Mogelijk vervuilde diabetes 2 medicijnen in omloop

Suikerziektepatiënten met diabetes type 2 slikken medicijnen waarin mogelijk een te hoge concentratie van de kankerverwekkende stof NDMA zit. Dit blijkt uit een nog niet eerder openbaar gemaakt onderzoek van het RIVM. De Inspectie Gezondheidszorg gaf hiertoe opdracht nadat meerdere landen miljoenen pillen terugriepen die vervuild bleken met NDMA. Zembla vroeg samen met NRC de resultaten van het RIVM-onderzoek op.

Daaruit blijkt dat van de twaalf onderzochte metformine pillen er twee boven de veiligheidslimieten voor NDMA zitten. De inspectie ziet geen aanleiding om deze medicijnen uit voorzorg terug te roepen. Ook ziet de toezichthouder geen noodzaak om patiënten en apothekers te informeren. In Nederland gebruiken 655.000 patiënten metformine.

Veiligheid onmisbaar geneesmiddel één jaar lang onduidelijk

De eerste vervuiling van het diabetes 2 middel met N-nitrosodimethylamine (NDMA) is op 4 december 2019 ontdekt. Toen riep Singapore drie merken metformine terug omdat ze vervuild bleken. Zwitserland haalde een paar dagen later twintig partijen metformine van de markt. Inmiddels zijn er in de VS en Canada op grote schaal partijen met miljoenen pillen teruggehaald.

Lees ook in NRC: ‘Honderdduizenden mensen kregen vervuilde pillen. Hoe kon dat?’

De inspectie gaf in december 2019 opdracht voor het RIVM-onderzoek. Uit het onderzoek van Zembla en NRC blijkt dat de inspectie sinds 1 mei 2020 van de uitslagen op de hoogte is. De overheid zegt pas eind dit jaar mogelijke maatregelen te kunnen nemen: “We hebben de uitkomsten voor de gehele Nederlandse markt nodig om te kunnen beoordelen of en zo ja voor welke metformine-producten dan maatregelen nodig zijn en welke.” Dat betekent dat de inspectie één jaar de tijd nodig heeft om te kunnen achterhalen of er in Nederland een kankerverwekkende vervuiling in een zeer belangrijk en onmisbaar geneesmiddel zit.

Inspectie: ‘verwaarloosbaar risico’

De inspectie weerspreekt niet dat er metformine in omloop kan zijn die boven de limiet zit. Maar die limiet is zo streng dat het gaat om een “verwaarloosbaar risico”, aldus de inspectie. “We gaan ervan uit dat de geteste batches inmiddels verbruikt zijn, maar dit is niet met zekerheid te zeggen.”
Op de vraag waarom de pillen niet uit voorzorg uit de markt gehaald zijn en patiënten een veilig alternatief krijgen, zegt de inspectie dat ze voor deze beoordeling de uitkomsten van een groter Europees onderzoek naar dit medicijn afwachten. De uitkomst wordt pas aan het einde van dit jaar bekend.

Geen recall vanwege meetonzekerheid

De inspectie geeft aan dat de betreffende pillen niet teruggehaald zijn omdat de test van het RIVM “een onzekerheidsmarge van vijftien procent” had. Daarmee is het niet zeker dat de uitslagen daadwerkelijk boven de limiet zijn, aldus de toezichthouder. De onzekerheidsmarge kan echter ook betekenen dat de gevonden concentraties vijftien procent hoger zijn.

Onbekend om welke producten het gaat

Welke twee merken metformine in de test boven de limiet zaten, weigert de inspectie te zeggen. Ook apothekers zijn niet geïnformeerd, zegt Aris Prins, voorzitter van de apothekerkoepel KNMP: “Dit is de eerste keer dat ik van een mogelijke vervuiling van diabetes 2 medicatie hoor. De apothekers waren wel op de hoogte dat er een onderzoek gedaan werd. “De onderzoeksresultaten heb ik nog niet gezien”, geeft Prins aan. De Nederlandse fabrikanten van metformine zeggen tegen Zembla en NRC niet te weten welke pillen de inspectie onderzocht heeft en welke mogelijk te hoge vervuilingen bevatten. Ze laten wel weten dat hun producten aan de normen voldoen.

Patiënten niet op de hoogte

Metformine is nu in meerdere landen het derde geneesmiddel waarin deze kankerverwekkende vervuiling boven de veilige limiet is aangetroffen. In 2018 werd NDMA ook in het bloeddrukmiddel valsartan gevonden. De Inspectie heeft toen de patiënten ook niet geïnformeerd. Apothekers hebben destijds tegen de lijn in toch patiënten op de hoogte gesteld. Uiteindelijk moesten 3,6 miljoen doosjes valsartan terug naar de apotheek om vernietigd te worden.
In het najaar van 2019 moesten enkele honderdduizenden gebruikers van de maagzuurremmer ranitidine stoppen met hun pillen. De inspectie heeft de patiënten toen wel geïnformeerd. Meer dan één miljoen verpakkingen werden teruggehaald. In nagenoeg alle ranitidine zat NDMA.

Vanavond onderzoekt Zembla in de uitzending ‘Vervuilde medicijnen’ hoe het kan dat patiënten vervuilde pillen slikken. Kijk vast de eerste beelden: www.bnnvara.nl

Voor meer artikelen klik hier:

Bloedverdunner zonder controle

Mijn 87-jarige moeder woont in een verzorgingshuis. Ze heeft onder andere last van de hartritmestoornis atriumfibrilleren. Ze wordt elke twee weken geprikt door de trombosedienst om de dikte van het bloed te testen. Dit vraagt nogal wat van het zorgpersoneel, want ze snapt het niet meer goed. Nu heb ik gehoord dat er ook manieren zijn om het bloed dunner te maken die geen controle nodig hebben? Ik heb namelijk ook nogal wat zorgen over mogelijke coronabesmetting bij haar.


Om te beginnen zijn de zorgen over besmetting zeer terecht. In een situatie waarin veel besmettingen kunnen optreden en bewoners cognitief niet sterk zijn, is het heel moeilijk om goede

sociale en persoonlijk hygiëne toe te passen. Hier helpt ook niet mee dat we in Nederland niet in staat lijken om ons zorgpersoneel voldoende te beschermen.

Terug naar het probleem van ontstolling bij atriumfibrilleren. Atriumfibrilleren, ook wel boezemfibrilleren genoemd, is een ritmestoornis die veel voorkomt bij ouderen. Bij atriumfibrilleren

ontstaat een chaotisch en snel ritme in de boezems van het hart, die dan niet mee samenknijpen. Daardoor staat het bloed stil in de boezems en kan gemakkelijk stollen. Wetenschappelijk onderzoek heeft laten zien dat ongeveer 20% van alle beroertes in de samenleving ontstaan door atriumfibrilleren. Voor Nederland betekent dit dat er van de 40.000 beroertes per jaar, maar liefst 8000 ontstaan door atriumfibrilleren. Bij op tijd en goed behandelen, door ontstollende medicatie te

geven, kun je het grootste deel hiervan voorkomen. Voor de ontstolling, het dunner maken van het bloed, hebben we decennialang gewerkt met acenocoumarol. Alleen de bandbreedte waarin het veilig en effectief werkt, is maar smal. Daarom moet de dikte van het bloed vaak worden gecontroleerd. Echter, sinds een aantal jaren zijn er slimmere middelen voor ontstolling, de zogeheten directe orale anticoagulantia, of DOAC’s. Deze grijpen rechtstreeks aan in de stolling, en bij gebruik van deze middelen hoef je het bloed niet te controleren op het effect. Daarbovenop lijken deze middelen ook nog eens veiliger en effectiever te zijn bij rechtstreekse vergelijking met acenocoumarol. Ze lijken daarmee zowel voor uw moeder als het verzorgingstehuis een veel betere optie.

Uit De Telegraaf, 14-05-2020

Voor meer artikelen over o.a medicijnen en aandoeningen klik hier

Vrouw en verkeerde diagnose

Met paracetamol naar huis worden gestuurd terwijl er binnenin de borstkas sprake is van een levensbedreigende verwijding van de slagader (Aorta Aneurysma): het overkwam de 57-jarige Nancy Evers. Inmiddels heeft zij onder andere een nieuwe aortaklep én is Nancy een pacemaker ‘rijker’. Haar verhaal gaat over de weg naar erkenning, haar strijd voor gerechtigheid en aandacht voor het vrouwenhart. 

Het is december 2008 en de gezellige sfeer rondom de feestdagen is in volle gang. Maar de sportieve Nancy ervaart een hevige pijn in haar borst en haar schouders. Bij de huisartsenpraktijk wordt zij in een rolstoel doorverwezen naar de Eerste Harthulp. Wanneer na onder andere een bloedonderzoek blijkt dat zij geen hartinfarct heeft gehad, wordt zij met paracetamols naar huis gestuurd: ‘Tijdens de onderzoeken keken de dienstdoende artsen alleen naar de standaard kenmerken van een hartaanval.’ Maar eenmaal thuis blijft de pijn aanhouden. Uiteindelijk is het haar man die actie onderneemt: ‘Ik bleef over mijn borst wrijven en na avondenlang dit aangezien te hebben, opperde mijn man om een zogeheten total body scan bij Prescan in Duitsland te maken, ook al werd deze door de zorgverzekering niet vergoed. Het bleek mijn redding.’

Vallen, opstaan en weer doorgaan
Tijdens het onderzoek bij de Oosterburen valt de arts direct stil: ‘Hij constateerde direct een Aorta Aneurysma van ruim zes centimeter. Ik moest tot mijn operatie rustig blijven, want met het klappen van mijn aorta zou ik doodbloeden en overlijden. Gedurende het gesprek met de cardioloog ging alles langs mij heen. Ik begreep er simpelweg niets van. Op weg naar huis zat ik vol ongeloof en vragen. Eenmaal thuis belde ik de huisarts en de volgende dag zat ik bij de cardioloog.’

Nancy ondergaat een openhartoperatie. Eveneens wordt een pacemaker ingebracht vanwege geleidingsproblemen. Drie maanden later hoort zij van haar leidinggevende op het werk dat zij na 25 jaar als bankier te hebben gewerkt moest switchen naar een andere baan: ‘En daarmee stortte mijn wereld in; het was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Ik wilde een einde aan mijn leven maken.’

Maar het is haar tijd nog niet. Nancy vecht en komt sterker terug. Haar man is een grote steun. Na de hartrevalidatie gaat zij onder begeleiding van een fysiotherapeut weer sporten. Ook mentaal gaat zij het gevecht aan en mede door deze combinatie leert zij haar lichaam weer te vertrouwen: ‘Als je van de hartbewaking afkomt hoort alles het ‘gewoon’ te doen, maar daarop blindelings vertrouwen is best eng.’

Hart- en vaatziekten kijken niet naar leeftijd
Eenmaal op dreef weet zij van geen ophouden, want in de jaren daarop behaalt zij haar AED-certificaat -en heeft drie dagen later haar allereerste reanimatie-, valt twintig kilo af en loopt de halve marathon van Amsterdam. Ook volgt zij succesvol een beroepsopleiding, maar besluit na een stage om hiermee niets te doen. Uiteindelijk gaat Nancy aan de slag als vrijwilliger bij diverse stichtingen en vindt werk bij een midden- en kleinbedrijf.

Inmiddels  is het tien jaar geleden en Nancy is zich er meer dan van bewust hoeveel geluk zij heeft gehad. Het besef dat zij door de oog van de naald is gekropen, maakt haar heel dankbaar: ‘Het herstel is een lang proces waar ik ongeduldig van werd, mede doordat er weinig psychische begeleiding is. Ik ben er gelukkig goed uitgekomen, maar ik hoop van ganser harte dat hier beter naar wordt gekeken; temeer omdat de leeftijd waarop mensen een hartaandoening krijgen steeds lager ligt.’

Ze vervolgt: ‘Terwijl er dagelijks 110 mensen overlijden aan een hart- of vaatziekte in Nederland, heb ik nog steeds het gevoel dat de jongeren denken dat dit alleen oudere mensen treft. Het tegenovergestelde is waar. De onwetendheid heeft er wellicht ook met te maken dat hart- en vaatziekten vrij onbekend zijn. Terwijl iedereen bijvoorbeeld de roze strik, verwijzend naar borstkanker, meteen herkent. Daarnaast vind ik ‘alleen’ maar hartrevalidatie na een ingreep onvoldoende, met name in vergelijking met het hersteltraject bij andere ziekten.’

Het heft in eigen handen nemen
Dat verandering begint bij jezelf, daar is Nancy zich meer dan bewust van. Samen met haar man is zij bezig met een persoonlijk ontwikkelingstraject. Zij zijn nu zover om terug te geven, want het uiteindelijke doel is om een lifecoach voor vrouwen met hart- en vaatproblemen te worden: ‘Mensen hebben (begrijpelijkerwijs) geen flauw idee wat je hebt meegemaakt. Persoonlijk heb ik een hele tijd geworsteld met de vraag: waarom ik? Na een vreselijke jeugd, een poging tot aanranding en deze openhartoperatie heb ik mijn portie wel gehad. Maar ik wilde daarin niet blijven hangen en ik heb besloten om mijn negatieve gevoelens om te draaien. Ik ging aan mijzelf werken en begon positieve veranderingen toe te passen. Uiteindelijk heeft alles mij gemaakt tot de vrouw die ik nu ben en tegenwoordig kan ik met mijn ervaringen andere vrouwen helpen. Hoe mooi is dat? Ik pak iedere dag die ik krijg en ga voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Stamceltherapie bij angina pectoris

Na een serie ingrepen aan zijn hart kreeg Jan Veenhuijzen (84) uit Middenbeemster te horen dat er niets meer voor hem gedaan kon worden. Als echte levensgenieter nam hij daar niet zomaar genoegen mee. Al googelend stuitte hij op een nieuwe, nog vrij onbekende stamceltherapie in het LUMC (Leiden).

‘Ik heb al bijna 25 jaar hartproblemen. In 1998 heb ik een bypass operatie ondergaan, waarna het een tijdje goed ging. Maar na tien jaar kreeg ik opnieuw problemen en daarna bleef ik doorsukkelen. Diverse keren werd ik per ambulance met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ik kreeg een pacemaker en er werden twaalf stents geplaatst, waaronder een zogenaamde ‘reducer stent’, speciaal voor uitbehandelde patiënten. In 2018 ben ik nog een keer gedotterd. Daarna zeiden de artsen dat ze helaas niets meer voor me konden doen, ik moest er maar mee leren leven. Ook al was ik inmiddels de tachtig al gepasseerd; daar was ik het niet mee eens! Op dat moment kon ik amper honderd meter lopen en was ik constant moe. Maar ik was er nog lang niet aan toe om eruit te stappen.

Ik ben best handig op de computer en ben een beetje gaan googelen of er écht geen andere mogelijkheden meer waren. Zo las ik op een gegeven moment over een experimentele therapie die in het LUMC werd gegeven, waarbij stamcellen in de hartspier worden geïnjecteerd. Ik heb dit aan mijn cardioloog voorgelegd, die nog nooit van de methode had gehoord. Aanvankelijk was hij een beetje sceptisch. ‘Zou je dat nu wel doen?’, vroeg hij. Er zitten immers ook risico’s verbonden aan zo’n nieuwe methode. Maar wat had ik te verliezen? Het was óf blijven doorsukkelen, óf een risico nemen.

In overleg met mijn familie en mijn cardioloog heb ik me opgegeven en na een reeks onderzoeken werd ik toegelaten tot het experiment. Op 5 december 2018 was de grote dag. ’s Ochtends werden stamcellen uit mijn beenmerg afgenomen en ’s middags zouden die in de hartspier worden gespoten. Natuurlijk was dat wel even spannend, ik realiseerde me goed dat het ook fout kon gaan. Daar moest ik ook voor tekenen. Maar gelukkig verliep alles zonder problemen en mocht ik al snel weer naar huis.

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en de verbetering is aanzienlijk. Ik loop inmiddels weer dagelijks een rondje door het dorp, wat vóór de ingreep onmogelijk was. En dan houd ik ook nog genoeg energie over om mijn vrouw te helpen in het huishouden en mijn kinderen en kleinkinderen te zien. Ik heb een achterkleinzoon van 2, die ik gelukkig nog kan zien opgroeien. Wie weet hoe ik eraan toe was geweest als ik niet bij toeval op die methode was gestuit? Daarom vertel ik bewust nu mijn verhaal in Hartbrug, in de hoop dat meer mensen met dezelfde klachten weten dat deze optie er is, en dit voorleggen aan hun cardioloog. Hopelijk krijgen andere mensen die uitbehandeld zijn zo, net als ik, een nieuwe kans.’

(kader)
Cardiale celtherapie
De behandeling in het LUMC is geschikt voor mensen met onbehandelbare pijn op de borst door vernauwingen in de kransslagvaten (angina pectoris). De patiënten die ervoor in aanmerking komen hebben reeds alle medicijnen die ze kunnen verdragen en laten op de nucleaire doorbloedingsscan een beeld van verminderde doorbloeding van de hartspier zien.

Bij de ingreep worden er cellen uit het eigen beenmerg in de hartspier geïnjecteerd, waaronder stamcellen. Uit experimenten met dieren en onderzoeken bij patiënten is gebleken dat injectie van lichaamseigen beenmergcellen in het hart kan leiden tot een verbeterde doorbloeding en hartfunctie, afname van het zuurstoftekort en een vermindering van de klachten van pijn op de borst.

De methode wordt sinds 2003 toegepast en is sindsdien meer dan 300 keer uitgevoerd. De resultaten zijn vooralsnog positief te noemen en inmiddels wordt de ingreep ook vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat de behandeling nog steeds relatief nieuw is, wordt er nog steeds wetenschappelijk onderzoek gedaan.

Dat de methode zo nieuw is en ook alleen in het LUMC wordt toegepast, heeft als gevolg dat veel cardiologen in andere ziekenhuizen nog niet op de hoogte zijn van deze mogelijkheid. Dr. Douwe Atsma, die de behandeling in het LUMC uitvoert: ‘We publiceren natuurlijk wel onze resultaten, en via wetenschappelijke literatuur kunnen andere artsen er ook mee in aanraking komen. Aangezien het om een kleine groep patiënten gaat, is de behandeling momenteel alleen in het LUMC beschikbaar. Op die manier houden we voldoende expertise. Andere ziekenhuizen zouden het, in overleg met ons, wel kunnen oppakken.’ De risico’s zijn volgens Atsma gelijk aan die van een hartkatheterisatie. ‘Het bloedvat in de lies moet natuurlijk weer goed dichtgaan en er kunnen eventueel stolsels vanuit de grote lichaamsslagader naar het hoofd schieten. Deze kans is ongeveer 0,8% in onze groep.’

Kijk voor meer informatie over de behandeling op www.hartlongcentrum.nl/behandelingen/stamceltherapie of overleg met uw cardioloog.

Tekst Marion van Es

Voor meer artikelen over o.a hartproblemen klik hier

Zorgverzekeraars en nare bijwerkingen

VENLO – Peter Janssen werd in 2013 van de ene dag op de andere hartpatiënt. Sindsdien ligt de 49-jarige Venlonaar geregeld met zorgverzekeraars in de clinch. Die zijn er immers op uit om mensen zo goedkoop mogelijke medicijnen voor te laten schrijven. Duurdere worden niet meer vergoed. Voor Peter had dat meermaals vervelende gevolgen. Ze resulteerden in een spoedopname in het ziekenhuis omdat zijn hartslag grotendeels wegviel, en in hallucinaties en nachtmerries. Peter Janssen heeft het sindsdien helemaal gehad met de zorgverzekeraars, die puur uit bezuinigingsdrift goedkopere medicijnen lieten voorschrijven die leidden tot ernstige bijwerkingen.

Peter is hartstochtelijk mountainbiker. Al jaren gaat hij met de mountainbike via een omweg door de Venlose bossen en heuvels naar zijn werk, Office Depot, de grootste leverancier voor de kantoorartikelen in Europa, gevestigd in het Limburgse stadje aan de Duitse grens. Ook fietst hij vaker met zijn vrouw om een frisse neus te halen. Zo ook zeven jaar geleden. ‘Ik voelde me goed’, herinnert Peter zich. ‘Het was warm, 23 graden, maar ik hield mijn hand voor de mond omdat ik het gevoel had ijskoude lucht binnen te krijgen. Alsof het vroor. Mijn vrouw vroeg me waarom ik dat deed. We vertrouwden het niet en reden naar de huisartsenpost. Daar bleek mijn bloeddruk gigantisch, en bleek ik een hartaanval gehad te hebben. Enkele dagen later bleek uit katheterisatie dat de vaten rond het hart aan alle kanten potdicht zaten. Bij het academisch ziekenhuis in Maastricht hebben ze toen drie omleidingen gemaakt. Het gekke is: voor die tijd had ik nergens last van.’

Al snel bleken erfelijke factoren een hoofdrol te spelen. ‘Elf generaties terug in de 17de eeuw werd al over een van mijn voorvaderen geschreven: ‘is aan Borschtsiekte overleden’. Die had het dus al aan zijn hart. Mijn vader kreeg op 50-jarige leeftijd een hartaanval en overleed veel te vroeg, en de mannen aan moeders kant zijn ook allemaal overleden aan hartproblemen.’

Corona

Vindt hij zijn hartproblemen dan niet akelig in het licht van de coronacrisis? ‘Ergens in maart werd ik wakker met een gigantische keelpijn. Ik was kortademig en voelde me slecht. De huisartsenpost kon me niet helpen. Ik moest gewoon thuis uitzieken. Gelukkig voelde ik me twee dagen later weer beter.’ Peter is sindsdien wel op zijn hoede. ‘Niet dat ik me meer zorgen maak als hartpatiënt, maar ik ben wel voorzichtiger. Ik werk nu vanuit thuis. Maar bij het begin van de coronacrisis werkten we nog op kantoor, een bedrijf in Venlo met zo’n 800 medewerkers, onder meer afkomstig uit Brabant en Heinsberg (Duitsland) – dat waren eind februari al besmette gebieden, en toen al hield ik afstand jegens die mensen. Ik was er heel bewust mee bezig. Wij begonnen op het werk al vroeg met handen wassen. Voor mij kwam daar dus bij: ik bleef bij iedereen uit de buurt die uit een risicogebied komt.’

Normaal fietst Peter veel, maar door de coronacrisis werkt hij van thuis uit en blijft ook gewoon thuis. Tijdens ons telefonisch gesprek blijkt hij vooral in zijn maag te zitten met de bijwerkingen van medicijnen: daarmee heeft hij nogal wat nare ervaringen. ‘Op 30 maart 2019 zijn we op vakantie in Aruba geweest. Het was er heet en goed. Elke morgen om zeven uur reed ik daar via het sneeuwwitte strand naar de ruwe woestijnachtige oostkust met cactussen. Het was er heerlijk fietsen. Ik kon ook mijn hobby fotograferen uitleven, ik wist er een koppel Arubaanse gronduilen met twee jongen te fotograferen! Niet lang na deze sportieve vakantie moest ik met spoed naar de huisartsenpost, de HAP dus. Wat was er gebeurd? De apotheek had mij een ander, goedkoper merk bètablokkers gegeven. Ik werd ’s nachts wakker met een hartslag van 30, en voelde me gigantisch slecht. ‘Ik ben er niet goed aan toe’, zei ik tegen mijn vrouw, die me naar de HAP bracht. Die stuurde me acuut door naar het ziekenhuis, waar ik binnen een dag op wist te krabbelen. Het bleek dat ik door het nieuwe medicijn niet goed was geworden. Via het ziekenhuis kon ik weer terug naar mijn oude, vertrouwde bètablokker. Ik belde vervolgens boos met de zorgverzekeraar, die me het goedkopere medicijn in de maag had gesplitst. Die zuinigheid kostte hen wel een ziekenhuisopname, waardoor mijn eigen risico er gelijk doorheen was. Uiteindelijk trekken de zorgverzekeraars op deze manier zelf aan het kortste eind: die krijgen de rekening van de gevolgen van hun zuinigheid.’

Dit was niet de enige ervaring van Peter met de bezuinigingsdrift door de zorgverzekeraars. ‘Zo hebben ze mij goedkopere bloedverdunners voorgeschreven waarvan ik hallucinaties kreeg. En ik kreeg een soort statines tegen mijn hoge triglyceride, een voorstadium van diabetes. Daarvan kreeg ik nachtmerries. In alle drie de gevallen zei ik tegen mijn apotheker: die troep hoef je me niet meer te geven, die neem ik niet meer mee.’

Statines kon Peter niet verdragen. Hij crepeerde van de spierpijnen, had last van spierafbraak, en kreeg er bijna nierproblemen door. Daarom doet hij nu mee aan een experiment waarbij hij twee keer per jaar een injectie krijgt om zijn cholesterol terug te brengen naar 1,8. Peter wantrouwt de ‘statinemaffia’ weliswaar, maar omdat zijn bloeddruk zo hoog is, heeft hij geen alternatief en moet iets aan zijn hoge cholesterol doen. ‘Je moet het zo zien’, legt Peter uit. ‘Ik las over een Italiaanse vrouw van 92 met een cholesterolwaarde van meer dan 14. Maar zij had een gezonde bloeddruk. Dan is die hoge cholesterol niet erg. Maar in mijn geval met mijn bloeddruk zouden mijn aderen beschadigen, en hoopt de cholesterol zich op.’

Peter houdt zich inmiddels aan een nieuwe leefstijl, om op die manier het nemen van medicijnen zoveel mogelijk tegen te gaan. ‘Koolhydraatarm eten helpt enorm. Mijn bloedsuikerwaarden komen daardoor in een goed evenwicht, zonder medicijnen!’

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

21 jaar en hartritmestoornissen

Iedereen heeft een verhaal: zo ook Laura Lust (21). Wanneer zij op 15-jarige leeftijd gediagnosticeerd wordt met hartritmestoornissen gaat zij van een actieve tiener naar rustige jonge vrouw. Zij vertelt over haar rollercoaster en de uitwerking daarvan op haar leven. Haar verhaal…

Als 15-jarige geniet Laura van haar tienerjaren. Op schooldagen fietst zij heen en terug naar haar middelbare school waar zij haar VWO volgt. En na schooltijd is zij vier keer per week in de sportschool te vinden. Maar langzaam maar zeker is de normaal gesproken drukke Laura steeds sneller moe: ‘Mijn moeheid bleef toenemen en resulteerde uiteindelijk in het gelijk in bed kruipen na school. Voor het avondeten kwam ik er even uit, maar vervolgens kroop ik direct weer onder de wol. Een verandering, want ik was een drukke tiener en altijd met van alles bezig.’

De diagnose

Laura’s familie en zij houden het op een drukke periode. Een doktersbezoek wuift Laura eveneens weg, want volgens haar is het nergens voor nodig. Maar nadat zij steeds zieker wordt en uiteindelijk wegraakt tijdens een les, omdat zij moe en futloos is, trekken haar ouders aan de bel: ‘Van de ene op de andere dag kon ik zelfs niet meer zelfstandig naar het toilet lopen, want het kostte mij te veel energie.’ Omdat het weekend is, bezoeken zij de plaatselijke huisartsenpost waarna de vermoeide tiener wordt opgenomen in het ziekenhuis. En na dagen van onderzoek volgt de diagnose: ‘Ik bleek AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie) te hebben, een hartritmestoornis welke ontstaat in en rond de AV-knoop. En door een extra bundel blijven prikkels rondcirkelen welke zorgen voor een snelle, maar regelmatige hartslag. Met medicatie en een afspraak bij een cardioloog ben ik naar huis gestuurd.’ Achteraf gezien heeft Laura al sinds de basisschool last van hartritmestoornissen, maar zij stond hierbij niet stil: ‘Vroeger kreeg ik enkel bij inspanning af en toe een hartritmestoornis, maar de laatste tijd ook vaker in rust. Ik herkende het -een episode- aan het opgejaagde gevoel, maar het ging vanzelf weer weg. Doordat het ‘normaal’ was, bemerkte ik niet dat het pathologisch was en onbewust voor meer klachten zorgde, hoe ouder ik werd.’

Vier ablaties volgen en tijdens de laatste ablatie ook twee hartstilstanden. Nadat de eerste twee ablaties plaatsvinden in een Belgisch ziekenhuis, wordt zij voor haar derde en vierde ablatie doorverwezen naar collega’s in Nederland. Hier nemen Nederlandse specialisten van het Sophia Kinderziekenhuis en het Erasmus MC in Rotterdam het over: ‘Mijn eerste ablatie vond plaats in Gent, onder plaatselijke verdoving vanwege de hogere slagingskans, maar mede door de duur hiervan en een afgaand alarm tijdens de ingreep, heb ik daaraan een PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) overgehouden. De onsuccesvolle ablatie en de bijwerkingen van de medicatie welke ik postoperatief moest slikken hebben daaraan eveneens bijgedragen. De daarop volgende ablaties zijn onder narcose uitgevoerd. Toen mijn derde ablatie gepland stond in Rotterdam, zag ik alsnog tegen de ingrepen op, maar de zorgverleners waren empathisch en ondanks dat ik nog ‘kind’ was, werd ik wel degelijk gehoord en werd alles uitgelegd totdat niet alleen mijn ouders, maar ook ik alles begreep. Hierdoor voelde ik me veilig en was ik gerustgesteld. De overgebleven spanning nam Emile Peters, de cardioloog die mij opving bij het inrijden van de operatiekamer, weg. Een opgewekte cardioloog met hart voor zijn patiënten. Toen ik de operatiesluis werd binnengereden, wachtte mij een warm welkom en een ‘lelijke’ operatiemuts waar natuurlijk een foto van gemaakt moest worden.’

Ondanks de gedeeltelijke, geslaagde ablaties en de medicijnen die Laura moet blijven slikken om mogelijke hartritmestoornissen in te dammen, blijft zij zich op het positieve focussen: ‘Enkele maanden geleden heb ik samen met mijn cardioloog gekeken naar de mogelijkheid om de dosis van mijn medicatie te verlagen. Ik slik nu nog maar één pil in plaats van twee en dat is voor mij sinds lange tijd een grote overwinning! Een ander goed voorbeeld? Mijn moeders telefoon staat vol met foto’s van de zieke Laura in het ziekenhuis waar ik nooit meer naar kijk. Maar de foto met mijn moeder, Emile en de operatiemutsen, is mijn ‘positieve’ foto. Onder andere deze foto heeft mij geleerd om in al het negatieve naar het positieve te blijven kijken, hoe klein dan ook. Langzaamaan kreeg ik minder en slechts sporadisch nachtmerries en paniekaanvallen en ging ik steeds positiever in het leven staan. En ondanks dat alles nu goed gaat met mij, heb ook ik weleens mindere periodes. Tegenwoordig kan ik daarmee beter omgaan en weet ik ook dat het overgaat. Zoals men weleens zegt: ‘De tijd heelt alle wonden, maar de littekens zullen blijven.’

Het besef

Met de diagnose maakte alle onzekerheid en onrust plaats voor opluchting. Maar de inmiddels vijfjarige reis van Laura is haar niet in de koude kleren gaan zitten, ook al ziet zij eveneens positieve veranderingen: ‘Gedurende de afgelopen jaren heb ik veel van school gemist, maar dankzij betrokken docenten en mijn mentor, heb ik mijn VWO alsnog in één keer afgerond. Ik heb geleerd om zelfstandig te werken, want alleen ik kon het gemiste inhalen. Waar ik ook moeite mee had, was het feit dat leeftijdsgenootjes in hun vrije tijd feestjes afgingen terwijl ik ‘ziek’ thuis zat en simpelweg niet mee kon. Maar gelukkig had (en heb!) ik een vast vriendengroepje die mij regelmatig thuis opzochten.’

Ondanks haar opgedane zelfstandigheid, blijkt de volgende stap om te gaan studeren groter dan verwacht: ‘Ik wilde studeren nadat alle rust was wedergekeerd, maar toen puntje bij paaltje kwam, bleken mijn twijfels groot. Ik vertrouwde mijn lichaam nog niet volledig en dacht bij ieder pijntje op mijn borst dat ik dood ging. Achteraf lachwekkend, maar toen een hel. Toch wilde ik vechten voor wat ik wilde worden: verloskundige. Mede omdat ik altijd wil proberen om mijn eigen boontjes te doppen, voor zover als mogelijk. Uiteindelijk heb ik met mijzelf afgesproken om het te proberen en als het niet ging, kon ik altijd stoppen en huiswaarts keren. Inmiddels ben ik een tevreden studente. Ik ben een doorzetter geworden en neem geen genoegen meer met ‘dat komt nog wel’, want na alles wat ik heb meegemaakt weet ik dat onze tijd niet onbeperkt is. Mijn mentaliteit is nu ‘doe hetgeen waar jij vrolijk van wordt in het leven en haal alles eruit wat erin zit’.

Afgezien van haar welwillendheid om er zelf iets van te maken, ziet ook Laura het belang in van de spreekwoordelijke hart onder de riem steken: ‘In de periode dat ik de diagnose kreeg en de operaties volgden, voelde ik mij erg alleen. Ik was een jonge meid en had last van iets waarmee vaker ‘ouderen’ kampen. Zelfs nu op controle word ik uitgebreid aangekeken in de wachtkamer vanwege mijn leeftijd. En juist vanwege de wederzijdse herkenning, is volgens mij lotgenotencontact belangrijk, want als ik toentertijd contact had met lotgenoten van mijn leeftijd, was dat een extra steun geweest.’

En doorgaan

De reis van tiener naar jongvolwassen, is bij Laura niet zonder slag of stoot gegaan en hoezeer het ook niet altijd even makkelijk was en is, geniet zij meer dan ooit van het leven en blijft genieten: ‘Waar ik vroeger een actief meisje was met een grote mond, ben ik nu rustiger qua karakter. Ik ben vroeg volwassen geworden en onder andere daardoor ervaar ik geluk in de kleinste dingen en juich het hardst om de kleinste overwinningen. En die kleine overwinningen zijn het meeste waard voor mij. Inmiddels heb ik mijzelf aangepast aan mijn situatie, maar blijf proberen alles uit mijn mogelijkheden te halen. Ik ben niet bij de pakken gaan neerzitten en heb ook het sporten weer opgepakt. Met in mijn achterhoofd de woorden van mijn cardioloog (zolang je maar naar je eigen lichaam luistert), ben ik op mijn eigen tempo gaan trainen en op mijn eigen tempo blijf ik doorgaan!’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Fokke Obbema’s hartstilstand

Een hartstilstand veranderde het leven van Volkskrantjournalist Fokke Obbema (57) voorgoed. Met ongelofelijke mazzel was hij er fysiek snel weer bovenop, maar de mentale revalidatie viel hem zwaar. Het werd de aanleiding voor een boek vol interviews over de zin van het leven.

Wat gebeurde er drie jaar terug precies?

In mijn slaap kreeg ik een hartstilstand. Ik ademde nog een laatste keer luidruchtig uit en had het geluk dat mijn vrouw dat opmerkte en direct adequaat handelde. Binnen vijf minuten stonden de hulptroepen in de slaapkamer. Ruim anderhalve dag later werd ik wakker op de intensive care. Ik had geen idee wat er gebeurd was. Een kransslagader was dichtgeslibd met plaque. Een paar weken later werden er drie stents geplaatst.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Focus op metabole kant 

Het duurde even voordat hij tot die ontdekking kwam, maar inmiddels is internist Yvo Sijpkens (59) er heilig van overtuigd dat het veranderen van leefstijl dé oplossing is voor een groot aantal gezondheidsproblemen en chronische ziekten.

Van transplantatie- en dialysedokter maakte hij jaren terug de overstap naar zijn kernaandachtsgebied chronische nierschade. Een echte ‘medicijnman’ was hij toentertijd, zoals hij dat zelf zegt. ‘Mijn concept was op dat moment vooral het werken met medicijnen. Voor preventie wilde ik risicofactoren van chronische nierschade en hart- en vaatziekten, zoals hypertensie en diabetes, vroeger opsporen en ze eerder met medicijnen behandelen. Ik dacht dat dat de meeste winst zou opleveren. Dat klopt deels, maar er was ook een andere kant. Patiënten gebruikten voor meerdere risicofactoren en ziektebeelden veel medicatie naast elkaar. Soms zaten ze dan opgescheept met een heel pakket aan medicijnen, wat echt een belasting is voor de patiënt zelf.’

Zout- en suikerbeperking

Aandacht voor leefstijl naast medicijnen had hij toen ook al wel, maar nog niet veel. ‘Ik keek bij een patiënt met een hoge bloeddruk bijvoorbeeld naar zoutbeperking en had aandacht voor vitamine D en zonlicht. Voor beide gold: ik heb er nooit goed de effecten van gezien, ondanks dat ik lang dacht dat het werkte. Maar op een gegeven moment besefte ik dat het geen baanbrekend effect had bij mijn patiënten.’ Langzaamaan vond er bij Yvo een verschuiving plaats. In de lijn van Hanno Pijl, hoogleraar diabetologie, verschoof Yvo’s aandacht naar suikerbeperking. ‘Hanno’s boek ‘Diabetes type 2? Maak jezelf beter’ sprak mij enorm aan. Hij maakte duidelijk dat je zelf iets kunt doen aan de ziekte door het aanpassen van voeding. Naast zoutbeperking raadde ik vanaf dat moment ook suikerbeperking aan. Echter was ik nog steeds niet onder de indruk van het effect op bloeddruk, bloedsuikers en gewicht.’

Koolhydraatarm

Het moment dat hij wél echt onder de indruk was kwam pas in 2018, toen een patiënt hem een boek over koolhydraatarm eten in de hand duwde. ‘Ze zei tegen me: ‘Ik heb dit boek gelezen en dit werkt. Ik ben dertig kilo afgevallen’. Opvallend genoeg verdween daarmee ook haar nierziekte als sneeuw voor de zon. Dat was voor haar en daardoor ook voor mij een hele bijzondere ervaring. Later sprak ik Wim Tilburgs van Stichting Je Leefstijl als Medicijn, die tevens bevestigde dat koolhydraatbeperking zijn diabetes omkeerde. Het had niet een beetje effect, maar een geweldig effect. Iets dat ik met medicijnen nog niet had gezien.’ Van de ene op de andere dag verdiepte Yvo zich verder in de mogelijkheden van deze leefstijlverandering. ‘Ik heb me er rot op gestudeerd en vond alleen maar meer bevestiging dat hier de oplossing ligt voor de aanpak van chronische ziekten. Het gaat om beperking van suiker én zetmeel, vooral uit bewerkte voeding. Niet als dieet, maar als onderdeel van een gezonde leefstijl.’

Gezondheidszorg overspoeld

De metabole belasting is de laatste tientallen jaren volgens Yvo gigantisch toegenomen. ‘Ik heb gezien dat mijn patiënten in de loop der tijd steeds zieker zijn geworden. De metabole belasting is niet alleen fysiek, maar ook psychisch en op steeds jongere leeftijd. Ik zie een enorme ongezondheid en ziektelast, waardoor ook nog eens de gezondheidszorg overspoeld wordt. Ja, mensen leven tegenwoordig langer, maar uiteindelijk wél tien jaar met een chronische ziekte. In plaats van al die ziektes afzonderlijk met medicijnen te behandelen, is het beter om te focussen op de gemeenschappelijke grondoorzaak ervan. Leefstijl is dan de basis voor interventie én preventie.’

Aan de oorzaak voorbij

Het grote probleem bij mensen met hart- en vaatziekten is volgens Yvo dat zij, als ze naar een arts gaan, veel pillen en ingrepen krijgen. ‘Vaak wordt gedacht dat de ziekte met medicijnen kan worden opgelost. De mensen zelf denken vervolgens dat ze pech hebben; dat hun hoge bloeddruk, diabetes en aderverkalking te maken heeft met aanleg en leeftijd. Dat lijkt niet zo te zijn. Het is eerder een jarenlange metabole ontregeling, vaak al van jongs af aan. Het is niet toevallig dat hart- en vaatziekten, overgewicht, diabetes en leververvetting de laatste vijftig jaar zijn toegenomen. Het is een aanwijzing dat hier geen aparte oorzaken voor zijn, maar één gezamenlijke oorsprong. Voor deze zogenaamde ‘elephant in the room’ is nog te weinig belangstelling.’

Bewerkte voeding

Kijkend naar die grondoorzaak werd het Yvo duidelijk dat we vooral anders zijn gaan eten. ‘We eten steeds meer bewerkt voedsel en eten daardoor ook nog eens vaker. Bewerkte voeding wordt gekenmerkt door grote hoeveelheden koolhydraten en slechte vetten. Vaak beleven mensen dat helemaal niet zo; ze denken dat ze gezond volgens de Schijf van Vijf eten, maar brood, fruit, melk, pasta en rijst bevatten bij elkaar opgeteld veel koolhydraten. Dit kan het lichaam steeds minder goed aan. Ook andere factoren als een druk stressvol binnenleven, minder slaap en onvoldoende beweging spelen mee. Deze metabole belasting speelt jarenlang elke dag een rol. Je zou dit dus kunnen zien als een sluipmoordenaar.’

Metabole kant

Yvo vindt dan ook dat artsen en patiënten zich best wat meer mogen verdiepen in deze metabole kant. Ook in het geval van aderverkalking raadt hij aan om te focussen op de hyperinsulinemie als gevolg van een ongezonde leefstijl. Dat is goed te herkennen aan

het voedingspatroon van een patiënt, de buikomvang en bloeduitslagen. ‘Aan de hand van deze gegevens kan een goed leefstijladvies worden samengesteld, waar andere ziektes tegelijkertijd ook baat bij hebben. In het ziekenhuis krijgen mensen regelmatig tegenstrijdige adviezen, maar ze kunnen hier ook zelf een keuze in maken. Wees bijvoorbeeld niet bang dat gezonde vetten uit echt voedsel een negatieve invloed hebben op het cholesterol. De kracht van patiënten is hierin groot.’

Vet in plaats van glucose

Ook zou in plaats van de kwantiteit naar de kwaliteit van het lipidenprofiel gekeken moeten worden, zegt Yvo. ‘Pas een strategie toe om de triglyceriden, bloedsuiker en insulinespiegels zo laag mogelijk te krijgen. Daar komt ook leefstijl weer om de hoek kijken. Beperk koolhydraten; niet alleen suikers, maar ook zetmeel uit bewerkt voedsel. Koolhydraatbeperking zorgt ervoor dat je veel minder honger hebt, waardoor je minder eetmomenten nodig hebt. Sla ’s ochtends het ontbijt over. Eet goede eiwitbronnen aangevuld met gezonde vetten, en eet tot je verzadigd bent. Als het lichaam gewend raakt aan het gebruiken van vet als brandstof in plaats van glucose, ervaren mensen een beter geheugen, minder vermoeidheid, meer concentratie en een gezondere huid. Ook op het gebied van hart- en vaatziekten geeft het innerlijke rust; doordat mensen zich beter voelen, kunnen ze beter met stress omgaan. Dat is bijvoorbeeld cruciaal in het voorkomen van een hartinfarct. Gezondheid aan de binnenkant van het lichaam bevorder je door deze leefstijl te omarmen.’

Overstap

Yvo’s missie is dan ook: patiënten aanmoedigen om meer met leefstijl bezig te zijn. Ook ziet hij dat patiënten elkáár steeds meer aanmoedigen om hiermee aan de slag te gaan. ‘Internationaal gezien heeft men de juiste voedingsaanpassing en het bewijs van slagen daarvan al heel goed uitgewerkt. Ik zie het als mooie taak om die kennis te vertalen naar de Nederlandse situatie. Inmiddels zijn al duizenden mensen overgestapt op een koolhydraatarme leefstijl. Websites als dietdoctor.com en jeleefstijlalsmedicijn.nl worden veel bezocht. Elke patiënt met een hart- of vaatziekte zou deze optie met begeleiding aangeboden moeten krijgen. Dat er ook gezien wordt dat leefstijlverbetering hand in hand kan gaan met de juiste medicatie. Mensen kunnen op dit gebied nu eigen keuzes maken en daarvan vervolgens enorm profiteren.’

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

ICD-drager tijdens corona

WOERDEN – Peter-Paul Oostveen uit Woerden behoort tot de risicogroep voor het coronavirus. Sinds 1992 is de 67-jarige hobbyfotograaf ICD-drager en bovendien lijdt hij aan COPD. Vandaar dat Peter-Paul veel binnen blijft, en als hij naar buiten moet om boodschappen te doen of zijn hobby uit te oefenen, houdt hij voldoende afstand jegens anderen.

Peter-Paul

‘We passen ons aan’, vertelt Peter-Paul. Om de beurt doen hij of zijn vrouw boodschappen, want je mag maar met één persoon tegelijk de winkel in. ‘Door de coronacrisis zien we onze kinderen en kleinkinderen zo goed als niet’, zegt Peter-Paul. Wat niet wil zeggen dat hij zich verveelt.

‘Fotografie is mijn grote hobby. Ik ben vooral geïnteresseerd in het vastleggen van vliegende vogels met mijn Sony A7R4. Ik gebruik daarvoor een 200-600 millimeter lens. Als het even kan stap ik de fiets op en rijd door natuurgebied de Groene Jonker, in het Groene Hart van de Randstad. De mooiste foto’s druk ik op A3+-formaat af.’

Fotografie

‘Op de fiets in het bosrijke natuurgebied kom ik bijna niemand tegen. Goed in deze tijden van corona, en heerlijk gezond.’ Peter-Paul is bestuurslid van fotoclub Iris en draagt mede zorg voor de communicatie van Fotografenkasteel Woerden. Maar hij heeft nog een andere werkzaamheid: ‘Ik heb drie begraafplaatsen onder mijn hoede genomen. Daarvan maak ik van elk graf foto’s voor op de website www.online-begraafplaatsen.nl Die is bedoeld voor mensen die zelf niet in de gelegenheid zijn om een begraafplaats te bezoeken, of voor mensen die aan genealogie doen.’

Reanimatie

‘Op 12 september 1992 zat ik op de bank, en wat er daarna gebeurde weet ik niet meer. Mijn vrouw zag dat ik een hartstilstand had, en rende naar de buren. De buurvrouw, die verpleegster was, heeft me gereanimeerd. Eerst werd ik naar het ziekenhuis in Zoetermeer gebracht, en van daaruit naar Den Haag, Westeinde. Daar had ik een Belgische arts. Mijn kortetermijngeheugen was op dat moment helemaal weg. Ik zei tegen de man: ‘dokter, haal me hier uit België weg, ik wil naar Nederland’. Om een lang verhaal kort te maken: vanuit Den Haag ging ik naar het ziekenhuis in Leiden. Het Westeinde wilde me er met een taxi heen brengen. Maar ik verzette me en zei: dat gaat niet gebeuren. Uiteindelijk hebben ze me met een ambulance gebracht.’

Martin Schalij

‘In Leiden werd ik geholpen door cardioloog Martin Schalij. Een fantastische man. Hij verrichte een EFO, dat is een electro-fysiologisch onderzoek waarbij wordt onderzocht hoe groot de kans was dat ik weer een hartstilstand zou krijgen. Ik lag op de tafel en er werd weer een hartstilstand opgeroepen. Dat vond ik vond een zeer vervelend en emotioneel iets. Conclusie: ik moest een ICD krijgen. En wel snel. Maar de afdeling hartziekten had (onder meer voor het plaatsen van ICD’s) een budget van vier miljoen gulden, en in september 1992 was dat budget al met drie miljoen overschreden. Ik moest maar wachten tot 1993, liet het bestuur weten. Ik moest een klacht indienen om een beslissing te forceren en uiteindelijk wist Martin Schalij het voor elkaar te krijgen dat ik nog in december 1992 een ICD kreeg.”

Ovaal

Sindsdien is Peter-Paul aan zijn alweer vijfde ICD toe. ‘De batterijen raken op, dan moet zo’n ding vervangen worden’, legt hij uit. ‘Ik was in 1992 de eerste die een ovale ICD kreeg. Tot dan toe waren de ICD’s vierkant, en de hoeken irriteerden in de buik, waar ze werden geplaatst. Ook ik draag de ICD in de buik, die waren toen te groot voor onder het sleutelbeen.’

Peter-Paul heeft al zijn ICD’s die vervangen zijn, bewaard. Hij maakte er voor ons magazine een leuke foto van. Het bewaren van de apparaten ging niet altijd zonder slag of stoot. ‘Bij de zoveelste ICD kwam de chirurg op de kamer voor een voorgesprek. Ik vroeg hem of ik de uitkomende ICD mee naar huis mocht nemen. Nee was zijn antwoord, dat kan niet: het is chemisch afval. Daarop verzon ik een list. Vlak voordat ik naar de operatiekamer werd gereden heb ik een post-it plakker op m’n buik geplakt met de tekst: lieve luitjes, mag ik de oude ICD a.u.b. mee naar huis nemen. Toen ik wakker werd had ik de ICD in m’n handen. Ik hoorde later dat ze in de OK dubbel hebben gelegen om dat post-it plakkertje.’

In de 27 jaar dat Peter-Paul een ICD draagt, is het apparaat maar één keer afgegaan. ‘Dat was al direct in het begin, tijdens de revalidatie in Noordwijk’, herinnert hij zich. ‘Ik schrok me het leplazarus. Ik ging daarna terug naar het ziekenhuis in Leiden, waar Martin Schalij constateerde dat de ICD was afgesteld op 180 slagen per minuut. Dat aantal werd verhoogd naar 200, en sindsdien heeft de ICD nooit meer een schok gegeven. Het is al bijna 27 jaar allemaal goed gegaan!’

Het formaat van de ICD’s is de afgelopen 27 jaar fors verkleind. ‘Dat eerste apparaat was 11 centimeter breed, 7,5 cm hoog en 2 cm dik. Het moest in mijn buik, ik was net een kangoeroe. Nu zijn die dingen een heel stuk kleiner. Ze gaan ook steeds langer mee. Alleen is de vraag hoe lang de draden van de ICD naar het hart het nog volhouden. Ik verwacht dat die binnenkort aan vervanging toe zijn.’

‘In de 27 jaar dat ik Martin heb bouw je toch een band op. Het is een zeer empathisch en aimabel mens. Nog afgezien van zijn deskundigheid en van de mensen achter hem. In deze coronatijd hem ik hem een mailtje gestuurd om hem en de mensen achter hem een hart onder de riem te steken. ‘Dank voor jullie inzet en kijk uit: zonder jullie zijn we nergens’. Martin reageerde dat hij het bijzonder op prijs stelt en het zal doorsturen naar het personeel.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

 

Hart-stikke(n) goed

In deze door de het coronavirus gedomineerde tijd slaat ons soms letterlijk de schrik om het hart. Het valt niet mee om te ontkomen aan de voortdurende berichtgeving over het coronavirus en de impact en/of gevolgen daarvan op de diverse contexten van ons leven. Iedereen weet dat angst een slechte raadgever is, maar het is niet altijd gemakkelijk om de angst, die zich als een hardnekkige gedachte  kan vastzetten in je hoofd, los te laten.  En herken je dat gevoel dat je dan soms ‘hard moet werken’ om gewoon door te kunnen leven met die gedachten? Ook ons hart moet in die situatie extra hard werken. Immers gedachten, en zeker angstgedachten, kosten veel energie.

Het hart is een van de belangrijkste vitale organen in ons lichaam. Het is de motor van ons lichaam. Daar willen we terecht zuinig op zijn. En we zijn extra alert indien we zelf, of mensen in onze omgeving, getroffen worden door hartziekten. We beschikken in Nederland gelukkig over een uitstekende gezondheidszorg, maar de kans op een litteken, zowel lichamelijk als geestelijk, is evident.

In mijn praktijk als energetisch therapeut zie ik ook regelmatig energetisch hartfalen. Littekens en wonden in en op het energetisch hart als gevolg van onverwerkte, traumatische ervaringen van misschien wel al vele jaren geleden. Ook als het fysieke hart nauwelijks of niets (meer) mankeert. De herinnering aan de ervaring met de daaraan gekoppelde emotie vraagt extra energie van een ‘gereviseerde motor’.

Hoe effectief zou het zijn voor onze energiehuishouding als we erin slagen om ook de open wonden op ons energetische hart te kunnen herstellen? En mogelijkheden daartoe zijn er. Als we bereid zijn om dat stukje verantwoordelijkheid over ons eigen leven op te pakken, ben ik ervan overtuigd dat we het ‘reparatiepatroon’ van ons hart steeds meer kunnen verschuiven, van reactief naar actief. Van reparatie achteraf, naar preventieve onderhoudsbeurten vooraf.

Het energetisch hart

In de (energetische) natuurgeneeskunde is het uitgangspunt dat lichaam en geest elkaar beïnvloeden, waarbij de oorzaak van de klachten veelal een psychosomatische oorsprong hebben. Bovendien is alles energie.

Alles heeft een energetische waarde, ook het lichaam en haar organen. Onze organen zijn belangrijke opslagplaatsen van onverwerkte trauma’s en emoties.

Stel iemand verliest een naaste en krijgt te maken met intens verdriet. Dat hoeft niet te betekenen dat het fysieke hart ziek wordt. Maar als deze emotie een bepaalde impact heeft, dan kan die persoon letterlijk ziek worden van verdriet. De energie van het hart is dan verstoord door de wond die dat verdriet in het energetisch deel van hart veroorzaakt heeft. Meestal speelt dit proces zich op onbewust niveau af.

Meer weten over Eric Dings? Ga naar www.hartpatienten.nl/eric-dings

Ik wens jullie allen nog een hartstikke mooi leven toe!!

Voor meer artikelen over o.a het hart klik hier