Het belang van vitamine B12

Vitamine B12 is cruciaal voor een normale werking van het lichaam. Zonder kun je simpelweg niet leven en een tekort aan B12 kan dan ook allerlei (ernstige) klachten veroorzaken. Hajo Auwerda, werkzaam als internist bij de B12 Kliniek, geeft uitleg.  

Waarom is vitamine B12 zo belangrijk?

“Deze vitamine speelt een rol in allerlei systemen in het lichaam, zoals de zenuwvoorziening en het neurologisch stelsel. Ook speelt het een cruciale rol in het metabolisme en de energievoorziening van onder andere de hartspiercellen. Als je een tekort hebt aan vitamine B12, kun je een verhoogd homocysteïne ontwikkelen. Dit kan leiden tot onder andere aderverkalking. Verder speelt B12 een belangrijke rol in je weerstand.”

Hoe ontwikkel je een vitamine B12 tekort?

“Dat is lastig te zeggen. We weten dat veganisten en tachtigplussers sowieso een verhoogd risico hebben, maar men kan ook op weefselniveau een verhoogde methylering - een chemische reactie die in de cellen van je lichaam plaatsvindt - hebben, waardoor men meer B12 nodig heeft en verbruikt. Ik zeg altijd tegen patiënten: zie het als de motor van een auto die niet zuinig rijdt. Die auto moet vaker naar de pomp. Dat geldt ook voor mensen met een vitamine B12 tekort. Er zijn daarnaast veel conserveermiddelen waarvan niemand weet wat voor effect ze eigenlijk hebben. Inmiddels weten we dat wel van lachgas, narcose en verdovingsmiddelen. Deze middelen kunnen de structuur van vitamine B12 dusdanig kapotmaken, dat je het soms nog wel in het bloed kunt meten, maar het niet meer functioneel is. Word je vaak onder narcose gebracht, zou je dus zomaar een probleem met vitamine B12 kunnen hebben of ontwikkelen.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

We willen samen impact maken

Hartpatiënten Nederland is onlangs netwerkpartner geworden van Lifestyle4Health. Dit Nederlandse Innovatiecentrum voor Leefstijlgeneeskunde wil impact maken op het gebied van leefstijl in de zorg: een missie die Hartpatiënten Nederland voor de volle honderd procent steunt. Marjan van Erk, programmamanager bij toegepast onderzoeksinstituut TNO: “Het is heel belangrijk dat we juíst partijen als Hartpatiënten Nederland meenemen in de transitie naar leefstijlgeneeskunde.”

Lifestyle4Health is begonnen bij wetenschappers Ben van Ommen en Hanno Pijl, die afzonderlijk van elkaar tot de ontdekking kwamen dat leefstijl van groot belang is bij type-2 diabetes en een rol zou moeten krijgen in de behandeling van alle leefstijl gerelateerde ziekten. “Leefstijlaanpassingen hebben veel impact als het aankomt op de behandeling van chronische ziekten. Leefstijl heeft invloed op allerlei processen in het lichaam. Een ongezonde leefstijl kan een ziekte in de hand werken of versnellen. Juist daarom proberen wij leefstijl als medicijn steeds verder op de kaart te zetten. Leefstijl implementeren in de reguliere zorg heeft ontzettend veel meerwaarde.”

Verbinding

Van Erk, die een achtergrond als wetenschapper op het gebied van voeding en gezondheid heeft, houdt het hele programma rondom leefstijlgeneeskunde bij Lifestyle4Health met collega Hanneke Molema draaiende. Samen met de betrokken partijen geven ze hun missie op het gebied van leefstijl handen en voeten. “Ons doel is coördineren en verbinden, impact in de praktijk vergroten en dit wetenschappelijk onderbouwen. Die wetenschappelijke basis is voor ons van groot belang. Het mooie is dat het woord leefstijlgeneeskunde vijf jaar geleden, toen we net begonnen, nog helemaal niet bestond, maar inmiddels een geaccepteerd onderwerp is. Sterker nog: onlangs is er nog een driejarig programma gestart over leefstijl in de zorg. Dat is natuurlijk een fantastisch resultaat en daar hebben we mede bij Lifestyle4health hard voor gewerkt. We zijn er nog lang niet, maar het balletje is in ieder geval gaan rollen.”

Samen winst behalen

Om nóg meer teweeg te kunnen brengen, werkt Lifestyle4Health nauw samen met haar partners. Ook Hartpatiënten Nederland is hier nu onderdeel van. “Iedere partij die onze missie steunt en hier graag aan wil bijdragen, kan onze partner worden. Wij proberen hen zoveel mogelijk te informeren over wat er allemaal in deze wereld gebeurt, organiseren bijeenkomsten om elkaar te ontmoeten en kennis uit te wisselen en kijken waar we samen de impact kunnen vergroten.” Hoewel Lifestyle4Health is begonnen in het diabetesveld, is dit aandachtsgebied inmiddels uitgebreid. Lifestyle4Health is erg blij dat er een samenwerking met Hartpatiënten Nederland tot stand is gekomen, zegt Van Erk. “In eerste instantie was er bij type-2 diabetes het meeste bewijs en de meeste aandacht voor leefstijl als onderdeel van de behandeling, maar inmiddels is dat ook bekend bij hart- en vaatziekten. Doordat Hartpatiënten Nederland nu onze netwerkpartner is, kunnen we samen meer aandacht geven aan leefstijl als onderdeel van de behandeling van hart- en vaatziekten. Er zijn zoveel aandoeningen op het gebied van het hart en de vaten waarbij leefstijlveranderingen voor mensen veel kunnen opleveren. Als onderdeel van de behandeling of om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt of verergert.”

Zorgprofessionals én patiënten

Een ander belangrijk feit in dit verhaal is volgens Van Erk dat steeds meer naar voren komt hoe belangrijk het is om patiënten van het begin af aan actief te betrekken. “Als we het hebben over leefstijl in de zorg, gaat het om de interactie tussen de patiënt en de zorgprofessional. Beide partijen moeten we meenemen als we leefstijl in de zorg willen implementeren. Dat vraagt iets van zowel de zorgprofessional als de patiënt. Via Hartpatiënten Nederland kunnen we de mensen met hart- of vaatziekten er actief bij betrekken. Daar liggen naar mijn idee zeker kansen. We kunnen het met elkaar bijvoorbeeld gemakkelijker maken voor patiënten om leefstijl te veranderen en ze handvatten geven op het gebied van leefstijl. Zo kunnen we vanuit Lifestyle4Health, met alle partners, langzaamaan steeds meer verandering teweegbrengen. Er zijn nog altijd veel hobbels, zoals het rondkrijgen van financiering voor onderzoek naar leefstijl bij ziekten, maar tegelijkertijd ook veel kansen. Samen kunnen we bij een grote groep mensen nóg meer gezondheidswinst behalen en hopelijk zowel hartpatiënten als zorgprofessionals prikkelen. Samen met Hartpatiënten Nederland en andere partners van Lifestyle4Health grijpen we die kans met beide handen aan.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Marjan van Erk

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Hartpatiënten Nederland is netwerkpartner van lifestyle4health

De plaatsing van een ICD en autorijden

Een ICD grijpt in bij gevaarlijke hartritmestoornissen en bewaakt het hartritme door een schok af te geven. Echter heeft de plaatsing van een ICD ook invloed op andere zaken, zoals autorijden. Waar moet je rekening mee houden en wat zijn de risico’s? Ruud Bredewoud, Hoofd Medische Zaken van het CBR, geeft antwoord.

In de begintijd van de ICD leidde het risico op een foute schok ertoe dat iedereen met een ICD zijn rijbewijs automatisch moest inleveren, maar door de tijd heen is er gelukkig steeds meer ervaring opgedaan en gelden er nu andere regels. Moderne ICD’s hebben zelfs niet eens meer altijd een schok nodig, maar kunnen het hart ook met een soort pacingfunctie op orde krijgen. “Een ICD is een prachtige uitvinding die voorkomt dat je aan een plotse hartdood overlijdt, maar er zijn ook risico’s aan verbonden”, vertelt Bredewoud. “Zo bestaat er een kans dat het apparaat niet therapeutisch afgaat, maar per ongeluk: een foute schok. Gelukkig is inmiddels gebleken dat het aantal onterechte schokken meevalt, maar we hebben hiervoor wel regelgeving die aan de ene kant rekening houdt met het belang van de hartpatiënt om toch auto te kunnen blijven rijden en aan de andere kant het risico voor de maatschappij als het apparaat inderdaad per ongeluk afgaat.”

Beoordeling

Allereerst is er een verschil tussen mensen die een ICD hebben gekregen uit preventie en mensen die het apparaat geplaatst hebben gekregen omdat ze daadwerkelijk een hartstilstand hebben gehad. “Heb je een ICD puur uit preventie, dan mag je na twee weken weer in een personenauto rijden. Heb je echt een hartstilstand gehad, dan moet je twee maanden wachten. Voor de keuring kan je cardioloog het apparaatje in ieder geval volledig uitlezen en op basis daarvan het formulier invullen. Deze gegevens van je eigen cardioloog – dat hoeft dus geen andere arts te zijn – kun je inleveren als keuringsrapport bij het CBR. Op basis daarvan beoordeelt het CBR dan je toestand en wordt er binnen drie tot vier weken een besluit genomen. Heb je veel of weinig klachten? Heb je recent nog een schok gehad? Dat nemen we allemaal in de beoordeling mee.”

Bevoegdheden

Uiteindelijk krijg je dan een beperkt rijbewijs waarop staat welke bevoegdheden je hebt. “Er wordt bijvoorbeeld vermeld of het voor privégebruik of beperkt zakelijk gebruik is en of er eventueel andere beperkingen zijn. Dit rijbewijs is vijf jaar en in heel Europa geldig. Na die vijf jaar moet je opnieuw worden gekeurd. Er zijn overigens wel een paar dingen die überhaupt geen optie meer zijn voor mensen met een ICD, zoals een vrachtwagenrijbewijs. Dat zit er in zowel Nederland als de rest van Europa niet in, omdat dit risico te groot is. Daarnaast mogen mensen met een verhoogd risico geen koeriersdiensten rijden en zich te lang op de weg bevinden. Toch is er een uitzondering. Soms kun je in overleg met je werkgever – hij moet het er natuurlijk wel mee eens zijn – een beperkt rijbewijs voor vier uur per dag zakelijk rijden krijgen, dus beperkt zakelijk gebruik. Dit gaat dan dus niet over het vervoeren van personen. Dan ben je namelijk verantwoordelijk voor anderen en dat risico vinden we bij mensen met een ICD tevens te groot.”

Cardioloog

Heb je al een ICD en moet deze worden vervangen? Dan kun je gewoon overleggen met je cardioloog, zegt Bredewoud. “In dit geval hoef je niet nog een keer langs te komen bij het CBR, maar kun je met je cardioloog bespreken wanneer het voldoende genezen is en wanneer je weer kan en mag autorijden. Je cardioloog is in de voorlichting altijd belangrijk. Hij moet ook met jou bespreken wat voor effecten het plaatsen van een ICD heeft op je rijbewijs en mogelijk je werk, zodat je daar als patiënt ook een afweging in kunt maken. In sommige gevallen kan alleen medicatie ook een goede oplossing zijn en hoeft er helemaal geen ICD aan te pas te komen. Hoe dan ook is het altijd belangrijk om te blijven bedenken hoe je je voelt. Dat geldt niet alleen voor mensen met een ICD, maar voor iedereen. Het is en blijft een stuk eigen verantwoordelijkheid als je de weg opgaat.”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief. Helpt u ons? Wij helpen u.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Een pompfunctie van vijf procent

Al op haar achtste moest Margriet Hulsker 

(40) een openhartoperatie ondergaan. De jaren erna had ze nergens last van, totdat ze op haar negenentwintigste ineens klachten kreeg. Intuïtief wist ze meteen dat dit haar hart was, maar lange tijd werden haar klachten niet serieus genomen. Totdat het voor Margriet bijna te laat was.

Op haar vierde kreeg Margriet kanker. Toen werd ook ontdekt dat ze een ruis op haar hartje had, maar dat was op dat moment minder belangrijk dan het feit dat ze kanker had. Na verschillende chemokuren werd Margriet genezen verklaard. Vanaf dat moment was er pas echt aandacht voor haar hart. “Op mijn achtste was ik sterk genoeg om een openhartoperatie te ondergaan. Zo kon er een lapje op mijn hart worden geplaatst en zou de lekkage waarvan ik last had, kunnen worden opgelost. De operatie ging goed en daarna heb ik dan ook nooit meer problemen gehad. Ik kon mijn leven voluit leven en van mijn hart had ik geen last.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Iceman Wim Hof: ‘Wij hebben als mens een veel groter zelfhelend vermogen dan we tot nu toe hebben aangenomen’

Hij is 63 jaar, beresterk en doet krachtoefeningen die mensen met de helft van zijn leeftijd soms niet eens voor elkaar krijgen. Wim Hof, wereldwijd bekend als The Iceman, heeft met zijn methode wetenschappelijk bewezen dat de mens door blootstelling aan kou controle kan krijgen over lichaam en geest. Door dit te trainen, zijn we zowel fysiek als mentaal tot veel meer in staat.  

Cardiovasculaire aandoeningen staan nog altijd in de top van de meest voorkomende doodsoorzaken. Volgens Hof geen wonder, want we hebben onszelf door de jaren heen veel te veel verwend. Alles is makkelijk: we zijn qua gedrag teveel in de comfortzone verzeild geraakt, zegt hij. “Ons cardiovasculair systeem is erop gebouwd om de warmte in het lichaam op peil te houden, maar omdat wij niet meer buiten leven, altijd kleding dragen en verwarming hebben, wordt dit systeem niet meer getriggerd. Miljoenen mensen, en dan praat ik niet alleen over Nederland, lijden aan een slechte bloedsomloop. Een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, aderverkalking en nog veel meer. Dat kan allemaal worden weggenomen door ons regelmatig bloot te stellen aan kou en ons vasculair systeem te trainen.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Patiënten met hart- en vaatziekten zitten veel minder lang door aangepaste revalidatie

Te veel zitten is ongezond, vooral voor patiënten met hart- en vaatziekten. Een aangepast revalidatieprogramma zorgt ervoor dat deze patiënten veel minder lang zitten. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd onder leiding van Thijs Eijsvogels van het Radboudumc, gesteund door de Hartstichting.  

Je hebt het vast eerder gehoord: Te veel zitten is ongezond. Zo hebben mensen die meer dan 9.5 uur per dag zitten een hogere kans op overlijden, vooral aan hart- en vaatziekten. Dus minder lang zitten is goed voor je, zeker voor patiënten die al lijden aan hart- en vaatziekten. Daar komt nog bij dat deze patiënten gemiddeld een uur langer zitten per dag dan de rest van de bevolking. Bij deze groep is dus veel winst te behalen. Onderzoek van het Radboudumc toont nu aan dat gerichte aanvullingen op het standaard revalidatieprogramma de zittijd van patiënten met hart- en vaatziekten sterk verkort.

Opstaan bij elk doelpunt

Arts-onderzoeker Bram van Bakel van de afdeling Fysiologie en eerste auteur van de studie onderzocht meer dan tweehonderd patiënten die deelnamen aan hartrevalidatie. Ruim driekwart had net een hartinfarct gehad. De patiënten werden verdeeld over twee groepen. Beide groepen namen gedurende 3 maanden deel aan het reguliere revalidatieprogramma, maar bij de interventiegroep werd daarnaast specifieke aandacht besteed aan minder zitten. Van Bakel legt uit hoe dat in zijn werk ging: ‘Deze patiënten werden voorgelicht over de risico’s van te veel zitten en stelden samen met de revalidatieverpleegkundige concrete doelen om minder te zitten. Ook kregen ze een slimme bewegingsmeter mee naar huis die gekoppeld was aan hun smartphone. Zo kregen de patiënten en de verpleegkundigen inzicht in het zitgedrag. Bovendien ging de bewegingsmeter trillen als de patiënt een half uur onafgebroken zat.’ De deelnemers waren erg gemotiveerd en toonden zich creatief. Van Bakel: ‘Een patiënt, tevens fervent voetballiefhebber, vertelde dat hij tijdens het WK bij elk doelpunt opstond. Hij kreeg zijn vrienden en familie zelfs zover om dit ook te doen!’

Kortere zittijd

De interventie wierp zijn vruchten af. Na drie maanden zat meer dan de helft van deze groep minder dan 9.5 uur per dag, terwijl dat bij slechts een kwart van de controlegroep die alleen het reguliere revalidatieprogramma onderging het geval was. Ook nam de gemiddelde zittijd in de interventiegroep met 1.6 uur af, tegenover een afname 1.2 uur in de controlegroep. Onderzoeksleider Thijs Eijsvogels: ‘De afname in zittijd was dus ook in de controlegroep erg groot. Dat hadden we niet verwacht. Mogelijk waren de revalidatieverpleegkundigen zo enthousiast over de interventie dat er toch wat doorgesijpelde naar het reguliere revalidatieprogramma. Verder zagen patiënten van beide groepen elkaar geregeld. Wellicht is de controlegroep hierdoor beïnvloed, waardoor zij ook minder zijn gaan zitten. Hoe dan ook is het goed nieuws dat deze patiënten minder lang zijn gaan zitten.’

Gedragsverandering

De onderzoekers zijn al druk bezig met de toekomst. Eijsvogels: ‘Vrijwel iedereen die we hebben benaderd voor de studie wilde meedoen. Deze patiënten zijn dus echt bereid om hun gedrag te veranderen. Ons onderzoek laat ook zien dat je zitgedrag best makkelijk kunt veranderen, maar niet als je mensen aan hun lot overlaat. Nu we hebben aangetoond dat we de zittijd drastisch kunnen verkorten gaan we een nieuwe studie opzetten waarin we de gezondheidswinst van onze interventie kunnen aantonen. Daarvoor hebben we grotere groepen patiënten nodig dan we nu hebben onderzocht. Ik ben er van overtuigd dat deze aanpak de ernst van hart- en vaatziekten vermindert en sterfte kan voorkomen.’

Over de publicatie

Dit onderzoek is gepubliceerd in the International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity: Effectiveness of an intervention to reduce sedentary behaviour as a personalised secondary prevention strategy for patients with coronary artery disease: main outcomes of the SIT LESS randomised clinical trial. B.M.A. van Bakel, S.H. Kroesen, E.A. Bakker, R.V. van Miltenburg, A. Günal, A. Scheepmaker, W.R.M. Aengevaeren, F.F. Willems, R. Wondergem, M.F. Pisters, M. de Bruin, M.T.E. Hopman, D.H.J. Thijssen, T.M.H. Eijsvogels. DOI: 10.1186/s12966-023-01419-z.

Bron: www.radboudumc.nl

Mechanische hartklep

Al haar hele leven heeft Mirjam Oerlemans (57) klachten. Ze is geboren met een hartafwijking: een bicuspide aortaklep. Door de jaren heen ging Mirjam steeds verder achteruit, waardoor haar vorig jaar een risicovolle operatie te wachten stond. Ze had afscheid genomen van haar familie en al, maar wist wonder boven wonder goed uit de operatie te komen.

Vroeger al kon Mirjam nooit meekomen met leeftijdsgenoten. Gingen zij een stukje rennen, was zij in een mum van tijd moe. Ze was nog maar zestien jaar toen ze haar eerste hartaanval kreeg en net de twintig gepasseerd toen het opnieuw fout ging met haar hart. “Ik stond altijd onder controle, maar er werd verder nooit echt actie ondernomen. Echter lieten nieuwe onderzoeken en technieken door de jaren heen zien dat ik steeds meer defecten aan mijn hartklep had. Maar mijn annulus, waar een eventuele nieuwe hartklep in zou moeten komen, bleek te klein en vervormd te zijn. Daardoor zou er volgens artsen nooit een klep in kunnen die ervoor zou zorgen dat ik weer normaal functioneerde.”

(meer…)

Jopen brengt koolhydraatarm bier op de Nederlandse markt

 

Hij was in Amerika toen Michel Ordeman, eigenaar van Jopen, voor het eerst te maken kreeg met het fenomeen koolhydraatarm bier. Dat kwam, voor zover hij wist, in Nederland nog helemaal niet voor. Het idee om zélf koolhydraatarm bier te gaan brouwen, werd dan ook geboren.

Bier met weinig koolhydraten: het klinkt misschien te mooi om waar te zijn. Toch is het Jopen inmiddels gelukt om - als eerste op de Nederlandse markt - twee koolhydraatarme varianten te brouwen. “In Amerika zijn ze veel meer bezig met dit soort dingen, dus bijvoorbeeld met de hoeveelheid koolhydraten en calorieën in een product”, vertelt Michel. “Maar dat kunnen wij hier natuurlijk ook. De uitdaging zit ‘m dan niet alleen in hoe je bier met minder koolhydraten kunt brouwen, maar vooral in hoe je ervoor zorgt dat het tóch vol van smaak blijft. Hoe meer koolhydraten je er namelijk uithaalt, hoe leger de smaak wordt. Dan moet je dus zorgen dat je voldoende andere smaken toevoegt om het bier toch lekker te houden.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Zó is afvallen daadwerkelijk vol te houden

 

Eén op de drie mensen heeft problemen met het gewicht. Toch kost afvallen soms de grootste moeite. Hoe je dit het beste volhoudt? Diëtist en leefstijlcoach Femke van Liere van Fit For Foodies geeft tips.

Wanneer je wilt afvallen, is het allereerst belangrijk om je af te vragen waarom. Je kunt namelijk wel tegen jezelf zeggen dat je tien kilo wilt afvallen, maar als je niet helder hebt wat dat je gaat brengen, heb je eigenlijk geen doel, vertelt Femke. “Je moet op zoek gaan naar de uiteindelijke beweegreden. Er zit altijd een soort onderliggende behoefte achter. In plaats van het doel te stellen dat je wilt afvallen, kun je ook tegen jezelf zeggen dat je aan een goede gezondheid wilt werken. Probeer te bedenken dat het niet alleen om het resultaat gaat. Het wil niet zeggen dat tien kilo minder zaligmakend is. Dat je dan ineens gelukkiger bent of wél die baan krijgt die je zoekt. Mensen stellen vaak allerlei voorwaarden aan dat resultaat, maar bedenk echt wat het je brengt. Dat is een hele belangrijke in dit proces van gedragsverandering.”

(meer…)

Erik Scherder : oud worden, jong blijven: het kan echt

Een mens op z’n vijfenzestigste oud? Nee! Onzin. Van dat idee moeten we af. Als het tenminste aan hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder ligt. Met zijn nieuwe boek Oud worden, jong blijven geeft hij een duidelijke boodschap af: stop met al die vooroordelen over ouderen.

Ouder worden is tegenwoordig een actueel onderwerp, en ook één die nog altijd gepaard gaat met stereotypering. Waarom zou iemand op z’n vijfenzestigste bijvoorbeeld niet meer kunnen werken? Volgens Scherder moeten we ophouden met op deze manier naar ouderen kijken. “Velen van ons zijn opgegroeid met het idee dat ouder worden met gebreken komt. Natuurlijk heb je meer kans op gebreken, maar dat betekent niet dat je nergens meer toe in staat bent. Er zijn genoeg oudere mensen die nog heel graag willen werken, maar overal worden afgeserveerd vanwege hun leeftijd. Onterecht. De achteruitgang begint al op je dertigste en niet pas op je vijfenzestigste. Iemand van vijfenzestig kan wel net zo fit zijn als iemand van dertig. Als je maar actief blijft.”

Moeite doen

Oud worden en jong blijven is volgens Scherder dan ook zeker mogelijk, mits we moeite doen. Dit is een boodschap die als een rode draad door zijn boek loopt. Of je nu jong of oud bent: moeite doen is de sleutel tot succes, zegt de hoogleraar. “Als je jong bent, gaat moeite doen als het ware vanzelf. Je gaat naar school, vervolgens doe je een studie of cursus, solliciteer je, wissel je eens van baan… Kortom: je zet je in en daagt jezelf uit. Op den duur, als je ouder wordt, heb je vaak een vaste baan en een gezin, heb je je plekje als het ware gevonden. Dat is zo rond je dertigste tot vijfendertigste. Dat je op bepaalde vlakken dan minder wordt uitgedaagd en dat dat gevoel van moeite doen een beetje verdwijnt, merk je nog nauwelijks. Want, zo blijkt uit studies, je past je omgeving gewoon een beetje aan. Totdat je vijfenzestig bent, geen kinderen meer thuis hebt wonen en met pensioen gaat. Dan sta je opeens weer voor het nemen van grote stappen en kun je merken dat het wat minder makkelijk gaat. Juist daarom moet je je hele leven zowel fysiek als mentaal moeite blijven doen. Dan kun je die stabiele lijn doortrekken en daarmee het risico op alle negatieve effecten van het ouder worden – dus vanaf je dertigste – verkleinen.”

Lichamelijke uitdaging

Er is overigens wel een kanttekening. Het is een ander verhaal als je je hele leven zwaar lichamelijk werk hebt gedaan en ‘versleten’ bent, zegt Scherder. “Voor deze mensen is het vaak beter om met pensioen te gaan, zeker bij klachten. Als zij met pensioen gaan, zie je vaak dat ze fysiek echt opknappen doordat er rust in het lichaam komt. Echter kun je dan wel lichamelijk met pensioen gaan, maar dat betekent niet dat je jezelf cognitief niet kunt blijven uitdagen. Wat dat betreft moet je gewoon doorpakken. En op de zojuist genoemde uitzondering na, geldt voor iedereen dat de combinatie van jezelf zowel cognitief als lichamelijk uitdagen, het meest ideaal is.”

Cognitieve inspanning

Bij cognitieve inspanning kun je bijvoorbeeld denken aan een cursus. Iets dat dus écht wat van je vraagt. Scherder noemt als voorbeeld een bekende studie van de onderzoeksgroep van Denise Park, genaamd The Busier the Better. “Aan deze studie hebben allerlei mensen van tussen de vijftig en negenentachtig jaar meegedaan. Wat bleek? Hoe drukker deze mensen waren, hoe beter het met ze ging. In die studie hebben ze deze mensen twee intensieve cursussen op serieus niveau laten doen, namelijk quilten en fotografie. Na beide cursussen bleek ook het geheugen van de deelnemers te zijn verbeterd. En dat terwijl het geheugen helemaal niet specifiek getraind werd, maar tóch ging het vooruit. Waarom? Omdat ze iets compleet nieuws gingen doen dat moeite kostte. Juist daarom moet je je brein je hele leven lang, dus ook als je met pensioen gaat, blijven inspannen. Anders krijg je te maken met iets dat we ‘underuse’ noemen: je brein als het ware te weinig gebruiken.”

Elke stap is er één

Is er dan ook nog een bepaalde leeftijd waarop het te laat is? Nee, zegt Scherder. “Hoe eerder je jezelf gaat uitdagen, hoe beter. Toch zijn er ook door de jaren heen genoeg momenten waarop je dit alsnog kunt oppakken. Of je nu zestig of zeventig bent: grijp die kans. Probeer ook als hartpatiënt zowel cognitief als fysiek – en dat laatste natuurlijk wel in overleg met je cardioloog – in een zo goed mogelijke conditie te blijven. Probeer te bedenken waar je grens ligt, zonder over je grens te gaan. Als je de hele dag, of een groot deel van de dag, zit, kun je het zitten dan misschien onderbreken? Tussendoor even opstaan? Je hart is een spier en die is gebaat bij iedere vorm van activiteit. Elke stap is er één, zeg ik altijd. Je kunt die neergaande lijn van ouder worden dan wel niet meer omhoog krikken, maar je kunt ‘m nog wel horizontaal laten lopen. Dat is natuurlijk al geweldig. Voor elke leeftijd geldt hetzelfde: doe moeite!”

Waarom brengt HPNL dit onder de aandacht?

Wij willen onze lezers zo breed mogelijk van nuttige informatie voorzien en op die manier de samenleving transparanter maken. Dat behoort tot onze doelstelling. Wij helpen daarbij. Onafhankelijk en objectief.

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Erik Scherder

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.