Koolhydraatarm als leefstijlinterventie

Voeding als middel om grip op je gezondheid te krijgen

In het vorige artikel in HartbrugMagazine hadden we het over leefstijlinterventie, simpel gezegd, wat je zelf kunt doen om jouw gezondheid terug in eigen hand te nemen. Omdat voeding een zeer groot deel is van jouw leefstijl, en we nu eenmaal meerdere keren per dag eten, is dit vaak een uitstekend startpunt om leefstijlaanpassingen mee te beginnen. In dit artikel bespreken we de voordelen van koolhydraatarm eten.

Wat is koolhydraatarm eten?

Met een koolhydraatarm voedingspatroon eet je veel vetten en weinig koolhydraten. Eigenlijk verander je de brandstof van jouw lichaam, van insuline (het afbraakproduct van koolhydraten) voor ketonen (het afbraakproduct van vetten), vandaar dat de strikte versie van koolhydraatarm ketogeen wordt genoemd. Nou zijn we allemaal opgegroeid met het gedachtegoed dat vetten slecht zijn voor je cholesterol en dat vooral verzadigd vet hart- en vaatziekten aanjaagt. Dit advies is gebaseerd op onderzoek uit 1986.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Berichten van coronafront

ROERMOND – Hartpatiënten zijn zo bang besmet te worden dat ze klachten liever nog even aanzien dan dat ze zich bij de dokter melden. Dat is de stellige indruk van onder meer de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), maar ook van medewerkers van de hartafdelingen van ziekenhuizen in den lande. ‘Normaal melden zich dagelijks tussen de tien en twintig mensen op de Eerste Harthulp. Sinds een paar weken zien we dat hooguit drie, soms zelfs maar één patiënt zich meldt met klachten’, zegt Marja de Klein, verpleegkundige op de hartbewaking van het Laurentius ziekenhuis in Roermond (LZR). Marja gaat tevens mee met onze mooie HartbrugReizen als verpleegkundige.

Marja de Klein

Marja denkt dat de drempel voor veel mensen met hart klachten hoger is geworden. ‘We hebben de indruk dat mensen het nog even aankijken. Veel mensen wachten af. Uit angst voor corona. Zo was er hier iemand die met forse benauwdheids klachten werd opgenomen. Hij werd vervolgens negatief getest op corona. ‘O, gelukkig, geen corona’, was zijn reactie. Maar die benauwdheid kon wel wijzen op hartproblemen.’

Cardiologie

‘We hebben op cardiologie twee weken gehad dat er bijna geen patiënten waren. Dat is zó onwerkelijk. Waar blijven al die mensen? Natuurlijk, de cardioloog heeft telefonisch spreekuur, maar veel mensen durven gewoon niet te komen, vermoed ik.’

‘Gebruik je gezonde verstand’, roept Marja mensen op. ‘Als je klachten hebt, meld je dan gewoon. We zijn er voor u. Het zou jammer zijn achteraf te moeten horen dat je een hartinfarct hebt gehad.’ En ze benadrukt: ‘Je bent veilig in het ziekenhuis. Niet iedereen heeft corona, en de corona-afdelingen zijn goed afgeschermd van de rest van de afdelingen.’

Extra diensten

Ze draait nu veel extra diensten. Vijf dagen werken, een dag vrij, dan drie dagen werken en weer een dag vrij. Normaal werken op de hartafdeling in totaal zo’n 25 zorgmedewerkers. ‘Enkele medewerkers van de hartbewaking helpen uit op de IC, hun diensten moeten we nu ook opvangen.’

Het werk op de hartafdeling is soms hectisch. ‘Iedereen die binnenkomt wordt behandeld als potentieel corona patiënt. Totdat het tegendeel bewezen is. Dat betekent dat ik bij iedere nieuwe patiënt een beschermend pak, mondmasker, bril en handschoenen moet aandoen, en dat is intensief . Daarom kunnen we ook terugvallen op extra personeel op de  werkvloer.’ In deze tijd wordt iedereen flexibel ingezet. ‘Er heerst een grote saamhorigheid,’ benadrukt Marja.

Hectiek

Marja noemt als voorbeeld van zo’n hectiek een dag in april. ‘We hadden een paar opnames tegelijk op de Eerste Harthulp. Voor deze mensen moesten we natuurlijk elke keer nieuwe beschermende kleding aandoen.’ Ook het feit dat er geen familie bij patiënten mag is extra belastend. Zeker voor de patiënt, die alleen is in zijn angst en onzekerheid. Daar wil je ook extra aandacht aan besteden.

Marja en haar collega’s draaien veel extra uren door de corona crisis. ‘Het is intensief, dus je moet zelf goed in de gaten houden of het je niet te veel wordt. Mensen die aan hun grens zitten kunnen gesprekken hebben met een psycholoog of andere gewenste opvang.’

Zij heeft veel respect voor mensen in de zwakzinnigenzorg, verpleeghuizen en de thuiszorg, die lange tijd onbeschermd juist meer blootgesteld worden aan risicopatiënten. ‘Er is nu veel aandacht voor de verpleging in het ziekenhuis, maar ook deze mensen mogen niet vergeten worden! Iedereen verdient straks een pluim als alles achter de rug is.’

Lieke

Een van die zorgwerkers is Lieke*. Zij werkt in een verpleeghuis en ziet mensen om haar heen ziek worden en sterven. Lieke werkt ’s nachts als verpleegkundige samen met twee verzorgenden op de gesloten afdeling van het tehuis met dertig bewoners. Als er iets acuuts gebeurt kan Lieke terugvallen op een hoofdverpleegkundige die ’s nachts gebeld kan worden.

‘Er is veel angst onder de bewoners. We maken gebruik van tablets voor contact met de familie, maar dat neemt lang niet alle zorgen weg.’

‘Ik heb het er erg moeilijk mee dat je de familie niet kunt ondersteunen. Tel daarbij op dat mensen met dementie niet kunnen aangeven dat ze zich niet goed voelen. Het probleem is dat de symptomen vaak anders zijn. De ene hoest niet, de andere krijgt ademnood. Er kan een punt komen dat deze ouderen geen orale vocht-/voeding-/medicatie- toediening meer tot zich kunnen nemen. Daardoor zien we dat de onderliggende ziektebeelden naar boven komen, en moet men soms acuut snel handelen. Soms moeten we samen in overleg met familie en het team onze cliënten dan palliatief behandelen.

Zuurstof

‘Als je in een ziekenhuis werkt zijn er zat mensen rondom je heen met wie je in acute situaties kunt overleggen. Ik sta er echter alleen voor, ik kan hooguit de hoofdverpleegkundige of de dienstdoend arts bellen en informeren over de toestand van de bewoner. Onlangs heb ik de hoofdverpleegkundige in één nacht drie keer moeten bellen over het verhogen van de maximale toediening van zuurstof.’

‘Ik hoorde eind maart dat er in Genk een 30-jarige verpleegster was overleden aan corona, even oud als ik dus. Zij werkte ook in een verpleeghuis, net als ik. Als ik na mijn werk thuiskom, probeer ik afstand te houden, ga ik eerst douchen voor ik mijn twee zoontjes van 2 en 5 jaar omhels. Ik vlieg ze echt niet in de armen als ik thuiskom.’

‘Ik hoop dat de epidemie snel voorbij is. Ik werk al zes jaar in het verpleeghuis en ken de bewoners best wel goed. Als je die door zo’n stom virus moet verliezen, vind ik dat heel erg!’

* Lieke is een naam die we voor dit artikel gebruiken.

Haar echte naam is bij de redactie bekend.

Voor meer artikelen over o.a corona klik hier

Leven gered door zoon

Karin Koolen uit Emmen dankt haar leven aan haar toen 16-jarige zoon Denny, die in 2009 zijn moeder met succes reanimeerde. Ze werd met spoed naar het ziekenhuis in Emmen gebracht waar ze nog enkele hartstilstanden kreeg. Ook daar moest ze worden gereanimeerd. ‘Dankzij mijn zoon zit ik hier nog’, vertelt ze terugkijkend op een moeilijke periode.

De nu 54-jarige Karin Koolen kreeg in 2002 haar eerste hartinfarct. De huisarts maakte echter een volledig foute diagnose, zoals in die tijd zo vaak gebeurde bij vrouwen. De dokter zei dat de toen 35-jarige Karin haar ribben gekneusd had. ‘Vlak daarvoor was ik met skeeleren gevallen en sindsdien zat mijn pols in het gips’, aldus Koolen. ‘Toen ik ’s nachts naar bed ging, kon ik niet liggen van de pijn tussen mijn schouderbladen. De dokter stuurde me van het kastje naar de muur. Hij liet me er weken mee door lopen. Bij de gipscontrole vermoedde de arts een longembolie en stuurde me naar de longarts. Die stuurde me weer door naar de cardioloog. Daar pas bleek dat ik een zwaar hartinfarct heb gehad. Door de foute diagnose is de helft van mijn hart afgestorven. Ik ben toen gelijk van huisarts veranderd.’

16-jarige redt leven moeder

Zeven jaar later kwam haar man de trap op en zag Karin op een rare manier in bed liggen. Hij riep zijn zoon Denny erbij, die direct begon met reanimeren. ‘Hij had een cursus BHV gehad op school’, aldus Karin. In het ziekenhuis werd ze een tijd in coma gehouden. Op 4 oktober 2009 werd ze wakker. ‘Ik kon haast niks meer’, herinnert ze zich. ‘Zelfs niet praten.’ In november 2009 kreeg ze een ICD. ‘Die is sindsdien vier of vijf keer afgegaan. De eerste keer zei ik nog tegen mijn man: hij werkt wel!’

De ICD werd vorig jaar vervangen. Veel last heeft ze niet van het levensreddende apparaatje. Alleen als ze boven haar hoofd moet werken zitten de kabeltjes onder de arm in de weg. Dat wil haast niet, aldus Karin.

Geheugen

Aanvankelijk moest Karin om de zoveel maanden op controle, nu nog maar eens per jaar. Van haar hartstilstanden heeft ze wel een bijwerking overgehouden. Door zuurstofgebrek in haar hersenen kantelt haar rechtervoet. Gelukkig kan ze nog goed lopen. ‘Alleen mijn kortetermijngeheugen werkt nog niet goed. Ik moet alles opschrijven, anders vergeet ik het.’ Mede daarom houdt haar man een dagboek bij waarin alles staat wat er sinds de opname in 2009 is gebeurd. Karin slikt naar eigen zeggen zeven soorten medicijnen, zoals bloedverdunners en bètablokkers. Ze prijst zich gelukkig dat ze geen diabetes heeft.

Familiekwaal

‘Hartkwalen zitten bij mij in de familie’, vertelt Karin. ‘Mijn vader overleed op 66-jarige leeftijd aan een hartstilstand, en ook mijn ooms hadden hartziekten. Het komt van twee kanten: mijn moeder stierf vijf jaar geleden aan een hartstilstand. Mijn broer had vier jaar geleden een hartstilstand. Gelukkig heeft zijn zus hem gereanimeerd. Zij kreeg hulp van een buurvrouw, die via een speciale reanimatie-app werd gealarmeerd. Mijn twee jaar oudere zus is de enige die geen hartproblemen heeft.’

Wandelen

Haar werk heeft Karin moeten opgeven. Ze was werkzaam bij een medisch bedrijf. ‘Leuk werk’, zegt ze, ‘Jammer dat ik het niet meer kan.’

‘Momenteel voel ik me goed’, vertelt Karin. ‘Onlangs was ik in Zwitserland op bezoek bij mijn zoon. We zijn er gaan wandelen in de bergen. Dat ging op zichzelf best goed, zonder stok!’ Ze heeft er in elk geval een prachtige foto van haar met haar zoon Denny aan over gehouden, zoals we allemaal kunnen zien!

Karin heeft via ons forum (hartpatienten.nl/forum) contact met andere ICD-dragers.

Heeft u ook een verhaal dat voor lotgenoten interessant en leerzaam kan zijn? Laat het ons weten! Of kijk eens voor lotgenotencontact op onze website hartpatienten.nl! Wie weet staat uw verhaal in ons volgende magazine!

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Wieteke van Dort: ‘Ga mediteren’

Actrice, cabaretière, zangeres en schrijfster Wieteke van Dort  (76) is vooral bekend door haar rol in vele kindertelevisieprogramma’s in de jaren ‘60 en ‘70 en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show. Begin 2012 werd ze plots hartpatiënt, maar ze keerde snel terug naar het toneel: ‘Ik ben een gezegend mens.’

Begin 2012 kreeg je een hartaanval. Wat gebeurde er precies?

Het gebeurde na een reünie van ‘Oebelekinderen’. Oebele was een populair kinderprogramma rond 1970 en die kinderen zijn inmiddels boven de vijftig. Na een copieuze kaasfonduemaaltijd liep ik naar het station in Amsterdam en voelde me benauwd worden. Ik liep meteen een Turkse snackbar binnen. ‘Mag ik even zitten?’, vroeg ik. De snackbarhouder was zo zorgzaam. De ambulance kwam razendsnel en ik kreeg direct zuurstof en o, schrik, een katheter! Mijn bloeddruk was veel te hoog. Uiteindelijk kreeg ik in het OLV Gasthuis in Amsterdam drie bypasses en een hartklepreparatie. Mijn kamer was inmiddels vol bloemen en beterschapskaarten. Prachtig! Omdat ik nog af en toe benauwd was, onderging ik een longpunctie op de kamer. Een reus van een Antilliaanse dokter nam me als een baby op en ‘goot’ mijn long leeg. Wat een hoeveelheid roze gekleurd water!

Waren er achteraf gezien voortekenen geweest?

Eigenlijk waren er al voortekenen dat ik last van mijn hart had. Bij het lopen was ik snel buiten adem. Op het toneel had ik evenwel nergens last van. Mijn moeder was ook hartpatiënt en slikte van die kleine pilletjes. Omdat ze al tachtig was geweest, opereerden ze haar niet meer. Een lekkende hartklep was het, net als bij mij.

Hoe reageerden je naasten?

Mijn naasten waren erg ongerust, maar ikzelf heb nooit het gevoel gehad dat ik doodging. Ik had contact met gebedsgenezeres Jomanda, die ook reuze haar best deed om me er doorheen te slepen. Ook gelachen hoor. Aart Staartjes: ‘Wiet, je rookt niet, drinkt niet, eet vegetarisch, mediteert en nou dit!’ Ja, daar had ik geen antwoord op. Aan Joost Prinsen liet ik zien hoe mijn haar in de klit zat van het liggen. Joost: ‘Ik heb geen bloemen bij me, maar hier is twintig euro voor de ziekenhuiskapper.’

Hoe verliep het herstel?

Na mijn ontslag uit het ziekenhuis verbleef ik twee maanden in de Rudolf Steiner kliniek in Den Haag. Alle antroposofische therapieën in dat verpleeghuis spraken mij aan. Vooral het ‘nat in nat’ schilderen. Bovendien werd ik flink aangepakt door de fysiotherapeut. Sinds lange tijd heb ik al last van etalagebenen. Ik kan geen grote afstanden lopen, dan gaan mijn benen steken. Daarvoor heb ik looptherapie gedaan en ik zit nu nog op een vervolggymclub. Op het toneel merkte ik dat ik door een bepaald medicijn, Entresto, minder goed kon zingen. Dat neem ik nu pas in ná het optreden. Overigens neem ik alle reguliere medicijnen pas ’s avonds laat in, want plaspillen zijn reuze onhandig overdag.

Maak je nu nog gebruik van alternatieve geneeswijzen?

Naast de reguliere medicijnen slik ik inderdaad alternatieve dingen. Ik ga daarvoor naar natuurgeneeskundig therapeut Guido Sanen. Hij test elke keer wat ik nodig heb. Onze antroposofische huisarts Dr. P. Hutchison is het daar helemaal mee eens.

Zijn er dingen die je anders doet dan voorheen?

Ik ben wat makkelijker geworden met eten, niet meer vegetarisch. En ik drink nu ook een glaasje wijn na 22 jaar zonder alcohol. Tja, en als je minder makkelijk beweegt, word je wat dikker. Nou, dat is dan maar zo.

Je ging vrij snel weer aan het werk.

Klopt, en het is heerlijk om weer op te treden en te zingen. De thriller Enkele Reis waar ik nu in meespeel naast onder anderen Bram van der Vlugt en Trudy Labij is een feest om te doen. Er valt veel te lachen en we hebben echt succes. Na deze voorstelling treed ik als Tante Lien op in Ya, dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Ook komt er op 2 februari een boek met CD uit voor het kleuteronderwijs: Lawaaipapegaai. Dat heb ik geschreven met Evelyn en Molly,  twee vriendinnen van de kleuterkweek. De liedjes van het gelijknamige AVRO-programma, dat ik jarenlang samen met Burny Bos presenteerde, vormen de basis voor het boek. Verder hebben we er opzegversjes en verhalen bij gezocht en geschreven.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

Ik zeg vaak: ga mediteren. Het maakt je zo rustig. Alles is makkelijker te incasseren. Elke vorm van meditatie is goed, als je het maar iedere dag doet.

Als je hart opspeelt, drink dan eerst water, leg je handen op je hart en zeg de volgende affirmatie: ‘Mijn hart klopt rustig en regelmatig, krachtig en gelijkmatig.’

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Wereld op z’n kop

Linda Bosman (54) staat middenin het leven en geniet van haar drie kinderen welke zoals zij zelf zegt ‘The music in my heart’ zijn. En met haar echtgenoot onderneemt zij graag afwisselende activiteiten in hun vrije tijd. Maar dan doet zich een zomerse augustusdag aan die zij nooit meer vergeet: ‘Ik kreeg een acuut, zwaar en complex hartinfarct.’

Op de bewuste zomerdag lijkt er geen vuiltje aan de lucht. ’s Middags geniet Linda nog van een lunch met collega’s en afgezien van wat moeheid is het een dag zoals alle anderen: ‘Ik was die dag moe en ging na het avondeten naar bed. Tegen tien uur werd ik wakker met pijn tussen mijn schouderbladen. Dat kan, dacht ik, want ik werkte achter een bureau en ervoer stress vanwege de gezondheidssituatie van mijn man. Maar de pijn zakte niet, ook niet na een paracetamol. Na een reeks aan klachten die urenlang aanhielden zoals zweten, gevoelsverlies in mijn armen en overgeven, wuifde ik de gedachte ‘Buikgriep’ weg en ging Googelen. Ik kwam uit op een hartinfarct. Ik belde mijn jongste zoon, maar die was al onderweg. Hij trof mij bovenaan de trap aan; lijkbleek en grauw. De ambulance kwam en alle toeters en bellen gingen af. In het ziekenhuis aangekomen waren mijn oudste zoon en dochter al gearriveerd. Gelukkig, want ik vond het fijn om ze nog te zien voordat ik geopereerd werd. Ik was heel rustig en zó moe en dacht: dit is het, nu ga ik.’

Het herstel

Maar Linda gaat niet, al was het wel kantje boord. Want als het een uur later was geweest, had zij het niet gehaald. Haar drie aderen blijken verstopt en Linda’s pompfunctie bedraagt nog maar 10%. De diagnose? Chronisch hartfalen naar aanleiding van het acute hartinfarct. Vanwege de daarbij horende verzwakte hartspier, verminderde pompfunctie en daarmee een vergroot risico op een fatale hartritmestoornis, krijgt zij ook een ICD. Maar het daadwerkelijke besef komt later: ‘Ik ondervond geen voorsignalen. Althans, in mijn optiek. Maar de moeheid en de pijn tussen de schouderbladen gedurende het hartinfarct, voelde ik bij inspanning in de maanden daarvoor. Bij het lopen en het fietsen, al trok het altijd weer weg. Nu plaats ik dat, toen niet. Daarnaast kampte ik met een genetisch, verhoogd cholesterol en kreeg de lente voorafgaand aan mijn hartinfarct een verhoogde bloeddruk. Ik ben op de eerste hulp terechtgekomen. Met medicijnen is mijn bloeddruk gestabiliseerd. Tevens is een ECG en longfoto gemaakt, maar helaas ben ik niet verder onderzocht. De dienstdoende artsen dachten aan migraine vanwege zware hoofdpijnen, welke ik ook plots twee jaar voor mijn hartinfarct kreeg.’

Met het besef, begint ook het herstel. Een opgave, maar wel één waarin de zorgzame echtgenote en moeder overduidelijk volhardend is: ‘Mijn wereld stortte in. Ik was angstig, moe en depressief. En toen ik de vooruitzichten hoorde in combinatie met hoe ik mij voelde, dacht ik: ik word nooit beter. Vier weken ben ik onder de dekens gekropen en heb veel gehuild, want ik was down. De acceptatie is het moeilijkst. Nu heb ik het enigszins een plekje gegeven. Want ook al ben ik af en toe nog down en moedeloos, het overheerst niet meer. Daarnaast erken ik hetgeen is voorgevallen, maar aanvaarden doe ik het (nog) niet. Stapje voor stapje wordt het beter, mede doordat ik sterk ben met een positieve instelling. Ik kan mezelf altijd weer opladen en daarmee komt er een kracht naar boven. En wat de situatie ook is: ik vecht mijzelf er weer uit. Daarnaast sta ik ook anders in het leven; ik probeer me niet meer druk te maken om de kleine dingen, kijk naar wat nog wél kan in plaats van niet meer en omring mijzelf met mensen die mij positieve energie geven.’

Zij vervolgt: ‘Een chronische ziekte gaat nooit weg, maar de kunst is om ermee om te gaan en de energie die ik wel heb, te verdelen. Structuur aanbrengen in de dag en een doel hebben, is evengoed belangrijk voor de eigenwaarde. Doordat ik ziek werd, ben ik mijn baan verloren en ondanks dat ik het begreep, voelde het als een stomp in mijn maag. Ik wil graag weer wat doen en meedoen in de maatschappij. Recent heb ik mij ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie, binnenkort hebben wij een gesprek om te kijken of wij iets voor elkaar kunnen betekenen. Daar kijk ik naar uit, want ik verlang er ook naar om over andere dingen te praten. Ik wil mijzelf niet altijd ziek voelen. Na mijn ziekenhuisopname ben ik direct opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord. Zij hebben mij een zetje gegeven en zonder hen was ik nooit zover gekomen. Tijdens de revalidatie ben ik begonnen met sporten: zwemmen, fietsen en de loopband, maar ook fitness. Fitness doe ik nog steeds tweewekelijks binnen mijn eigen grenzen, onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het geeft mij een veilig gevoel en sporten met lotgenoten geeft verbinding, want iedereen heeft iets.’

Leef vandaag

Ondanks haar diagnose en de vooruitzichten is Linda vastberaden om door te blijven gaan: ‘Ik wil veel leuke dingen doen en er op uitgaan. Doorgaan met sporten en alles van me afpraten bij de psycholoog. Mijn prognose is ongunstig, onder andere vanwege een momentele pompfunctie van 16%. Ik heb daarover -en over mijn opties indien het niet gaat- een eerlijk gesprek gehad met mijn cardioloog. Maar ik loop niet op de zaken vooruit. Ik ben er heel verdrietig over geweest, maar uiteindelijk gaat de knop toch weer om en ga ik ervoor. Ik ga en wil de uitzondering zijn en de verwachtingen overtreffen. En daarbij is mijn dagelijkse motto: koester gisteren, droom over morgen, maar leef vandaag!’

Voor meer artikelen over o.a hartaandoeningen klik hier

Grip op je eigen gezondheid

Leefstijl interventies als basis om je gezondheid terug in eigen hand te nemen.

We horen het steeds meer, je levensstijl aanpassen om je gezondheid te verbeteren. De genoemde zaken klinken bijna als een cliché; meer bewegen, gezonder eten, niet roken, minder drinken. Voor de hand liggend zou je zeggen. Toch lukt het ons vaak niet om aanpassingen door te voeren en de discipline op te brengen.

De gemakseconomie

In de afgelopen 50 jaar is onze levensstijl zo enorm veranderd, dat onze lichamen niet de tijd hebben gehad om de drastische wijzigingen bij te benen. Zo zijn we van actief werk naar passief werk achter een bureau gegaan. Als we iets willen hebben, hoeven we de deur niet uit, want je kan het gewoon online bestellen. En gezond eten, mijn specialiteit, wordt ons bepaald niet gemakkelijk gemaakt. Producten die aangeprezen worden als gezond, blijken dit geheel niet te zijn, en vice versa. Ons leven anno 2020 is ingericht op gemak, maar als je een aandoening hebt of niet optimaal gezond bent, neemt de noodzaak toe om je eigen gezondheid prioriteit te geven boven het gemak.

Een investering in jezelf

We zijn gewend om naar de dokter te gaan en ons medicatie voor te laten schrijven als we ziek zijn, ‘een pleister te plakken op de wond’. In feite sta je al op een achterstand zodra je naar de dokter moet, geef je de regie uit handen. Door kritisch naar je levensstijl te kijken, kun je jouw gezondheid gedeeltelijk of geheel terug in eigen hand nemen.

Hoe mooi is het om te kunnen voorkomen dat je ziek(er) wordt, of als je al ernstig ziek bent, je kwaliteit van leven te verbeteren. Ga op onderzoek uit en kijk waar jij de meeste gezondheidswinst kan behalen. Je investeert hiermee in jezelf, in je eigen toekomst, die van je kinderen en kleinkinderen.

Voeding als kickstart voor je gezondheid

Als we kijken naar leefstijl, dan is voeding misschien wel het belangrijkste onderdeel. Zoals Hippocrates schreef: ‘Let food be thy medicine, and let medicine be thy food’. Hij sloeg de spijker op de kop, maar hoe moet je in deze tijd van verleiding en gemak nou gezond eten? Het begint eigenlijk bij de natuur: je eet onbewerkt en wat van het land of de zee komt. Komt het uit een fabriek? Heeft het een label met vele ingrediënten? Dan is het waarschijnlijk minder gezond.

Een populaire leefstijlkeuze is tegenwoordig koolhydraatarm eten, een voedingspatroon gebaseerd op onbewerkt eten. Veelal gericht op mensen met diabetes, maar veel hartpatiënten hebben ook baat bij deze eetwijze en leefstijl. Uit onderzoek** blijkt dat onder andere de LDL en triglyceriden verlagen, de HDL verhoogd wordt, wat een perfect cholesterolbeeld geeft. Mensen die enige tijd koolhydraatarm eten, ervaren een toename in energie en een verbetering van concentratie. Ze voelen zich algeheel gezonder, en dat is ongeacht je eetpatroon uiteindelijk waar het om draait.

Koolhydraatarm eten is uiteraard niet de enige manier waarop je jouw gezondheid terug in eigen hand kan nemen. In het volgende artikel zal ik verder inhoudelijk ingaan op verschillende leefstijlinterventies, waaronder koolhydraatarm eten.

** Bron: https://www.hsph.harvard.edu/nutritionsource/carbohydrates/low-carbohydrate-diets/

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

‘Gezondheidseffecten voeding zijn niet te onderschatten’

Gezonde mensen zijn het gelukkigst, is het motto van Iris Heuer. Daarom kookt zij als ‘healthy chef’ zo veel mogelijk met biologische natuurlijke producten en is ze dagelijks bezig met het optimaliseren van voedingspatronen voor mensen met diëten en allergieën. ‘De invloed die voeding kan hebben op je gezondheid intrigeert me.’

De nieuwsgierigheid naar gezond eten en leven is voor Iris Heuer voortgekomen uit haar persoonlijke motivatie. De Eindhovense ‘gezonde kok’ kon ondanks aanhoudende lichamelijke klachten niet geholpen worden door een dokter, dus ging ze zelf op zoek naar een oplossing. ‘Ik had vaak migraine, eczeem en andere vage klachten’, vertelt Heuer. ‘Toen ik een voedingsdagboek ben gaan bijhouden, kwam ik erachter dat het de suikers in mijn voedingspatroon waren die de migraine triggerden. Ik ben toen een aantal jaren suikervrij gaan eten en merkte toen pas hoe groot de impact van voeding op de algehele gezondheid kan zijn. Het motiveerde me om dieper te graven; niet alleen naar de effecten op mijn eigen gezondheid, maar ook naar wat gezond is voor andere mensen.’

Die zoektocht resulteerde voor Heuer in 2015 in de opening van een restaurant dat zich richtte op gezond eten voor mensen met allerhande aandoeningen, allergieën en diëten. ‘In de twee jaar dat ik dit restaurant runde heb ik ontzettend veel ervaring en kennis opgedaan op het gebied van gezonde voeding en leefstijl. Ik heb alles geprobeerd: ik kookte veganistisch, vegetarisch, glutenvrij en uiteindelijk bleef ik hangen bij koolhydraatarm koken, om te kijken welke invloed een dergelijk voedingspatroon heeft op de gezondheid.’

In die periode liepen de meningen over wat gezond is en wat niet behoorlijk uiteen, vertelt Heuer. Die meningen heeft ze in de afgelopen jaren steeds dichter naar elkaar toe zien groeien. ‘In toenemende mate is men georiënteerd op plantaardig eten en zo dicht mogelijk bij de natuur koken. Dat is ook mijn focus, in combinatie met koolhydraatarm of ketogeen eten. Bij laatstgenoemd voedingspatroon verruil je koolhydraten voor goede, verzadigde vetten en daarmee dus suikerverbranding voor vetverbranding. Het bijproduct dat uit die verbranding ontstaat, ketonen, dienen vervolgens als brandstof voor het lichaam.’

Bij haar eigen moeder zag Heuer de positieve effecten van het koolhydraatarm dieet al snel: ‘Mijn moeder heeft stevige indicaties voor hartproblemen, ze heeft een hoge bloeddruk en problemen met haar cholesterol. Sinds een maand of vier eet zij nu koolhydraatarm, en ze staat op het punt naar de huisarts te stappen om te vragen of ze haar medicatie kan afbouwen. Haar bloeddruk ligt binnen de ‘normale’ marges, haar cholesterol is verbeterd en ook haar problematische nierfunctie speelt geen rol meer in haar dagelijks leven. Heel mooi om te zien!’

Naast haar werk als chef-kok is Heuer veel bezig met het educatieve aspect van haar vak. Ze geeft kooklessen en cursussen en verzorgt daarnaast vanuit haar initiatief GreenTwist een gezonde oplossing voor catering en horecagelegenheden. De komende tijd diept Heuer in HartbrugMagazine een aantal leefstijlinterventies uit, om meer grip op de eigen gezondheid te krijgen. In de volgende editie leest u alles over koolhydraatarm/ketogeen eten.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

Angela Maas meest invloedrijke vrouw

Cardiologe Angela Maas timmert al decennia aan de weg, en heeft vooral een groot hart voor vrouwen. Die zijn volgens haar namelijk lange tijd onderbedeeld in het cardiologenwereldje, dat toch vooral een mannenaangelegenheid is. Vrouwen worden te vaak bekeken door een mannenbril. En dat terwijl vrouwen vaak andere klachten hebben bij hart- en vaatproblemen dan mannen.

Feministisch tijdschrift Opzij riep de 63-jarige cardiologe Maas in december uit tot meest invloedrijke vrouw van Nederland. ‘Ze is onze eerste cardiofeministe en strijdt al ruim dertig jaar om het vrouwenhart op de kaart te zetten’, schrijft het blad. ‘De man was de norm, hartklachten bij vrouwen waren vager en werden door mannelijke artsen afgedaan als óf overgangsklachten óf gezeur’, aldus Maas in Opzij.

Angela Maas is de eerste hoogleraar vrouwen cardiologie en haar spreekuur is druk bezet. Het begon allemaal in het Isala ziekenhuis in Kampen, waar ze als cardioloog werkte. De Hartbrug, voorloper van dit magazine, interviewde haar toen al, en ook toen brak ze een lans voor meer aandacht voor vrouwen en het vrouwenhart.

Toen al ergerde ze zich erover dat de mannelijke patiënt de norm was voor artsen, waardoor typisch vrouwelijke ziektebeelden op de achtergrond raakten. In Kampen begon ze in 2003 met een vrouwenspreekuur. Daar is haar opmars in het mannelijke cardiologiebolwerk begonnen. Aanvankelijk met veel tegenwerking. Nu, 17 jaar later, is er door haar toedoen eindelijk meer aandacht voor het vrouwenhart.

In 2012 kreeg ze een leerstoel aan Radboud in Nijmegen, waar ze sindsdien hoogleraar cardiologie voor vrouwen is. Ze wil vrouwen vooral haar eigen verhaal laten vertellen.

Hartpatiënten Nederland steunt Maas in haar streven een nieuwe pil voor vrouwen met druk op de borst in Nederlandse apotheken te krijgen. Ze wil dat deze pil, ranolazine, vergoed wordt. In landen als België en Duitsland krijgen vrouwen met pijn op de borst dat medicijn wel, waarom hier dan niet? Omdat het Zorginstituut er niets in ziet. Het Zorginstituut beslist welke medicijnen worden toegelaten en vergoed. Hartpatiënten Nederland heeft er bij het Zorginstituut op aangedrongen ranolazine toe te laten en voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Lees meer hierover in het interview met Angela Maas in HartbrugMagazine.

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

Angela Maas op de bres voor vrouwen

Angela Maas is een bekende Nederlander. Dat was wel eens anders. Toen zij in 2003 in het Isala ziekenhuis in Kampen begon met een vrouwenspreekuur, kwamen er aanvankelijk niet meer dan twee of drie vrouwen op af. Huisartsen en cardiologen weigerden vrouwen door te sturen.

Ze zagen niks in Maas’ bewering dat hartproblemen bij vrouwen totaal anders dan bij mannen kunnen uitpakken. Nu, zo’n 17 jaar later, is Angela Maas een gevierd cardiologe, en hebben vele duizenden vrouwen de weg naar haar gevonden. En passant werd ze in 2019 door het feministische blad Opzij uitgeroepen tot meest invloedrijke vrouw van Nederland. Hartbrug Magazine sprak met haar.

Canada

‘In 2000 bezocht ik in Canada het eerste wereldcongres over hart- en vaatziekten bij vrouwen’, vertelt Angela Maas. ‘Ik leerde er dat er in Canada allerlei vrouwenhartcentra waren, en dacht: die wil ik ook in Nederland!’

‘In 2003 besloot ik mij helemaal toe te leggen op het helpen van vrouwen. Ik stopte met het consult voor mannen, kortom. En zo begon ik dat jaar in Isala in Kampen met een wekelijks spreekuur voor vrouwen. Maar de huisartsen zagen me niet staan. Ik kreeg mails in de trant van: we zullen ervoor zorgen dat deze gril over een jaar weg is.

In het begin kreeg ik maar twee of drie patiënten per spreekuur. Daar zat ik dan een hele ochtend voor. Ik heb toen een oproep geplaatst in huis-aan-huis blad De Peperbus. Vrouwen konden langskomen om bloeddruk en cholesterol te laten meten. Nadat het blad huis aan huis in de bus gevallen was, stonden er ’s ochtends opeens 700 vrouwen op de stoep voor mijn spreekuur. Een gigantische toeloop! Dat was een signaal: vrouwen willen zelf weten wat hun risicofactoren zijn.’

Eigen verantwoording

Het waren andere tijden dan nu. Destijds was het de arts, wiens woord wet was. Hij zei hoe het gesteld was met de gezondheid van de patiënt. De patiënt was van die informatie afhankelijk. ‘Nu kunnen patiënten zelf hun bloeddruk en cholesterol meten’, gaat Maas verder. ‘We zijn mede hoeders geworden van onze eigen gezondheid. Die ligt niet meer uitsluitend onder verantwoording van een arts.’

De vrouwenspreekuren van Maas, waaraan destijds ook de Hartbrug (de voorloper van dit Magazine) aandacht besteedde, verwierven gaandeweg steeds meer naamsbekendheid. Dat resulteerde in 2012 in een leerstoel voor Maas aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar ze sindsdien een internationaal gevierd onderzoekster is naar hart- en vaatziekten bij vrouwen.

Hart voor vrouwen

‘Al sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw verschijnen er in toenemende mate publicaties over vrouwen met hart- en vaatziekten. De laatste vijf jaar zie ik op dat gebied een versnelling. Het is inmiddels voor iedereen duidelijk dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen op het gebied van hart- en vaatziekten en oorzaken daarvan. Ik schreef er in 2019 een boek over, ‘Hart voor Vrouwen’ (te bestellen via www.hartpatienten.nl/boeken). Inmiddels is de achtste druk daarvan al bijna uitverkocht, wat aangeeft hoezeer vrouwen hun eigen gezondheid aan het hart gaat. Ik schreef het boek zo, dat het goed leesbaar en begrijpelijk is voor de patiënt. Ik hoor het terug van vrouwen, die bijvoorbeeld zeggen: ‘Dit boek gaat over mij!’. Het is herkenbaar. Ik zie de afgelopen vijf jaar ook bij cardiologen een voortschrijdend inzicht. Het vrouwenhart krijgt bij hen een steeds grotere plek. Zelfs internationaal verandert er veel.’ Overigens vindt Angela Maas dat het vrouwenhart verplicht onderdeel moet zijn in de opleiding tot cardioloog.

Nog even over het boek: in 2011 schreef Maas een handboek voor huisartsen over het vrouwenhart. ‘Dat is heel goed ontvangen’, zei ze. In 2017 volgde een Engelstalig handboek voor cardiologen dat vrij goed verkocht werd. ‘Daarna dacht ik: de tijd is rijp voor een boek dat voor iedereen begrijpelijk is.’ Wie het nog wil lezen, wees er snel bij, het is bijna uitverkocht! Interesse? Ga naar www.hartpatienten.nl

Kransvaten

‘Over een paar maanden komt er een nieuwe internationale richtlijn over spasmen in de kransvaten. Die richtlijn houdt veel meer rekening met vrouwen dan tot nog toe. Het gaat om een ziektebeeld waarbij vrouwen tussen 40 en 70 jaar verhoogde risico’s lopen. Meer dan vernauwing, want die doen zich gemiddeld pas veel later en in mindere mate voor. Een ziektebeeld dat duidelijk verschilt van het gemiddelde beeld bij mannen.’

‘Ik krijg steeds meer verwijzingen van cardiologen. De weerstand is afgenomen. Het is ook belangrijk om te beseffen dat je niet alle vrouwen over één kam kunt scheren. Vroeger werd “de hartpatiënt” als een groep gezien en benaderd. Nu weten we dat iedere patiënt anders is, en de hulp aan haar of hem om maatwerk vraagt. Mijn leerstoel is ook bedoeld voor onderzoek naar de vraag waarom de ene vrouw anders is dan de andere. Zo zijn er vrouwen met een hoger risico dan andere vrouwen, bijvoorbeeld vrouwen die zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Zij lopen meer risico’s op hart- en vaatziekten en beroertes, en al op jongere leeftijd. In bestaande risicokaarten komen deze vrouwen niet tot hun recht omdat alle vrouwen op een hoop gegooid worden. We moeten dus meer verschil maken tussen de ene en de andere patiënt. We moeten als arts meer bovenop hoog-risicovrouwen zitten, meer dan bij vrouwen met een lager risico. Gelukkig leren we steeds beter finetunen.’

Stress

‘Wat ik ook steeds meer zie is vrouwen met een scheur in een kransvat. Iets wat vooral voor komt bij vrouwen tussen 40 en 60 jaar. Uit onderzoekt blijkt dat met name chronische stress de boosdoener is. Het gaat hier dus niet om dichtslibbende vaten, maar om een plotse scheur. Je kunt deze vrouwen niet met een stent helpen of dotteren, dat is meestal niet nodig en heeft een hoger risico. Gelukkig is er voor deze vrouwen ook steeds meer aandacht. Binnenkort komt voor hen een Europese registratie tot stand. 40 procent van deze vrouwen heeft ook bindweefselaandoeningen, zoals in de bloedvaten naar de nieren en de hersenen. We dachten vroeger dat dit zeldzaam was, maar het komt vaker voor en we herkennen het nu ook beter.’

Haarvaten

‘Diabetes veroorzaakt bij vrouwen een tweemaal zo hoge sterfte als bij mannen. Het schadelijke effect op de bloedvaten en de hartspier is namelijk sterker dan bij mannen. Een chronische ontsteking van de haarvaten van de hartspier, het microvasculaire systeem, zien we veel bij vrouwen rond en na de overgang en leidt eerder dan bij mannen tot hartfalen met een verstijving van de hartspier. Daar hebben we helaas nog geen goede medicijnen voor.’

Ranolazine

Angela Maas maakt zich al jaren sterk voor het toelaten en vergoeden van het medicijn ranolazine. Dat medicijn wordt in andere Europese landen voorgeschreven aan vrouwen met pijn op de borst door spasme en microvasculair lijden. Alleen in Nederland wordt dit middel niet voorgeschreven en ook niet vergoed. Dat moet anders, vindt Maas.

‘Vrouwen tussen de 40 en 70 jaar lopen risico op angina pectoris als gevolg van spasmen in de kransvaten. Daar komt binnenkort een richtlijn voor. Vorig jaar zijn we begonnen met  spasmetesten in kransvaten. We zijn overdonderd door de hoeveelheid patiënten, vooral vrouwen, die dit hebben als oorzaak voor hun klachten. Veel meer dan gedacht! De spasmen komen zowel bij mannen als bij vrouwen voor, maar er is een heel belangrijk accentverschil: ‘slechts’ 10 procent van de patiënten met spasme is man, tegenover maar liefst 90 procent  vrouwen.’

‘Voor de behandeling van spasmen bestaat een stappenplan. Ranolazine maakt daarvan onderdeel uit. Als andere medicijnen onvoldoende werken, is ranolazine een mogelijke  goede oplossing. Maar de beroepsgroep moet het ondersteunen. En dan hebben we nog een overheid die niet zit te wachten op nieuwe medicijnen. En zeker niet zolang een meerderheid van de cardiologen het niet wil.

Voor meer artikelen over o.a Bners en aandoeningen klik hier

Mijn kuurreis naar de Dode Zee

In deze rubriek vertellen mensen over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van student Mendior Goossen (22) uit Nijverdal, voor wie een kuurreis naar de Dode Zee in 2018 de aanloop werd naar het ontwikkelen van een behandelmethode voor psoriasis.

Mendior Goossen

Het begon met een heel klein plekje op mijn arm. Ik was 19 en had nog nooit van psoriasis gehoord, dacht dat het vanzelf wel weg zou gaan als ik er uierzalf op smeerde. Maar binnen een half jaar tijd had het zich over mijn hele lichaam verspreid. De jeuk was zo ondraaglijk dat ik er ’s nachts niet van kon slapen.

Toen de diagnose eenmaal was gesteld, leerde ik dat de huidaandoening chronisch is en verergerd kan worden door stress. Echt goede behandelmethoden zijn er eigenlijk niet, al hebben veel patiënten wel baat bij zoutwaterbaden. Daarom worden er kuurreizen georganiseerd naar de Dode Zee, waar de zoutconcentratie in het water een van de hoogste ter wereld is.

Toen ik ziek werd, was ik al bezig met de opleiding Ondernemerschap & Retail Management, waarbij je leert hoe je een eigen bedrijf opricht. Het leek me interessant om te onderzoeken of er een behandelmethode was op natuurlijke basis en die echt werkt. Aangezien we voor de opleiding ook onderzoek in het buitenland moesten doen, besloot ik samen met een studiegenoot naar een kuuroord aan de Dode Zee te gaan.

Kameel of sportauto?

Vanaf het vliegveld in Tel Aviv moesten we een aantal uur in de bus zitten, waardoor we een glimp konden opvangen van Israël. Het is een bijzonder land, merkten we al gauw. Bij een tussenstop stonden op de parkeerplaats een supersnelle sportauto en een kameel naast elkaar ‘geparkeerd’: dat geeft wel aan wat voor contrasten er zijn.

Ein Bokek, het kustplaatsje waar wij verbleven, was niet veel meer dan een rij hotels. Veel viel er niet te beleven, waardoor we ons als studenten af en toe stierlijk verveelden. Dat maakte niet uit, want we kwamen vooral voor de Dode Zee. Drie tot vijf keer per dag ging ik een minuut of tien het water in. Langer dan dat hield ik het ook niet vol, want het zout brandde enorm in de vele wondjes op mijn huid. Eigenlijk is het niet te doen, maar psoriasis kan je heel wanhopig maken. Pijn is vele malen minder erg dan de onophoudelijke jeuk…

Na zo’n bad liet ik mezelf opdrogen in de zon en herhaalde ik de ’therapie’ nog een paar keer. Ondanks het feit dat het geen prettige bezigheid was, hielp het wel. Na drie dagen werden de plekken al minder zichtbaar en toen ik eenmaal thuis was, was mijn hele huid helemaal psoriasisvrij!

Kilo’s zout in je badkuip

Het nadeel is alleen dat het na een paar weken tot maanden alweer terugkomt, waardoor je eigenlijk meerdere kuurreizen per jaar zou moeten maken. Vroeger werd dit nog deels vergoed door de zorgverzekeraar, maar tegenwoordig niet meer. Voor de meeste mensen is deze behandelmethode dus niet te betalen, zeker niet voor mij als student. En telkens een paar kilo Dode Zeezout in je badkuip gooien, is ook geen blijvende oplossing, laat staan een betaalbare.

Ik ben daarom verder onderzoek gaan doen naar hoe je de Dode Zee naar Nederland zou kunnen brengen. Hoewel ik dit eerst nog samen met mijn studiegenoot deed, ben ik op een gegeven moment alleen verder gegaan onder de naam Goossen Health Care. Ik merkte dat ik, doordat dit project me persoonlijk aan het hart ging, enorm gedreven was. Aangezien zo’n 425.000 Nederlanders hiermee kampen, is het immers echt een maatschappelijk probleem te noemen.

Inmiddels ben ik gestart met de testfase van een ‘badkuip’ die in de toekomst moet draaien met een recyclebare zoutoplossing: een methode die niet uniek is, maar op deze specifieke manier nog niet eerder onderzocht is. Het is afwachten in hoeverre het een haalbaar concept is, maar die kans acht ik groot. Daarnaast moet het ook nog financieel rendabel zijn. Ik heb al subsidie aangevraagd, maar ben nog op zoek naar investeerders. Als het allemaal lukt, zouden mijn badkuipen bijvoorbeeld in ziekenhuizen, schoonheidssalons en andere (medische) behandelcentra geplaatst kunnen worden, zodat het voor alle patiënten toegankelijk is.

Droom

Dat is mijn grootste droom. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor andere mensen die met deze huidaandoening kampen. Toen ik met de opleiding begon, wilde ik iets bedenken waar ik heel erg rijk mee kon worden. Maar sinds ik hiermee bezig ben, heb ik al zoveel berichtjes gekregen van patiënten die me bedanken dat ik werk aan een oplossing voor hun probleem. Of het nu lukt of niet, ze zijn al blij dat ik het probeer. Dat heeft me doen beseffen dat er meer in het leven is dan geld verdienen. Dit onderzoek kost veel tijd en geld, maar de waardering die ik terugkrijg, geeft me heel veel motivatie om door te gaan. En doordat het me zoveel energie geeft, zit ik lekker in mijn vel en heb ik weinig stress. Daardoor heb ik momenteel gelukkig ook weinig last van mijn psoriasis.

Hoewel de acht dagen Israël weinig spectaculair waren en ik geen al te fijne herinneringen heb aan de pijn van het zeewater, is die reis toch heel speciaal voor me geweest. En niet alleen vanwege de gevolgen die het heeft gekregen. Het was een plek waar ik waarschijnlijk nooit gekomen was als ik geen psoriasis had gehad. En aangezien de Dode Zee over een jaar of dertig waarschijnlijk verdampt is, moet je hier toch eens in je leven zijn geweest?