Hart- en vaatziekten worden vaak in slechts negatieve termen beschreven, maar hoe terecht is dat? De Hartstichting kopt: ‘Slagaderverkalking: vooralsnog onomkeerbaar en ongeneeslijk’. Een schril contrast met de ondertitel van De cholesterolmythe: ‘Een radicaal nieuwe visie op het ontstaan, voorkomen en omkeren van hart- en vaatziekten.’
Cholesterol is niet de dader in het verhaal over hart- en vaatziekten, maar de redder in nood. Het is een lichaamseigen stof die door het lichaam wordt ingezet om te redden wat er te redden valt. Het is een waardevol proces, maar wel een dat goed mis kan gaan. Dit bleek wel toen mijn vader bijna overleed aan een wat een te hoog cholesterol werd genoemd. Nu is hij De cholesterolmythe aan het lezen, maar wat als ik dat boek veel eerder had geschreven?
Het boek is opgedeeld in drieën:
Opkomst en ondergang van de cholesterolmythe
Moedwillige misleiding
Wat je zelf kunt doen voor de gezondheid van je hart en vaten
Deel 1 beschrijft de gebrekkige en achterhaalde wetenschap die aan de basis staat van de huidige cholesteroltheorie. Deel 2 laat zien hoe wetenschap wordt ingezet om artsen en patiënten op het verkeerde been te zetten.
Het derde deel biedt achtergronden en praktische tips over hoe je jezelf kunt helpen gezond te blijven of gezonder te worden dan je was. Dit is mogelijk zonder medicatie en op basis van natuurlijke middelen. In dit deel leg ik uit hoe krachtig ogenschijnlijk eenvoudige vitamines als C en K kunnen zijn en welke invloed je kunt verwachten van bijvoorbeeld selenium, Q10 en omega 3.
We hebben het niet altijd door, maar onze hart en vaten doen onder hoge druk aan topsport. Tekorten aan vitamines en andere natuurlijke middelen werken ze tegen. Laten we ze helpen: elke dag een dagje ouder, maar ook weer gezonder dan de dag ervoor. Het is echt mogelijk en je kunt er vandaag nog mee beginnen.
Lees alvast de volledige inleiding op het boek, en tal van citaten eruit, via www.cholesterolmythe.nl
Vanaf nu publiceren wij interviews met speciale verpleegkundigen in de cardiologische wereld. Het zijn verpleegkundigen waarmee hartpatiënten vaak te maken krijgen. Met patiënten hebben ze vaak de meest uiteenlopende gesprekken en tijdens de gesprekken komen vragen aan de orde die bij de cardioloog niet gesteld (kunnen) worden. Onze verpleegkundigen zijn gespecialiseerd binnen hun vakgebied. Zo interviewen wij onder andere Marja (eerste harthulp), Christel (hartfalen) en Suzan en Paul (ICD/pacemaker). Ook laten we bijvoorbeeld een revalidatie- en een cardiologie verpleegkundige aan het woord.
We vragen deze gedreven mensen waar ze de moed en motivatie vandaan halen om dit werk te blijven doen. Zeker in de huidige tijden van corona waar werkdagen van 12 uur of meer, geen uitzondering is. Hoe gaan ze om met emoties? Met de uitspraken van beleidsmakers en van hun directie? En dat alles onder de vlag ‘hart voor de zorg’. Het zijn stuk voor stuk lieve mensen met een bijzondere levensopdracht en het hart op de goede plek. Het zijn bijzondere verhalen. Ook horen we met welke vragen patiënten worstelen nadat hun leven hun leven plots overhoop gehaald is. Vragen die ze uit schaamte niet durven stellen aan hun behandelend artsen, of waarvoor ze geen tijd krijgen tijdens consulten. Een aanrader voor iedere patiënt. In deze uitgave is Christel aan het woord.
Elke dag verwonderd
Christel Pansters is al vierenhalf jaar fulltime hartfalenverpleegkundige bij VieCuri in Venlo. Ze vertelt over de liefde voor haar vak, veranderingen in coronatijd en bijzondere situaties.
Christel Pantsers
Voordat Christel hartfalenverpleegkundige werd, werkte ze op de eerste harthulp en hartbewaking. Dat vond ze erg leuk, maar de contacten waren daar altijd kort, vertelt ze. “Ik deed infusen en hartfilmpjes, maar als je dan iemand had beoordeeld, ging ‘ie naar huis of werd ‘ie opgenomen. Dan was ik klaar. Nu bouw ik echt een relatie op met de patiënt en begeleid ik meer. Je krijgt er dan meer diepgang in. Zelfs dan heb ik nog het gevoel dat ik te weinig tijd heb, maar ik ben in ieder geval veel gerichter met mijn patiënten bezig. Ze kennen me en weten dat ze bij me terecht kunnen. Wat mijn werk daarnaast zo leuk maakt, is dat ik veel verschillende mensen zie.”
Telefonische consulten
Christel begeleidt veelal oudere patiënten, maar een enkele keer zit er een jongere patiënt tussen. Dat zijn patiënten die bijvoorbeeld door een virus hartfalen hebben gekregen of waarvan de reden niet bekend is. ’s Ochtends houdt Christel zich op haar werk bezig met telefonische consulten, zoals het nabellen van bloeduitslagen en het helpen van mensen met klachten. Door op de hartpoli namelijk vroegtijdig in te spelen op klachten, kunnen klinische opnames van mensen met hartfalen worden voorkomen. Tijdens deze gesprekken wordt dan ook beoordeeld of het nodig is dat mensen worden uitgenodigd op de hartpoli. In de middag ziet Christel vervolgens mensen en komen ze ook ter controle langs. “Dan wordt gekeken naar klachten en of medicijnen kloppen. Indien nodig doen we daarna een voorstel aan de cardioloog over wat wij denken dat het beste is voor de patiënt. We proberen mensen zo goed mogelijk in te stellen op medicatie voor hartfalen.”
Verhoogde werkdruk
Eén ding is zeker: sinds corona is de werkdruk een stuk hoger geworden. Vrijwel alles moet door middel van telefonische consulten, en telefonisch een indruk van iemand krijgen is veel moeilijker dan wanneer je iemand tegenover je hebt, vertelt Christel. “Zeker bij oudere mensen is het lastig, want zij willen zelf ook graag iemand zien als ze een gesprek hebben. Daarnaast krijg ik vaak een kind aan de telefoon. Als ik dan gerichte vragen ga stellen en hij of zij mag bijvoorbeeld niet bij moeder in het verzorgingshuis komen, dan is dat heel moeilijk. Een patiënt kun je nu eenmaal het beste face to face beoordelen, maar er waren tijdens de eerste coronagolf genoeg mensen die niet naar het ziekenhuis durfden te komen. Daardoor hebben velen hun klachten een beetje laten varen. Voor ons was het daarnaast juist ook van belang dat we deze kwetsbare patiëntengroep in coronatijd uit het ziekenhuis hielden, zodat ze niet hoefden te worden opgenomen.”
Nieuwe uitdaging
Iemand om de twee weken bellen dat hij er weer een pilletje bij krijgt, vond Christel allesbehalve prettig. “Je moet dingen telefonisch vaker opnieuw uitleggen. Waarom er spoed bij is en waarom we dingen doen zoals we doen. In het begin van de coronatijd deden we bijna alleen maar telefonische consulten. Dat was een nieuwe uitdaging, maar voor mij geen reden om ‘m uit de weg te gaan. We probeerden, en proberen nog steeds, in te spelen op de situatie. We zijn toen bijvoorbeeld begonnen met het uitlenen van bloeddrukmeters en weegschalen. Als mensen thuis de bloeddruk kunnen meten, hoeven ze daarvoor niet naar het ziekenhuis te komen. Ook hebben we een online hartfalencoach waar mensen gegevens als de bloeddruk kunnen invullen en contact kunnen houden met de hartpoli. In die zin is er wel blijvend iets veranderd. Het zal niet meer worden zoals het was, dat we mensen altijd zagen. Toch vind ik het toch nog steeds veel prettiger om patiënten te zien.”
Overleefd
Hoewel ze coronapatiënten zelf niet van dichtbij heeft gezien en niet is opgeroepen om op de IC te werken, heeft Christel wel vaak telefonisch de nazorg gehad. Bijvoorbeeld van mensen die opgenomen waren geweest met corona, het overleefden en daarna weer naar huis mochten. “Wat je bij deze mensen vooral merkte, was dat ze dachten: wauw, ik heb het overleefd. Er waren mensen waarvan artsen gezegd hadden dat ze niks meer konden doen en dat ze kwamen te overlijden, maar die toch zijn opgeknapt en uiteindelijk naar huis mochten. Dan merk je dat het voor die mensen heel gek is dat ze het kunnen navertellen. Het is een hele kwetsbare groep, maar dat is ergens dan toch mooi.”
Virusgevaar
Ondanks alles staat Christel nog steeds hetzelfde in haar werk. Wel is ze van mening dat ze nu elke dag bijleert en nieuwe inzichten krijgt. “Ik kan iedere dag weer verwonderd raken. Voor veel mensen stond hartfalen in de coronatijd ineens niet meer op de eerste plek. De meeste mensen zijn er veel mee bezig, maar tijdens de eerste golf verdween dat, vanwege het gevaar van het virus, ineens naar de achtergrond. Mensen reageerden anders en het was toch heel bijzonder om dat mee te maken. Het was geen reactie van een enkeling, maar van heel veel mensen. De angst voor corona was heel groot, dat is één ding dat zeker is.”
Verder lezen? Voor het aanvullende artikel klikt u hier.
Zoals in vorige edities uitgelegd bestaat het hart in principe uit twee pompen in één serie, maar in eenzelfde behuizing. De rechterpomp ontvangt het zuurstofarme bloed van het lichaam en pompt het naar de longen. De linkerpomp ontvangt het zuurstofrijke bloed van de longen en pompt het bloed door de aortaklep in de aorta (de grootste slagader van het lichaam). De aorta verzorgt het gehele lichaam van het bloed via verschillende vertakkingen. De slagaders voeren het zuurstofrijke bloed dus vanuit het hart, in tegenstelling tot aders die het zuurstofarme bloed náár het hart vervoeren.
Het eerste orgaan dat de aorta van het bloed voorziet is het hart zelf, namelijk via de kransslagaders. De kransslagers kunnen met de leeftijd progressief vernauwen en verkalken. Dit proces heet aderverkalking - oftewel atherosclerose - en is de voornaamste oorzaak van de ziekte en de sterfte in ontwikkelde landen. Hoe dit proces in het werk gaat kunnen we het best begrijpen door de anatomie van een slagader onder de loep te nemen.
----
Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.
In september viel de uitnodiging voor de griepprik op de mat. Mijn man kon eind oktober terecht. “Dat is veel te laat. Dan zijn de vaccins op”, zei ik. “Dat zal vast meevallen. Ze houden daar gewoon rekening mee”, reageerde Lenn. “Maar er wordt al voor gewaarschuwd dat er door corona een run komt op de griepprik. Ik vind dat je de huisarts moet bellen. Misschien kun je iets regelen.” Hij vond het onzin.
Toch belde hij een paar dagen later op. “De huisarts kan niets doen. En de assistent denkt ook dat het wel meevalt”, vertelde hij. “Jammer. Hopelijk hebben ze gelijk.” Maar op steeds meer plaatsen bleken de vaccinaties op. Mensen die de afgelopen jaren niet op de uitnodiging in gingen, haalden de prik nu wel. “Hou er maar rekening mee dat je voor niets komt”, zei ik tegen Lenn op de zaterdag dat hij aan de beurt was.
Voor ik het wist, was hij weer thuis. “Op! Ze zijn gewoon op!” Ik keek hem ongelovig aan. Misschien maakte hij een grapje. “Nee, echt niet. Ze hebben niets meer. Mijn vader was er vanochtend en die is wel geprikt, maar nu waren ze op.”
Langzaam voelde ik mijzelf boos worden. Hoe was dit mogelijk? “Als je vader dat had geweten, had hij met liefde die prik aan jou gegeven! Je hebt zelfs nog gebeld! Je hebt er toch wel wat van gezegd hè.” Als we de laatste jaren iets hebben geleerd als het over de zorg gaat, dan is het voor jezelf opkomen. “Ja, ik heb er wat van gezegd. Ze boden hun excuses aan. Ik kan in december terugkomen. Daar heb ik wat aan.”
Die maandag belde opeens de huisarts. “Ze hebben een aantal vaccinaties achtergehouden voor mensen die de prik echt nodig hebben. Ze hadden een aantekening gemaakt, omdat ik er iets van heb gezegd. En ze zag dat ik ook al eerder had gebeld.” Opgelucht keken we elkaar aan. “Belachelijk dat het zo gaat, maar ga er maar snel heen.”
Drie dagen later liet de staatssecretaris van Volksgezondheid van zich horen. Onder andere mensen met een medische aandoening kregen voortaan voorrang bij de toekenning van een griepprik. Die oproep had wel eerder mogen komen. Hopelijk heeft het andere mensen nog geholpen.
De link tussen hart en brein komt steeds duidelijker in onderzoek naar voren. Wat slecht is voor je hart, heeft ook z’n weerslag op je hersenen. Cardioloog en hoogleraar Leonard Hofstra en hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder brachten onlangs een boek uit: Hart voor je brein.
Hofstra en Scherder leerden de laatste jaren steeds meer over de relatie tussen het hart en brein. Wat blijkt? Het hart en brein staan bloot aan dezelfde risicofactoren: een hoge bloeddruk, hoog cholesterol, weinig beweging en diabetes. Die kennis over hart en brein komt steeds dichter bij elkaar. ‘Negentig procent van de kans op het krijgen van een hartinfarct komt door een ongezonde leefstijl’, vertelt Hofstra. ‘Voor beroertes geldt hetzelfde. Veel mensen weten wel dat als je rookt, gestrest bent en slecht eet, meer kans hebt op een hartinfarct. Bij beroertes is dit echter minder bekend.’
Eigen vijand
Een slechte leefstijl is niet alleen slecht voor je hart, maar ook voor je brein. Volgens Hofstra is het dan ook geen kwestie van de dokter die iets wel of niet moet doen, maar zijn wij zélf de grootste vijand voor ons hart en brein. Dat betekent dat we hier dus ook iets aan kunnen veranderen. Zo is gebleken dat maar liefst negentig procent van de diabetes type twee patiënten de ziekte kan omkeren door meer te gaan bewegen, vertelt Scherder. ‘Aan deze ziekte kun je daadwerkelijk iets doen.
----
Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.
Hoewel ook de echtparen Pieter en Janna Mackaaij, Hans en Jos Smit en Jacques en Nolly Janssen in september vol enthousiasme aan hun reizen begonnen, konden jammer genoeg alleen Pieter en Janna de reis afmaken. De andere reis moest worden afgebroken vanwege de nieuwe coronamaatregelen.
Pieter en Janna gingen mee met de Frieslandreis van 20 tot en met 24 september. Het stel is inmiddels al vijf keer mee geweest met HartbrugReizen, waarvan dit de eerste keer Nederland was. Ook in eigen land hebben ze de reis als heel plezierig ervaren. “We hadden schitterend weer”, vertelt Pieter. “We kenden Friesland nog niet zo goed en daarom was het, door middel van varen, een buitengewone kennismaking.” Wat ze zo aansprak aan Friesland, was, buiten de boot, het positieve gezelschap. “De bemanning en de schippersvrouw blonken uit door hun kennis over de omgeving en culinaire uitspattingen. Het was echt leuk om zo een reis te maken en van het fantastische uitzicht te genieten. Iedereen op zo’n reis is ook hetzelfde ingesteld en de contacten gaan altijd heel snel.”
Service
Daarnaast zijn Pieter en Janna enthousiast over de verzorging. “Marly is een enorme gastvrouw; niks anders dan een plus. Het grote pluspunt is dat we op de hoogte worden gehouden van alles en dat je altijd kunt bellen als je iemand nodig hebt. Dat speelt een belangrijke rol bij het feit dat wij met HartbrugReizen meegaan. Waar je naartoe gaat is een belangrijk gegeven, maar ook de service die erbij hoort.” Volgend jaar wordt het waarschijnlijk weer Nederland, zegt Pieter. “We hebben van het buitenland al aardig wat gezien en in Nederland zijn er veel plekken waar je toch nog nooit geweest bent. Het grote voordeel is dat je niks hoeft te doen; alles staat voor je klaar. Wij staan zonder meer weer open voor het eigen land.”
Keurig afgehandeld
Voor Hans en Jos was de reis vanaf 27 september, hun eerste reis met HartbrugReizen, helaas eerder dan gedacht afgelopen. Hans: “We hadden het erg naar ons zin toen de reis op dag drie helaas halverwege afgebroken moest worden. Jammer genoeg zitten onverwachte dingen er in deze tijd in. Ze hebben het echter keurig afgehandeld bij HartbrugReizen. Marly heeft uiteengezet wat niet meer mocht en we hadden de keuze of we op eigen gelegenheid wilden blijven, of terug naar huis gingen. Wij hebben aangegeven liever naar huis te gaan, want mijn vrouw loopt niet zo makkelijk en in Leeuwarden rondlopen zou erg vermoeiend voor haar zijn. Thuis is het financieel vervolgens heel netjes geregeld.”
Kleinschalig en persoonlijk
De organisatie vonden Hans en Jos allebei erg prettig. Vooral omdat zowel Hans als Jos hartpatiënt is. “We vinden de benadering heel positief, kleinschalig en persoonlijk. Dat is bij een grote reisorganisatie wel anders. Hier houden wij van.” Het begon bij binnenkomst al, vertelt Hans. “We werden gelijk goed door Marly ontvangen. Verder hebben we lekker gewandeld, een treintour gedaan door Leeuwarden en daarna gegeten bij een restaurant. Ook met de boot varen was vreselijk leuk.” In maart hopen Hans en Jos het in te halen en met z’n vieren te gaan. Dan nemen ze hun zoons mee. “Als de Frieslandreis die volgend jaar op het programma staat kan plaatsvinden, willen we zeker weer mee. Het zou fijn zijn als we de reis dan kunnen voortzetten.”
Anderhalve meter
Jacques en Nolly Janssen gingen met dezelfde reis mee als Hans en Jos, samen met twee vrienden. “Met z’n vieren reden we met de auto naar Leeuwarden, waar we meteen vriendelijk met koffie en
Limburgse vlaai werden ontvangen. Met een treintje werden we later die middag bij het hotel opgehaald en hebben we keurig op anderhalve meter afstand een rondrit door de stad gedaan. Na afloop zijn we ook weer bij een restaurant afgezet; erg prettig. Daar waren alle zitplaatsen, net als in het hotel, op anderhalve meter afstand ingericht. De volgende dag zijn we naar Dokkum geweest, wat ook heel leuk en bijzonder was. Helaas wilde Marly ons de dag daarna spreken en vertelde ze dat we de reis moesten afbreken. Wij hebben toen met z’n vieren besloten naar huis te gaan. Heel jammer, want het was ons eerste tochtje dit jaar.” Jacques en Nolly zijn hoe dan ook enorm te spreken over hoe HartbrugReizen hier mee om is gegaan. “Twee dagen later kregen we al een telefoontje van Donna, dat een deel van ons reisgeld werd terugbetaald; dat is allemaal super geregeld.”
Geruststellend gevoel
Vanwege het feit dat Jacques hartpatiënt is, vinden hij en zijn vrouw het meer dan fijn dat er tijdens de reis een AED aanwezig was en daarnaast iemand in de groep die onmiddellijk actie kan ondernemen. “Reizen zit bij mij een beetje psychisch. Zeker in het begin dachten mijn vrouw en ik: als het maar niet weer gebeurt. Bij deze reizen hoef je niet meteen naar een arts en dat is een heel geruststellend gevoel.” Ook Jacques en Nolly hebben alweer geboekt voor volgend jaar maart. “We hadden zo’n warm en positief ontvangst hier. We hebben andere reisbureaus meegemaakt
en daar ben je nummer 331 en 332; dat is veel massaler. HartbrugReizen heeft zich vreselijk uitgesloofd. We hopen dat onze reis in maart, naar de Bodensee in Duitsland, door kan gaan. Dat hebben we volgend jaar in ieder geval in het vooruitzicht.”
De eerste reis naar Friesland, van 13 tot en met 17 september, was een groot succes. In ieder geval voor Thea Kusters-van Beers, Ans Lanfermeijer-Vegting en Joke Kortekaas-Herfkens, die elkaar op reis ontmoetten en daar samen ‘The Golden Girls’ werden genoemd.
Ze gingen alle drie alleen op reis en hadden geen idee van elkaars bestaan, maar inmiddels hebben ze elkaar geregeld aan de telefoon. Dan bespreken ze toch weer even hoe leuk Friesland was, want dat vonden ze: alle drie zijn ze vol lof over de reis. Thea: “Ik ben één en al enthousiasme. We hadden die week een buitengewoon hoge temperatuur en hebben drie dagen op het dek van de boot gezeten. ’s Avonds konden we gewoon nog tot tien uur buiten op het terras zitten; echt uniek. De samenwerking met de eigenaren van de boot was ook heel goed. Dat waren hele enthousiaste mensen, net als Marly en de verpleegkundige, Marja, die mee waren. Het kon niet op.”
Harmonie
Niet alleen Thea, maar ook Ans is alleen maar positief over de reis. “Het hotel in Friesland was heel erg goed, ik kan het niet anders zeggen. Dat hadden ze goed opgelost met corona. De harmonie met elkaar en met Marly en de mensen die mee waren: ik heb het fantastisch gehad.” Joke voegt toe: “We zijn helemaal in de watten gelegd. We zijn onthaald met koffie en Fries gebak, hadden een uitgebreide lunch en op de boot genoten we van een barbecue. Een buffet tijdens het ontbijt mocht niet wegens corona, dus kregen we tijdstippen waarop je naar je tafel werd gebracht en daar kreeg je je ontbijt op een etagère. Iedereen heeft echt z’n best gedaan.”
Medische begeleiding
Het fijne vinden de vrouwen de begeleiding tijdens de reis. Ans is namelijk hartpatiënt, net als Thea. “Het is allemaal zo verzorgd en ik voel me veilig als ik met HartbrugReizen meega”, vertelt Thea. “Er blijft altijd iemand bij je en dat is een heel prettig idee. Mocht er iets gebeuren, dan is de verpleegkundige bij me.” Joke is het met haar eens. “De verzorgde en medische begeleiding is waarom ik met deze reizen meega. Ik ben slecht ter been en hulp in de buurt is gewoon fijn. Je durft met medische begeleiding toch makkelijker te gaan, omdat er dan op je gelet wordt. Ook was alles met het dragen van de mondkapjes goed geregeld en ze kwamen regelmatig langs met desinfectie middel. Ik vind het een heel mooi initiatief.”
Fantastische groep
Op de organisatie en de sfeer hebben ‘The Golden Girls’ eveneens weinig aan te merken. “De hele organisatie is geweldig”, zegt Ans. “Je wordt goed geholpen, dingen worden opgelost. Het eten was super, net als er met elkaar op uit gaan. We hebben prachtige dagen gehad daar. Als je ouder wordt, word je toch eenzamer. Maar de gezelligheid die we hier met elkaar hadden, vind ik uniek. Het was een fantastische groep.” Joke stemt daarmee in: “De sfeer was heel goed. Iedereen was gewoon in een blije stemming. Mensen waren er echt even uit. De organisatie was tevens top. Marly is ook zo hartelijk als je aankomt; wat de stichting doet is heel mooi.”
Reizen in de buurt
Met het feit dat de reis nu in Nederland plaatsvond, hebben ze eigenlijk geen moeite. Ondanks dat Thea vorig jaar al een keer meeging naar Metz in Frankrijk en Ans in januari met de overwinterreis naar Zuid-Spanje. Joke is zelfs al zeven keer meegegaan met HartbrugReizen. Joke: “Mijn vorige reizen waren super, maar ook met Nederland heb ik geen problemen. Ik ga moeilijker lopen, dus Nederland is eigenlijk ook wel prettig. Ik zag het al niet meer zo zitten om lang in de bus te zitten om ergens te komen. Dat red ik niet meer. Voor mij zijn reizen in de buurt dus een uitkomst.” Thea vult aan: “Ik vind die korte reisjes van vijf dagen in Nederland prettig. In coronatijd weet je tenslotte ook niet wat je moet boeken en dan is dit ideaal. Ik was sinds maart nog niet veel weggeweest, want je kunt geen kant op. Toen dit voorbijkwam, heb ik gelijk geboekt. Je bent dan toch even lekker weg.”
Volgend jaar weer
De vrouwen zijn dus nog lang niet op de reizen uitgekeken, en ook niet op elkaar. Thea: “Ik heb hier echt twee vriendinnen aan overgehouden. We treffen elkaar sowieso weer. Ik ben niet bang aangelegd, maar als je alleen op pad gaat, weet je toch niet wie je tegenkomt en hoe dat gaat. Ik vind het enig dat het zo is gelopen. Volgend jaar ga ik weer mee, want dit was echt een succes.” Ook Ans heeft het zo ervaren: “Ik heb er twee vriendinnen bij, echt waar. Met Joke ga ik mee naar de Veluwe en met Thea naar Limburg, dus dat is heel leuk. Ik heb in totaal alweer drie nieuwe reizen geboekt; hopelijk kunnen ze doorgaan. Ik kijk uit naar het voorjaar.”
Een draadloze pacemaker ter grootte van een vitaminepil: het nieuwste model van de Micra-pacemaker is een technisch hoogstandje. De opvolger van het model uit 2015 is de afgelopen maanden in verschillende Nederlandse ziekenhuizen in gebruik genomen. Wat zijn de voor- en nadelen?
De Micra-pacemaker is gefabriceerd door ‘s werelds grootste medische technologiebedrijf Medtronic. Hun eerste exemplaar werd in 2015 op de markt gebracht en sindsdien zijn er wereldwijd zo’n 35.000 van geïnplanteerd. Dit model was echter slechts geschikt voor 16% van de hartpatiënten. Met de nieuwe, geïnnoveerde versie kunnen volgens de makers ruim twee keer zo veel mensen worden geholpen. Begin juli werden de eerste micra’s in Nederlandse ziekenhuizen in gebruik genomen, waaronder in het LUMC. Prof. dr. Martin Schalij, afdelingshoofd Hartziekten, is vooralsnog positief.
Wat zijn de voordelen van deze Micra ten opzichte van een gewone pacemaker?
“Een gewone pacemaker haakt met draden vast aan de binnenkant van de hartwand. Die draden zijn het meest kwetsbare onderdeel. Gemiddeld gaat een pacemaker zo’n tien jaar mee, maar een aanzienlijk deel daarvan – vijf á tien procent – moet eerder vervangen worden omdat er iets mis is met de draden. Dat probleem heb je niet bij de Micra, want
----
Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.
Dat er een relatie is tussen metabole gezondheid en corona staat als een paal boven water. Internist Yvo Sijpkens legt uit wat bijdraagt aan metabole ongezondheid en, nog belangrijker: wat je kunt doen om die gezondheid in korte tijd aanzienlijk te verbeteren.
Internist Yvo Sijpkens
Volgens Sijpkens hebben we geen afweer meer tegen een virus als corona, waardoor we er ziek van worden en in sommige gevallen zelfs aan overlijden. Deze groep bestaat vooral uit oudere en kwetsbare personen, waaronder mensen met diabetes, overgewicht en hart- en vaatziekten. Toch is er ook een groep jongere mensen die aan het zuurstof moet. “Deze mensen worden gekenmerkt door een metabole disfunctie: het belangrijkste risico voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en complicaties van het coronavirus. Dit virus moeten we eigenlijk zien als wake-up call: het is goed mis met onze weerstand. We hebben er te veel last van. Dat komt niet door het virus zelf, maar door onze metabole ongezondheid.”
Afname biologische reserve
Sijpkens is van mening dat we niet meer gewapend zijn tegen zo’n virus doordat onze biologische reserve is verminderd. Hoe dat komt? Dat heeft te maken met enorme veranderingen in voeding, leefwijze en omgeving de afgelopen vijftig jaar. “De omgeving is ongezonder geworden.
----
Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.
Waar medicijnen gebruikt worden, treden bijwerkingen op. Hoe sneller die bijwerkingen gesignaleerd en geregistreerd worden, hoe accurater de voorlichting voor patiënten. Bijwerkingencentrum Lareb verzamelt informatie over bijwerkingen van geneesmiddelen en stelt opgedane kennis openbaar beschikbaar. Meldingen van patiënten, zo vertelt directeur Agnes Kant, zijn daarbij essentieel.
Agnes Kant
“Kennis van van bijwerkingen van medicijnen, vaccins en andere gezondheidsproducten is heel belangrijk voor de zorgpraktijk”, begint Kant. “Hoe meer informatie, hoe beter de afweging kan worden gemaakt om een geneesmiddel al dan niet voor te schrijven of te gebruiken. Ook herkennen en erkennen van bijwerkingen wordt gemakkelijker als er meer informatie over beschikbaar is. Wordt een bijwerking tijdig gesignaleerd, dan kan dat namelijk een lang medisch traject voorkomen. Het komt nog vaak voor dat een patiënt tal van medische onderzoeken ondergaat, voor iets dat uiteindelijk een bijwerking blijkt te zijn die eenvoudig te verhelpen is door het stopzetten van medicatie en het zoeken van een alternatief. Ook kan bekeken worden of de bijwerking vanzelf weer overgaat, of te behandelen is. Soms kan het zelfs gevaarlijk zijn om nog door te gaan met het gebruiken van een geneesmiddel: hoe eerder bijwerkingen worden herkend, hoe beter dus.”
Ontdekkingen hartpatiënten
Bijwerkingencentrum Lareb genereert kennis op basis van meldingen van patiënten en zorgverleners. Dat levert al jarenlang waardevolle inzichten op, waaronder uiteraard ook veel nuttige informatie voor hartpatiënten. Zo ontving Lareb twee meldingen van patiënten met een lang-QT-syndroom – een erfelijke hartziekte – die bij het gebruik van het middel xylometazoline hartritmestoornissen kregen. Dit medicijn, dat gebruikt wordt bij een verstopte neus, is zonder recept te verkrijgen bij de apotheek. Het is dus heel belangrijk dat patiënten met dit syndroom hiervoor gewaarschuwd worden. Bijwerkingen die al wat langer bekend zijn doen zich voor bij patiënten die ACE-remmers gebruiken, bijvoorbeeld bij chronisch hartfalen. Deze remmers kunnen een prikkelhoest veroorzaken. Kant: “Hoewel dit een bekendere bijwerking is, horen we nog steeds verhalen van mensen die het hele medische circuit doorlopen omdat ze vrezen voor longkanker. Dat terwijl een wisseling van bloeddrukmiddel al de oplossing kan zijn.”
Bijzonderheden altijd waardevol
Dankzij meldingen van patiënten en zorgverleners is inmiddels ook al een tijdlang bekend dat cholesterolverlagers spier- en/of peesproblemen kunnen veroorzaken. Bij de vroeger veel gebruikte statines is dit het geval. Maar bij PCSK9-remmers, dat later als alternatief op de markt werd gebracht, blijkt uit meldingen dat de bijwerkingen ook bij dit middel optreden. Kant benadrukt dat meldingen van bijzonderheden altijd waardevol zijn, ook al is een medicijn al twintig jaar op de markt. Dat hoeft namelijk nog niet te betekenen dat alle bijwerkingen bekend zijn. Kant: “Natuurlijk komen de meeste bijwerkingen aan het licht in de eerste jaren nadat een geneesmiddel op de markt is gebracht, maar het is zeker niet uitgesloten dat op een later moment nieuwe ontdekkingen kunnen worden gedaan. Sommige bijwerkingen treden pas op na langdurig gebruik of alleen bij patiënten die het middel in combinatie met specifieke andere geneesmiddelen gebruiken.” Anderzijds komt het ook voor dat bijwerkingen juist afnemen naarmate de tijd verstrijkt. Ook die inzichten zijn nuttig, vertelt Kant. “Dat kan bijvoorbeeld helpen de therapietrouw van patiënten te vergroten. Als een patiënt weet dat de erge hoofdpijnen waar hij of zij mee kampt weer zullen overgaan, is hij of zij veel eerder geneigd door te bijten.”
Onderzoek en testfasen
Maar hoe kan het dan dat bijwerkingen pas opgemerkt worden nadat een medicijn op de markt is gebracht? Alle geneesmiddelen worden toch uitvoerig getest voordat ze daadwerkelijk verantwoord mogen worden voorgeschreven? “Vooropgesteld: geen enkel geneesmiddel wordt zomaar op de markt gebracht. Daar gaan inderdaad uitvoerige onderzoeken en tests aan vooraf. Toch is het vrijwel onmogelijk om daarbij alle bijwerkingen te kunnen ontdekken, omdat deze tests altijd binnen een beperkt tijdsbestek worden uitgevoerd onder een selectieve groep mensen. Pas wanneer een medicijn langdurig door een grotere, diversere groep gebruikt wordt, kan veel meer ontdekt worden.”
Alle signaleringen die door bijwerkingencentrum Lareb worden gedaan, worden gerapporteerd aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Het CBG kan op basis hiervan actie ondernemen. Zo kan besloten worden de bijwerking op te nemen in de bijsluiter. Ook worden adviezen worden uitgebracht over eventuele risicogroepen voor wie specifieke medicatie beter niet meer kan worden voorgeschreven in de toekomst. Zorgverleners kunnen hierop besluiten hun richtlijnen aan te passen. Waar nodig kan het CBG ook besluiten om een middel van de markt te halen.
Waarom HPNL bijwerkingen hoog op de agenda zet
Geen werking zonder bijwerking
Bijwerkingen van medicijnen worden vaak niet herkend als bijwerking, maar beoordeeld als een nieuwe ziekte. Dat komt vaker voor dan u denkt. Denk bijvoorbeeld aan de vele meldingen in verband met bijwerkingen van statines.
Wij willen de veiligheid van geneesmiddelen zo goed mogelijk bewaken. Daarvoor werken wij samen met Lareb, het bijwerkingencentrum.
Ook patiënten kunnen hier meldingen doen. Vaak overleggen wij met onder andere Lareb als blijkt dat er zich opeens nieuwe klachten openbaren. Artsen en apothekers zien regelmatig over het hoofd dat de klachten misschien wel veroorzaakt kunnen worden door medicatie. Als je sommige medicijnlijsten van patiënten bekijkt, slaat je de angst om het hart. Bijwerkingen moet je nooit
onderschatten, maar er steeds alert op zijn en blijven.
U kunt uw bijwerkingen eenvoudig melden via www.mijnbijwerking.nl.