Lente

Als u dit leest is de lente al weer begonnen, maar dit stukje werd geschreven in februari, hartje winter, kort nadat Nederland genezen was van die allerprettigste volksziekte, de elfstedenkoorts. In mijn geval wil dat zeggen: geschreven met een dieprode neus en een snotgootje waarvan de dijken moeite hebben met het verhoogde aanbod. Want ik heb een neus van die neuzenboom waarover plezierdichter Daan Zonderland schreef: ‘Zodra het echter winter wordt/ En het begint te vriezen,/ Dan worden al die neuzen paars/ En al die neuzen niezen.’

Mijn zorgzame betere helft voorziet het medicijnkastje elke december van een voorraad bruis- en zuigtabletten, hoestpastilles en Vissermans vriend. Echt helpen doet het al lang niet meer, maar met zulke medicinale lekkernijen wordt het er wél een stuk aangenamer op. Water aan de kook in een steelpannetje, lepel Dampo erin, en dan maar snuiven met je hoofd onder de handdoek. Ik zou het heilzaam jeugdsentiment willen noemen. Sinds een jaar of twee heb ik in het medicijnkastje ook een boekje staan dat Mario Molegraaf heeft samengesteld: Ik wou wel weer een beetje ziek zijn. Het bevat ‘Honderd gedichten waarvan je beter wordt’. Nou ja, een beetje beter als je een beetje ziek bent. Het is literaire levertraan voor de lezende grieplijder. Flink van in te nemen als het net iets erger is dan een ‘paracetamollendag’, zoals de dichter Chris Veraart dat noemde. Als je in bed liggend met krakende stem mag zeggen dat een dubbel getrokken bouillon je algehele gesteldheid beslist ten goede zou komen.

Maar ook de lente mogen we niet onderschatten. Driek van Wissen waarschuwde al: ‘Het vroege voorjaar heeft z’n grillen –/ Dan waart de griep bijvoorbeeld rond…’ Dat rijmt op ‘volle pond’, en dat weer op ‘als een hond’.  Mocht me dat dezer dagen overkomen, dan volg ik het doktersadvies dat Eduard Elias in 1965 gaf in een column over griep: ‘zwezerik en cognac’.

Column door: Ed Schilders

Overpeinzing over sekseverschillen…

In veel opzichten gaapt er een wereld van verschil tussen mannen en vrouwen. Neem nu bijvoorbeeld de wezenlijk ándere manier van omgaan met kwaaltjes en serieuze gezondheidsproblemen.

Anders dan vrouwen gaan de meeste mannen gewoonlijk veel later naar de huisdokter met een ongemak. Veel heren lopen ook langer door met een aandoening. Waardoor die dikwijls al in een ver(der) stadium is. En dat heeft soms ernstige gevolgen…

Allesbehalve verstandig dus. Maar, zo zijn veel mannen nu eenmaal. Ze stellen uit en klagen er vervolgens lustig op los. Maar naar de dokter, ho maar!

Vrouwen doen het in de regel dus aanzienlijk beter. Zij zijn duidelijk het verstandigst van de twee seksen.

Toch is er iets vreemds aan de hand zodra er geneesmiddelen voorgeschreven worden. Want hoewel vrouwen de wijsheid bezitten die de mannen ontberen, krijgen zíj medicijnen die bijna altijd uitsluitend zijn getest op… mannen!

‘Geneesmiddelenonderzoek is nog steeds voornamelijk geënt op jonge, blanke mannen.’ Dat zegt de Limburgse onderzoeker dr. Ineke Klinge. En ze vervolgt:

‘Dat geneesmiddelen vervolgens bij vrouwen, ouderen en niet-blanke personen níet of ánders blijken te werken, zou eigenlijk geen verrassing mogen zijn.’ Toch is dat dikwijls zo.

De opmerkingen van Klinge zijn raak, ze stemmen tot nadenken. Eigenlijk: opnieuw tot overpeinzen. Want het door haar aangehaalde probleem is helaas niet nieuw. Eerdere oproepen van andere kritische derden aan het geneesmiddelenonderzoek en de farmaceutische industrie om zich niet alleen tot de man als medicijn-model te beperken hebben helaas weinig tot niets uitgehaald.

Want, concludeert Klinge: ‘Bij het farmacologisch onderzoek worden verschillen tussen mannen en vrouwen, maar ook verschillen in leeftijd en etniciteit, niet of nauwelijks verdisconteerd.’

Als biomedisch wetenschapper werkend voor het onderzoeksinstituut CAPHRI (academisch ziekenhuis Maastricht) ontwikkelde zij een internetpagina over gender-verschillen in relatie tot gezondheid. Klinge, die ronduit spreekt van farmacologische verwaarlozing (‘omdat de verschillen tussen mannen en vrouwen niet of niet voldoende worden onderkend’), deed haar studie in opdracht van de Europese Commissie.

Op haar website www.genderedinnovations.eu doet zij een terechte oproep aan vakgenoten om in hun onderzoek nu eindelijk eens rekening te houden met de verschillen tussen mannen, vrouwen… én kinderen. Want ook die krijgen dikwijls nog uitsluitend bij volwassen mannen uitgeteste medicijnen – zij het in een aangepaste dosering.

Een zinvolle oproep.

Positief denken, positief voelen

Is het kopje half vol of is het half leeg? Het kopje kan het niets schelen, het is voor de helft gevuld, het verschil zit hem in hoe wij er naar kijken, of beter gezegd, wat wij er bij voelen.

Emoties bepalen hoe wij in het leven staan, of we kunnen genieten van het leven of niet.

Er wordt veel gepraat over positief denken, en daar begint het ook mee, maar het werkt alleen als we daar ook met ons gevoel bij kunnen komen. Als we ons voorhouden dat we geen last van het weer hebben, maar ons gevoel het daar niet mee eens is, zullen onze gedachten het toch verliezen. Hart en hoofd moeten het met elkaar eens zijn. Als we alleen vanuit het hoofd leven, doen we het hart tekort, maar ook het omgekeerde is niet de bedoeling. Het gaat om een gezond evenwicht.

Hoe kunnen we meer positiviteit in ons leven brengen? Eerst moeten we dat natuurlijk echt willen. Als dit je wens is, is het belangrijk dit positief te formuleren.

Als we ons afvragen wat we graag zouden willen in ons leven, volgt vaak een opsomming van wat we niet willen, dus eigenlijk hoe we niet zouden willen leven.

Dit kan zelfs averechts werken, aangezien het onderbewuste het begrip ‘niet’ niet kent.

Als je tegen jezelf zegt dat je morgen niet te laat wil komen op je afspraak, vertel je je onderbewuste dus eigenlijk dat je te laat wilt komen.

De oplossing is dan om tegen jezelf te zeggen dat je morgen op tijd wilt komen. Dus een positieve formulering.

Dus de eerste stap is je af te vragen of positiviteit wel hetgene is waar je aan wil werken.

Zo ja, dan is de volgende stap er volledig achter te gaan staan.

De derde stap is dan het bewust er mee bezig zijn. Wees je bewust van negatieve gedachten en gevoelens. Veroordeel jezelf niet voor deze gevoelens en gedachten, zie jezelf als een lerend wezen. Rekenen en schrijven hebben we ook niet in een dag geleerd.

De laatste stap is het omzetten van de negatieve gedachten en gevoelens in positieve.

Onthoud daarbij dat je de omstandigheden, en ook andere mensen niet kan veranderen. Alleen je eigen gevoel hierover.

Het kopje is voor de helft gevuld, en ik besluit lekker te genieten van wat er nog over is.

Column door: Jan Chin

Hoe overleef ik de crisis?

Het is natuurlijk niet uit te leggen waarom wij dieper in de toch al bijna lege buidel moeten tasten om onze recepten te betalen, terwijl er miljarden naar landen als Griekenland gaan. Het is niet uit te leggen waarom uitgerekend de banken met hun bonuscultuur die de crisis hebben veroorzaakt, door de belastingbetalers met miljarden gespekt worden. Want het gaat niet om de redding van Griekenland, het gaat om de redding van de banken die de Grieken verleid hebben tot het doen van dwaze investeringen. Die banken willen hun geld terugzien. Geld dat ze aan Griekenland hadden geleend voor luchtbelprojecten. De Grieken zelf worden van al die door Europa erin gepompte miljarden geen cent wijzer. Integendeel. De prijzen stijgen explosief, uitkeringen zijn gekelderd van 600 naar 450 euro. Bijna alle Grieken aan de bedelstaf kortom. En de enkele (super)rijke Grieken weten hun miljarden veilig achter het Zwitserse bankgeheim.

Geld pompen in een zwart gat betekent intussen een zware aanslag op ons eigen economisch systeem, dat er toch al niet florissant bijstaat. Bijna ieder van ons merkt dat in eigen beurs. Hoe platter die beurs, des te harder gaat ons hart kloppen en stijgt onze bloeddruk. Dit is niet goed voor onze gezondheid!

Stress is een van de voornaamste oorzaken – en misschien wel dé oorzaak – van hartproblemen. Waar de crisis toeslaat en bijna niemand nog begrijpt wat er gebeurt, slaat ook de stress toe. Hoe kunnen we daarmee omgaan? Hoe voorkomen we ernstige problemen met hart en vaten? Hoe verdrijven we onze eigen somberheid en depressie?

De basis onder de economische en vervolgens ook onze eigen persoonlijke crisis is gebrek aan vertrouwen. We vertrouwen het niet meer, we vertrouwen elkaar niet meer. En dan slaan angst, paniek en depressie wild om zich heen. Dan volgen stilstand en verlamming. Waar angst eenmaal de scepter zwaait, is de beer los. Dan volgt de ene panische beslissing op de vorige misslag en raken we van de regen in de drup. Angst is een slechte raadgever, zowel mondiaal als op persoonlijk niveau.

De enige remedie is het herwinnen van vertrouwen. Alleen vertrouwen kan ons redden. Ontspannen ademhalen, onder alle omstandigheden, in het hier en nu leven, het leven accepteren, want het is zo en niet anders. En vanuit deze acceptatie vertrouwen dat wát ons overkomt, ons ook móet overkomen. We leren ervan, hoe zwaar de lessen soms ook zijn. Vertrouw op het leven en accepteer verlies. Wie verlies weigert te accepteren om welke reden dan ook, blijft in toenemende stress leven en zet zijn of haar gezondheid op het spel. Wie niet kan verliezen, kan niet winnen. Door verlies te accepteren, herwin je je vrijheid!

Column door: Henri Haenen

Voedselvrees

Ik vrees dat voedselvrees niet iets van de laatste tijd is. In feite worstelen we er al eeuwen mee, maar hoewel we steeds beter gewapend lijken tegen alles wat vies en voos is, schijnt het niet minder te worden. Dat komt vooral nu de handel in grondstoffen steeds internationaler wordt, zegt de European Food Safety Authority. Ook de klimaatveranderingen spelen een rol: veel ziekteveroorzakers gedijen bij hogere temperaturen. Misschien dat door de droogte water is gebruikt met verontreinigingen, om te sproeien of om groente fris te houden of, zoals geopperd wordt, om taugé te kweken, waarvoor hoge temperaturen ook nodig zijn.

Begin 19de eeuw werd in Engeland slechte wijn met lood vergiftigd, bewust, omdat de smaak dan wat zachter werd. Net zoiets dus als de antivries in Oostenrijkse wijn in 1985, een toen al oude truc. Dat was expres, uit winstbejag. Halverwege de 19de eeuw werd Berlijn opgeschrikt door een voedselschandaal: iemand had vanille-ijs vergiftigd. Niet dus: er was onhygiënisch gewerkt, met dodelijke gevolgen. Ook toen al.

Soms is vergiftiging – of  de angst daarvoor – het gevolg van externe omstandigheden, zoals de straling van Tsjernobyl (1986) of het haringwormpje (1968), waarvoor de haring nu altijd eerst wordt ingevroren.

Maar meestal is het winstbejag samen met onwetendheid (het antispatmiddel in Planta, 1960), goedkoper onhygiënisch werken (Listeria bacterie in kaas), aflatoxine in pinda’s, tot dioxine – en resistente bacteriën – in kippen, allemaal omdat het goedkoper is een oogje dicht te knijpen. Dat brak bijvoorbeeld ook Perrier op toen er benzeen in het mineraalwater gevonden werd (1990) omdat de filters niet goed gereinigd waren.

Dat het Spaanse olijfolieschandaal (1981) veel slachtoffers maakte, was ook het gevolg van onscrupuleuze producenten en overheidsambtenaren die, om het geld, hun werk niet goed deden.

De Chinese melkproducenten die kinderen met melanine vergiftigden deden dat ook uit winstbejag. Dat hebben die gifmengers met de dood moeten bekopen. Ik ben er niet rouwig om.

Column door: Johannes van Dam †

Sci-Fi?

Het moet aan het begin van de jaren ’70 geweest zijn dat ik hem zag, de film Fantastic Voyage. Ik moest er laatst weer aan denken toen ik een artikel las over de ‘Hart-TomTom’. Dat is een zeer verfijnd, nieuw hulpmiddel bij het uitvoeren van sommige hartoperaties, bijvoorbeeld het inbrengen van hartkleppen. Eigenlijk heet het de ‘Heart Navigator’, en door de precisie ervan dringt de vergelijking met TomTom zich op. Chirurgen hoeven niet meer, zeg maar, onderweg het raampje open te draaien om de weg te vragen aan voorbijgangers. Van elke patiënt een Falk-plattegrond op maat.

Vandaar dat ik aan Fantastic Voyage dacht. In deze science fiction-film worden drie geleerden in een onderzeeër microscopisch verkleind en reizen ze door het lichaam van een patiënt om een bloedstolsel in de hersenen te verwijderen. Een van de drie geleerden werd gespeeld door Raquel Welch, en ik moet eerlijk zeggen dat het me nogal teleurstelde dat Raquel de hele reis rondliep in een soort astronautenpak. Maar van de andere kant werd mijn interesse in anatomie ruimschoots beloond door de spectaculaire beelden vanuit het binnenste van de patiënt. De film werd om die reden vaak gebruikt voor onderwijsdoeleinden.

Tegenwoordig is de illusie van een reis door het lichaam volop voorhanden. In Oegstgeest, in Museum Corpus, begeef je je door een aantal op grote schaal nagebootste lichaamsdelen. En wie er de deur niet voor uit wil: op het internet zijn websites te vinden waar je een celdeling kunt meemaken, of het hart- en vaatstelsel kunt bezoeken.

Het kan even duren, maar de beste science fiction wordt altijd werkelijkheid. De ‘Heart Navigator’, zo besluit het artikel, wordt nog verbeterd. Het kan nog wel wat jaartjes duren, maar dan is de ingreep ook ‘live, in kleur, en 3D te zien’. Dan is het een kwestie van tijd voordat er een populaire variant beschikbaar zal zijn. Bij Nintendo of Wii. En misschien kan je dan net als bij TomTom kiezen welke stem je reisleider is. Dan kies ik Raquel Welch.

Column door: Ed Schilders

Let op de financier van onderzoek!

De Reclame Code Commissie verwees in november van het afgelopen jaar een opvallende klacht, van de actiegroep Wakker Dier tegen de Universiteit van Wageningen en de Nederlandse Zuivelorganisatie, naar de papierversnipperaar.

Wakker Dier, dat zegt op te komen voor het welzijn van dieren in de bio-industrie, had beweerd dat de (melk)industrie de (Wageningse) wetenschap via sponsoring van onderzoek had misbruikt om reclame te maken voor haar eigen producten.

Alles draaide om een persbericht van ‘Wageningen’ dat de zuiveldrank een goede invloed heeft op het tegengaan van hart- en vaatziekten bij de mens. Dat alles werd opgeleukt met prikkelende one-liners zoals ‘Melk goed tegen hart- en vaatziekten’ en ‘Joris Driepinter had toch gelijk’. Over deze boude bewering ontstond, ook internationaal, forse consternatie. De universiteit zwakte de hartclaim vervolgens beduidend af.

‘Wakker Dier bleek echter niet in staat om in deze zaak aannemelijk te maken dat er daadwerkelijk van enige beïnvloeding van de industrie van het onderzoek of de berichtgeving daarover, sprake is.’ Aldus advocaat mr. J. Kronenberg, die optrad namens de Universiteit van Wageningen.

Het is echter niet voor het eerst dat wetenschappelijk ‘verpakte’ berichten de wereld worden ingestuurd om commerciële producten aan te prijzen.

Neem nu dit bericht dat eind 2011 verscheen: ‘Volgens een Deense studie is kaas niet slecht voor het cholesterolgehalte in het bloed.’ Eerst ben je als redacteur van een harttijdschrift geneigd dit nieuws te plaatsen. Het lijkt immers redelijk onderbouwd. Dus: leuk voor de lezers!

Totdat je de financiers van de studie in het oog krijgt: de Deense zuivelsector… Misschien goed en gedegen onderzoek, geen twijfel daarover. Alleen zou het bij wijze van spreken beter zijn geweest als een totaal onafhankelijke club van cholesteroldeskundigen geroepen zou hebben dat kaas niet slecht is voor het cholesterolniveau.

En zo zijn er meer van dit soort wetenschappelijke aanprijzingen in omloop: de drankensector die de gezondheidseffecten van alcohol aanprijst, de visbranche die stelt dat vette vis goed is voor hart- en bloedvaten, de bloemenindustrie die meent dat ruikers zacht voor uw neus zijn.

Zal allemaal best zo zijn. Maar besef dat een financier van onderzoek meestal niet zonder belangen

Column door: Jan van Overveld

Ego’s

Ik had een droom. Een boze droom. Een naargeestig ventje op een al even naargeestig ministerie speelde daarin een hoofdrol. Ik zag hem tekeer gaan in een ministerieel kamertje. Iets met een spuit, meende ik te horen. En over een gast die weigerde de spuit ter hand te nemen. Een arts nog wel. Deze arts wilde helemaal geen spuitgast zijn.

Op de gesloten deur van de ministeriële kamer stond een bordje met de tekst: alleen voor ego’s. Ik deinsde terug. Je hebt ze in allerlei soorten en maten, droomde ik. Ego’s. Grote en kleine, dikke en dunne, smalle en brede. Lichtgewichten hebben vaak de grootste ego’s, lange tenen en een kort lontje. Het voordeel van lichtgewicht zijn is dat je sneller naar boven drijft en dus eerder terug te vinden bent in bestuurlijke- en managementfuncties. Ter compensatie van het lichte gewicht worden de ego’s vet opgeblazen zodat ze beter boven blijven drijven.

Zo’n ego wordt doorgaans niet gehinderd door enige sociale compassie en ook anticipeert het niet op een algemeen maatschappelijk belang. Alleen het eigen belang telt. Het zoekt bondgenoten bij machtscentra en machthebbers die de eigen positie kunnen versterken. Het opvallende van deze egoïsten is dat ze volledig in hun hoofd zitten, terwijl hun lichaam er daaronder maar wat bij hangt en van achter de grauwe grijsheid van een driedelig streepjespak een gestijfselde indruk wekt.

Deze vederlichte bombasten weten zich gaarne omringd door applauscolleges van hielenlikkers en vet betaalde advocatenkantoren, die moeten waken over hun uitdijende belangen en hun macht veilig moeten stellen. Tegen mensen die hen de waarheid zeggen.

Het narcistische ego is belust op slechts twee zaken: geld en macht. Hoe groter het ego, des te kleiner het geweten.

Lastig als opeens een vervelend mannetje het verdomt om het spel mee te spelen en tegen iedereen zegt dat het spel niet in de haak is. Daar kunnen de machtswellustelingen niet tegen. Het mannetje moet zijn brutale klep houden. En als hij dat weigert wordt grof geschut uit de kast gehaald. Dan worden er batterijen advocaten aan het werk gezet om het mannetje voor het gerecht weg te vagen en de vlerk voor eens en voor altijd het zwijgen op te leggen. Raadslieden wier extatische gages uiteraard door de nietsvermoedende belastingbetaler gedekt worden.

Ik schrok wakker en dacht: het opgeblazen ego vindt pas rust als elke kritiek is verstomd en iedereen weer naar zijn pijpen danst.

Iedere schijn van overeenkomst van deze droom met de juridische actie van het Rijk en een Rijksambtenaar tegen huisarts Hans van der Linde in diens kruistocht tegen de massale griepprik berust op louter toeval.

Column door: Henri Haenen

Fijn zout

Luister naar topkoks en je zult horen dat ze, om hun fijne gerechten te zouten, absoluut afraden om gejodeerd zout te gebruiken. Niet zo zeer omdat ze de heilzame werking van jodium, zoals in Jozo, het bekende AkzoNobel product, willen ontkennen, maar puur om gastronomische redenen. Het zout wordt bitter door de jodium – in feite kaliumjodide, waarbij voor nierpatiënten het kalium ook nog een probleem kan zijn. Zgn. dieetzout, waarin kalium het natrium vervangt, is dan ook geen goede oplossing. Minder zout dan maar, maar dan wel beter!

Het jodiumtekort speelt vooral bij schildklierproblemen in bepaalde streken waar bv. weinig in het drinkwater zit en voor bakvissen (de menselijke soort). Gejodeerd zout bevat 1,5 mg per 5 gram zout, wat meer dan genoeg is voor dagelijks gebruik. Overdosering van jodium is dan zelfs niet uitgesloten, want onze tolerantie voor jodium is maximaal 1,1 mg/dag! Wat we nodig hebben is ± 0,15 mg/dag. Overigens bevat brood meestal jodium door het gebruik van broodzout of bakkerszout en wie bv. zeevis eet hoeft zich nergens zorgen over te maken.

Nu is er op de markt een zee aan zoutsoorten die niet gejodeerd zijn, vooral in het alternatieve circuit, maar ook in delicatessenwinkels.  Meestal is dat zeezout (uit zeewater gewonnen) en dat bevat vaak slechts 0,001-0,003 mg/5 gram.  Helaas gaat het dan meestal om grof zout. Veel koks schrijven dat soort zout ook voor, vooral om het bijvoorbeeld op het laatste moment over het voedsel te strooien, met name voor het knapperige effect.

Heel aardig, maar de hoeveelheid zout die je daardoor binnen krijgt is dan onredelijk groot. Alleen het opgeloste deel van het zout geeft smaak, en bij grof zout is dat maar een fractie van het toegevoegde zout. De rest gaat zonder iets bij te dragen aan de smaak wel mee naar binnen en draagt zo bij aan de totale zoutinname, dus om wille van de knapperigheid wordt zout overgedoseerd. Ik hoef u niet te vertellen dat dat ernstige medische consequenties kan hebben: 2 gram zout per dag is voldoende, 6 gram wordt tegenwoordig als het maximum aangegeven, maar we schijnen gemiddeld zeker 9 gram per dag binnen te krijgen. Gebruik van fijn zout, dat sneller en efficiënter smaak geeft dan grof zout, is dus gezonder!

AkzoNobel brengt in principe ongejodeerd fijn zout op de markt (vroeger Nezo, nu Jozo Naturel), maar de bekende grootgrutter bij mij in de buurt heeft dat niet op de schappen staan. Dus worden we, ongewild, naar de kleinere of alternatieve middenstander gedreven om dit zo belangrijke deel van ons dieet – we kunnen wel minderen, maar niet zonder – te kunnen aanschaffen.

Voor wie het nog niet wist: er is zelfs een speciale zoutwinkel: www.salsamentum.nl in Amsterdam waar ze u nog veel meer over zout kunnen vertellen en waar ze ook zout via de webshop verkopen.

Column door: Johannes van Dam †

Melk

Enige tijd geleden plaatste de Universiteit van Wageningen een persbericht op haar website, het resultaat van een wetenschappelijk onderzoek dat in haar opdracht was uitgevoerd en gedeeltelijk betaald werd door de zuivelindustrie. De uitkomst: ‘Melk goed tegen hart- en vaatziekten’. Toen later bleek dat het onderzoek daarin helemaal niet zo stellig was als werd gesuggereerd, moest de universiteit het bericht aanpassen.

Waarom gebeuren zulke dingen? Om wetenschap te verkopen, en in dit geval ook melk, zeker. Maar het gebeurt ook omdat melk zo goed als onzichtbaar geworden is. Vroeger stonden de weilanden vol melkkoeien en kon je de gezwollen uiers zien bengelen als kerkklokken boven het groene gras. Een paar keer per dag kwamen de koeien gezellig bij elkaar bij de melkmachine, en elke dag werden de volle melkbussen aan de straatkant gezet. Dan heb je geen wetenschappers meer nodig. Of liever: toen waren de koe en de boer de wetenschappers. En we wisten het zeker zonder overdrijving van de resultaten: melk is gezond. ‘Joris Driepinter had toch gelijk’, stond er ook nog in het gewraakte persbericht. Alsof wij daar ooit aan getwijfeld hebben. Ook daar hoefde geen wetenschappelijk bewijs aan te pas te komen. Geheel vrijwillig sloten wij ons aan bij de Melk-brigade. De doppen van zilverpapier op de flessen verzamelden we voor de missie.

Nu melk alleen nog maar in steriele kartonnen pakken zit, is de industrie aangewezen op reclame, en wetenschap kan die promotie een overtuigend jasje geven. De man van de universiteit gaf het toe: het persbericht was bedoeld als ‘aandachtstrekker’, en hij beloofde dat ze in Wageningen voortaan ‘terughoudender’ zullen zijn. Voor de zuivelindustrie heb ik een goede tip. Er zijn, vooral in de negentiende eeuw, honderden schilderijen gemaakt van de allermooiste koeien. Willem Maris, Jan van Ravenswaay, Willem Roelofs… Laat die koeien op je website zien. Overtuigender kan niet. Behalve misschien met het Melkmeisje van Johannes Vermeer.

Column door: Ed Schilders