De second opinion van Rudy

 

De 40-jarige Rudy geniet met volle teugen van het leven. Hij doet graag aan wielrennen en mountainbiken, maar ook aan duiken. En alsof dat niet genoeg is, fitnest hij ook nog. In 2014 komt daaraan abrupt een einde als blijkt dat Rudy hartpatiënt is. En daarmee begint zijn reis in de wereld van hartpatiënten…

 

Het is 2014; een doorsnee vrijdagavond. Daarvan is niets over wanneer Rudy wordt opgehaald door een ambulance. Of zoals hij zelfs zegt ‘de grote, gele taxi’: ‘Ik voelde mij erg slecht. De ambulancebroeders maakten een hartfilmpje, maar daarop was niets afwijkends zichtbaar. Echter, omdat mijn vader op 34-jarige leeftijd hartpatiënt is geworden, word ik voor de zekerheid meegenomen naar het ziekenhuis. Daar, op de spoedeisende hulp in een Midden-Limburgs ziekenhuis, wordt een aangeboren hartritmestoornis   – het Wolff-Parkinson-White syndroom (WPW-syndroom) – vastgesteld. De volgende dag onderging ik een fietstest. De uitslag daarvan is twijfelachtig, maar ik word naar huis gestuurd. Ik heb geen cardioloog gezien.’

 

Second opinion

Omdat Rudy de gang van zaken raar vindt, gaat hij, op aanraden van een vriend, naar een naburig ziekenhuis. Na onderzoek concludeert de cardioloog dat Rudy naast het WPW-syndroom een andere aangeboren hartafwijking heeft: een vergroeide en lekkende aortaklep. ‘Een onderzoek met de stethoscoop is voor de dokter voldoende om de problematiek rondom mijn aortaklep te achterhalen. Voor alle zekerheid maakt hij een echo om zijn vermoedens te bevestigen. Hij stuurt mij voor de aortaklep door naar een collega cardioloog in een hart- en vaatcentrum.  De ablatie met betrekking tot het WPW-syndroom wordt succesvol uitgevoerd in het voorjaar.’

 

De lekkage verergert. Gezien Rudy’s leeftijd is een hersteloperatie van de aortaklep de beste optie en wordt hij doorverwezen naar een in België gelegen hartcentrum met veel ervaring op het gebied van hart- en aortakleppen. ‘Mijn zorgverzekering blijkt geen contract te hebben met het Belgische ziekenhuis maar uiteindelijk krijg ik, na veel verstuurde e-mails, alsnog toestemming voor een operatie in België.’

 

Hij vervolgt: ‘Mijn operatie is goed verlopen en binnen 24 uur was ik van de intensive care af. Een dag later liep ik alweer rond. Maar het belangrijkste voor mij is dat mijn aortaklep gerepareerd is, in plaats van vervangen.’ Een groot voordeel met betrekking tot de openhartoperatie is Rudy’s goede conditie waarmee hij de operatie inging. Sterker nog, drie dagen voor de operatie fietste Rudy 65 kilometer in twee uur. Mede hierdoor is hij de reguliere revalidatie van drie maanden voorspoedig doorgekomen.

 

Het herstel

De alom bekende uitspraak ‘Niet zeuren, maar doen!’, lijkt Rudy op het lijf geschreven. Ondanks zijn ontdekte hartaandoeningen, de second opinion en de strijd met de zorgverzekering, laat hij zich niet uit het (sport)veld slaan. ‘Mijn leven is niet veranderd, want afgezien van enkele ‘zwaktes’ ben ik in grote lijnen dezelfde persoon als voorheen. Af en toe heb ik moeite met ademhalen en een geïrriteerde borstkas in combinatie met een pijnlijke rug. Tevens kijk ik met sporten vaker op de hartslagmeter, maar meer ook niet. Het enige wat ik graag anders zie, is dat zorgverzekeraars patiënten als mensen zien, in plaats van dieven die de winst stelen.‘

 

Het sporten pakt Rudy snel op en al gauw heeft hij een nieuw sportdoel: ‘Afgelopen zomer wilde ik testen of mijn conditie weer op pijl was. Ik had mijzelf voorgenomen om in totaal zesduizend kilometer te fietsen in de vorm van toertochten door Limburg. Helaas ben ik rond de vijfduizend blijven steken in verband met blessures. Maar ik heb nu wel een nieuw doel voor dit jaar!’

 

Vanzelfsprekend heeft ook hij zijn moeilijke momenten gehad: ‘Het moeilijkste vond ik de dagen voor de openhartoperatie. Ik moest mijn kinderen en mijn vrouw gedag zeggen en ik wist niet of ik ze ooit nog zou zien. Het blijft toch een zware operatie met alle risico’s van dien.’ Maar inmiddels voelt Rudy zich geen hartpatiënt meer. En nu, maar ook in de toekomst, wil hij vooral ‘leven’. Want zoals hij zelf zegt: ‘Het leven is te kort om je overal druk om te maken.’

 

Hartbemiddelaar

Wilt u een second opinion, maar weet u niet hoe u dit moet aanpakken? ‘Hartbemiddelaar’, de betrouwbare en objectieve wegwijzer van Hartpatiënten Nederland, helpt u graag vooruit via een uitgebreid team van vooraanstaande hartspecialisten. Maar Hartbemiddelaar is veel meer. Wij zijn een servicecentrum voor hartpatiënten en hun naasten. Desgevraagd worden hartpatiënten en naasten begeleid in het vinden van de meest geschikte medische zorg, zonodig in het buitenland. Daartoe is een uitgebreid team beschikbaar van vooraanstaande Nederlandse en buitenlandse hartspecialisten.

 

Jan van Overveld, voorzitter Hartpatiënten Nederland, licht toe: ‘De artsen waarop wij een beroep doen, behoren tot de beste cardiologen en hart- en vaatchirurgen van Nederland, België en Duitsland. Zij verstrekken desgewenst een ’tweede opinie’ en koppelen daaraan hun onafhankelijk medische advies. Wij zoeken uit waar u snel en goed geholpen kunt worden.

 

Kijk voor meer informatie op: www.hartbemiddelaar.nl

De invloed van stress op het vrouwenhart

 

‘Je kunt letterlijk sterven aan een gebroken hart’

 

Stress staat officieel niet in het rijtje met de grootste risicofactoren voor het ontstaan van hart- en vaatziekten, zoals overgewicht, roken en te hoog cholesterol. Onterecht, vindt cardioloog dr. Janneke
Wittekoek. Het vrouwenhart is namelijk juist uitermate gevoelig voor stress.

 

Wat is de invloed van stress op het vrouwenhart?

‘Bij zowel mannen als vrouwen kan stress een belangrijke rol spelen in het ontstaan van hart- en vaatziekten. Het vrouwenhart is echter veel gevoeliger hiervoor dan het mannenhart. Bij mannen met stress zie je vaak een geleidelijke opbouw van symptomen. De klassieke risicofactoren, zoals een verhoogd cholesterol en hoge bloeddruk, die uiteindelijk leiden tot een vernauwing van de kransslagaders. Bij vrouwen hebben stresshormonen daarentegen een direct effect op de vaatwanden. Zeker na de overgang, omdat het vatenstelsel dan zwakker wordt. De stress kan een verkramping (spasme) in de kransslagaderen veroorzaken die in het ergste geval zelfs kan leiden tot een hartinfarct.’

 

Hoe weten we of stress inderdaad de oorzaak is?

‘In mijn praktijk zie ik veel vrouwen met klachten als pijn op de borst of hartkloppingen. Ze vertellen bijvoorbeeld dat de klachten op komen zetten als ze na een drukke werkdag met een kopje thee op de bank zitten. Dat duidt wel op een verband met stress. Zeker als ze vertellen dat ze nergens last van hadden toen ze op vakantie waren.’

 

Zijn vrouwen grotere stresskippen dan mannen?

‘Het is moeilijk om daar in zijn algemeenheid iets over te zeggen, aangezien er mannen zijn met een “typisch vrouwenhart” en andersom. Wat in ieder geval meespeelt is een verstoorde balans tussen werk en privé. Vrouwen proberen vaak heel veel ballen tegelijk in de lucht te houden, dat levert stress op. Het is aangetoond dat moeders die meer dan drie kinderen hebben en daarnaast ook nog werken een grotere kans hebben op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Bij mannen heeft de grootte van het gezin niet zo’n grote invloed. Ook komen in de maand december – voor de meeste mensen een stressvolle periode met kerstdiners en familiebezoek – meer hartinfarcten voor.’

 

Kan het vrouwenhart worden beïnvloed door emoties?
‘Jazeker. We noemen dat het stresshartinfarct of het broken heart syndrome: een verschijnsel waarbij het hart (tijdelijk) wordt verlamd omdat het een grote hoeveelheid stresshormonen niet kan verwerken. Vaak is een emotionele gebeurtenis, zoals een overlijden of liefdesverdriet, de oorzaak. Het gaat dan niet om een ziek hart, maar om een hart dat te heftig reageert. Iemand kan dus letterlijk sterven aan een gebroken hart. Dat komt gelukkig heel weinig voor, maar wel vaker bij vrouwen dan bij mannen. Vooral na de overgang.’

 

Zijn we tegenwoordig meer gestrest dan pakweg 50 jaar geleden?

‘Absoluut. Al tijdens mijn opleiding was ik gefascineerd door het vrouwenhart, ik hield toen al bij welke vrouwen afwijkingen in de aderen hadden als gevolg van stress. Mijn lijstje telde destijds een stuk of vijftien namen, nu zie je het veel vaker. Logisch, aangezien we in een wereld leven die alleen maar sneller gaat draaien. Je ziet het ook aan de groeiende behoefte aan ontspanningsmethoden als yoga en mindfulness. Dat daar aandacht voor is vind ik een goede ontwikkeling, maar het is natuurlijk ook goed om je af te vragen of we de lat niet te hoog leggen voor onszelf.’

 

Wat is het advies aan vrouwen met stressklachten?
‘Om weer in balans te komen, bijvoorbeeld met behulp van de eerdergenoemde yoga of mindfulness. Voldoende bewegen, gezond eten en goed slapen. Ga bijvoorbeeld een uur eerder naar bed, verban alle schermen uit de slaapkamer en zorg dat de ruimte niet te warm is. Een uitgerust mens kan veel meer aan. Ook positiviteit is belangrijk: het glas halfvol proberen te zien in plaats van halfleeg. Er overlijden immers meer pessimisten dan optimisten aan hart- en vaatziekten. Soms zijn deze tips niet voldoende en stuur ik iemand door naar een psycholoog, omdat er veel meer emoties meespelen. Al probeer ik daar zelf al veel in te betekenen: ik zie psychocardiologie als een belangrijk deel van mijn werk.’

 

Vrouwenhart

Het is de missie van Janneke Wittekoek om te zorgen dat er minder vrouwen zullen sterven aan hart- en vaatziekten. Om vrouwen meer inzicht te geven in hun eigen hartgezondheid schreef ze het onlangs verschenen boek ‘Het Vrouwenhart’. Een deel van de opbrengst gaat naar Stichting Hart voor Vrouwen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek.

Hartbrug-Magazine mag vijf exemplaren verloten van het boek ‘Het Vrouwenhart’. Wilt u dit boek winnen? Ga dan snel naar www.hartpatienten.nl/vrouwenhart

 

 

Cardioloog dr. Janneke Wittekoek

‘Gelukkig heb ik een bodyguard’

 

Wilma Noordhoek (39) kreeg twee jaar geleden een hartstilstand. Ze was op dat moment alleen thuis met haar jongste zoon. Inmiddels heeft ze een ‘bodyguard’ die haar beschermt tegen een volgend noodlot.

 

Wilma Noordhoek met Brent en Jack

 

‘Mijn moeder overleed toen ik 21 was. Heel plotseling: ze stapte uit de auto en viel neer. De oorzaak van haar hartstilstand is nooit gevonden en ook onderzoek bij mijn broer, zus en mij bracht niks vreemds aan het licht. Toen ik dus twee jaar terug een paar dagen achter elkaar last had van vermoeidheid, hoofdpijn en zere schouders, dacht ik geen moment aan mijn hart. Ik was pas gescheiden en zorgde vrijwel in mijn eentje voor mijn zoons Brent en Jack, toen 7 en 3. Daarnaast had ik een drukke baan als kapster. Niet zo vreemd dat ik een beetje moe was.

 

Die bewuste middag was ik alleen thuis met de jongste. Ik herinner me er zelf niets meer van, maar blijkbaar heb ik in paniek mijn broer gebeld. Ik kreeg geen lucht en haalde raspend adem. Hij vond me in de gang, mijn gezicht knalblauw en mijn lippen paars. Op aanwijzingen van de meldkamer zijn mijn broer en de buurman begonnen met reanimeren.

 

Een van de eerste herinneringen die ik heb is dat ik in een stoel zat terwijl iedereen lachte, huilde en foto’s maakte. Ik snapte er niets van, ik zat toch alleen maar in een stoel? Pas later begreep ik dat iedereen er sterk rekening mee had gehouden dat ik nooit meer wakker zou worden,

of voortaan als kasplantje door het leven zou gaan. Ik kon gewoon niet bevatten dat ik opeens hartpatiënt was. Dat gebeurt mensen van 80, geen kerngezonde vrouw van 37!

 

Herstel

De artsen stonden ervan versteld hoe snel ik herstelde. Ik had ook weinig keuze. Een vriendin had Brent en Jack vijf weken in huis genomen, maar ik wilde heel graag weer zelf voor ze zorgen. Jack had gelukkig weinig meegekregen van de reanimatie, hij dacht dat ik was flauwgevallen. Maar Brent had dondersgoed door dat ik heel erg ziek was. Hij wilde de rol van man in huis op zich nemen: ontbijt maken of helpen met stofzuigen. Daar heb ik een stokje voor gestoken, kinderen moeten gewoon kind kunnen zijn.

 

Inmiddels weet ik dat ik drager ben van een zeldzaam gen dat deze hartaandoening veroorzaakt. Mijn broer en zus hebben het niet, Brent en Jack hoeven pas na hun 18e te worden getest. Ik moet er niet aan denken dat zij het ook hebben, mijn gezondheid heeft zo al genoeg invloed op hun leven.

 

Ik heb nu een S-ICD, ik noem hem mijn bodyguard. Dat kastje brengt mijn hart weer op gang als het er opnieuw mee stopt. De artsen zeiden dat het nog wel tot mijn zestigste kon duren voor het weer zou gebeuren, misschien zelfs nooit meer. Toch ging het eind mei alweer mis – bijna op de kop af een jaar later.

 

Gelukkig was dit keer niet Jack, maar mijn nieuwe vriend bij me. Ik had hoofdpijn, voelde me duizelig. Hij zag hoe ik wegzakte op de bank, hoe de S-ICD mijn lichaam liet schokken en hoe ik even later weer bijkwam. Het is een geruststelling dat ik nu weet dat mijn bodyguard me inderdaad kan redden, maar het maakt me ook bang. Ik weet zeker dat het weer gaat gebeuren, maar wanneer?

 

Positief

Door het zuurstofgebrek tijdens mijn eerste hartstilstand heb ik helaas blijvende schade opgelopen. Ik ben snel vermoeid, gevoelig voor prikkels en kan niet meer goed multitasken, daardoor moet ik helaas het kappersvak vaarwel zeggen. Lastig, want ik doe dit al 20 jaar! Maar thuis zitten is ook niks voor mij, ik wil graag mijn eigen boontjes doppen. Met een re-integratiecoach ben ik op zoek naar een passende baan en tot die tijd werk ik halve dagen. Dan ben ik aan het eind van de middag net voldoende uitgerust om de jongens van school te halen. Hoewel het soms zwaar is om alleen te zorgen voor twee kinderen – één met ADHD, de ander slechtziend – blijf ik positief. Ik realiseer me hoeveel geluk ik heb gehad, het had ook heel anders kunnen aflopen. Ik geniet enorm van mijn kinderen en ben supergelukkig met mijn nieuwe liefde, die me als geen ander begrijpt, steunt en waardeert. Zonder hem was ik denk ik nooit zo ver gekomen.’

 

Over hartpatiënt zijn enzovoort…

 

Het gras is altijd groener aan de overkant; of toch niet? Young & Yearning ging in gesprek met mede-hartpatiënt Johan Witter (36) over hoe hij het hartpatiënt zijn ervaart én hiermee omgaat. Hij vertelt openlijk over zijn angst(en) en het overwinnen daarvan.

 

Voel jij je een hartpatiënt?

‘Ondanks dat bij mij de hartspierziekte dilaterende cardiomyopathie (DCM) is geconstateerd, voel ik mij in het dagelijks leven geen hartpatiënt. Tenminste, afgaande op het lichamelijke aspect met betrekking tot DCM; ik heb geen fysieke verschijnselen die mij aan mijn hartaandoening herinneren. Daarentegen ervaar ik wel psychische klachten naar aanleiding van mijn hartstilstand in 2015. Vanwege de hartstilstand is een S-ICD (implanteerbare defibrillator) geïmplanteerd. De angst voor herhaling is bij mij aanwezig. Hierdoor ben ik meer met mijn lichaam bezig dan voorheen. Om een voorbeeld te noemen: ik ben mij bewust van elke verandering in mijn hartslag.’

 

Wat doe jij zelf tegen jouw angst?

‘Tegen mijn angst doe ik eigenlijk het verkeerde, want ik voed het – de angst – door mijn hartslag continu te controleren.  Het grote probleem hiervan is dat ik een controle van mijn hartslag nodig heb om rustig te worden. Het controleren van mijn hartslag doe ik zelf of ik laat het controleren. Als mijn hartslag in orde is, ga ik ervanuit dat ik niets mankeer. Inmiddels is het controleren van mijn hartslag verminderd en wordt het steeds minder. Ondanks dat ik mij bewust ben van het feit dat ik beschermd ben door mijn S-ICD en de bewering van doktoren dat ik niet bang hoef te zijn voor nog een hartstilstand, is dat makkelijker gezegd dan gedaan; aangezien er toch een geringe kans op herhaling aanwezig is.’

 

Krijg jij bij het onder controle brengen van jouw angsten hulp van buitenaf?

‘Ik heb een jaar lang, tot afgelopen december, bij een medisch psycholoog gelopen. Recent ben ik benaderd omtrent een pilot om nieuwe, jonge, ICD-dragers te helpen om te gaan met een ICD. Deze pilot wordt door meerdere ziekenhuizen georganiseerd en uiteindelijk door een commissie beoordeeld. Het is opgezet door een werkgroep van psychologen, omdat zij vinden dat er te weinig begeleiding is voor ICD-dragende jongeren. Het is nu afwachten of ik hiervoor word geselecteerd.’

 

Hoe ervaar jij de S-ICD?

‘Hoe ik mijn S-ICD ervaar, is dubbel. Zolang hij niet hoeft in te grijpen (gelukkig!), is het tegelijkertijd moeilijk om op mijn S-ICD te vertrouwen, want wie garandeert mij dat de geïmplanteerde defibrillator in mijn lichaam werkt? Dus aan de ene kant wil ik een shock ervaren om mijzelf te overtuigen van het feit dat de S-ICD werkt, terwijl aan de andere kant elke dag zonder een schok een zet in de goede richting is waarmee het vertrouwen toeneemt dat ik niets mankeer.’

 

Hoe ga jij met jouw hartaandoening en jouw angst om?

‘Ik probeer alles hetzelfde te doen als voorheen, oftewel, voordat ik een hartstilstand kreeg. Maar dat is niet altijd even makkelijk. Om een voorbeeld te noemen: ik vind het vrij moeilijk om naar het buitenland te gaan. Waarom? Geen idee. Ik ben mij ervan bewust dat de grens overgaan geen extra risico’s met zich meebrengt. Sterker nog, anderhalve maand nadat mijn S-ICD is geïmplanteerd ben ik naar Berlijn geweest en ik ben mijn vakantie zonder problemen doorgekomen.

Angst is een slechte raadgever en daar ben ik ondertussen wel achter. Maar ik ben ervan overtuigd dat ik mij voor het eind van volgend jaar beter zal voelen, want ik boek vooruitgang.

Mijn hartstilstand vond in 2015 plaats en inmiddels werk ik weer veertig uur per week. Tevens heb ik buiten het werk om al mijn bezigheden van vroeger opgepakt.’

 

Therapie

Ervaar jij klachten en/of andere ongemakken naar aanleiding van jouw hartaandoening(en)? Trek aan de bel en zoek hulp. Onthoud dat het geen zwakte is, integendeel. Professionele hulp zorgt ervoor dat de klachten, dan wel ongemakken, niet jouw leven beheersen. Oftewel: therapie is gericht op het verminderen van geestelijke gezondheidsklachten, maar ook persoonlijke groei en zelfontwikkelingen.

 

Tegenwoordig is het aanbod enorm en dankzij de diverse therapievormen en de daarbij horende behandelmethoden én geneeswijzen, is er voor ieder wat wils. Een onderscheid is te maken tussen psychotherapie, alternatieve geneeswijzen en overige behandelmethoden. Deze zijn (bijna) allemaal van toepassing op (onder andere) hartpatiënten. En dit is nog maar een kleine greep uit het enorme aanbod. Benieuwd waar jij het meeste baat bij hebt? Ga naar de huisarts. Hij/zij kan jou hierin adviseren en doorverwijzen. Het vragen om hulp, is de meest spannende stap; daarna gaat het vanzelf.

 

* Psychotherapie

Psychotherapie is een erkende (gespreks)behandelmethode voor psychische stoornissen en problemen met als doel het verminderen en beter hanteerbaar maken van psychische en lichamelijke klachten. De psychotherapie heeft een grote diversiteit aan behandelmethoden.

 

* Alternatieve geneeswijzen

Alternatieve geneeswijzen zijn niet-erkende behandelmethoden vanwege het ontbreken van algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs van de geneeskundige effectiviteit, maar met hetzelfde doel als psychotherapie. Net zoals in de psychotherapie, is er in alternatieve geneeswijzen een grote diversiteit aan behandelmethoden. Voorbeelden hiervan zijn verschillende meditatietherapieën en verscheidende ademhaling- en ontspanningstherapieën.

 

Lichtjes tegen winterdepressies

 

Niemand wordt vrolijk van koude en donkere winterdagen, maar sommige mensen raken er echt door in een depressie. Iedereen die aan winterdepressies lijdt, kan die maar beter te lijf gaan. Dat geldt zeker ook voor hartpatiënten. Depressies brengen extra gezondheidsrisico’s met zich mee. HartbrugReizen sprak Dr. Ybe Meesters, klinisch psycholoog en psychotherapeut met een grote kennis van lichttherapie bij winterdepressie.

 

‘Ik word zó depressief van dit weer!’ Als in de winter om vier uur ’s middags het licht al aan moet, verzuchten we het allemaal wel eens. Meestal is er hooguit sprake van een winterdip of de winterblues. We zitten niet helemaal lekker in ons vel en stappen ’s ochtends minder energiek uit bed. Het leven oogt minder zonnig dan in de lente- en zomermaanden, maar we functioneren nog wel.

 

De klachten van degenen die echt aan een winterdepressie lijden, zijn veel ernstiger. Patiënten zijn niet alleen neerslachtig, maar hebben ook de neiging zichzelf terug te trekken. Ze zijn prikkelbaar, hebben een gebrekkige concentratie en voelen zich moe. Dat terwijl ze vaak juist veel slapen, soms meer dan veertien uur per dag. Activiteiten ondernemen valt loodzwaar. Werk, studie en sociale contacten lijden onder hun gemoed. Anders dan bij een ‘gewone’ depressie verdwijnen de klachten van neerslachtigheid met het lengen van de dagen. Ze keren in de herfst en winter terug. Jaren achtereen.

 

IJslanders hebben geen last

Waar komt zo’n winterdepressie vandaan? Eigenlijk weten wetenschappers dat niet precies. Een tekort aan daglicht is waarschijnlijk de boosdoener. Hoe noordelijker van de evenaar, hoe minder zonuren, hoe minder intens het licht en hoe vaker winterdepressie voorkomt. Ruim een miljoen Nederlanders hebben in de koude seizoenen moeite zich aan de geringere hoeveelheid daglicht aan te passen. Hun biologische klok raakt verstoord. Bijna de helft van hen lijdt echt aan een winterdepressie. Wonderlijk genoeg hebben IJslanders doorgaans nergens last van. De evolutie en erfelijkheid spelen dus vermoedelijk ook een rol. Winterdepressie zit vaak in de familie, of juist niet. Vrouwen tussen de 13 en 55 jaar maken 70-80% van de patiënten uit. Mogelijk triggeren hormonale schommelingen winterdepressies eveneens.

 

Minder zorg voor zichzelf

Wat de precieze oorzaak ook is, het is belangrijk de winterdepressie te onderkennen. Niet alleen vanwege de nare gevoelens. Net als een ‘gewone’ depressie, brengt ook de winterdepressie verdergaande gezondheidsrisico’s met zich mee. De algehele lusteloosheid en passiviteit die depressies kenmerken, maken dat patiënten minder goed voor zichzelf zorgen. Ze leven ongezonder. In het geval van hartpatiënten zijn artsen extra alert op depressies. Dat is niet voor niets. Ze belemmeren het herstel en het risico op hartklachten zou zelfs weer toenemen. Is dat ook bij winterdepressies zo? ‘Waarschijnlijk wel’, beaamt Ybe Meesters. Meesters is gepromoveerd op het onderwerp lichttherapie bij de behandeling van winterdepressie en verbonden aan de polikliniek Winterdepressies van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). ‘Meestal hebben mensen met een winterdepressie een grotere behoefte aan met name calorierijk voedsel. Doordat ze in de winterperiode ook beduidend minder energie hebben, zijn ze minder actief.’ Bij onvoldoende lichaamsbeweging betekent dit gewichtstoename.

 

De natuur manipuleren

Ondanks de wat gebrekkige kennis van winterdepressies zijn ze gelukkig goed te behandelen. Reguliere lichttherapie met wit licht werkt voor de meeste patiënten bewezen effectief. Hun stemming verbetert en ze krijgen weer meer energie. Eén tot twee weken lang zit de patiënt dagelijks ca. drie kwartier voor een speciale lamp. De ogen worden blootgesteld aan 10.000 lux, de maat voor lichtsterkte. Dit is doorgaans genoeg om van de klachten af te komen.  Eigenlijk is het kunstmatig de natuur manipuleren. Het klinkt simpel. Zo simpel zelfs dat consumenten zelf hun speciale zonlichtvervangende lampen voor thuis aanschaffen. De vraag is of dat verantwoord is. Wat adviseert  Meesters? ‘Het is zeker aan te raden de eerste behandelingen onder deskundige begeleiding te laten plaatsvinden, dus (poli)klinisch.’ Patiënten kunnen dan instructies meekrijgen om thuis de behandeling veilig voort te zetten. Een dokter, psychiater of psycholoog moet sowieso eerst de diagnose stellen. Want is er wel sprake van een winterdepressie? Lichttherapie wordt ook alleen vergoed bij een doorverwijzing.

 

Opgepast met zonnebanklampen

Bij winterdepressie zelf gaan dokteren met lichttherapie is om méér redenen onverstandig. Er zijn namelijk ook contra-indicaties voor de lichtbehandeling. Is een hartaandoening een contra-indicatie? ‘Nee’, aldus Meesters, ‘lichttherapie kan ook bij hartpatiënten worden toegepast als deze een winterdepressie hebben. Contra-indicaties zijn evenwel kwetsbare ogen, oogziektes, recente oogoperaties, gebruik van bepaalde medicatie, psychoses en manische episodes bij bipolaire stoornissen. Het alternatief is in die gevallen medicatie, antidepressiva. Het is overigens de vraag of dat veiliger en een beter alternatief is.’ Medicijnen worden ook voorgeschreven in het geringe aantal gevallen dat de lichttherapie niet werkt. Voor een maximaal effect is het raadzaam om bij winterdepressieklachten zo vroeg mogelijk met lichttherapie te beginnen.

 

Een waarschuwing tegen zonnebanklampen is hier ook op zijn plaats. Een zonnebank werkt niet zoals lichttherapie. Bij lichttherapie komt licht van een bepaalde sterkte via het netvlies naar binnen. Alleen zo sorteert het effect. De lampen van de zonnebank werken met ultraviolet licht dat schadelijk is voor de ogen. Daarom kunt u er niet met open ogen gebruik van maken. Het kan blindheid veroorzaken.

 

Tot slot: een dagelijkse wandeling werkt voor iedereen opbeurend. Het beste in de ochtend, want dan is het winterlicht het krachtigst.


 

Hartfalen. Wat nu?

 

In gesprek met cardioloog Peter Paul Delnoy

 

Waarom heeft u voor de cardiologie gekozen? Wat spreekt u op dagelijkse basis, op de werkvloer, het meest aan?

In de cardiologie zien we veel acute maar ook chronische problematiek. In de acute fase telt soms iedere minuut, dat maakt ons werk spannend en uitdagend. Je kunt dan het verschil maken voor de patiënt voor vele jaren. Als cardioloog zijn we ook verantwoordelijk voor een belangrijk deel van het hele patiëntentraject:  anamnese, diagnostiek, behandeling en nazorg/revalidatie. De vereiste combinatie van zeer ingewikkelde topklinische zorg, goede sociale vaardigheden en intensieve patiëntcontacten is een belangrijk en dankbaar aspect.

 

Wat is hartfalen?

Hartfalen is eerder een syndroom met verschillende kenmerken dan één aandoening. Voor de huisarts, en soms ook voor de cardioloog, is de diagnose moeilijk te stellen. Bij hartfalen kan het hart onvoldoende samentrekken of ontspannen (vullen). De bloedsomloop door het lichaam schiet te kort, waardoor inspanning vaak leidt tot moeheid en kortademigheid. Ook kan het klachten van stuwing geven in de longen, benen en de buik.

 

Waarom is het vaststellen van hartfalen moeilijk?

De klachten zoals vermoeidheid, kortademigheid en oedemen zijn vaak a-specifiek. Hierdoor worden artsen en patiënten soms op het verkeerde been gezet. Zeker het vaststellen van het zogenaamd diastolisch hartfalen, waarbij de pompkracht intact is maar de vulling van het hart juist problematisch is, is vaak lastig.

 

Speelt het geslacht van een patiënt hierin een rol en welke?

Nee. Alleen zijn vrouwen vaak wat ouder wanneer ze hun eerste hartinfarct of eerste klachten krijgen. Dus hartfalen komt bij vrouwen net zo vaak voor. Bij vrouwen geldt dat klachten van kortademigheid en vermoeidheid vaker ten onrechte alleen aan ouderdom, overgang of een slechte conditie worden toegeschreven.

 

Wat zijn de meest voorkomende klachten?

Vermoeidheid, kortademigheid, verminderd inspanningsvermogen en oedemen (stuwing van vocht in longen, benen of buik).

 

Is iedereen vatbaar voor hartfalen?

In principe wel. Hartfalen is niet de oorzaak maar het  gevolg van een aandoening van het hart die leidt tot een verminderde pompkracht of vulling. Veel voorkomende oorzaken hiervoor zijn: een of meerdere doorgemaakte hartinfarcten, langdurige hoge bloeddruk of suikerziekte, hartklepafwijkingen of een specifieke hartspieraandoening. Al deze aandoeningen kunnen zowel bij mannen als vrouwen optreden.

 

Waaruit bestaan de huidige behandelmethodes van hartfalen? Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er omtrent de behandeling van hartfalen; zowel qua medicatie als therapeutisch?

De afgelopen 20 jaar is er op medicamenteus gebied veel vooruitgang geboekt. De kwaliteit van leven en de levensverwachting zijn sterk verbeterd bij patiënten met hartfalen.

 

Er zijn ook op niet-medicamenteus gebied zeker belangrijke stappen gemaakt:

  • Bij ongeveer 30% van de patiënten met hartfalen knijpt het hart niet gelijkmatig (a-synchroon). Deze groep patiënten reageert heel gunstig op cardiale resynchronisatie therapie. Deze therapie wordt via een pacemaker of implanteerbare defibrillator (ICD) toegepast. Deze therapie heeft zich de laatste jaren steeds verder doorontwikkeld.
  • Ook heeft de bescherming tegen een hartstilstand met een implanteerbare defibrillator (ICD) bij patiënten met hartfalen de prognose verbeterd. Dit geldt zeker bij patiënten met hartfalen t.g.v. een groot hartinfarct of met belangrijke vernauwingen in de kransslagaders.
  • In voorkomende gevallen kan openhartchirurgie (bypass/omleidingsoperatie en klepoperatie) de prognose en symptomen van de patiënt met hartfalen sterk verbeteren. Nieuwe ontwikkelingen zijn het plaatsen van een hartklep bij een aortaklepvernauwing (TAVI) of het plaatsen van hechtingen door een lekkende mitralisklep (Mitra-clip) via katheters die via bloedvaten worden opgevoerd. Dit wordt met name toegepast bij patiënten met een te hoog operatierisico voor een openhartoperatie.
  • Harttransplantaties worden slechts zeer weinig uitgevoerd (ongeveer 30-40 per jaar in heel Nederland), en dit aantal is stabiel. Er wordt momenteel wel onderzoek gedaan naar het toepassen van het steunhart (kunsthart) als definitieve ondersteuning van een hart dat ernstig faalt. Dit zal naar verwachting ook alleen een oplossing zijn voor een zeer kleine groep patiënten.

 

Goede begeleiding is belangrijk bij patiënten met hartfalen. Op deze manier kunnen ziekenhuisopnames voorkomen worden. Leefstijl, gezonde voeding, rookgedrag, overgewicht, hoge bloeddruk en voldoende lichaamsbeweging zijn factoren die een zeer belangrijke rol spelen bij de behandeling en levenskwaliteit. Hartrevalidatie en hartfalen poliklinieken kunnen een belangrijke rol spelen in de begeleiding van de hartfalen patiënt, ook met aangeboden zorg door middel van eHealth en goede zorgprofessionals aan huis.

 

  Dr. Peter Paul Delnoy

Gojibes: lekker, maar verwacht er geen wonderen van

Als je internet moet geloven, helpen gojibessen bij het afvallen en vertragen ze de ouderdom. Ze zouden zelfs goed zijn voor het humeur en het libido. Het klinkt te mooi om waar te zijn en is allemaal niet wetenschappelijk onderbouwd.
Niet kopen dus? Die keuze moet u zelf maken. Gojibessen zijn wel rijk aan vitamines, mineralen en antioxidanten, maar dat geldt voor meer fruitsoorten.
Deze kleine, ovale, rode bessen  kunnen bijdragen aan de variatie in de voeding en zijn ook lekker, bijvoorbeeld door de muesli of over een salade. Maar er is één groot nadeel: ze zijn heel prijzig. Gunstiger geprijsde alternatieven zijn gedroogde cranberries en blauwe bessen uit de diepvries.

Koukleum(en): waarom en opwarmtips

 

Uw naaste omgeving vindt u een ware koukleum, want u heeft het altijd koud. Sterker nog: een onschuldige gedachte aan de winter en alles wat daarmee te maken heeft bezorgt u de rillingen? HartbrugReizen informeert u over de kou en helpt u de koude dagen door, mede dankzij grootmoeders goed bewaarde tips.

 

Waarom ervaren wij kou?

Onze temperatuurregeling begint in de hersenen en wordt geregeld door kortweg gezegd een thermostaat. De zogeheten ‘hypothalamus’ zorgt ervoor dat de lichaamstemperatuur op peil blijft (± 37 graden Celsius). De lichaamstemperatuur is afhankelijk van externe factoren zoals leeftijd, lichaamsgrootte en lichaamsgewicht. Verder is het geslacht van grote invloed, maar ook uw levensstijl en de daarbij behorende eetgewoonten én zelfs uw emotionele toestand. Kortom: de hormonen controleren en reguleren de lichaamstemperatuur. Zij, de hormonen, houden rekening met de inwendige en externe lichaamstemperatuur (de temperatuur van de buitenste huidlagen).

 

Hoe ervaren wij kou?

Wanneer iemand het koud heeft, vernauwen de bloedvaten en neemt de doorbloeding van de huid af. Hiermee wordt voorkomen dat het lichaam via de huid te veel warmte verliest en de inwendige lichaamstemperatuur daalt. In plaats daarvan wordt warmte teruggeleid in het lichaam. Het welbekende rillen van de kou hoort daarbij en heeft daadwerkelijk als doel de inwendige lichaamstemperatuur op peil te houden. Oftewel: in feite is een rilling een zenuwimpuls die zorgt voor het samentrekken van de spieren. Door de grote hoeveelheid verbruikte energie en de warmte die daarmee wordt gegenereerd, gaat de inwendige lichaamstemperatuur omhoog: het bloed blijft warm (uw lichaam is van binnen warm, terwijl uw huid van buitenaf koud aanvoelt). Wanneer het lichaam een hoge lichaamstemperatuur ervaart probeert het lichaam, door te zweten, de huid af te koelen om de temperatuur te verlagen.

 

Waarom hebben vrouwen het kouder?

Mannen verdragen kou beter dan hun vrouwelijke soortgenoten; feit. En de grootste veroorzaker hiervan is moeder natuur. Maar waarom? Wel, vanwege meerdere redenen, maar onder andere vanwege een verschil in de hormoonspiegel, vetverdeling en temperatuurregeling van en in het lichaam.

 

Enkele voorbeelden:

  • Tijdens de menstruatiecyclus schommelen de vrouwelijke hormonen en daarmee de lichaamstemperatuur. Een graad kouder of warmer is heel normaal!
  • Vrouwen raken warmte sneller kwijt dan mannen. De hoeveelheid warmte die een mens vasthoudt hangt samen met de vetverdeling over het lichaam. Bij vrouwen geschiedt de vetverdeling over een groter huidoppervlakte. Een voordeel hiervan is dat het vrouwelijk lichaam efficiënter met warmte omgaat en de bloedcirculatie naar belangrijke organen beter is geregeld. De handen en voeten worden hierin echter ietwat vergeten.
  • Maar ook de in mindere mate aanwezigheid van spieren in het vrouwelijk lichaam speelt een rol hierin. Zij zorgen namelijk voor warmte.
  • Tot slot hebben vrouwen een andere perceptie met betrekking tot kou; het vrouwelijk lichaam beschikt over meer zenuwen die temperatuurdalingen- en/of stijgingen beter waarnemen.

 

 

(Opwarm)tips

  • Beweeg! Lichaamsbeweging zorgt voor een bevordering van uw bloedcirculatie. Onder andere door lichamelijke inspanning komt endorfine vrij én dat zorgt weer voor het welbekende feel good gevoel.
  • Voldoet de dagelijkse lichaamsbeweging voor u niet en bent u naarstig op zoek naar motivatie om te sporten? Het kweken van spieren zorgt ervoor dat u het minder koud heeft, dus haal uw sportoutfit maar alvast van zolder.
  • Over het bevorderen van bloedcirculatie gesproken… ga naar de sauna (niet geschikt voor alle hartpatiënten, overleg met uw arts)!
  • Maar ook meidoornthee doet wonderen. Zet het water alvast op.
  • Alcohol is een no go! Alcohol zorgt voor een verwijding van de bloedvaten evenals de aderen onder de huid. Op den duur gaat hierdoor warmte verloren. Oftewel; het geeft slechts het gevoel van warmte.
  • Funest voor de bloedcirculatie is roken. Ons advies? Stop met roken.
  • Zet de verwarming lager in plaats van hoger. Hierdoor traint u uw eigen stofwisseling om een ideale gevoelstemperatuur te creëren. Bijkomend voordeel? Eenmaal buiten kunt u beter tegen de kou.
  • Slaapt u voldoende? Voldoende slaap is ten alle tijde van belang. In het najaar en de winter zelfs nog meer. Het lichaam verbruikt meer energie om het lichaam warm te houden. En waarmee vullen wij onze energietank aan? Inderdaad: slaap.
  • Kleed u geschikt. Let daarbij vooral op de materialen. Wol is het warmst. Draag laagjes!
  • Vergeet daarbij uw hoofd niet. Wist u dat via het hoofd ruim 90% aan warmte verloren gaat? Dus inpakken maar. Een muts, hoed of een ander hoofddeksel: keus genoeg.
  • Wanneer het op schoeisel aankomt, is het belangrijk om geen strakke schoenen aan te trekken. Zij remmen de zuurstoftoevoer af. Heeft u ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch natte sokken door bijvoorbeeld regenwater? Trek snel een droog paar sokken aan. Natte sokken zorgen voor ijskoude voeten.
  • Blijft u last houden van koude voeten? Was uw voeten met koud (en geen warm!) water. Koud water zorgt ervoor dat de bloedcirculatie weer op gang wordt gebracht met warme voeten als resultaat.
  • Er bestaat een zogeheten opwarm crème voor koude voeten. Maar pas daarmee op. Vooral als u daarna een warme douche en/of bad neemt.
  • En tot slot onder de categorie ‘raar, maar waar’; warme gedachten zorgen voor een hogere lichaamstemperatuur. Droom dus weg en denk aan een zomerse zomerdag of een knisperende openhaard.

Het hartritme ontdekt

 

De Franse arts René Théophile Hyacinthe Laënnec was van nature een zeer verlegen man. Opgevoed door zijn strenge vader die advocaat was (de moeder was overleden aan tuberculose) was René terughoudend in het contact met mensen. Wat meer in de luwte voelde hij zich veiliger.

 

Zeventig slagen per minuut. Zo vaak laat het hart in ruste gemiddeld van zich horen, in een rustig ritmisch gangetje. Dat tempo gaat soms flink omhoog, tot geroffel en gebonk aan toe – bij opwinding, spanning, angst, een ritmeprobleem of een defect. Lang niet altijd prettig, in tegendeel.

 

De Franse arts René Laënnec beleefde, zoals in de vorige aflevering van HartVinding beschreven, het effect van lichte opwinding. Begin 1800, in zijn Parijse onderzoekskamer, voelde hij zijn hartslag in snelheid wat toenemen toen hij het hart moest beluisteren van een naar verluidt voluptueuze jongedame met ritmestoornissen. Om uiteindelijk afstand te houden tot zijn patiënten bedacht hij een luistersysteem dat we nu kennen als de ‘stethoscoop’. Een meesterlijke uitvinding.

 

Het ritme van het hart wordt, simpel gezegd, geregeld door een systeem dat elektrische prikkels van cellen in de hartspier uiteindelijk omzet in een beweging. Daardoor kan deze cruciale spier van het hart samentrekken en de bloedpompfunctie op gang houden.

 

Eeuwenlang bleef het ritme van het hart een geheim, omdat dit gewoon niet goed beluisterd kon worden. Nu ja, hoogstens door het blote oor tegen iemands borstkas aan te drukken. Pas toen René Laënnec zijn bijzondere luistergereedschap had ontwikkeld, werd steeds meer duidelijk over het hartritme en werden daarin ook hoofdpatronen en ritmeafwijkingen gehoord.

 

Dat inspireerde wetenschappers met een gevoel voor muziek tot bijzonder onderzoek. Twee Amerikaanse onderzoekers, I.M. Hyde en W. Scalapino, beschreven in 1918 de effecten op het hart en de bloeddruk door verschillende soorten muziek in uiteenlopende ritmen. Zij registreerden veranderingen in het elektrocardiogram bij talrijke patiënten, die zij lieten luisteren. Zelfs de kleinste ritmeverandering leidde al snel tot een enigszins verhoogde of verlaagde hartslag en een andere bloeddruk.

 

Na Hyde en Scalapino volgde nog een hele reeks collega’s die er meer van wilden weten. Zij ontdekten dat muziek ook invloed had op bijvoorbeeld de conditie van de luchtwegen. De belangstelling naar de invloed van muziek op de gezondheid is nog altijd springlevend.

 

Sterker nog, steeds nadrukkelijker lijkt muziek een rol te kunnen spelen in de medische behandeling.  Volop daarmee bezig is de Italiaanse cardioloog Luciano Bernardi van de faculteit interne geneeskunde (Universiteit van Pavia). In het tijdschrift ‘Circulation’ van de American Heart Association zegt Bernardi ervan overtuigd te zijn dat het luisteren naar muziek niet alleen kan ontspannen, maar bovendien een aantoonbaar positief effect heeft op de gezondheid.

 

Samen met zijn Britse collega Peter Sleight (Radcliffe Hospital, Oxford) deed hij onderzoek bij een groep van 24 gezonde vrijwilligers die via een koptelefoon verschillende soorten muziek te horen kregen in verschillende tempi en stemmingen. Daarbij werden zaken gemeten als hartslag, ademhaling, bloeddruk en stroomsnelheid van het bloed naar de hersenen.

 

Het onderzoek is nog niet voltooid, maar al wel staat vast dat een ‘slow-tempo song’ het hart en de bloedsomloop aantoonbaar tot kalmte brengt. Of het nu gaat om een adagio van Mozart of een slow song van Michael Jackson…

 

Conclusie is dat dergelijke muziektempi heel goed bruikbaar kunnen zijn in behandelingen om het hartritme te vertragen.

Hartpatiënt en zwanger: In gesprek met de cardioloog

 

Kan mijn hart een zwangerschap wel aan? Dat is een van de vele vragen die Dr. Jolien Roos-Hesselink regelmatig krijgt te horen van haar patiënten. Ze werkt als cardioloog in het Erasmus MC, waar zwangerschap bij vrouwen met een hartafwijking een van haar aandachtsgebieden is.

 

Dr. Jolien Roos-Hesselink

 

Welke zorgen hebben de patiënten die u spreekt het meest?

‘Hartpatiënten met een kinderwens willen weten wat de risico’s van een zwangerschap zijn, zowel voor henzelf als het kind, maar vragen ook naar de gevolgen op lange termijn. Kan mijn conditie door een zwangerschap achteruitgaan, heb ik straks meer medicatie nodig? Wat is mijn levensverwachting? Als je een kind krijgt, wil je hem of haar uiteraard ook graag op zien groeien. Gelukkig kunnen we op de meeste vragen steeds beter antwoord geven. Dat komt onder andere door een registratieproject dat ik, samen met Professor Hall uit Groot-Brittanië, heb opgezet. In de database staan wereldwijd 5000 vrouwen met allerlei verschillende hartaandoeningen. Op die manier komen we steeds meer te weten over zwangerschap en bevallingen.’

 

Wat is de impact van een zwangerschap op het hart?

‘Zwangerschap is topsport. Het hart moet harder werken om het bloed rond te pompen, op het zwaartepunt van 28 weken zelfs 50 procent harder. Daarnaast houdt je lichaam soms extra vocht vast en heb je meer kans op trombose. Voor een gezond iemand is dit al een zware belasting, voor een hartpatiënt helemaal. De risico’s van een zwangerschap zijn echter voor iedere patiënt anders. Daarom is het heel belangrijk dat vrouwen met een hartafwijking en een kinderwens op tijd bij ons langskomen om te overleggen.’

 

Hoe verloopt zo’n gesprek?

‘We kijken onder andere naar de pompfunctie van het hart en doen een inspanningstest. Als die uitkomsten goed zijn, hebben we er ook vertrouwen in dat iemand een zwangerschap aankan. Ook kijken we naar de medicatie. Sommige medicijnen kunnen afwijkingen veroorzaken bij de baby en moeten vervangen of gestopt worden. Er zijn gelukkig heel veel hartpatiënten die zonder problemen een gezond kind op de wereld kunnen zetten. Helaas zijn er ook vrouwen die we moeten afraden zwanger te worden, omdat het risico op overlijden te groot is. Dat zijn heftige gesprekken. Ik ben zelf moeder van vier kinderen en weet hoe belangrijk een kinderwens kan zijn. Uiteindelijk blijft het de beslissing van de ouders. Als zij het toch willen proberen, zullen wij hen daarin uiteraard zo goed mogelijk begeleiden.’

 

Is natuurlijk bevallen mogelijk als je een hartafwijking hebt?

‘Ik ben daar zelf groot voorstander van, in veruit de meeste gevallen is dat ook het gunstigst voor de moeder. Er zijn echter groepen bij wie de risico’s te groot zijn, bijvoorbeeld als de moeder een aneurysma heeft. In zo’n geval wordt er soms zelfs voor gekozen om het kindje via een keizersnee te halen zo gauw dat mogelijk is.’

 

En wat zijn de gevolgen voor de baby?

‘Een baby heeft in Nederland een kans van ongeveer 1 op 100 om geboren te worden met een hartaandoening. Als een van de ouders hartpatiënt is, is dat zelfs 5 op 100. Dat lijkt veel, maar gelukkig is er dan nog steeds 95 procent kans dat het kindje géén hartafwijking heeft. Bij bepaalde erfelijke aandoeningen is de kans 50 procent dat het kindje de aandoening krijgt. Als je weet om welk gen het gaat zijn er tegenwoordig soms ook andere opties, zoals embryoselectie.’