Jouw hart en hitte

Kan het jou niet warm genoeg zijn en sta jij in de startblokken om van de zomerse temperaturen te genieten? Ho, stop! Al eens stilgestaan wat hitte met jouw hart doet? Young & Yearning vertelt, want ook hier geldt: geniet, maar met mate.

The magic number

37 °C: het nummer waarbij het menselijk lichaam het meest optimaal functioneert. Het goed functioneren van het hart en de bloedsomloop is noodzakelijk om te voorkomen dat het lichaam oververhit raakt. Wanneer temperatuurschommelingen plaatsvinden, brengt het regelcentrum in de hersenen
– de hypothalamus – de gemiddelde lichaamstemperatuur weer in balans. Te warm? Het lichaam zorgt voor afkoeling door zweten en een sterkere doorbloeding van de huid. Maar grote hitte bemoeilijkt de warmteafvoer, vooral in combinatie met een chronische ziekte en medicijngebruik.

The heat loss

Nog even over de warmteafvoer… zweten gaat niet vanzelf! Om te kunnen zweten is het belangrijk om voldoende vocht in te nemen. Dus drink voldoende water en blijf drinken, want door zweten verlaat het vocht het lichaam. En als je toch bezig bent, gun jouw kloppende motor een break en zoek de verkoeling op: hoe warmer, des te harder het hart moet werken. Hoe dan? Om een sterkere doorbloeding van de huid op gang te brengen, verwijden de bloedvaten. Hierdoor kan het hart meer bloed rondpompen, maar levert het eveneens meer inspanning. Uiteindelijk geeft het bloed via de huid de warmte af.

Watch your medicines

Onder het mom van check, check, dubbelcheck: loop tijdens een hittegolf jouw medicijnen na, bijvoorbeeld met de apotheker. Het kan nodig zijn om de dosering tijdelijk aan te passen. Een gedeelte van de medicijnen die hart- en vaatpatiënten slikken kunnen bij hitte de water- en zouthuishouding in het lichaam verstoren waardoor de temperatuurregulatie van slag raakt. Daarnaast kan hitte de effectiviteit van medicijnen beïnvloeden wanneer deze bij een hoge temperatuur worden bewaard: de actieve stof in het medicijn vervalt. Het gevolg? Een over- of onderdosering wat zich onder andere uit in uitdroging, onvoldoende zweten en flauwvallen.

Bewaaradvies

Berg medicijnen op in een droge kast waar het niet te warm wordt (maximaal 25 °C) en mijd de badkamer vanwege de vochtigheid. On the road again? Zorg dat jouw medicijnen zo kort mogelijk blootgesteld zijn aan hitte: bewaar ze niet in een broekzak en laat ze niet liggen in een auto. Heb jij medicijnen die in de koelkast moeten worden bewaard? Schaf een koeltas aan. En lees altijd de bijsluiter erop na!

Tips & Tricks

Hoe blijft mijn hart (en ik) koel? Met deze tips & tricks kan jij zorgeloos genieten van het warme weer!

  • Blijf uit de felle zon! Maar wil jij alsnog naar buiten? Mijd de warmste uren van de dag en kies voor de ochtend of avond.
  • Vergeet jezelf niet (herhaaldelijk!) in te smeren, maar ook het hoofd te bedekken en luchtige, lichtgekleurde kleding te dragen. Natuurlijke stoffen zoals katoen en linnen zijn luchtdoorlatend en lichte kleuren, zoals wit, stoten hitte af.
  • Vermijd inspannende activiteiten en met name tijdens de middaguren. Zelfs een simpele wandeling kan een zware belasting voor het hart en het lichaam zijn tijdens hoge temperaturen. Doe vooral rustig aan. Waarom niet een siësta inplannen?
  • Wees voorzichtig met plotselinge temperatuurverschillen en pas op met een plotselinge overgang van een warme naar een koude omgeving en andersom.
  • Houd het huis koel: houd deuren, ramen en zonwering gesloten vanaf zonsopgang en gooi na zonsondergang alles open.
  • Ventileer ‘s avonds en ‘s nachts.
  • Geen airco, maar wel een ventilator? Zet een bak met ijsklontjes onder de ventilator, et voilà!
  • Wist jij dat elektrische apparaten warmte afgeven? Dus zet ze uit!
  • Zoek binnenshuis verkoeling op door het nemen van een lauwwarme (geen ijskoude!) douche of een voetbad.
  • Verfris regelmatig gezicht, hals en polsen.
  • Drink voldoende, maar pas op met alcoholische dranken en dranken met cafeïne en suiker. Zij hebben namelijk een vochtafdrijvend effect. Op pad? Neem altijd een flesje water mee.
  • Drink water, water en nog eens water… maar liever iets anders? Drink zelfgemaakt fruitwater of ijskoude kruidenijsthee! Melk en bouillon doen het ook goed! Note: Heb jij een vochtbeperking in verband met hartfalen? Overleg met de specialist.
  • Groenten en fruit zijn altijd belangrijk, maar tijdens de warme dagen nog belangrijker! Wist jij dat zij onder andere veel water bevatten? Daarnaast is het een bron van vitamines en zouten. Dus ga aan het groente- en fruitsnacken!
  • Waar of onwaar: Stimuleren bepaalde voedingsmiddelen de zweetklieren? Waar! En daarom is het bij hitte verstandig om pikante pepers te laten staan. Zij zorgen er namelijk voor dat jouw hartslag omhoog gaat en de lichaamstemperatuur oploopt. En vervolgens begint het verhaal over temperatuurschommelingen, het regelcentrum in de hersenen en de gemiddelde lichaamstemperatuur weer van voor af aan…

Voor meer artikelen klik hier

 

Columnbundel Jan Chin: Uit het hart geschreven!

Jan Chin is voor de lezers van HartbrugMagazine geen onbekende. Al vele jaren verzorgt Jan een column in ons blad. Daarin probeert hij de lezer duidelijk te maken dat we meer zijn dan alleen een lichaam. En dat om gezond te zijn, ook onze geest gezond moet functioneren. Hartpatiënten Nederland brengt nu een verzameling uit van de columns van Jan Chin. Alle reden dus voor een gesprek met hem.

Je was vroeger cardioloog, en zeer geliefd bij je patiënten. Wat heb je daar vooral geleerd?

Patiënten willen serieus genomen worden. Ze komen met een klacht bij de dokter en verwachten dan terecht, dat er goed naar ze geluisterd wordt. Wat je als dokter op dat moment ook aan je hoofd hebt, je dient je dan toch volledig te focussen op de patiënt. Een mens is meer dan zijn lichaam en dus veel meer dan het te onderzoeken orgaan, in mijn geval destijds dus het hart. De hele mens is belangrijk om de klacht, waarmee de patiënt komt, te beoordelen.  

In 2009 stopte je met je werk als cardioloog. Wat was daarvan de reden?

Er ging teveel tijd zitten in vergaderen, administratie en protocollen uitwerken. Dat ging ten koste van de tijd die je hebt voor de patiënt. Daarbij komt dat een individuele benadering van die unieke patiënt, die voor je zit, nauwelijks nog mogelijk is.

Je begon een praktijk als acupuncturist. Waarom juist acupunctuur?

Dit had te maken met mijn interesse voor het Daoïsme en andere oosterse filosofieën. Vanwege het feit dat ik van Chinese afkomst ben, én arts, én het feit dat de Chinese geneeskunst zich al duizenden jaren bewezen heeft en altijd naar het unieke individu in samenspel met zijn omgeving kijkt, maakte het voor mij bijna vanzelfsprekend om acupunctuur te gaan bestuderen.

Tegenwoordig lijkt alles om medicijnen te draaien. Wat vind je daarvan?

Ik ben geen tegenstander van medicijnen, mits op individuele basis en met zuivere intenties voorgeschreven. Ik heb wel grote vraagtekens bij het klakkeloos protocollair voorschrijven van medicijnen. De geneesmiddelen industrie zit mijns inziens in een enorme spagaat. Artsen en patiënten willen goede nieuwe medicijnen zien, terwijl anderzijds de aandeelhouders winst willen zien. Hierdoor worden medicijnen sterk gepromoot, terwijl het algemeen welbevinden van de mens weinig aandacht krijgt.

Wat zou je lezers willen adviseren: niet meer naar de dokter gaan, liever naar jou? Of zijn er grijstinten? Kun je dit antwoord toelichten?

Ik zou patiënten zeker niet adviseren om de westerse geneeskunde de rug toe te keren. Zowel de reguliere zorg als de acupunctuur hebben hun sterke kanten, die we beide kunnen benutten. Zelf spreek ik liever van complementaire geneeskunst. De reguliere zorg is vooral goed in de acute zorg als het nodig is om levens te redden en verbetert zich nog steeds verder op dat gebied. Kijk maar naar de ontwikkelingen binnen de cardiologie in de laatste decennia. De preventieve zorg binnen de reguliere zorg vind ik echter minder sterk, omdat deze vaak niet holistisch is en de onderzoeken naar preventieve maatregelen vaak bekostigd worden door de geneesmiddelenindustrie. Zelf denk ik dat ‘goed in je vel zitten’ de beste preventieve maatregel is die er bestaat. Dat is iets waarbij de combinatie acupunctuur en gesprekjes over levenskunst van waarde kunnen zijn. Verder zit de kracht van de acupunctuur vooral ook in de behandeling van chronische klachten, ook omdat er geen dure medicijnen nodig zijn en patiënten vaak liever geen chronische medicatie gebruiken. Maar ook bij de chronische klachten vind ik het wel belangrijk dat ernstige ziekten regulier zijn uitgesloten, voordat ik aan acupunctuur begin.

Wat wil je met je columns in het HartbrugMagazine bereiken?

Wat ik de mensen vooral wil duidelijk maken met mijn columns is dat we vaak moeite doen om het leven naar onze hand te zetten, maar dat dat een vergeefse strijd is. Eigenlijk komt het er op neer dat we alleen gelukkig kunnen zijn als we het leven volledig accepteren zoals het is. Met andere woorden, we kunnen het leven niet veranderen, maar wel hoe wij er zelf in staan. Mijn streven is om dit inzicht aan zoveel mogelijk mensen mee te geven.

Voor meer artikelen klik hier

Wonderkind Laurent (8) wil jongste hartchirurg ooit worden

De Amsterdamse Laurent Simons (8) wordt met recht een wonderkind genoemd. Hij heeft een IQ van meer dan 145, ging op zijn zesde al naar het gymnasium en heeft een bovenmatige interesse in cardiologie. Wie weet wordt hij ooit wel de jongste hartchirurg ter wereld. We spraken zijn vader Alexander Simons.

Hoe gaat het nu met Laurent?

‘Goed, hij doet nu 5 en 6 vwo. Omdat dit hem niet heel veel tijd kost, is hij daarnaast nog met allerlei (wetenschappelijke) projecten bezig. Recent is hij bijvoorbeeld een organisatie gestart om kwetsbare kinderen elders in de wereld toegang te geven tot onderwijs. Op dat idee kwam hij zelf. Hij realiseert zich namelijk heel goed dat niet alle kinderen dezelfde kansen krijgen als hij nu. Maar Laurent blijft een kind dat gewoon op tijd naar bed moet, dus blijft er na school niet veel vrije tijd over. Hij is dus voornamelijk bezig met zijn hobby: DJ’en.’

Waar komt zijn interesse in cardiologie vandaan?

‘Het grootste deel van onze familie bestaat uit medici, zelf ben ik bijvoorbeeld tandarts. Daardoor heeft Laurent van jongs af aan een grote interesse in de medische wereld in het algemeen. Zijn interesse voor cardiologie komt van zijn grootouders, die beiden hartpatiënt zijn. Omdat hij deels door hen is opgevoed, heeft hij een hechte band met ze. Hij wil graag een bijdrage leveren om ze ‘beter’ te maken. Hij leest veel medische boeken en van de slager krijgt hij dierenorganen, die hij thuis in de keuken ontleedt. Dat vindt hij leuk en leerzaam.’

Hij heeft ook hartonderzoek gedaan in het AMC. Hoe is dat zo gekomen?

‘We hebben het AMC benaderd om te bekijken wat de mogelijkheden zijn om Laurent in te wijden in de medische onderzoekswereld, en dan met name in de cardiologie. De insteek was dat hij enerzijds onderzoekers zou ondersteunen in vraagstukken waar ze in vastlopen, voor Laurent een goede intellectuele uitdaging. Anderzijds zou hij klaargestoomd worden om zelf zijn eigen onderzoeksprojecten te gaan doen.’

Hoe vond hij dat?

‘Hij heeft de ervaring op het AMC als zeer prettig ervaren. Toch hebben we besloten om de samenwerking te stoppen. Medisch onderzoek is best een lang traject: wanneer je eraan begint, moet je het ook afmaken. We willen dat Laurent daarvoor het beste team om zich heen krijgt. Het is maar de vraag of dat in Nederland of België zal zijn, want ook internationaal wordt er flink aan hem getrokken. We zijn nu bezig om een keuze te maken voor een universiteit. Daarmee zijn we heel selectief. Laurent is immers nog jong en daardoor kwetsbaar. Uit ervaring weten we dat de medische wereld heel gemeen kan zijn. We willen dat Laurent niet gebruikt wordt voor de eigen agenda, maar dat hij op de plek terechtkomt waar hij zich het beste kan ontwikkelen en kan groeien. Het zou me niet verbazen als hij uiteindelijk in de VS zal gaan studeren.’

Verwachten jullie dat hij ook daadwerkelijk hartchirurg wordt?

‘Hij zegt dat hij dat wil, en Laurent doet altijd precies wat hij zegt. Aan de andere kant begint hij zich steeds meer bewust te worden van zijn talent. Er zijn veel gerenommeerde topwetenschappers die in hem een nieuwe Einstein of Newton zien, die van gigantische invloed kan zijn op de wetenschap. Aangezien arts meer een uitvoerend beroep is, zou hij zijn talent op die manier niet optimaal benutten. Dat beginnen mijn vrouw en ik ons ook steeds meer te realiseren. Waarschijnlijk zal hij daarom vanaf volgend jaar een multigedisciplineerde opleiding op maat gaan volgen, onder begeleiding van een team van topprofessoren. Wat hij uiteindelijk met zijn leven zal gaan doen is aan hem. Het maakt ons niet uit, zolang hij maar gelukkig is. Natuurlijk adviseren we hem wel, maar ondanks zijn leeftijd neemt hij zelf heel volwassen beslissingen.’

Hoe vinden jullie thuis de balans tussen Laurent intellectueel uitdagen en hem ‘gewoon’ kind laten zijn?

‘De één vindt voetbal leuk, de ander houdt van dansen. Als onze zoon gelukkig is met kennis vergaren, steunen we dat. Wat we wel belangrijk vinden is dat hij van veel zaken proeft en dat hij voldoende beweegt. We hebben veel sportclubs versleten, van basketbal en honkbal tot kung fu en breakdance, maar sport en lego zijn nu eenmaal niet aan Laurent besteed. Het is zeker niet zo dat hij alleen maar wetenschappelijke boeken en artikelen leest, Harry Potter en de Donald Duck vindt hij ook leuk. We merken dat hij nu aan het ‘stoeien’ is met zijn talent. Pas als hij het serieuzer neemt, wordt het tijd om hem intellectueel uit te dagen. Daarin zullen wij hem als ouders ondersteunen, maar Laurent bepaalt zelf wat hij wil en wat niet.’

Voor meer artikelen klik hier

Oud-hoofdredacteur Dick Bijl gaat zelfstandig verder

Dat we sinds minister Els Borst geen medicus meer gehad hebben als minister van Volksgezondheid, wisten we al. Maar het kan nog erger. Ook de top van het ministerie bestaat louter uit mensen die geen medische achtergrond hebben. Ze hebben verstand van financieel management en economie. Maar niet van uw en mijn gezondheid. En toch beslissen zij over ons.

Dick Bijl

Een van de mensen die zich daar kwaad over maakt is Dick Bijl, tot voor kort hoofdredacteur van het Geneesmiddelenbulletin. Tot voor kort. Want Dick gooide het bijltje er in juli bij neer, tot het uiterste getergd door de jarenlange tegenwerking vooral vanuit het ministerie. Het Geneesmiddelenbulletin is een blad naar ons hart. Of eigenlijk was. Het blad bestaat niet meer. Tenminste niet als papieren uitgave.

Ruim vijftig jaar geleden richtte de overheid het Geneesmiddelenbulletin op om artsen, patiënten en apothekers onpartijdige informatie te geven over geneesmiddelen. Maar diezelfde overheid schrok al snel van de kritische toon van het blad, en begon het bulletin af te knijpen.

We krijgen informatie over medicijnen vooral van de farmaceutische industrie. Maar die informatie is erg eenzijdig en soms zelfs twijfelachtig, of gewoon onwaar. Het Geneesmiddelenbulletin wilde betrouwbare informatie geven, waar ook wij als patiënten wijzer van worden.

Dat bevalt de industriebazen niet. Zij hebben een grote invloed op het ministerie dat het blad met een kleine half miljoen euro per jaar subsidieert. Meermaals werd het bulletin met opheffing bedreigd, omdat de geldkraan bijna werd dichtgedraaid. Nu is het ministerie erin geslaagd de papieren editie om zeep te helpen, vindt Dick Bijl. Wat overblijft is een website, maar wie leest die?

‘We stuurden onze papieren editie maandelijks mee met andere bladen, zoals Medisch Contact. Daardoor bespaarden we verzendkosten en hadden we een groot bereik. Dat bereik valt nu weg’, vertelt Bijl. ‘We draaiden vooral op vrijwilligers. Het blad werd zeer gewaardeerd door de lezers. De farmaceutische industrie heeft hiervoor ongetwijfeld met succes gelobbyd bij het VVD-ministerie. Een doelbewuste actie, denk ik!’

‘Dat ligt aan de minister en de ambtelijke top van het ministerie’, aldus Bijl. ‘De vorige minister, Edith Schippers (VVD), duldde geen tegenspraak en liet zich omringen door applauscolleges. Dan is het handig dat ook de top van het ministerie niet medisch onderlegd is, en geen weerwoord heeft tegen de lobby van de farmaceutische industrie.’

Het bleek niet moeilijk om het bulletin lam te leggen. Een Amsterdamse psychiater diende een klacht in bij het tuchtcollege na een verhaal van Bijl over Ritalin. Bijl had opgeschreven dat dit ‘medicijn’ tegen ADHD niet helpt, gevaarlijk is want deze kan zorgen voor ernstige hartproblemen, en als klap op de vuurpijl, verslavend is. De rechtszaak won Bijl weliswaar, in hoger beroep. Maar dat kostte een vermogen aan advocaten. Het ministerie lapte niet bij, en dus dreigde het bulletin failliet te gaan. Duidelijk werd dat de geldproblemen zouden leidden tot het opheffen van de papieren editie.

Bijl vindt de gang van zaken rieken naar corruptie. ‘Het bulletin is sterk onder druk gezet om louter te digitaliseren. Appje erbij en klaar. We werden gedwongen met het papier te stoppen. Het is een ernstige zaak dat hierop in de politiek nauwelijks gereageerd werd. Alleen SP-kamerlid Henk van Gerven, de enige huisarts toen in de Kamer, stelde vragen. Zelfs de PvdA steunde Schippers.  Toen zich inmiddels ook een behoorlijke vijfde colonne in de gremia van het bulletin had genesteld dat, niet gehinderd door methodologische kennis, evenals het ministerie, ook positievere artikelen wilde, had ik er geen zin meer in.

Men wilde de subsidie nooit verhogen, ondanks dat de geleverde kwaliteit voor een habbekrats was. Wetenschappelijke informatie van een zeer hoog niveau. We moesten en zouden echter af van de papieren editie en daarmee dus van ons bereik.’

Heel wat coulanter is het ministerie voor het Instituut Verantwoord Medicijngebruik IVM. ‘Die krijgen maandelijks veel geld voor het maken van reclame voor nieuwe geneesmiddelen’, weet Bijl.

Dick Bijl is tegenwoordig als zzp-er actief, schrijft artikelen, geeft lezingen en sprak onlangs nog het Europees Parlement toe waar hij pleitte voor meer onafhankelijk onderzoek. Verder is hij bezig met enkele boeken over het gebruik van geneesmiddelen.

‘Ik vind dat er striktere regels moeten komen bij de toelating van nieuwe medicijnen. Fabrikanten moeten aantonen dat een nieuw middel beter werkt dan het bestaande middel, anders geen vergoeding. Er moet meer onafhankelijk onderzoek komen. Er zijn nu veel zinloze medicijnen: fabrikanten moeten aantonen dat een middel echt werkt. Nu hoeven ze alleen aan te tonen dat het beter helpt dan een placebo. Een patiënt moet zich er beter door voelen. Nu voelt bijvoorbeeld minder dan vijf procent van de patiënten zich iets beter door antidepressiva. Helaas heeft het ministerie een negatieve invloed en worden geneesmiddelen steeds makkelijker toegelaten. Naar mijn mening hebben we juist behoefte aan veiligere en betere geneesmiddelen.’

Voor meer artikelen klik hier

Littekens: hoe & wat?!

Sommige mensen zitten erg met hun littekens en vinden het ontsierend. Anderen omarmen ze, omdat zij hun verhaal vertellen. Als hartpatiënt(e) is de kans groot dat jij naar aanleiding van een ingreep, een litteken rijker bent. Maar wat is het? Young & Yearning vertelt.

Wat is het?

Een litteken is zichtbare en blijvende huidafwijking naar aanleiding van huidbeschadiging. Littekens zijn een onderdeel van het huidherstellende proces, de wondgenezing, en verschijnen wanneer de wond is genezen en de huid is hersteld. Het littekenweefsel bestaat grotendeels uit collageen, aangemaakt door lichaamseigen bindweefselcellen. Dankzij deze factoren sluit een wond.

Hoe ontstaat het?

Een permanente beschadiging van de tweede huidlaag, de lederhuid, zorgt voor het afsterven van huidcellen waarvoor in de plaats littekenweefsel ontstaat: een litteken. Een operatie, maar ook ongelukken en zelfs ziektes kunnen littekens veroorzaken. Hoe dieper de huidbeschadiging, des te langer de wondgenezing duurt en des te groter de kans op een litteken. De wondgenezing bestaat uit drie fases – de reactiefase, de regeneratiefase en de rijpingsfase – waarin eenvoudig gezegd de huid zich herstelt en het litteken wordt gevormd.

Zijn er risicofactoren?

Waar een wond is, is een kans op een litteken. Echter, bepaalde factoren verhogen de kans op littekens en zijn van invloed op littekenvorming. Leeftijd, genetische factoren en de plaats op het lichaam zijn voorbeelden daarvan, maar ook de oorzaak van de wond en of er sprake is van een infectie of complicaties.

En klachten?

Alvorens een litteken zich volledig heeft gevormd (een proces van ruim twee jaar!), kan pijn, jeuk of irritatie van het litteken optreden. Gedurende deze periode kan het litteken groter en dikker, of harder worden. Als het litteken eenmaal is afgevlakt – de benaming voor een ‘gehuisvest’ litteken – dan hoort de (donker)rode kleur te zijn verdwenen. Interessant weetje: littekens zijn niet alleen cosmetisch storend. Sommige mensen ervaren bewegingsbeperkingen, anderen hebben heuse littekenpijn doordat een zenuwtak bekneld of beschadigd is. Hierdoor ontstaat chronische pijn in en rondom het litteken.

Indien de klachten blijven?

Wanneer een litteken niet uit zichzelf afvlakt en vervaagt, kan actie worden ondernomen. Afhankelijk van de aard (het type en de omvang), zijn verschillende behandelingen mogelijk. Zelfs voor littekens ouder dan twee jaar. Maar de vuistregel is: hoe sneller, hoe beter. De behandelingen zijn gericht op huidverbetering waardoor littekens minder zichtbaar worden. Littekenmassage, licht- of cryotherapie en laserbehandelingen zijn enkele voorbeelden, net zoals peelings, corticosteroïden- en fillerinjecties, maar ook lipofilling, subcisie en chirurgische verwijdering. Verder vinden er behandelingen plaats met druktherapie, siliconen-gel en siliconenpleisters. Good to know: laatstgenoemden zijn geen hele heftige behandelingen.

Nog even over wondverzorging…

Onder het mom van ‘beter voorkomen dan genezen’, is het van belang om zo snel mogelijk te beginnen met wondverzorging voordat het daadwerkelijke litteken ontstaat. Wondverzorging bestaat uit het aanbrengen van een vochtherstellend smeersel om de nieuwe te vormen huid, het litteken, te versoepelen. Let wel, de wond dient gesloten te zijn. Twijfel je? Vraag om advies bij de specialist. Vind jij het een grote stap om naar de dermatoloog te gaan? De stap naar een huidtherapeut is in vergelijking met een dermatoloog laagdrempeliger. Huidtherapeuten kunnen veelal jouw vragen beantwoorden en behandelingen uitvoeren.

Note to yourself: (medische) bewijzen en beweringen over de effectiviteit van smeersels en behandelingen met betrekking tot littekens verschillen

Feiten en fabels over de huid en littekens

  • Guess what? De huid is het grootste orgaan van het lichaam.
  • Daarnaast groeit het snel! Per minuut verliest een mens ruim 30.000 huidcellen. Drie keer raden waar zij belanden? Toch maar even afstoffen en stofzuigen.
  • De huid is niet overal even dik.
  • Op de oogleden is de huid het dunst en onderop de voeten is de huid het dikst.
  • Over dun gesproken: hoe ouder, hoe dunner de huid. Vandaar de ‘transparante’ huid bij ouderen.
  • Maar de huid wordt niet alleen dunner, de bloedvaten doen mee!
  • Door het verouderingsproces neemt de elasticiteit van de huid af en wordt de huid droger.
  • Lichaamsgewicht wordt onder andere bepaald door het gewicht van de huid. Deze bedraagt ruim 15% van het lichaamsgewicht.
  • Dankzij de huid wordt mede de lichaamstemperatuur op peil gehouden.
  • Warm? De bloedvaten verwijden waardoor via de huid de warmte het lichaam verlaat.
  • Koud? De bloedvaten trekken samen.
  • Op littekens groeit geen haar door verandering in het collageen. Hierdoor verschilt een litteken van de rest van de huid.
  • Een litteken is gevoeliger voor UV-straling waardoor de kans op verbranding (en in het ergste geval huidkanker) toeneemt. Smeren dus!
  • Vers litteken? Blijf uit de zon! Toch de zon in? Bedek de wond of het litteken.
  • Toch nog even over UV-straling… littekens of niet, gebruik dagelijks een crème met SPF (zonbescherming). Hierdoor worden onder andere nieuwe littekens voorkomen en wordt het donkerder en zichtbaarder worden van bestaande (acne)littekens tegengegaan.

Voor meer artikelen klik hier

De gevaren van telefoonstraling

De telefoon, en met name de mobiele telefoon, is niet meer weg te denken uit ons alledaagse leven. Waar enkele jaren geleden het idee om altijd bereikbaar te zijn voor velen onvoorstelbaar was, weten wij nu haast niet beter. Zelfs in de slaapkamer. De mogelijke effecten van straling en met name telefoonstraling, blijven de gemoederen bezighouden. Maar wat is het en in hoeverre is het schadelijk?

Onderzoeken

Er zijn tal van onderzoeken die de schadelijke effecten van telefoonstraling onderbouwen. Volgens de onderzoekers heeft het desastreuze gevolgen voor de gezondheid. Met name de slaapkamer is een no-go area voor de mobiele telefoon. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) mobiele telefoonstraling als mogelijk kankerverwekkend categoriseerde, gingen alle alarmbellen af. Maar de hoeveelheid straling die nodig is om kankerverwekkend te zijn, blijft in het midden. De tegenstanders en hun tegenonderzoeken nuanceren de beweringen: ondanks de vele verontrustende onderzoeken, zijn er talrijke geruststellende onderzoeken waarin de schadelijkheid van telefoonstraling (deels) wordt ontkracht.

Straling

Aangezien de mobiele telefoon ‘jong’ is, zijn er nog geen langetermijneffecten bekend over de telefoonstraling. Maar straling is per definitie niet schadelijk. De kwaadaardigheid hangt van het soort straling af. Elektromagnetische straling, afkomstig van mobiele telefoons, is niet hetzelfde als radioactieve straling: ioniserende straling waardoor mogelijk lichaamscellen, weefsel, worden beschadigd. De elektromagnetische straling van mobiele telefoons valt onder de categorie radiogolven, ook bekend als radiofrequente straling (RF): dezelfde straling waardoor het luisteren naar de radio mogelijk is.

Advies

De Gezondheidsraad, een adviesorgaan voor de overheid, zegt in hun laatste advies dat er geen bewezen verband is tussen langdurig en veelvuldig gebruik van een mobiele telefoon en een verhoogd risico op hersentumoren. Tegelijkertijd oordeelt de commissie dat een verband niet valt uit te sluiten. Kortom: tot dusver is er geen overduidelijk bewijs voor gezondheidsschade door mobiele telefoons. Het zekere voor het onzekere nemen? Indien mogelijk, houd de mobiele telefoon van uzelf vandaan. En ban de mobiele telefoon uit de slaapkamer, want de negatieve invloeden van een mobiele telefoon op de nachtrust zijn wel bewezen. Al heeft eerdergenoemde niets te maken met de elektromagnetische straling. Pacemaker- of ICD-drager? Uw mobiele telefoon hoort op tenminste vijftien centimeter afstand te zijn.

Slapen doet u zo

HartbrugReizen blijft in de slaapkamer hangen, want inmiddels weten wij dat een mobiele telefoon een negatieve invloed heeft op uw nachtrust, terwijl een goede nachtrust van belang is. Tijdens het slapen laden lichaam en geest zich op en dat heeft een positieve invloed op het hart. Maar wat zijn mogelijke, andere factoren aangaande slaapproblemen? Daarom hierbij, wetenswaardigheden over en voor een goede nachtrust.

  • Ga offline (hoe toepasselijk)! Het kunstlicht van een mobiele telefoon verstoort uw biologische slaapritme, omdat het de aanmaak van het hormoon melatonine tegengaat. Ook wel bekend als het slaaphormoon.
  • Uit een onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en WUR (Wageningen University & Research) blijkt dat mensen die kort en slecht slapen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten hebben. Slaapt u kort, maar staat u fris en uitgerust op? Dan heeft u geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
  • Een gezonde leefstijl gecombineerd met goed slapen verlaagt het risico op hart- en vaatziekten tot 65 procent en het overlijdensrisico door hart- en vaataandoeningen is zelfs 83 procent lager.
  • De diepe slaap is zeer belangrijk voor ons cardiovasculaire systeem (hart); de bloeddruk daalt en komt tot rust, de hartslag zakt en de stresshormonen stabiliseren.
  • Volgens onderzoek is de ideale slaapkamertemperatuur om bij in slaap te vallen +/- 18 °C.
  • Temperatuur op orde? Nu nog het licht. Verduister uw slaapkamer, want een donkere slaapkamer werkt bevorderend voor de slaaprust. Wees precies: iedere lichtbron, zelfs de kleine wekkerlamp, is een stoorzender voor de slaapcyclus.
  • Neem enkele uren voor het slapen gaan, geen slaapverstorende middelen tot u zoals cafeïne. Kamillethee daarentegen kunt u gerust drinken. Letterlijk: dankzij de ontspannende werking wordt u rustig.
  • Ontspannen voor het slapen is belangrijk! Laat (emotioneel) inspannende dingen achterwege zoals het maken van een to-do lijstje.
  • Volgens sommige wetenschappers is de ideale slaaphouding op uw rug. Deze houding is het meest natuurlijk. Daarnaast is dit het minst belastbaar voor de wervels. Bijkomend voordeel? Minder rimpels.
  • Wanneer slapen echt niet meer gaat, kunnen slaappillen worden voorgeschreven. Maar pas hiermee op. Slaappillen zijn erg verslavend en eenmaal weer zonder de slaappillen, is de kans op een (nog) verstoorder slaapritme aanwezig.

4-7-8 ademhalingstechniek

Dokter Andrew Weil bedacht een oefening waarmee u beter in slaap kunt vallen. De zogeheten 4-7-8 ademhalingstechniek ontspant het hart, de geest en het centrale zenuwstelsel. Hierdoor valt u uiteindelijk in slaap. Hoe? De verkorte versie:

  1. Plaats het puntje van uw tong op uw gehemelte tegen de achterkant van uw voortanden
  2. Adem vier tellen door uw neus in
  3. Houdt u adem zeven tellen vast
  4. Adem acht tellen door uw mond uit
  5. Herhaal net zolang totdat… zZzZ

Voor meer artikelen klik hier

Plantaardig eten om van je hartprobleem te genezen

Kun je van hartziekten afkomen door de juiste voeding? Volgens Healthy Heart wel. Zij adviseren om bij hart- en vaatziekten je voedingspatroon drastisch om te gooien en zoveel mogelijk plantaardig en onbewerkt te gaan eten. Niemand minder dan hartpatiënt Bill Clinton ging u voor. 

Healthy Heart is opgericht door IJsbrand en zijn vader Ab Straatman. Zij hebben hart- en van vaatziekten in hun familie en daarmee meer kans om zelf ook iets aan het hart en de vaten te krijgen. Maar in bepaalde delen van de wereld, waar mensen een ander voedingspatroon hebben, komen hart- en vaatziekten nauwelijks voor. IJsbrand Straatman raakte daarom gefascineerd door de relatie tussen voeding en gezondheid. Bovendien stuitte hij op verschillende onderzoeken die aantonen dat hart- en vaatziekten niet alleen te voorkomen, maar ook te genezen zijn, met de juiste voeding. Een voorbeeld is het onderzoek van een Amerikaanse dokter, Colin Campbell. Hij ontdekte dat Amerikaanse mannen zeventien keer meer kans hebben om te overlijden aan hart- en vaatziekten dan mannen die leven op het Chinese platteland. Dr. Campbell vond zelfs gebieden in China, waar niet één persoon onder de leeftijd van vijfenzestig aan hart- en vaatziekten was overleden. Deze mensen aten een overwegend onbewerkt, plantaardig dieet. De Amerikanen echter eten, net als veel mensen in West-Europa, vooral dierlijk en bewerkt voedsel. Bij een typisch Westers dieet komt 40% uit dierlijke producten, 50% uit geraffineerde- en bewerkte producten en slechts 10% is afkomstig uit plantaardig voedsel. Helemaal niet gunstig als het om hart- en vaatziekten gaat, blijkt uit verschillende onderzoeken. Toch is juist voeding een onderdeel waar artsen weinig tijd voor nemen als ze patiënten voorlichten. Volgens de Straatmannen is daar enorme winst te behalen.

IJsbrand en Ab Straatman

Moeilijk uitvoerbare operatie

Het voedingspatroon dat de Healthy Heart bedoelt is zuiver plantaardig, met volkoren granen, groente, fruit, peulvruchten, noten, pitten en zaden.

Bill Clinton is een voorbeeld. Zijn aderen slibten steeds dicht en hoewel hij geopereerd werd en stents kreeg aangemeten, gebeurde het opnieuw. Toen is hij een plantaardig dieet gaan volgen en is hij niet alleen 11 kilo afgevallen, maar zijn ook zijn aderen weer schoner geworden. Een vergelijkbaar verhaal heeft de Nederlander Jan Pauw. Hij hoorde in het ziekenhuis dat hij een bypassoperatie nodig had, maar dat die moeilijk uitvoerbaar was omdat zijn kransslagader ontstoken was. Nadat hij zich verdiepte in verschillende onderzoeken zoals dat van Dr. Campbell en van Dr. Esselstyn, was hij overtuigd. Hij begon meteen in januari 2017 aan zijn nieuwe dieet. Hoewel zijn cardioloog liever wilde opereren en Pauw’s aanpak nogal extreem vond liet Pauw zich niet van de wijs brengen.

Verbetering

Al na twee maanden merkte hij verbetering. Hij kon in plaats van vier soorten medicatie overstappen naar twee soorten medicijnen, zijn cholesterolgehalte zakte met meer dan de helft en ook zijn bloeddruk daalde flink. Maar Pauw voelde zich ook veel beter. Geen ontstekingen van zijn tandvlees meer, meer energie, de droge huid in zijn gezicht was weg en zijn stoelgang was verbeterd. Bovendien had hij niet de nasleep van een dure, riskante en zware operatie. Hij is zo enthousiast dat hij zijn verhaal met iedereen wil delen en dat ook doet op de site van Healthy Heart. Hij zegt daar: ‘Het is frustrerend om te zien dat mensen lijden aan hart- en vaatziekten, terwijl dat in bijna alle gevallen niet hoeft.’

Waarom?

Toch wordt op de site van Healthy Heart nog niet helemaal duidelijk waarom bepaalde voedingsmiddelen niet mogen. Alleen de uitstekende resultaten van de onderzoeken worden aangetoond, namelijk dat mensen enorm opknapten van het voorgeschreven dieet, maar niet het waarom. Waarom mag bijvoorbeeld vlees niet en wat doet (magere) zuivel dan in je lichaam waar hart en vaten niet bij gebaat zijn? Een andere vraag is die naar (geraffineerde) olie. Die mag niet volgens Healthy Heart, maar waarom niet? Leidt geraffineerde olie tot meer cholesterol of buikvet en zo ja, waarom dan?

Wel of geen olie?

Ook de Hartstichting raadt gezonde voeding aan. Maar zuivel is geen taboe, mits het mager is. Vlees moet volgens de Hartstichting wel zo veel mogelijk vervangen worden door plantaardige vleesvervangers. Plantaardige olie mag dan weer wel. Sterker nog, alle onverzadigde vetten die worden door De Hartstichting (en het Voedingscentrum) juist gezien als goed voor hart- en bloedvaten. Terwijl die bij de Healthy Heart dus het beste vermeden kunnen worden. Dat is zonder duidelijke uitleg verwarrend. Tegelijkertijd zegt Straatman in een interview over die olie dat een dieet of voedingspatroon dat je kunt volhouden uiteindelijk het gezondst is. Dus eet je heel graag olie over je sla? Als je voor de rest veel groente, fruit en volkorenproducten eet, dan misschien maar lekker doen!

Meer weten? www.thehealthyheart.nl

Een kind zónder hartaandoening, alstublieft!

Een gezond kind krijgen, terwijl u of uw partner een erfelijke hartaandoening heeft? Aangezien de medische ontwikkelingen op dat gebied razendsnel gaan, zijn daarvoor gelukkig steeds meer opties. We zetten de mogelijkheden op een rij.

Erfelijkheidsonderzoek

Als u weet of vermoedens heeft dat u of uw partner drager is van een erfelijke aandoening, kunt u via de huisarts worden doorverwezen naar de afdeling klinische genetica of cardiogenetica van het ziekenhuis. Daar kan een erfelijkheidsonderzoek worden gedaan, om een beter beeld te krijgen van de kans om een bepaalde ziekte op uw kind over te dragen. Helaas is de medische wetenschap nog niet zo ver dat dit bij iedere hartafwijking nauwkeurig in te schatten is. Het blijft dus bijna altijd een moeilijke afweging: nemen we het risico en aanvaarden we de eventuele consequenties? Gelukkig wordt u door het ziekenhuis begeleid in het nemen van vervolgstappen. In enkele academische ziekenhuizen, zoals het UMCG, VUmc en AMC, is het daarnaast sinds 2016 ook mogelijk om een dragerschapstest te doen. Stellen kunnen zich dan voor de zwangerschap laten testen op 50 zeer ernstige erfelijke ziekten, zoals stofwisselingsziekten en spierziekten. Het gaat om aandoeningen die alleen overdraagbaar zijn als beide ouders drager zijn.

Prenatale diagnostiek

Het hartje van de foetus wordt aangelegd tussen de 3e en 8e week van de zwangerschap. Het is dus soms mogelijk om al in een heel vroeg stadium te onderzoeken of de baby een genetische afwijking heeft. Als er van tevoren duidelijk is om welk gen het precies gaat, kan dat al in de 10e of 11e week, met behulp van een vlokkentest. Andere mogelijkheden zijn een vruchtwaterpunctie (vanaf 16 weken) en een uitgebreide cardiale echografie (vanaf 18 weken). Als, in het slechtste geval, blijkt dat het ongeboren kindje inderdaad een hartafwijking heeft, staan de ouders voor een moeilijke beslissing: de zwangerschap doorzetten of voortijdig afbreken? Dit laatste mag in Nederland tot 24 weken. Maar ook om andere redenen is het prettig dat er steeds vroeger in de zwangerschap duidelijkheid is. In uitzonderlijke gevallen kan de baby namelijk al in de baarmoeder worden behandeld.

Sperma- of eiceldonatie

Als duidelijk is dat de vader of moeder gendrager is, is het een optie om te overwegen om zwanger te worden met behulp van een sperma- of eiceldonor.  In dat geval is één van beiden niet de biologische ouder van het kind, maar is er wel de zekerheid dat het gen niet wordt doorgegeven. Een donor kan in de eigen omgeving worden gezocht, of via een kliniek. Gezien het grote tekort aan spermadonoren, geldt in de meeste klinieken echter een wachtlijst. Voor de schaarse eicelbanken (in 2012 opende de eerste) is de wachtlijst zelfs nog vele malen langer. Dit komt onder andere omdat er voor vrouwelijke donoren strengere eisen gelden, zij moeten bijvoorbeeld een voltooid gezin hebben als zei hun eicellen willen afstaan, en moeten medicijnen gebruiken. Sommige stellen met een kinderwens, wijken af naar (commerciële) eicelklinieken in het buitenland, zoals België en Spanje, waar de mogelijkheden soms ruimer zijn en de wachtlijsten korter.

Embryoselectie (PGD)

In het geval van zeer ernstige erfelijke aandoeningen is PGD een mogelijkheid. PGD, in de volksmond ook wel embryoselectie genoemd, staat voor Pre-implantatie Genetische Diagnostiek: een techniek om, voorafgaand aan een IVF-behandeling, erfelijke afwijkingen op te sporen. De zaadcellen en eicellen worden buiten het lichaam bevrucht en vervolgens onderzocht op de aanwezigheid van een bepaald gen. Alleen de embryo’s zonder die genetische afwijking worden teruggeplaatst in de baarmoeder. Bij lang niet alle hartafwijkingen is PGD een optie, er is sprake van een strenge screening vooraf. Daarnaast zijn er ook mensen die morele bezwaren hebben tegen deze mogelijkheid, omdat zij vinden dat het tegennatuurlijk is om op deze manier in te grijpen in menselijk leven. De discussie neemt nog verder toe sinds wetenschappers er recent in geslaagd zijn om een erfelijke hartafwijking uit een levend embryo te ‘knippen’. Dit betekent dat het in theorie mogelijk is om een ziek embryo uit te laten groeien tot een gezond kind. Dit mag nu nog niet, omdat het in Nederland verboden is om genetisch veranderde embryo’s terug te plaatsen. Wel stemt het wetenschappers hoopvol, omdat het in de toekomst misschien wel mogelijk wordt om ernstige erfelijke ziekten helemaal te voorkomen…

Voor meer artikelen klik hier

Baanwielrenster Shanne Braspennincx: Het leven is niet voorbij na hartfalen

Toegegeven, voormalig Nederlands en Europees kampioen baanwielrennen Shanne Braspennincx (26) voelde zich na een hartinfarct verraden door haar eigen lichaam. Ze had er zo goed voor gezorgd en wat kreeg ze? Stank voor dank. Ze stopte even met fietsen, maar de sportkriebels kwamen terug. Nu is ze volop in training voor de Olympische Spelen.

Wat gebeurde er precies?

Tijdens een hoogtetraining op een trainingskamp in Colorado kreeg ik pijn op de borst. Pijn hebben hoort bij topsport, vooral tijdens de wedstrijden, maar deze pijn herkende ik niet. Ik ging ervanuit dat het met rust wel over zou gaan, maar ’s nachts gutste het zweet van mijn lijf. Toen realiseerde ik me dat ik op de bel moest drukken. Hartfalen was me op zich niet onbekend. Toch dacht ik bij die pijn oprecht niet aan mijn hart. Goed, heel eventjes dan, maar het leek me met mijn 24 jaar, het was twee jaar geleden, niet realistisch.

Hoezo was hartfalen je niet onbekend?

Mijn vader heeft twee hartaanvallen gehad. Ik had zelf vroeger hartritmestoornissen. Toen ben ik een controletraject doorgegaan. Ik moest zo’n holter dragen waarmee je hart 72 uur wordt geregistreerd. Vooral na inspanning had ik een overslaande hartslag, maar dat  bleek  in mijn geval niet gevaarlijk.  Op mijn achttiende was ik er  helemaal overheen gegroeid. Toen de doktoren in Amerika constateerden dat het om een hartinfarct ging,  was het enorm schrikken. Ik werd gedotterd en er werd een stent geplaatst. Ik doorleefde alles in een waas.

Daarna kon je terug naar Nederland voor de revalidatie?

Nou, ik had me meteen beter moeten gaan voelen, maar dat gebeurde niet. Na een MRI bleek dat de stent dichtzat. Feitelijk  hadden de Amerikanen een grotere stent moeten plaatsen. Bij atleten zijn de aders nu eenmaal groter. Gelukkig was de stent nog niet dicht gegaan door kalkweefsel. Als dat wel zo was geweest dan had ik een omleiding moeten hebben. Nu bleef het bij de stent openmaken en vergroten. Na die operatie kon ik eindelijk mijn conditie weer opbouwen. Eerst wilde ik niet meer fietsen. Dat hartinfarct had ik tijdens het fietsen gekregen dus dat moest ik maar niet meer doen. Dat was mijn eerste reactie. Maar toen ik wat gekalmeerd was, kwamen de sportkriebels terug. In het latere deel van mijn revalidatietraject ging ik weer op de baan fietsen. Eerst heel langzaamaan.

Uiteindelijk gevolgd door een comeback in de topsport.

Dat was zo bijzonder. Het team ontving me met open armen. Iedereen had er alle vertrouwen in dat ik er helemaal voor ging om op het oude niveau terug te komen. In het begin was ik wel onzeker. Het was best eng om mijn lichaam te testen. Vroeger durfde ik alles, juist ook helemaal naar de kloten gaan. Ik mocht al wel mee naar de Olympische Spelen van Rio. Weliswaar als reserve, maar het was feitelijk een compliment van de coaches. Ik was écht op niveau om in te vallen. Inmiddels is mijn zelfvertrouwen weer helemaal terug. Momenteel  zijn we aan het doortrainen voor de Wereldkampioenschappen in februari-maart, maar de Olympische Spelen van Tokio in 2020 zijn mijn hoofddoel. Ik draai weer als ieder ander mee. Goed, ik viel onlangs in Berlijn, tijdens keirin, een valgevoelig onderdeel. Met mijn bloedverdunners en andere pillen word ik dan wel extra goed nagekeken. Want ik loop toch wat meer risico op interne bloedingen.

Leef je anders na het hartinfarct?

Ik waak extra over mijn rust. Dat moest altijd al, want rust hoort bij sport, maar na het hartinfarct ga ik nog zuiniger met mijn energie om. Kijk, net na het infarct was mijn energiepeil echt 0. Toen het beter ging,  ging ik te snel weer van alles doen. Leuk en gezellig, maar daarna kreeg ik de rekening gepresenteerd. Daarom heb ik beter ’nee’ leren zeggen. Ik wil niet meer geleefd worden door verplichtingen. Het is al druk genoeg met mijn studie Marketing Management. Ik smeer de master wel mega sloom uit hoor, maar ik ga wel door. Studeren is een plezierige afleiding naast de sport.

Wat eten betreft, de voedingsdeskundige en de sportcardioloog keken wat scherper naar de eiwitten, iets te veel is niet handig voor mijn cholesterol. Het dieet werd aangepast, maar heel beperkt.

Met familie en vrienden ben ik hechter geworden. We hebben ons gerealiseerd dat het leven zo voorbij kan zijn. We moeten koesteren wat we hebben. Dat is natuurlijk het clichéverhaal, maar het is waar.

Heb je nog tips voor andere hartpatiënten?

Tegen iedereen zeg ik: blijf vooral bewegen! Juist omdat ik een fit lichaam had, ging mijn revalidatie veel sneller. Blijf ook gewoon van alles doen. Ik hoorde van een 34-jarige vrouw die net als ik een hartinfarct had gehad en daarna achter de geraniums was gekropen. Ze durfde niet meer de straat op. Zo jammer, want dat hoeft niet. Je leven is na zo’n hartfalen beslist niet voorbij.

Voor meer artikelen klik hier

‘Ik wil andere harte-ouders houvast geven in een moeilijke tijd’

Toen het zoontje van Anoeska Jhauw-Kalloe werd geboren met een hartafwijking, had ze behoefte om haar emoties van zich af te schrijven. Ze ontdekte hoe confronterend gewone babyboeken zijn voor ouders van een ziek kind en besloot daar iets op te verzinnen. Het resulteerde in Babyboek Hartendiefje.

Anoeska Jhauw-Kalloe:

‘Nathan is nu bijna vier en gaat binnenkort voor het eerst naar school. Voor hem een spannende tijd, maar ook voor mij. Hoewel het heel goed met hem gaat en hij alles doet wat zijn grote broer Yash ook doet, blijf ik altijd bang dat er iets gebeurt. We hebben immers geen garantie dat zijn klachten nooit meer terugkomen.

Ik was 20 weken zwanger toen bleek dat onze zoon een dubbele hartafwijking had: een gaatje in het hart en een vernauwing in de aorta. De roze wolk was in één klap weg was. Uiteindelijk kreeg Nathan zijn eerste operatie toen hij zes dagen oud was en lag hij daarna nog wekenlang op de IC. Al tijdens de zwangerschap hield ik een dagboek bij en ook na zijn geboorte wilde ik alles tot in detail opschrijven. Er gebeurde immers zo veel, en ik kon mijn emoties nergens kwijt. Het gaf me rust om alles van me af te schrijven.

Confronterend

Van de zorgverzekering had ik een babyboek gekregen, dat leek me een mooie manier om alles vast te leggen. Maar al snel merkte ik hoe confronterend dit eigenlijk was. In zo’n babyboek wordt er vanuit gegaan dat het kindje gezond is, terwijl Nathan lag te vechten voor zijn leven! Er stonden vragen in als: ‘Hoe vonden papa en mama het om jou voor het eerst in bad te doen?’. Maar wij kónden Nathan helemaal niet in bad doen, we waren al blij als we hem even mochten aanraken.

Na een week heb ik dat boek in de prullenbak gegooid en ben ik brieven gaan schrijven naar Nathan. Dat werkte beter. Ik nam me voor om ooit, als onze zoon gezond en wel thuis was, een babyboek te maken speciaal voor harte-ouders.

Uiteindelijk is ons zoontje in het eerste halfjaar van zijn leven twee keer geopereerd en heeft hij een hartkatheterisatie gehad. Een onzekere tijd met heel veel zorgen. Pas na een jaar lukte het me om het een plekje te geven en erop te vertrouwen dat het vanaf nu wél goed zou gaan.

Ik besloot me te storten op mijn voorgenomen plan. Als het mij had geholpen, moesten er immers meer ouders zijn die behoefte hadden aan een babyboek dat aansloot bij wat ze doormaakten. Aan de hand van mijn eigen dagboeken, bepaalde ik wat erin moest komen. De uitleg van de  ziekenhuisapparatuur waar je mee te maken krijgt bijvoorbeeld en welke mensen er allemaal aan het bed komen. Ook kun je als ouder antwoord geven op vragen als ‘wat is er mis met mijn hartje?’, ‘wat zegt de dokter?’ en ‘wat zijn de gevoelens van papa en mama hierover?’. Daarnaast is er natuurlijk ruimte voor de normale dingen, zoals het eerste lachje en de reactie van broertjes en zusjes. Het moest immers niet alleen maar zwaar zijn, uit ervaring weet ik dat luchtigheid ook belangrijk is in zo’n heftige periode.

Goed doel

Inmiddels is Babyboek Hartendiefje te koop, ik ben enorm trots op het resultaat. Een deel van de opbrengst gaat naar twee goede doelen: Stichting Hartekind en Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijking. Naast het boek is er ook een knuffelaapje en een herinneringendoosje. Zelf vond ik het namelijk fijn om Nathans polsbandje en de plakkers van de ECG te bewaren.

Ik heb laatst mijn dagboek weer doorgebladerd. Bijzonder om achteraf terug te lezen, want sommige herinneringen zijn niet meer zo scherp. Daarnaast is het denk ik ook fijn voor Nathan. Als hij wat groter is en wil weten wat er allemaal precies gebeurd is, kan hij alles teruglezen. Hij komt nu op de leeftijd dat hij begint te merken dat hij anders is dan andere kindjes, bijvoorbeeld omdat hij een litteken heeft. Ik wil dat hij weet dat hij daar trots op mag zijn, dat het bij hem hoort. Ook dat komt aan bod in het boek: dat de kleine een kanjer is. Ik geloof namelijk dat dit soort woorden de ouders kracht geven. Dat ik dit heb kunnen doen, heeft mij heel erg geholpen in mijn verwerkingsproces. En ik hoop dat ik nu op mijn beurt andere harte-ouders houvast kan geven in deze moeilijke tijd.’

Kijk voor meer informatie op www.babyboekhartendiefje.nl

Voor meer artikelen klik hier