Het leek me heerlijk om eens de tijd te hebben om uitgebreider rond te kijken in al die landen en plaatsen.’

 

Wintersport

Omdat ze nog conditietrainingen gaf, lukte het haar nooit eerder om mee te gaan. ‘Ook omdat ik al eens per jaar met de gymnastiekvereniging op wintersport naar Oostenrijk ging en dat vond ik ook fantastisch. Maar nu ik mijn handen wat meer vrij kreeg dacht ik: ‘Ik kan ook wel eens iets anders doen.’ Omdat Lenie hartpatiënt is, sprak de medische begeleiding tijdens de reizen haar zeer aan. ‘De wintersportreizen die ik maakte waren ook groepsreizen. Daar waren ook altijd medische voorzieningen in de buurt, maar niet zo uitgebreid als bij HartbrugReizen. Het leek me een veilig idee om altijd begeleiding in de buurt te hebben voor als er iets gebeurt. Ik maak me toch altijd wel wat zorgen over mijn hartritme.’

 

Haar keuze viel op de reis naar de Adriatische Rivièra en Cesenatico. ‘Een prachtige streek. Het hoogtepunt vond ik San Marino, dat was heel bijzonder. Het plaatsje, de prachtige kathedraal, maar ook de reis ernaartoe. Maar de hele streek is de moeite waard vind ik. Met mijn man ben ik ook een paar keer in Italië geweest. We hebben veel gekampeerd, in heel Europa. Mijn man was net als ik erg reislustig en hij hield ook van wintersport.’

 

Toch had ze aanvankelijk wel twijfels om echt te gaan boeken. Het zou de eerste reis zijn die ze helemaal alleen ondernam, want tijdens de wintersport met de gymnastiekbond was ze altijd met haar eigen groepje. ‘Ik ben ook erg gehecht aan mijn vrijheid. Ik wilde zeker weten dat ik niet te gebonden zou zijn aan een vast reisschema. Maar toen ik belde met Hartpatiënten Nederland werd me verzekerd dat ik vrij was om te kiezen aan welke uitstapjes ik mee wilde doen en ook rustig mijn eigen plan mocht trekken. Dat vond ik heel belangrijk om te horen. Maar uiteindelijk ben ik toch met alle excursies mee geweest!’

 

Gemakkelijk contact

Ze heeft zich ook geen moment alleen gevoeld. ‘Ik ben gelukkig iemand die gemakkelijk contact legt, dat ging helemaal vanzelf. Als je altijd met een vaste groep gaat, zoals ik gewend was met de wintersporten, ben je snel geneigd je aan die personen vast te klampen. Dan leg je minder snel contacten met anderen.’ Lenie had het tijdens de reis naar Italië bewust niet aan de grote klok gehangen dat ze Olympisch sportster is geweest. ‘Dat hoefde niet iedereen te weten, dat vond ik niet zo nodig. Maar toch kwam ik er al snel achter dat er ook andere deelnemers waren die vroeger geturnd hadden. Dan heb je toch raakvlakken.’

 

Lenie is zich alweer aan het oriënteren op een volgende reis. De aanvankelijke twijfels die ze had zijn helemaal over. Waar de reis naartoe gaat weet ze nog niet. ‘Het liefst naar een bestemming met veel natuur. Af en toe een kathedraal vind ik best interessant, maar ik hoef niet continu allerlei gebouwen en musea af. Daar heb ik nooit veel om gegeven, ook niet toen ik met mijn man rondreisde. Ik ben vooral dol op wandelen, liefst in een mooie omgeving.’

 

Sneller toelaten nieuwe medicijnen gevaarlijk

Van minister Edith Schippers (VVD, Volksgezondheid) mogen nieuwe pillen sneller op de markt. Ze komt daarmee tegemoet aan een vurige wens van de farmaceutische industrie en lobby. Maar haar besluit om gas te geven bij de toelating van nieuwe medicijnen is gevaarlijk. De aldus toegelaten medicijnen zijn namelijk niet bewezen veilig en niet bewezen effectief, zegt huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan den IJssel.

 

Erger nog: nieuwe pillen erdoor jagen kan levensgevaarlijk zijn. Dat bewijzen massale ongelukken met medicijnen die voor vreselijke bijwerkingen zorgden.  Wereldwijd jaarlijks tienduizenden doden omdat  nieuwe medicijnen onvoldoende getest worden  en vreselijke  bijwerkingen blijken  te hebben. Van der Linde verwijst in dit verband onder meer naar de cholesterolverlager Lipobay, het antidiabeticum Avandia (47.000 doden) en het antihypertensivum Eraldin, dat als bijwerking een akelige dood heeft omdat mensen  niet meer kunnen ademen. ‘Alleen al Lipobay, Vioxx en Avandia waren gedurende deze nog jonge eeuw debet aan meer dan 50.000 doden’, stelt Van der Linde. ‘Niet voor niets introduceerde de Europese unie vorig jaar de omgekeerde rode driehoek op nieuwe geneesmiddelen om aan te geven dat die nooit bewezen veilig en nooit bewezen effectief zijn.’

 

’Geneesmiddelen moeten pas toegelaten worden als ze voldoende zijn getest, dat wil zeggen als de fase-4-onderzoeken zijn voltooid. Dat houdt in dat na toelating op de markt langdurig worden getest op harde eindpunten. Eerder zijn ze bijvoorbeeld getest op surrogaateindpunten, bijvoorbeeld daling van het suikergehalte. Dan volgt het fase-4-onderzoek: daarbij gaat het er niet om of je suiker omlaag gaat, maar of je door dat medicijn beter en langer leeft.’

 

Als al deze onderzoeken zijn afgerond kunnen de resultaten vergeleken worden met de beloftes van de producent aan het begin. Onjuiste claims vallen dan pas door de mand. ’Met die onjuiste claims van farmaceuten komen onvoldoende geteste geneesmiddelen met behulp van miljardenbudgetten in de voorschrijfpen van de arts terecht’, aldus van der Linde. ’De DPP-4-remmers die na 4 jaar snorkende reclame nu een sterk verhoogde kans op hartfalen blijken te geven, zijn daarvan het sprekende voorbeeld.’

 

Medicijnen die niet langer gepatenteerd zijn, blijken  niet meer interessant te zijn voor de farmaceutische industrie. Medicijnen zijn er voor deze industrietak niet om mensen te dienen, maar ’slechts’ een middel om zoveel mogelijk winst te maken. Dat kan, zolang een middel gepatenteerd is en de farmaceutische producent erin slaagt zoveel mogelijk specialisten – en in hún kielzog huisartsen – ertoe te verleiden  alleen hún middel voor te schrijven. Dat is een goudmijn. Op den duur loopt het patent echter af, en dan zakt de prijs drastisch. Geen droog brood meer aan te verdienen, zo lijken de bedrijven te denken. En dus worden er op tijd nieuwe medicijnen op de markt gezet, en specialisten en huisartsen wederom ertoe bewogen om alleen deze nieuwe medicijnen voor te schrijven. Het ellendige is alleen, dat de patiënt en de belastingbetaler aan het kortste eind trekken. Want het nieuwe medicijn is niet bewezen veilig en niet bewezen effectief – maar wel peperduur. Daarvoor mogen uiteindelijk de gewone mensen de beurs trekken via hun ziektekostenverzekering en de belastingen. Je moet als patiënt mondig genoeg zijn om naar het oude, vertrouwde middel te vragen, en daarbij de weerstand van dokter en apotheek breken. Geen eenvoudige opgave!

 

Hans van der Linde waarschuwt al jaren tegen deze praktijken. Als huisarts begrijpt hij patiënten die vragen naar het allernieuwste middel als laatste strohalm. Dat geldt vooral voor de medicijnen tegen kanker die onbetaalbaar zijn en voor het overgrote deel niet beter zijn dan de bestaande middelen. Geen enkele reden voor versnelde toelating tot de markt. Volgens van der Linde maken de farmaceutische bedrijven schromelijk misbruik van juist deze patiënten op zoek naar een laatste strohalm om  nieuwe medicijnen erdoor te jagen, terwijl de bijwerkingen ervan onvoldoende bekend zijn. Soms zelfs levensgevaarlijk, zoals ook blijkt uit een vorige maand verschenen boek van professor Peter Gøtzsche: Dodelijke medicijnen en georganiseerde misdaad. Inderdaad, volgens Gøtzsche gedragen farmaceutische bedrijven zich als een soort maffia, met talloze onnodige doden tot gevolg. In zijn boek onderbouwt de schrijver dit met duidelijke voorbeelden. De British Medical Association prijst het boek onomwonden aan als ’verplichte literatuur voor studenten geneeskunde en aankomende artsen’. Volgens deze Britse artsenkoepel hoort ’de veiligheid van de patiënten belangrijker te zijn dan winst’. Ook daar wordt weer de spijker op de kop geslagen. Het is de farmaceutische industrie louter om de winst te doen. Het medicijn is slechts koopwaar om zoveel mogelijk geld in het laatje te brengen. Over onze ruggen. Desnoods ten koste van ons leven.

 

’Een goed geneesmiddel heeft geen reclame nodig’, weet huisarts van der Linde. ’Artsen prijzen zo’n middel uit zichzelf wel aan.’ Maar waarom wordt in medische bladen dan zoveel reclame gemaakt voor bijvoorbeeld antidiabetica en inhalatoren? ’De reclame kan aanvankelijk niet worden   tegengesproken omdat er nog geen vervolgonderzoek naar de (bij)werking van een geneesmiddel is gedaan’, legt van der Linde uit. ’Je weet niet of je er langer door leeft of juist korter. Het is Russische roulette. Maar omdat al die reclame nog niet weersproken kan worden, hebben de bedrijven ruim baan.’

 

Dat wordt alleen maar erger, nu Schippers besliste dat medicijnen nóg sneller toegelaten mogen worden. Een ontwikkeling die van der Linde, maar ook wij als belangenorganisatie van hartpatiënten, met lede ogen aanzien.

Ongerepte natuur in IJsland  

Ongerepte natuur in IJsland

 

Waarom een IJsland-trip? Dit bijzondere eiland heeft zo veel te bieden, dat je je eigenlijk beter kunt afvragen: waarom niet? IJsland is uniek! IJsland leeft! IJsland is ongerept! Kortom: dit land is met geen ander land te vergelijken.

 

IJsland is op twee manieren te bereiken. U kunt vanuit Ne-derland vanaf bijvoorbeeld Schiphol het vliegtuig nemen. Na ongeveer 3 vlieguren landt u op het nabij Reykjavik gelegen vliegveld Keflavik. Dan begint uw reis aan de westelijke kant van IJsland.

Of u kunt er met de boot naartoe gaan. Dan vaart u vanuit Hirtshals, in het noorden van Denemarken, met rederij de Smyril Line naar Seydisfjordur. De overtocht vanaf Hirtshals duurt ruim twee dagen, met twee overnachtingen op een luxe cruiseschip. Als u voor deze manier van reizen kiest begint uw reis in het Oosten van IJsland. Een combinatie is ook heel goed te doen.

 

Enorm veelzijdig

IJsland is ruim 2,5 keer zo groot als Nederland en op dit relatief kleine oppervlak vindt u een gigantische verscheidenheid aan indrukwekkende landschappen en natuurverschijnselen. Van immense gletsjers, watervallen in alle soorten en maten, kokende modderpoelen en sluimerende vulkanen tot fraaie basaltformaties, felgekleurde rhyolietbergen en uitgestrekte zwarte zandvlaktes. Het is dan ook bijna onmogelijk om tij-dens één reis de enorme veelzijdigheid van IJsland te erva-ren. Maar hoe vaak u ook naar IJsland gaat: u ontdekt toch elke keer weer nieuwe, mooie plekjes.

 

IJsland is het hele jaar door een aantrekkelijke bestemming. Waar u in de zomer kunt genieten van het grote aantal daglichturen en de mogelijkheid hebt om eventueel zelf met een terreinwagen het binnenland in te trekken, kunt u in de winter misschien wel een aantal bevroren watervallen bewonderen en maakt u als bonus kans om het noorderlicht te ervaren.

 

IJsland in de zomer

Wanneer u geen specifieke plannen hebt en wilt kennismaken met IJsland, is de zomer waarschijnlijk de beste tijd om te gaan. Het land staat in bloei, de dagen zijn lang en de temperatuur is over het algemeen aangenaam.

 

Midzomernachtzon

Van juni tot en met augustus gaat de zon nauwelijks onder en kunt u optimaal genieten van de lange dagen: tot in de late uren kunt u wandelen, fotograferen of er met de auto op uit gaan. Rond 21 juni, midzomernacht, gaat de zon helemaal niet onder.

 

Flora & fauna

IJsland bestaat voor het grootste deel uit zand- en grindwoestijnen, lavavelden en gletsjers. De grootste gletsjer, Vatnajökull, bedekt ongeveer 8% van het landoppervlak. Op IJsland zijn sommige dieren, zoals schapen, vogels en natuurlijk de IJslandse paarden zeer prominent aanwezig. ’s  Zomers lopen veel schapen los rond in de bergen. U ziet ze dan ook vaak op de moeilijkst bereikbare rotsen grazen, maar ook midden op de weg komt u ze vaak tegen.

Voor vogelliefhebbers is IJsland een waar paradijs: er zijn in totaal zo’n 370 verschillende soorten vogels te vinden, waarvan de papegaaiduiker waarschijnlijk de bekendste is.

 

Autorijden

De ringweg van IJsland is bijna helemaal geasfalteerd en is in het zomerseizoen prima te berijden voor auto’s zonder vierwielaandrijving (4WD). Veel van de hoogtepunten van IJsland liggen aan of vlakbij de ringweg. Wilt u echter door het ruige binnenland van IJsland rijden, dan is een 4WD verplicht. In de winter zijn veel wegen minder goed begaanbaar of zelfs afgesloten. De wegen in het binnenland zijn in de winter alleen toegankelijk voor omgebouwde Super Jeeps. Het is aan te raden om te kiezen voor een 4WD. Als u het niet prettig vindt om in deze omstandigheden te moeten rijden, kunt u natuurlijk kiezen voor een groepsreis.

 

IJsland in de winter

In de winter is IJsland heel betoverend. De winterperiode is uitermate geschikt voor een korte reis naar IJsland. De uitgestrekte winterse sneeuwlandschappen en (gedeeltelijk) bevroren watervallen zijn adembenemend mooi. Met een gemiddelde temperatuur van rond het vriespunt is het ook lang niet zo koud als de naam doet vermoeden. December en januari hebben de kortste dagen met gemiddeld vijf uur daglicht.

 

Noorderlicht

Van oktober tot en met maart ziet u regelmatig het noorderlicht op IJsland, een sprookjesachtig lichtverschijnsel. Heldere, donkere winternachten bieden de beste kansen op dit spectaculaire feno-meen. Qua locatie kunt u het beste buiten de stad zijn, zonder afleidende verlichting.

Aardwarmte

Het hele jaar door kunt u op IJsland genieten van de aardwarmte waar het land bekend om staat, bijvoorbeeld in de geothermisch verwarmde zwembaden en warme natuurbaden. In de winter is het contrast tussen de koude buitenlucht en de warme baden extra sterk. De kokende modderpoelen en stomende heetwaterbronnen in het koude winterlandschap leveren bovendien prachtige plaatjes op.

 

IJsland met Hartpatiënten Nederland

Het is onmogelijk om in één keer de enorme veelzijdigheid van IJsland te ervaren. U zult keuzes moeten maken en de kans bestaat dat u na uw eerste bezoek meteen een tweede bezoek wilt plannen, omdat u besmet bent geraakt met het ‘IJslandvirus’.

 

Hartpatiënten Nederland biedt volgend jaar de mogelijkheid aan om met een relatief kleine groep een gedeelte van IJsland te leren kennen. Dat doen we samen met een bijzonder betrouwbare partner: de IJslandspecialist in Capelle aan de IJssel. Op hun site (www.ijslandspecialist.nl) is veel te lezen over het imponerende land.

 

Er valt zoveel te vertellen over dit prachtige land en zijn bewoners dat de pen ook dit keer weer te kort schiet; u zult er zelf naartoe moeten om te ervaren wat IJsland zo bijzonder maakt.

De sluipmoordenaar

 

Een te hoge bloeddruk verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Het verraderlijke is: je merkt er meestal helemaal niets van. Maar wat is nu precies een hoge bloeddruk en belangrijker nog: wat doe je er tegen?

 

Allereerst goed om te weten: hoge bloeddruk is geen ziekte. In de meeste gevallen merkt u er ook helemaal niets van. Maar dat is tegelijkertijd ook het verraderlijke, want een te hoge bloeddruk verhoogt wel het risico op hart- en vaatziekten, zoals een beroerte of hartinfarct. De schade van een te hoge bloeddruk bouwt zich meestal langzaam op; het wordt niet voor niets een sluipmoordenaar genoemd.

 

Daarom is het zaak om uw bloeddruk zo goed mogelijk onder controle te houden. Wie dit verwaarloost, loopt de kans dat de aderen gaan verkalken. Dat is na verloop van tijd levensgevaarlijk, omdat het kan leiden tot verstopte bloedvaten, met bijvoorbeeld een hart- of herseninfarct als gevolg. Een hoge bloeddruk kan ook leiden tot nierschade.

 

Risicofactoren

Het is vaak lastig om de oorzaak te vinden. In sommige families komt een hoge bloeddruk vaker voor, dus het zal voor een deel genetisch bepaald zijn. Belangrijke oorzaken zijn ook overgewicht, een te hoge zoutconsumptie, te veel alcoholgebruik en roken. Ook kunnen bepaalde medicijnen de bloeddruk verhogen, zoals sommige pijnstillers, prednison en de anticonceptiepil.

 

Zeker als u vermoedt dat een of meer van deze risicofactoren bij u aanwezig zijn, is het zaak regelmatig uw bloeddruk te laten meten. Uw bloeddruk geeft de druk in uw bloedvaten weer. Het hart pompt bloed in de bloedvaten, door zich beurtelings samen te trekken en vervolgens weer te ontspannen. We spreken van bovendruk als het hart samentrekt en van onderdruk als het hart ontspant.

Bij volwassenen is een bovendruk van rond de 120 mmHg (millimeters kwik) en onderdruk van rond de 80 mmHg normaal. Bij een verhoogde bloeddruk is de bovendruk hoger dan 140 en de onderdruk hoger dan 90. Bij ouderen ligt dat wat hoger: bij tachtigplussers is een bovendruk van 160 vaak nog prima.

 

Wittejasseneffect

Uw bloeddruk verandert continu, afhankelijk van uw activiteiten, gevoelde spanningen en zelfs uw lichaamshouding. Even één keertje uw bloeddruk meten zegt daarom meestal niet voldoende: voor een goed beeld zult u meerdere metingen moeten doen. Als mensen spanningen ervaren in de spreekkamer (het zogeheten ‘wittejasseneffect’) kan de bloeddruk al hoger zijn dan thuis, waar u zich wel op uw gemak voelt.

 

Is uw bloeddruk in de huisartsenpraktijk erg wisselend, dan kan de huisarts u adviseren om zelf thuis te gaan meten. Zorg er dan voor dat u voorafgaand aan het meten een halfuurtje rustig aan doet, geen alcohol of koffie drinkt en niet rookt. U kunt zelf een bloeddrukmeter aanschaffen, maar soms lenen artsen of ziekenhuizen ze ook tijdelijk uit. Vraag uw arts om advies.

 

Medicijnen

Is eenmaal een te hoge bloeddruk geconstateerd, dan is het uiteraard zaak deze zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Dat kan met medicijnen, maar dat is niet altijd nodig. Uw huisarts kan u hierover adviseren. U kunt meestal zelf ook al veel doen, door gezonder te gaan leven en eten (zie kader). Is uw bloeddruk veel te hoog en helpen leefstijlmaatregelen niet voldoende, dan zal de huisarts medicijnen voorschrijven.

 

Bekende medicijnen tegen een hoge bloeddruk zijn plaspillen, bètablokkers, ACE-remmers, angiotensine-II-blokkers en calciumblokkers. Sommige van die medicijnen, bijvoorbeeld bètablokkers en calciumblokkers, kunnen vervelende bijwerkingen veroorzaken. Heeft u hier te veel last van, ga dan altijd naar de huisarts. Minder nooit uw medicijnen op eigen houtje.

 

 

Zo verkleint u de risico’s

  • Stop met roken! Dit is een van de belangrijkste maatregelen, want roken is zeer schadelijk voor hart- en bloedvaten.
  • Heeft u overgewicht? Zorg er dan voor dat u afvalt. Zelfs een paar kilo maakt al verschil. Lukt u dit niet zelf, vraag dan uw huisarts of een diëtist om advies.
  • Beweeg regelmatig: minstens vijf keer per week een halfuur.
  • Eet gezond en gevarieerd: voldoende groente en fruit, aardappels en graanproducten en niet te veel producten met verzadigd vet.
  • Drink niet te veel alcohol: beperk dit tot hooguit 1 à 2 glazen per dag en liefst niet dagelijks.
  • Zorg ervoor dat u niet te veel stress heeft. Krijgt u uw stress niet onder controle, dan kan uw huisarts u mogelijk adviseren of doorverwijzen naar een psycholoog.
  • Matig met zout. Gebruik liever verse kruiden als basilicum, bieslook of rozemarijn of specerijen als knoflook, peper, cayennepeper, kerrie en nootmuskaat.
  • Let op met kant-en-klare producten: die bevatten vaak ongemerkt veel te veel zout. Bestudeer de etiketten goed.
  • Eet niet te veel drop, want dit bevat de stof glycyrrhizine en dat kan bloeddrukverhogend werken. Datzelfde geldt voor zoethoutthee.

 

Fokko’s leven na een hartinfarct

 

‘s Ochtends vroeg gaat de wekker waarna een frisse douche volgt en een vluchtig ontbijtje. Het werk wacht. Ditzelfde proces herhaalt zich voor velen vijf keer per week. Na werktijd is het tijd voor familie, vrienden en kennissen. Voor menigeen een welbekend beeld van het dagelijks leven. Met een lach en een traan hier en daar zijn wij over het algemeen tevreden over onze dagbesteding, want wij zijn immers gezond; of toch niet? Fokko Smits (52), afdelingsmanager bij een aluminiumverwerkingsbedrijf, bleek dagenlang onbewust met een hartinfarct rond te lopen. Hij vertelt zijn verhaal aan Hartbrug-Magazine.

 

Fokko Smits (52)

 

Ruim twee dagen loopt Fokko rond met pijn tussen zijn schouderbladen en uiteindelijk besluit hij toch even langs de huisarts te gaan. Dat blijkt naderhand een heel erg wijs besluit te zijn geweest, want daar bij de huisarts begint zijn onverwachte ziekbed: ‘De huisarts heeft mij direct door een ambulance laten ophalen waarna ik naar een ziekenhuis in Utrecht ben gebracht. In het ziekenhuis stond een medisch team stand-by om mij op te vangen en direct met de behandeling te beginnen.’

 

Onwetend hartinfarct

Door de lange tijd die – helaas door onwetendheid – voorafgaat aan het vaststellen van de diagnose, loopt Fokko’s hart aanzienlijke schade op: ‘Doordat ik tevens meedeed aan een tweejarig stamcelonderzoek dat synchroon liep met mijn eigen hartonderzoeken, ben ik in het eerste jaar na mijn hartinfarct meerdere malen onderzocht. Tijdens één van deze onderzoeken is in eerste instantie geconstateerd dat mijn pompfunctie nog maar 39% bedroeg.’

 

De medicatie van de Zeistenaar wordt hier vervolgens op aangepast. Na verloop van tijd volgt een uitgebreid onderzoek en de uitslag daarvan is bijzonder verrassend: ‘Het vervolgonderzoek wees uit dat mijn pompfunctie in plaats van de gedachte 39%, maar liefst 50% bedroeg! Vanzelfsprekend was dit voor mij een geluk bij een ongeluk en kon ik weer wat opgeluchter ademhalen.’

 

Langdurig herstel

Nadat uiteindelijk de diagnose en de daarbij behorende gevolgen zijn vastgesteld, begint het herstelproces. Maar dit blijkt moeilijker dan gedacht: ‘Ik had enorm veel last van vermoeidheid en sliep daardoor erg veel. Traplopen was haast onmogelijk en zorgde ervoor dat ik na een paar treden al buiten adem was. Zoiets zorgt er wel voor dat je weer even met beide benen op de grond staat.’

 

Maar Fokko laat zich niet kennen en begint na twee weken met wandelen en fietsen. De afstanden worden groter en langzaamaan gaat hij vooruit: ‘Na verloop van tijd merkte ik dat ik het plafond bereikt had. Ik heb toen een elektrische fiets aangeschaft en na een aantal weken ging het met mij aanzienlijk beter. Tegenwoordig is twintig kilometer fietsen geen enkel probleem!’

 

Positieve boost

Ondanks enkele opstartproblemen met wandelen (Fokko raakte snel vermoeid en was niet in staat om een normaal wandeltempo aan te houden) is de vooruitgang met betrekking tot het fietsen een enorme boost voor Fokko en zijn gezin. Hij is zelfs zo ver dat hij inmiddels in overleg met de artsen het medicijngebruik aan het afbouwen is naar behoeften en noodzakelijkheid: ‘Wat mij betreft geldt hier: hoe minder, des te beter!’

De positieve vooruitgangen hebben ervoor gezorgd dat Fokko zelfs een stap verder is gegaan. Zo is hij in

maart gestart met afvallen en heeft als doel om 38 kilo af te vallen, 24 kilo is hij intussen al kwijt! Het vele bewegen en gezond eten houdt hij vol en hij is vastbesloten om in zijn doel te slagen: ‘Ik moet nog veertien kilo afvallen en dan ben ik op gewicht! Voor mij is dit een enorme mijlpaal.’

 

Change of lifestyle

Volgens Fokko heeft zijn hartinfarct voor een life changing effect gezorgd: ‘Naast de change of lifestyle waarover ik eerder al vertelde, verandert er ook enorm veel in je dagelijks leven. Denk aan je gezinsleven, maar zeker ook werk gerelateerd is het een kwestie van opnieuw beginnen en aanpassen. Voor je naaste is het soms lastig te bevatten wat er allemaal gebeurt, want plots ben je bewuster met dingen bezig.’

 

Na vijf maanden is Fokko weer langzaamaan begonnen met werken, weliswaar parttime. Helaas bleek dit toch te hoog gegrepen en moest hij noodgedwongen een flinke stap terugdoen: ‘Ik zit nu gelukkig weer in de lift en zit nu in het eerste spoortraject. Wat mij betreft ga ik op redelijk korte termijn weer volledig aan het werk in mijn oude job.’

 

Life changing effect

Voor doorzetter Fokko heeft zijn hartinfarct ervoor gezorgd dat hij bewuster is geworden van zaken die er echt toe doen in het leven en belangrijk zijn: ‘Mijn gezin, maar ook onze kleinkinderen, vrienden, kennissen en collega’s. Het lijkt vaak allemaal zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Het is belangrijk om je daarvan bewust te zijn.’

 

Ondanks alles en het herstel wat in volle gang is, heeft ook Fokko zijn moeilijke momenten gehad: ‘Ik heb het meest moeite gehad met het feit dat ik niet meer achter het spreekwoordelijke stuur zat en moest toekijken waar de rit naartoe ging in plaats van zelf de eindbestemming te bepalen. Dat is zeer heftig en tegelijkertijd ook erg ontnuchterend.’

 

En ontnuchterend is het zeker, maar ook daar weet Fokko een positieve draai aan te geven: ‘Een hartinfarct krijgen is één, dat ‘repareren’ is een tweede. Inmiddels kom ik weer met voldoende punten door de APK-keuring en voor mij is dat enorm fijn, maar het zou nog fijner zijn als de omgeving zich dat langzamerhand ook realiseert. Als iemand na zo’n heftig voorval in de tussentijd verandert, geef diegene dan even de ruimte. Maar uiteindelijk kom ik er echt wel weer bovenop en gelukkig ben ik al aardig op weg!’

‘Praat over je onzekerheden’

Na een hartinfarct of andere hartaandoening is het niet gemakkelijk de draad weer op te pakken.
Alicia IJssel de Schepper, gezondheidszorgpsycholoog in het Radboudumc, geeft tips over hoe je je door die onzekere periode heen kunt slaan.

Het valt vaak niet mee om na een hartinfarct of hartoperatie de draad weer op te pakken. Je moet weer opnieuw leren vertrouwen op je lichaam en je eigen kunnen. Gelukkig hoeven patiënten dat niet in hun eentje te doorstaan. Tijdens de revalidatieperiode worden ze daar goed in begeleid: door de cardioloog, maar doorgaans ook door een fysiotherapeut, maatschappelijk werker en eventueel een psycholoog.

Alicia IJssel de Schepper werkt als gezondheidszorgpsycholoog op de afdeling hartrevalidatie van het Radboudumc. ‘Zeker niet alle patiënten hebben psychologische begeleiding nodig’, vertelt ze. ‘Dat bepalen we in eerste instantie op basis van een psychologische vragenlijst. Het gebeurt ook dat een van de andere teamleden een patiënt doorverwijst of dat een patiënt er zelf om vraagt. Bijvoorbeeld omdat hij of zij zich heel onzeker voelt of een bovenmatige angst voelt om zich in te spannen.’

Alicia Ijssel de Schepper

Volgens IJssel de Schepper is die onzekerheid een heel normale emotie na zo’n ingrijpende gebeurtenis. ‘Het vertrouwen in je lijf is beschadigd en het duurt even om dat te herstellen. Je moet echt weer opnieuw wennen aan je lijf. Het kan ook anders aanvoelen, zeker als er een hartklep of defibrillator is geïmplanteerd of dat er een groot litteken over je borst loopt.’

Zo’n litteken kan, zeker bij jongere hartpatiënten, soms echt in de weg zitten bij het aangaan van een nieuwe relatie of als je op vakantie gaat met vrienden. ‘Een belangrijk advies is: praat erover. Je zult merken dat je partner, familie en vrienden het alleen maar fijn vinden als je er open over bent. Probeer ze vooral niet te ontlasten, omdat ze al zo ongerust zijn geweest.’
Soms kan het frustrerend zijn dat het herstel niet snel genoeg gaat voor je gevoel. ‘Vooral jongere hartpatiënten willen vaak te snel te veel. Wij stimuleren dat patiënten hun grenzen opzoeken, omdat ze dan leren wat hun lichaam aankan. Maar doe het wél onder begeleiding. Ga bijvoorbeeld niet na het sporten op de revalidatie ook nog zelf thuis flink bewegen.’ Goed luisteren naar je lichaam is belangrijk. ‘Het geeft genoeg signalen af, zoals vermoeidheid of pijn. Dat is niet voor niets.’

Dat wil niet zeggen dat er niets meer kan. ‘Je mag best je eigen keuzes maken. Wil je per se naar een feestje, ook al weet je dat je dan de volgende dag moe bent, houd daar dan rekening mee bij je planning voor de volgende dag. Tijdens de revalidatie proberen wij zoveel mogelijk handvatten te geven die je helpen bij het vinden van de juiste balans.’

Opmerkelijke bijwerking medicijn? Melden!

 

Slikt u een medicijn en merkt u een vreemde bijwerking die u niet terugvindt op de bijsluiter, meld dat dan! Het kan namelijk wel eens voorkomen dat bepaalde bijwerkingen niet in de bijsluiter staan. Bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb kwamen alleen al vorig jaar 22.000 meldingen binnen, onder meer van bijwerkingen die nog niet in de bijsluiter stonden. Lareb onderzoekt dan wat er aan de hand is, en de nieuwe melding kan zodoende alsnog op de bijsluiter terecht komen.

 

Iedereen reageert anders op een medicijn, zegt Prof. Dr. Eugène van Puijenbroek. Hij is bijzonder hoogleraar Geneesmiddelenbewaking en Geneesmiddelenveiligheid aan de Universiteit van Groningen en onderzoeker bij Lareb. ‘Op de door de fabrikant verstrekte bijsluiter staat een lange lijst van bijwerkingen, waarvan sommige vaker, en andere zelden voorkomen. Maar je moet er altijd op bedacht zijn dat een bepaalde bijwerking er nog niet in staat. Als je als patiënt merkt dat je ergens last van krijgt sinds het slikken van een medicijn en je vindt die bijwerking niet op de bijsluiter terug, dan kan deze patiënt of diens huisarts of specialist dat bij Lareb melden.’

 

Prof. Dr. Eugene van Puijenbroek

De lange lijst die op de bijsluiter staat is niet zoiets als schieten met hagel, vindt Van Puijenbroek. ‘De bijwerkingen worden goed onderzocht en goed genoteerd, en kunnen heel divers zijn.’ Werking en bijwerking zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij geeft een simpel voorbeeld. ‘Aspirine (acetylsalicylzuur) wordt in hogere dosering gebruikt als pijnstiller. Maar een bijwerking was dat je bloed er dunner door wordt.’ In een lage dosering wordt deze stof nu ook gebruikt als bloedverdunner.

 

Veel ziekenhuisopnames hadden voorkomen kunnen worden door een beter begrip van de bijwerkingen. Een op twintig ziekenhuisopnames in ons land heeft met geneesmiddelengebruik te maken. Dat bleek in 2006 al uit onderzoek. Ongeveer de helft van die opnames had mogelijk voorkomen  kunnen worden. Niet al die opnames komen door bijwerkingen, ze konden ook andere oorzaken hebben, aldus Van Puijenbroek. Maar je zou zeker een aantal ziekenhuisopnames kunnen voorkomen als bijwerkingen niet alleen goed bewaakt worden, maar mensen weten wat ze aan bijwerkingen kunnen verwachten zodat je tijdig in kunt grijpen’, aldus de hoogleraar. ‘Stel je vooraf goed op de hoogte van de bijwerkingen.’

 

Sommige bijwerkingen doen zich in het begin van de behandeling voor, maar later niet meer, zoals bijvoorbeeld pijn in de spieren bij het slikken van statines. ‘Doen deze klachten zich voor, praat dan met je huisarts of specialist. Er zijn vaak alternatieven’, zegt Van Puijenbroek.

 

Soms kan het middel erger zijn dan de kwaal, maar ook dat kan individueel bepaald zijn. Ieder individu reageert immers anders op een medicijn, en dan wordt ‘fine tuning’ met arts of specialist belangrijk. Wat is acceptabel en wat niet. ‘Geen medicijn is vrij van bijwerkingen’, benadrukt Van Puijenbroek. Denk maar eens aan het aspirientje, dat ook bloedingen kan veroorzaken. Je moet zelf een afweging maken. Als je teveel last hebt, neem dan contact op met je behandelaar. Stoppen is niet altijd de beste keuze: vaak is behandeling wel nodig! Leg een eventuele wens om te stoppen altijd voor aan de arts of specialist, om te bezien wat de alternatieven zijn.’

 

Voordat een geneesmiddel wordt toegelaten wordt er eerst onderzoek naar gedaan. Dat gebeurt bij een groep relatief gezonde mensen. Komt het middel daarna op de markt, dan wordt het onder een veel grotere groep mensen verspreid. En deze mensen zijn niet gezond, maar hebben het medicijn vanwege een kwaal nodig. ‘Dat levert vaak een ander type bijwerking op dan bij de (gezonde) groep bij wie de fabrikant zijn onderzoek deed. Wat je ziet is dat er dan meldingen komen van eerder onbekende bijwerkingen.’

 

De plannen die er bestaan om in Europees verband medicijnen sneller op de markt te brengen, hoeven niet verkeerd uit te pakken, aldus Van Puijenbroek. Tenminste onder voorwaarde dat er nog preciezer gekeken wordt naar het optreden van onbekende bijwerkingen. ‘Het beeld van bijwerkingen kan onvolledig zijn, in dat geval. Dan moeten we nóg nauwkeuriger kijken naar wat er in de praktijk gebeurt en nóg intensiever naar de nieuwe middelen kijken. Dat is belangrijk om eerder onbekende bijwerkingen goed in kaart te kunnen brengen.’

 

Van Puijenbroek benadrukt dat het beeld dat we hebben van de veiligheid van een medicijn niet alleen een verantwoording is van de farmaceutische industrie en voorschrijvers. ‘Ook als patiënt kun je hier een belangrijke bijdrage leveren’, vindt de onderzoeker. ‘Wanneer je als patiënt een klacht hebt die niet als bijwerking vermeld staat in de bijsluiter, meld die dan en bespreek het met je arts. De veiligheid van geneesmiddelen is een gezamenlijke verantwoording van de industrie, de voorschrijver en de patiënt. We kunnen er met elkaar voor zorgen dat geneesmiddelen veilig hun werk doen!’

 

Stress en koolhydraten zijn vriendjes van type 2 diabetes

 

Stress en koolhydraten zijn in staat om type 2 diabetes te bevorderen of te verergeren. Veel mensen weten niet dat ze door stress te verminderen en het eten van koolhydraten te minderen, zelf iets aan hun type 2 diabetes kunnen doen.

 

Om mensen te helpen bij het ombuigen van hun type 2 diabetes is een programma ontwikkeld dat bewijsbaar tot wel 80 procent van de mensen helpt. Ze voelen zich beter, hebben meer zin om te bewegen, en dat helpt ook weer! Je hoeft daarvoor niet minder te eten, wél anders. En smaakvoller, weet Louis Bolk Instituut wetenschapper Peter Voshol. Hij begon enkele jaren geleden samen met voormalig marketingman Martijn van Beek een project gericht op het helpen van mensen hun diabetes om te keren. En wel door mensen ervan bewust te maken, dat ze zelf iets aan die ziekte kunnen doen, als ze maar wíllen.

 

Martijn en Peter ontmoetten elkaar in 2009 en kwamen met elkaar in gesprek over gezonde voeding. ‘Martijn wilde een stichting oprichten met als doel mensen bewust te maken dat voeding belangrijk is als middel om aan je eigen gezondheid te werken’, legt Voshol uit. ‘We wilden dit ook binnen de medische zorg beter promoten. In de zin van serieus over voeding en leefstijl praten, en niet alleen mensen doorsturen naar de diëtist die zegt wat je allemaal niet mag. Onze insteek is: wat mag je wél!’

 

Peter Voshol

 

‘Als dingen moeten, hebben ze geen gunstig effect’, gaat Voshol verder. ‘Als je iets zelf wilt, leeft het veel meer en is het geen straf. Dat is veel effectiever!’

 

Bij het tweetal voegden zich al snel meer deskundigen, zoals een huisarts uit Haarlem, en hoogleraren uit Leiden en Groningen. In 2011 werd de stichting Voeding Leeft opgericht. ‘De basis van ons programma is: kijk eens wanneer en hoe je eet, in welke context, hoe kook je en bewerk je het eten. Het kan vers en hartig zijn, gezond eten, zonder toevoegingen, niet bewerkt of voorgebakken. Ook naar de artsen toe willen we deze boodschap geven: die hebben immers te maken met chronische zieken, aan wie ze medicatie voorschrijven. Bij veel patiënten is die niet echt effectief, waardoor er steeds meer wordt voorgeschreven. Is dat behandelen of pappen en nathouden, vragen ook veel artsen zich af. Het kan ook anders, dat laten wij hen zien.’

‘Mensen kunnen hun leefstijl veranderen om gezonder te worden. Elke verandering is lastig. Daarvoor werken we ook met een coach, die mensen begeleidt in die verandering.’

Wie wil kan contact opnemen met de stichting en meedoen aan een programma, dat meerdere keren per jaar wordt gegeven om je type 2 diabetes om te keren en ‘gezonder’ te worden. Zo’n programma bestaat uit vijf contactmomenten, met groepen tot maximaal 20 deelnemers. Die worden op verschillende plaatsen in het land gegeven. En het helpt, weten veel deelnemers, getuige enthousiaste reacties op de website www.keerdiabetesom.nl

 

‘Kern is dat we zeggen wat wel mag, niet andersom’, benadrukt Voshol. ‘Hoe kan je voor jezelf iets aan je diabetes doen. Er zit een diëtist bij die verder kijkt dan de neus van het Voedingscentrum lang is. Er is een arts bij. Verder een kok, want het eten moet lekker zijn. Een coach helpt bij verandering. Want de reden waarom je slecht eet kan te maken hebben met je situatie op emotioneel of sociaal gebied. En stress. Ook dat is een belangrijke factor, die afgebouwd kan worden. Het programma laat je ervaren hoe je dit zou kunnen doen.’

 

Pratend met Voshol valt op, dat niks moet. En dat is ook wat het programma zo aantrekkelijk maakt, aldus de bedenkers ervan. ‘Het is de deelnemer zelf die uiteindelijk bepaalt wat hij of zij wil. Wij laten mensen bijvoorbeeld zien wat het belang is van goed meten van de glucosespiegel. Veel mensen doen dat alleen nu en dan ter controle. Voor hen is het goed om te weten dat je dat vaker zou kunnen doen, in de ochtend, middag en avond, zodat je kunt zien wat voor effect eten en stress hebben op je bloedsuikerspiegel. En wat voor effect gezond eten en een gezonde leefstijl daarop heeft. Aan de metingen kunnen we zien of we goed omgaan met eten.’

 

‘Het blijkt dat de ‘suiker’ in je bloed gemeten over de dag varieert. Dat kan ook met stress te maken hebben, en dat is logisch in deze 24-uursmaatschappij, de almaar aandacht vragende mobiele telefoons, kunstlicht en andere stressfactoren. Wie teveel stress opbouwt, gaat daar last van krijgen. De een krijgt het aan zijn hart, de ander heeft last van hoge bloeddruk, weer anderen gaan stress-eten en worden te dik. Stress is deels oorzaak van diabetes, maar verergert die ziekte ook.’

 

‘Op zijn tijd rusten en goed slapen is belangrijk. Ga eens wandelen in het bos, je zou yoga kunnen gaan doen, maar vooral op jouw manier rust zoeken.’

 

Niet iedereen heeft de gelegenheid om aan een programma mee te doen. Daarom heeft de stichting een boekje uitgebracht, Kickstart getiteld, waarin mensen geholpen worden om twee dagen lang gezond te eten. Ze kunnen dan zelf meten welk positief resultaat dat heeft.

 

Meer informatie via www.keerdiabetesom.nl, waar u zich ook kunt abonneren op de nieuwsbrief. Via deze site kunt u vragen stellen of gewoon rondkijken wat de mogelijkheden zijn.

 

‘Het is volstrekt normaal dat je onzeker bent’

 

Je werkt en hebt een druk sociaal leven, maar dan krijg je opeens een hartinfarct of andere hartkwaal. Hoe krijg je je leven weer op de rit? Roy Luza, werkzaam als fysiotherapeut op de afdeling hartrevalidatie in ziekenhuis Tergooi locatie Blaricum, vertelt wat daar allemaal bij komt kijken, ook op het psychische vlak.

 

‘Voorheen lag de focus na een hartinfarct of hartoperatie voornamelijk op het oefenprogramma’, vertelt Roy Luza. ‘De patiënt moest zo snel mogelijk weer in goede conditie komen. Vaak werd er aan voorbij gegaan dat zo’n ingrijpende gebeurtenis ook psychisch een behoorlijke impact heeft.’

Dat is tegenwoordig gelukkig anders; patiënten krijgen al vanaf het begin van de revalidatie psychische begeleiding. Bij Tergooi in Hilversum en Blaricum wordt gewerkt met een multidisciplinair team, waar naast de cardioloog en verpleegkundige(n) ook fysiotherapeuten, een psycholoog, een diëtist  en een maatschappelijk werker deel van uitmaken.

Die psychische begeleiding is zeker geen overbodige luxe, zegt Luza. ‘Na de eerste schrikreactie gaan patiënten vaak pas echt nadenken, bijvoorbeeld over dat ze er wel eens niet meer hadden kunnen zijn. Dat is volstrekt normaal, dat maakt echt iedere patiënt door. Vaak zijn ze ook het vertrouwen in hun lichaam kwijt. Dat moet weer opnieuw worden opgebouwd.’

 

Het is belangrijk als daar direct na het infarct of de operatie voldoende aandacht aan wordt besteed, zodat mensen niet te lang in hun eentje gaan piekeren. Ook de partners van de hartpatiënten worden in het programma meegenomen. ‘Wat wij in de praktijk merken, is dat de partners vaak nog veel angstiger zijn. Zij hebben bijvoorbeeld de reanimatie van hun partner meegemaakt; dat is behoorlijk traumatisch. Ze zijn vaak overbezorgd dat er weer iets gebeurd. Ook voor hen is de boodschap: het is echt heel normaal dat je onzeker bent. Door patiënten en partners zo goed mogelijk voor te lichten en zoveel mogelijk informatie te geven, voorkom je dat ze zich onnodig druk maken.’

 

Volgens Luza hebben de meeste patiënten de eerste zes tot twaalf weken moeite met het mentale en psychische herstel na het doormaken van een infarct of operatie. Ook lichamelijk duurt het zeker zes tot twaalf weken voor je weer redelijk functioneert. ‘In het hartrevalidatieprogramma begeleiden wij patiënten om langzaamaan weer hun grenzen te verleggen en te bewaken en hun conditie te optimaliseren.’

Voor ze kunnen starten met het actieve gedeelte van het programma gaan patiënten eerst naar de cardioloog voor een inspanningstest. ‘Dit is noodzakelijk om de belastbaarheid van het hart te bepalen en zo komt eventuele problematiek alsnog aan het licht. Zo blijft de veiligheid gewaarborgd en is er een goed beeld van de algehele conditie bij aanvang van de revalidatie. Tijdens de revalidatie voeren we stapsgewijs de belasting op om zo binnen 10 tot 12 weken zo optimaal mogelijk te kunnen herstellen. Zowel op geestelijk en lichamelijk vlak.’

Zeker bij relatief jonge patiënten gebeurt het wel eens dat ze te overmoedig raken. ‘Dat is niet erg, mits ze maar onder onze begeleiding trainen en niet op eigen houtje aan de slag gaan in een sportclub.’ Na het revalidatieprogramma kan dat meestal wel. ‘Dan hebben we patiënten precies uitgelegd hoe ze moeten trainen en wat ze wel en niet aankunnen.’

 

Roy Luza