meepraten over de ablatiemethode met MRI?

AMSTERDAM – Cardioloog Marco Götte van het Amsterdam Universitair Medische Centra, locatie VUMC, zoekt hartpatiënten die willen meepraten over de introductie van een nieuwe manier van ablatie. Dat is een operatieve ingreep om een eind te maken aan hartritmestoornissen. Götte heeft namelijk ontdekt dat de inzet van een MRI tijdens deze operatie veel beter werkt dan de nu in zwang zijnde methodes.

Voordat deze MRI-operaties routinematig worden toegepast, wil hij er eerst met hartpatiënten over praten. En wel met hartpatiënten die ervaring hebben met ablaties of waarbij een ablatie gepland staat. Om van hen te leren. Zij kunnen Götte helpen met de introductie van deze nieuwe, veelbelovende behandelmethode. Die moet een einde maken aan de lange wachtlijsten en aan de onzekerheid bij patiënten met hartritmestoornissen.

Ablatie

Een ablatie is een behandeling bij een hartritmestoornis. Daarbij worden operatief littekens op het hart gemaakt die voorkomen dat elektrische prikkels de verkeerde route kiezen en daarmee ritmestoornissen veroorzaken.

In de praktijk gaat zo’n ingreep niet altijd in één keer goed. Patiënten moeten vaak twee of drie keer terugkomen voordat de ritmestoornissen voorbij zijn. Dat leidt tot lange wachtlijsten en onnodig veel leed en stress bij de patiënten.

Onnodig, want binnenkort komt er een nieuwe behandelmethode waardoor de ingreep in de meeste gevallen de eerste keer al volledig naar wens zal zijn.

Röntgen

‘Momenteel vindt de ablatie plaats in een hartkatheterisatiekamer met behulp van röntgenstraling. Die maakt de ablatiekatheter zichtbaar. Het nadeel van deze methode is dat je de samenstelling van het weefsel niet kan zien, en dus ook niet de littekens die je met de ablatie probeert te maken.  Alleen de aan- of afwezigheid van elektrische activatie kan worden gemeten. Je denkt: er is een litteken gemaakt, ik zie daar geen elektrische signalen meer, operatie gelukt.’

‘Maar zo’n litteken veroorzaakt ook wondvocht. Op zich isoleert dat ook de elektriciteit. Maar dat wondvocht droogt op en daarmee verdwijnt de isolerende eigenschap, en heeft de elektriciteit weer vrije doorgang als er onderbrekingen of ‘gaten’ in het ablatie litteken zitten. Zoiets kun je tijdens de huidige operatie niet vaststellen. Het gevolg is dat na verloop van tijd opnieuw ritmestoornissen ontstaan en de patiënt weer moet worden geableerd.’

MRI

‘Wat wij willen doen is de ablatie uitvoeren in een MRI scanner. Daarmee kun je de samenstelling van het hartweefsel visualiseren, en dus ook de veranderingen zien die tijdens de behandeling door de ablatie worden aangebracht. Zo kunnen we nog tijdens de behandeling aflezen wat we hebben bewerkstelligd. Is de lijn van het litteken onderbroken of ononderbroken – dat is direct zichtbaar. Is die lijn onderbroken, dan kunnen we meteen aanvullend ableren.’

Omdat de MRI met een sterke magneet werkt, zijn in de VS speciale ablatiekatheters ontwikkeld, die geen metaal bevatten. Die maken ableren in een MRI-omgeving voor het eerst mogelijk. En Amsterdam UMC, locatie VUMC wil deze nieuwe behandelvorm als eerste in Nederland vanaf het najaar gaan toepassen.

Efficiënt

‘Naar verwachting hoeven dan veel minder mensen voor een tweede of derde keer terug te komen voor een ablatie, en dat verkleint de wachtlijsten. Daardoor voorkomen we ook dat patiënten na een ablatie teleurgesteld zijn omdat die mislukte, en ze weer op een wachtlijst moeten, met alle stress van dien. Plus, met de nieuwe methode kun je meer patiënten van de ritmestoornis af helpen, en dat betekent dat ze in veel gevallen ook sneller van bloedverdunners en andere medicijnen af kunnen.’

‘Wij willen vooraf met patiënten praten hoe we de nieuwe methode gaan implementeren. Ik wil graag uitleggen wat we van plan

zijn, hoe we het aanpakken en dan van de patiënten horen waar we nog meer aan moeten denken. Nu kunnen we immers nog

bijsturen.’

Patiënten gezocht

Hartpatiënten Nederland juicht het voornemen van Dr. Götte van harte toe. Bent u enthousiast en schuift u graag met lotgenoten en artsen aan om de nieuwe behandelmethode vorm te geven, meldt u dan bij ons!

voor meer artikelen klik hier

Misleiding cholesterolverlagers

Een varende mammoettanker keren? Dat is nagenoeg onmogelijk. We hebben het over uw cholesterolverlager. Het medicijn waarmee u uw ‘slechte’ LDL-cholesterol zo laag mogelijk houdt. ‘Hoe lager, hoe beter’ en een nieuwe richtlijn voor artsen beveelt nu zelfs aan om lager te gaan dan de natuur te bieden heeft. Dat kun je alleen bereiken met een nieuw soort peperdure injecties.

Huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan den IJssel probeert deze ontwikkeling een halt toe te roepen. Al tientallen jaren schilderen geneesmiddelenproducenten het LDL-cholesterol af als een angstaanjagende boosdoener. ‘Gelukkig’ beschikken de farmaceuten over de remedies om dat cholesterol te verlagen en die verkopen ze graag voor veel geld. Het nut van sterke cholesterolverlaging werd er daarom tientallen jaren bij ons ingepompt. Dat weer terugdraaien, lijkt op het stoppen van een mammoettanker.

huisarts Hans van der Linde

Simvastatine

Ergens in de vorige eeuw ontdekten onderzoekers dat er een relatie bestaat tussen het cholesterolgehalte in bloed en hartaanvallen of herseninfarcten.  Er werd toen een geneesmiddel ontwikkeld om dat  LDL-cholesterol te verlagen, het bekende  simvastatine.

Het gehalte aan LDL-cholesterol in het bloed wordt uitgedrukt in zogenoemde millimolen per liter (mmol/l). Toen  simvastatine op de markt kwam, werd  de wenselijke hoeveelheid LDL-cholesterol bij patiënten met hart- en vaatziekten gesteld  op maximaal 3.0 mmol/l. Wie meer dan dit maximum in zijn bloed had, moest aan de  simvastatine. Die waarde van 3,0 was een slag in de lucht en enig bewijs ervoor ontbrak.

Toen het patent van dit medicijn afliep, moest de farmaceutische industrie iets anders bedenken. Zo werden pakweg vijftien jaar geleden Lipitor (atorvastatine) en Crestor (rosuvastatine) gepresenteerd. Die konden het LDL-cholesterol nog verder verlagen. Maar was dat nodig? Een groot onderzoek met Lipitor (IDEAL-studie) liet zien dat je door sterkere cholesterolverlaging geen dag langer leefde. Om mensen toch aan deze gepatenteerde dure medicijnen te krijgen, moest sterkere cholesterolverlaging dus worden gepresenteerd als absoluut noodzakelijk.

Streefwaarde

Hoe doe je dat? ‘Gewoon door de streefwaarde aan te scherpen’, weet Van der Linde. ‘De richtlijn was 3.0, en werd zomaar zonder bewijs op 2.5 mmol/l gesteld.’ Artsen lieten zich helaas massaal overhalen om deze streefwaarde aan te houden. Daarmee werd wereldwijd voor honderden miljarden dollars verkocht aan Lipitor en Crestor.

Het patent op deze cholesterolverlagers is echter recent verlopen. Daarmee vielen de megaverdiensten weg. Inmiddels zijn injecteerbare cholesterolverlagers op de markt gekomen, de zogenaamde PCSK-9-remmers (o.a. Repatha). Die kunnen het cholesterol  verlagen tot waarden die bij normale mensen niet voorkomen. Zo’n waarde is 1,8 mmol/l en dat is nu de waarde waar dokters naar moeten streven volgens een richtlijn die onlangs uitkwam. ‘De richtlijncommissie telde 12 leden en 7 daarvan hebben financiële banden met de farmaceutische industrie’, weet huisarts Hans van der Linde. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt!

De pineut

Wij, patiënten, zijn intussen de pisang. Volgens Van der Linde is er sprake geweest van een ‘gigantische misleiding’. Eerst rond de introductie van Lipitor en Crestor. ‘Je zag de richtlijn die bij Simvastatine naar 3.0 was gebracht, opeens dalen naar 2.5’, zegt Van der Linde. ‘Het resultaat was hetzelfde, er was geen verschil te zien. Maar door gigantische misleiding geloofden artsen dat die nieuwe middelen effectiever waren.’

‘Nu krijgen we de nieuwe PCSK-9-remmers. Die zijn héél sterk, het LDL-cholesterol wordt onnatuurlijk laag. Maar ook met Repatha daalt de sterfte niet, zo bleek recent uit de zogenoemde Fourierstudie’.

Mythe

De ‘noodzaak’ om cholesterol zoveel mogelijk te verlagen is een mythe en nergens voor nodig, aldus de huisarts. ‘De farmaceutische industrie wist deze mythe te verspreiden met behulp van belangen verstrengelde artsen.’

Van der Linde noemt de forse verlaging van de richtlijn niet alleen tegennatuurlijk: ‘We weten absoluut niet wat de gevolgen op de lange termijn zijn. Cholesterol is een essentiële bouwsteen. Die hebben we broodnodig, met name voor het zenuwstelsel en de hormoonhuishouding. Als je de streefwaarde zo diep laat zakken, zou dat op den duur kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen. We weten het echter niet, wel dat het nieuwe medicijn geen sterftewinst oplevert. Dan ga je zo’n medicijn toch niet aan mensen geven!?’

Quanta costa?

En wat gaat het nieuwe medicijn kosten? Van der Linde maakt een voorzichtige schatting. ‘Als je uitgaat van 100.000 mensen die het medicijn krijgen, à raison van 6.000 euro per jaar, dan kom je uit op 600 miljoen euro. En dat is een voorzichtige schatting, naar verwachting gaat het jaarlijks om zeker één miljard.’ Wij worden daarmee op onverantwoorde kosten gejaagd!

Het goede nieuws is dat de nieuwe richtlijn niet meer kon tegengehouden dat het slikken van statines door oudere mensen onwenselijk is. Veel mensen boven de 70 jaar zullen de komende tijd merken dat ze van de dokter moeten stoppen met die statines. Dat was al veel langer bekend, maar het was zo lucratief voor de farmaceutische bedrijven dat ze moesten blijven doorslikken tot het patent verlopen was.

Nu de mythe van de sterke cholesterolverlaging aan het verdwijnen is, komt ook een andere vraag aan de orde. Ontlenen statines hun bescheiden effect aan hun cholesterolverlagende werking of aan hun ontstekingsremmende werking?

Farmaceutische bedrijven verdienen alleen aan cholesterolverlagers, dus werd de mythe van sterke cholesterolverlaging de wereld in geholpen. Sterke cholesterolverlaging sorteert echter geen beter effect dan een lage dosering van het zwakwerkende simvastatine. Sterke cholesterolverlaging ‘hoe lager, hoe beter’ is daarmee verkooppraat geworden.

De ontstekingstheorie komt daarmee eindelijk weer aan de orde. In bloedvaten ontstaan kleine bloedinkjes in de vaatwand. Die stollen en leiden tot plaques, die de vaten vernauwen. Plaques bestaan uit afwisselende laagjes bloed (fibrine) en cholesterol op elkaar. De oorzaak van de bloedinkjes is een ontsteking. Die kun je tegengaan met aspirientjes of statines. Geef het publiek dus een eerlijk verhaal: controleer nooit meer je cholesterol, maar neem voor de zekerheid een lage statine. Geen aspirientje, want die kan maag- en andere bloedingen veroorzaken.’

Van der Linde is in april een grote campagne gestart om artsen te waarschuwen voor PCSK-9-remmers, zoals Repatha, en voor de nieuwe richtlijn. Want de farmaceutische industrie komt niet uit zichzelf terug op een heilloze, verkeerd ingezette weg. Als je zo’n varende mammoettanker wilt keren, moeten we samen een vuist maken. Hartpatiënten Nederland steunt huisarts Van der Linde in deze poging om die varende mammoettanker te keren van harte.

voor meer artikelen over o.a gezondheid.klik hier

Levensreddende reanimaties

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Sjel Blanckers, ambulanceverpleegkundige bij Ambulancezorg Limburg-Noord.

‘Ik schat dat 60 tot 70 procent van ons werk bestaat uit meldingen die gerelateerd zijn aan het hart. Dat betekent niet dat iedere melding van pijn op de borst ook daadwerkelijk op een hartaanval wijst. Soms voelt het voor de patiënt zo, maar is er iets anders aan de hand, zoals hyperventilatie. In de meldkamer wordt daarom doorgevraagd naar de overige klachten. Tegen de tijd dat wij ter plaatse zijn, kunnen we daardoor vaak al een goede inschatting maken van hoeveel urgentie er is.

Naast ‘gewoon’ ambulanceverpleegkundige ben ik ook nog rapid responder. Dat houdt in dat ik vanaf de post soms al in een klein autootje met spoed voor de ambulance uit rijd. Die auto heeft alles wat een normale ambulance ook heeft, behalve een brancard. En die is toch pas in een later stadium nodig. Als rapid responder kan ik dus alvast starten met de behandeling en eventueel ook de reanimatie. Bij elke reanimatie is het protocol dat er sowieso twee ambulances komen. Als de patiënt aanspreekbaar is, dan is één wagen voldoende.

Het voordeel van de opkomst van het burgernetwerk, is dat het steeds vaker gebeurt dat er al omstanders zijn gestart met de BLS, oftewel de Basic Life Support, voor wij ter plaatse zijn. Zo heb ik meegemaakt dat een voetballer op het veld in elkaar gezakt was, en met behulp van één schok van de AED alweer aanspreekbaar was, nog voor wij gearriveerd waren. Dat is natuurlijk geweldig, maar als je vaak reanimeert, maak je uiteraard ook mee dat het niet goed afloopt. Als hulpverlener haal je altijd het maximale uit jezelf, maar de realiteit is dat dit lang niet altijd genoeg is.

Lach en traan

De afloop weet je vaak niet, aangezien het ziekenhuis geheimhoudingsplicht heeft. Soms probeer ik er wel achter te komen door wat rond te vragen, maar dat lukt niet altijd. Daarom is het des te fijner als je achteraf nog iets hoort van de mensen zelf, of van hun familie. Het helpt je om het een plek te geven. We kregen ooit een lange, handgeschreven brief van een moeder die dankbaar was dat haar zoontje van 18 maanden de reanimatie had overleefd. En niet zo lang geleden stond een man, die na een longembolie meerdere keren gereanimeerd was, met een enorme vlaai op de stoep. Hij wilde ons bedanken omdat zijn kinderen dankzij ons de feestdagen nog konden doorbrengen met hun vader. Dat soort dingen grijpen je natuurlijk wel aan, zeker als het om leeftijdsgenoten of kinderen gaat. Net als de jonge meid van 29 die het niet gehaald heeft. Het ene moment zat ze nog nietsvermoedend soep en een broodje te eten, vertelde haar vader, het andere moment stopte haar hart er mee. Dat vergeet je zomaar niet, ik ben zelf ook vader.

Gelukkig kan ik over dergelijke heftige gebeurtenissen goed praten met mijn vriendin, die ook in de zorg werkt. Ook bij BOT, het bedrijfsopvangteam, kun je altijd terecht. Er wordt veel gelachen met collega’s, maar we kunnen soms ook een traan laten.

Emoties

Hoe vaak je ook reanimeert, routine wordt het nooit. Het is ook zelden twee keer hetzelfde. De ene dag reanimeer je iemand in bed, de andere keer in een auto, dan weer onder de tafel. Je werkt volgens vaste protocollen, waardoor je altijd precies weet wat je moet doen. De omstandigheden waar je geen invloed op hebt, zijn vooral de emoties van de omgeving van de patiënt. Je hebt te maken met paniek, angst en verdriet. Je eigen emoties zijn op zo’n moment op de achtergrond, al gaat er altijd wel even door je hoofd dat er letterlijk een leven door jouw handen gaat.

Tot nu toe heb ik het nog nooit meegemaakt dat de familie geen begrip had voor onze werkwijze, ook niet wanneer we slecht nieuws moesten brengen. Zeker bij oudere mensen, of mensen met een lange medische voorgeschiedenis, zie je ook vaak een vorm van acceptatie bij de omgeving. Onlangs kwam ik nog bij een vrouw van 93 die bewusteloos was. Toen we binnenkwamen, zei de familie dat we niet hoefden te reanimeren, omdat ze wisten dat moeder daar vrede mee zou hebben gehad. Op zo’n moment moet je heel snel inschatten wat je doet – aangezien we in principe altijd met reanimatie starten, tenzij er een niet-reanimeren-verklaring kan worden getoond. In dit geval hebben we besloten de wens van de familie te respecteren.

Evalueren

Achteraf wordt er altijd geëvalueerd: wat hadden we anders kunnen doen? Dat zit ‘m soms in kleine dingen. Hadden we bijvoorbeeld iemand die in een krappe slaapkamer lag, beter kunnen verplaatsen naar een plek met meer werkruimte? In de toekomst kunnen we ons vak hopelijk nog beter uitoefenen, bijvoorbeeld door hulpmiddelen om sneller te intuberen, of apparaten die je om de borst bevestigt en die de BLS overnemen. Daar kunnen mensenhanden niet tegenop. Aan de andere kant denk ik dat we al heel tevreden mogen zijn met de cardiale zorg zoals we die nu in Nederland kennen. Er zijn genoeg landen waar het maken van een hartfilmpje of een dotterbehandelingen nog lang niet standaard zijn…

voor meer artikelen over o.a reanimaties klik hier

Willeke van Ammelrooy’s hart

Bij gelauwerd actrice en regisseur Willeke van Ammelrooy (74) werd ruim tien jaar terug een lekkende hartklep geconstateerd. Pas eerdaags wordt de klep vervangen. In afwachting van de hartoperatie probeert Willeke Van Ammelrooy actief te blijven rond haar huis in Midden-Frankrijk. Tennissen gaat niet meer, golfen wel. En een mooie audiotekst inspreken voor het luisterfestival Licht.

Al in 2008 constateerden de doktoren dat je een lekkende hartklep hebt. Had je klachten?

Die lekkende hartklep ontdekten ze bij toeval. Ik was toen onder behandeling voor eierstokkanker en in de aanloop naar de operatie vond ook een hartcontrole plaats. Dat is een standaardprocedure. Misschien is het een familiekwaal. Mijn moeder had ook een lekkende hartklep. Maar nadat ik genezen was van de kanker vond de hartchirurg een operatie helemaal niet snel nodig. Mijn gezondheid was goed en de ingreep kon beter wachten. Klachten had ik toen niet. Dat is nu wel anders.

Hoe anders?

Vroeger tenniste ik nog drie keer per week. Dat kan helaas niet meer. Dat de conditie van mijn hart slechter werd, bleek ook bij de jaarlijkse controles bij cardiologie. Vorig jaar bereikte ik het punt dat het écht niet meer ging. Er zijn in het AMC weer foto’s gemaakt en ik sta nu op de wachtlijst voor de operatie. Als ik heel langzaam omhoog loop, echt maar een beetje omhoog, naar het zwembad buiten, heb ik geen adem meer. Als iets niet lukt, kan ik hysterisch worden. Maar als ik emotioneel word, is dat niet goed. Ik heb last van hoge bloeddruk. Tegen de hoge bloeddruk heb ik medicatie. Andere speciale medicatie voor het hart, zoals bloedverdunners, slik ik ook al jaren. Als het goed is, word ik deze maand geopereerd.

Weet je al hoe de operatie eruit gaat zien?

Tijdens de onderzoeken van de laatste twee-drie maanden werd dat duidelijk. Ik ben gekatheteriseerd en via de arm ging er een cameraatje naar binnen. Ik krijg een varkensklep, via de liesslagader. Omdat de operatie niet via de borst verloopt, zal de narcose niet volledig zijn. Ik ben er dus deels bij. Hoe het allemaal zal gaan, weet ik niet. Natuurlijk zie ik tegen de operatie op. Het is niet niks. Het gaat om je hart. Maar als het allemaal goed verloopt, ga ik er profijt van hebben. Mijn moeder had dat ook, van dezelfde soort operatie, maar ik ben met 74 jaar jonger dan zij ten tijde van de ingreep. Ook gezonder, dus dat is een goed teken.

Je kunt al een tijdje niet werken. En dat terwijl je zo van je werk houdt.

Sinds ik de kanker overwonnen heb, doe ik het al rustiger aan. Als ik nu benaderd word voor een klus moet ik eerlijk zijn over mijn conditie. Iets vastleggen voor later kan ook nog niet, ik sta immers op de wachtlijst voor de hartoperatie. Gelukkig heb ik wel pas aan twee mooie films meegewerkt. De korte film In the Palace van student-regisseur Nelson Polfliet, over de 85-jarige cabaretdanseres Elvira die haar al jaren overleden man Jean nog even wenst terug te zien, en Rain anyway van Gust Van den Berghe over een circus rond 1900. In die laatste film speel ik geen hoofdrol hoor, maar de rol van slangenvrouw op leeftijd, haha. En ik sprak het aangrijpende levensverhaal van Dali Asanisjvili, een Georgische vrouw, pas nog in. Het is eerdaags te horen tijdens de theatrale audiotour Licht op het Sovjet Ereveld in Leusden, een eerbetoon aan de onbekende soldaten daar.

Momenteel verblijven jij en je man Marco Bakker nog in jullie huis in Midden-Frankrijk.

Ja, we wonen afwisselend in Beverwijk en in Touchay. Dat huis hebben we al tijden. Ik voel me er fijn. Zover mogelijk, ben ik nog wel actief. Ik golf regelmatig. Tennissen kan nu immers niet. Bij die sport maak je onverwachtse bewegingen en moet je ook rennen. Golfen is makkelijker. Na wat lopen, kun je rusten. Dat gaat wel. Hoewel lopen ook moeilijker gaat. Eén kilometer lopen lukt. In beweging blijven helpt bij het herstel later, maar verder doe ik geen dingen ter voorbereiding op de operatie. Ik eet niet anders. De arts heeft me niets verboden. God zegene de greep. Of nee, ik geef me over aan de specialisten, net als bij de vorige operatie. Ik kan het zelf niet.

Willeke van Ammelrooy is op 7 maart 2019 geopereerd.

voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Vitamines voor je hart

Bij gezond eten voor hart- en bloedvaten denken veel mensen meteen aan visvetten, minder zout (natrium) en meer kalium. Maar wist je dat ook vitamines kunnen helpen je hart en bloedvaten zo gezond mogelijk te houden? We zetten de vitamines voor je hart op een rijtje:

Vitamine C voor de bloeddruk

Veel vitamine C kan helpen de bloeddruk te verlagen. Dat is de conclusie die Amerikaanse onderzoekers trokken nadat ze 29 studies naar de invloed van vitamine C op de bloeddruk onder de loep hadden genomen. De onderzoekers concludeerden dat een dagelijkse inname van 500 mg vitamine C de bloeddruk met circa 4 mmHg kan verlagen en bij mensen met hypertensie met 5 mmHg. Ter vergelijking: bloeddrukverlagende medicatie zorgen meestal voor een verlaging van 10 mmHg.

Nu is 500 mg vitamine C wel een flinke hoeveelheid. Die haal je eigenlijk alleen als je een vitamine C supplement slikt. Als volwassene heb je iedere dag 75 mg vitamine C nodig. Wie gezond eet, krijgt die aanbevolen hoeveelheid gemakkelijk binnen. Met 200 gram gekookte broccoli zit je bijvoorbeeld al aan die 75 mg. Vitamine C krijg je via voeding vooral binnen met groente, fruit en aardappelen, met name koolsoorten, (rode) paprika, citrusfruit, kiwi’s en bessen bevatten een flinke portie. Goed om te weten: vitamine C is in water oplosbaar en gevoelig voor verhitting. Kook aardappelen en groenten daarom zo kort mogelijk en in weinig water. En snij ze niet te klein.

Vitamine D voor de bloeddruk

Vitamine D staat erom bekend dat het helpt om calcium uit de voeding in het lichaam op te nemen. En zo draagt het bij aan sterke botter en tanden. Maar wist je dat er sterke aanwijzingen zijn dat vitamine D een belangrijke rol speelt bij het voorkomen van een hoge bloeddruk? Mogelijk kan het zelfs helpen bij het behandelen ervan. Een onderzoek onder ruim 146.000 mensen laat zien dat de kans op hypertensie met 8% daalt als het vitamine D gehalte in het bloed met 10% stijgt.

Dagelijks heb je 10 mcg vitamine D nodig. Je lichaam maakt vitamine D onder invloed van zonlicht, maar met het ouder worden lukt dat steeds slechter. Daarom geldt voor vrouwen vanaf 50 jaar het advies om elke dag een supplement te nemen met 10 mcg vitamine D. Alle 70-plussers wordt een supplement met 20 mcg vitamine D per dag aangeraden.

Verder zit vitamine D van nature in vette vis (zoals haring, zalm en makreel), vlees en eieren. Daarnaast wordt het toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten. Met een stukje zalm van 100 gram, krijg je ongeveer 4,6 mcg vitamine D binnen.

Vitamine B11 voor voldoende energie voor het hart

Vitamine B1 (thiamine) is de enige vitamine waarvoor de Europese Voedselveiligheid Autoriteit EFSA een claim voor het hart heeft goedgekeurd: ’thiamine heeft een gunstige invloed op het hart’. Thiamine zorgt ervoor dat het hart voldoende energie tot zijn beschikking heeft. Erg belangrijk, want energie heeft het hart nodig om het bloed door het hele lichaam rond te pompen.

De belangrijkste bronnen van vitamine B1 zijn varkensvlees en graanproducten.

Vitamine K2 voor de elasticiteit van de vaten

Vitamine K is belangrijk voor de bloedstolling. Het is onder te verdelen in vitamine K1 en K2. Vitamine K1 zit vooral in groene bladgroenten en plantaardige oliën, vitamine K2 krijg je vooral binnen via kaas, eieren, kip, vlees en melkproducten. Daarnaast maken de bacteriën in je (dikke) darm ook vitamine K.

Een Maastrichts onderzoek laat zien dat vitamine K2 atherosclerose kan voorkomen en zelfs bloedvaten die al verstijfd zijn, weer elastisch kan maken. In de studie van Maastricht University kregen 244 gezonde vrouwen in de leeftijd van 55-56 jaar gedurende 3 jaar vitamine K2 of een placebo. Het meest opmerkelijke resultaat van de studie was dat atherosclerose niet alleen werd gestopt, maar dat al verstijfde bloedvaten weer elastischer werden. Er was dus sprake van een duidelijke verbetering. Nu is dit maar 1 studie. Er is dus meer onderzoek nodig om dit resultaat te bevestigen.

Voor vitamine K2 heeft de Gezondheidsraad niet vastgesteld hoeveel je er iedere dag van nodig hebt. Let echter op als je antistollingsmedicatie zoals acenocoumarol en fenprocoumon gebruikt. Dan moet je niet zomaar extra vitamine K gaan slikken. Gebruik geen supplementen met meer dan 100 mcg vitamine K (dat geldt voor zowel K1 als K2). Een hoge dosering vitamine K vermindert namelijk de werking van deze medicijnen. Een lagere dosering is geen probleem.

4 tips om zoveel mogelijk te profiteren van vitamine C uit groenten

  • Koop groenten zo vers mogelijk en bewaar ze niet te lang. Hoe langer je ze bewaart, hoe lager het gehalte aan vitamines
  • Koop alleen kant-en-klaar gesneden groente als je ze diezelfde dag nog wilt gebruiken. Het vitaminegehalte van eenmaal gesneden groente daalt sneller dan van niet gesneden groenten
  • Snijd je groenten zelf? Was ze dan eerst en snijd daarna pas. Door het snijden beschadig je namelijk de groenten, waardoor vitamineverlies kan optreden. Als je gesneden groenten wast, verlies je op die manier extra veel vitamines
  • Kook je groenten zo kort mogelijk en in zo min mogelijk water. Een groot deel van de vitamines lost op in water. Als je veel water gebruikt, gooi je de vitamines met het kookwater weg
  • Gebruik het kookvocht voor een sausje of jus. Zo gaan ook die vitamines niet verloren

voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

Protectie shirt pacemaker/ICD

Het dragen van een pacemaker of ICD kan fysieke ongemakken opleveren in het dagelijks leven. Voor Hartpatiënten Nederland alle reden om hier eens goed naar te kijken. We spraken hiervoor met iemand die protectie shirts van Vital Beat draagt, en met de oprichtster van Vital Beat.

Van autogordel tot sporten

Voor veel hartpatiënten zal het herkenbaar zijn: irritatie van de autogordel die op ICD of pacemaker drukt. Bij hard remmen kan dat zelfs bijzonder pijnlijk zijn. Sommige dragers gaan daardoor de autogordel niet, of niet op de juiste manier, meer dragen. En dat is natuurlijk heel gevaarlijk.

We horen ook steeds vaker over de behoefte aan bescherming om zich in elke situatie vrij te kunnen bewegen, zowel in het dagelijks leven als tijdens het sporten. Gelukkig zijn er steeds meer dragers van een ICD of pacemaker die weer mogen sporten en dat ook heel graag willen, maar wel behoefte hebben om de plek waar het apparaatje geïmplanteerd is te beschermen.

Shirts voorzien van ICD of pacemaker protectie

Omdat er veel behoefte is aan extra bescherming voor ICD, S-ICD en pacemaker dragers, heeft het Nederlandse bedrijf Vital Beat verschillende speciale shirts met bescherm Shields ontwikkeld. De unieke Shield die in het shirt zit, beschermt tegen druk en plotselinge klappen.

De bescherm Shield die de bescherming biedt is gemaakt van een kunststof die de soms grote krachten van een klap kan absorberen, maar tegelijkertijd toch heel comfortabel in gebruik is.

De bescherm Shield wordt door het shirt precies op de juiste plaats gehouden, en dat maakt natuurlijk maatwerk nodig.

De ervaringen van een ICD-gebruiker
Bij Hartpatiënten Nederland hebben we het shirt en de Shields van Vital Beat uiteraard ook daadwerkelijk kunnen bekijken. We waren onder de indruk en denken dat het shirt van toegevoegde waarde kan zijn voor ICD- en pacemakerdragers.

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Lifevest overbrugging ICD

Als je pacemaker hapert of je ICD het voor gezien houdt, breekt het angstzweet je uit. Dan is een snelle operatie nodig. Maar soms duurt het even voor je geopereerd kunt worden, en dan kom je ter overbrugging in het ziekenhuis terecht. Maar er is goed nieuws voor mensen die balen van dat lange wachten in het ziekenhuis: sommige patiënten kan een nieuw ‘lifevest’, een overlevingsvest, worden aangemeten. Tijdelijk, tot de operatie. En met dat vest aan, kunnen ze met een gerust hart naar huis, om in hun vertrouwde omgeving te wachten op een operatie.

Ziekenhuis VieCuri in Venlo heeft onlangs voor de eerste keer met zo’n lifevest gewerkt. In dit vest zit een externe defibrillator die in noodgevallen het hartritme weer op orde brengt. Zo’n vest is een oplossing voor patiënten die geopereerd moeten worden omdat hun pacemaker of ICD faalt. Zo’n apparaatje kan immers ook haperen, er kan een draadje breken of het apparaat is echt stuk. De meeste mensen kunnen relatief snel geholpen worden. Maar sommige patiënten komen op een wachtlijst en worden in het ziekenhuis opgenomen. Zo’n opname kan in sommige gevallen voorkomen worden door de aanmeting van een lifevest. De patiënt kan met zo’n vest de operatie thuis afwachten.

‘Dat is niet alleen veel goedkoper’, weet de Venlose cardioloog Joan Meeder. ‘De huur van een lifevest kost zo’n 3000 euro per maand, vele malen goedkoper dus als een ziekenhuisopname. Maar wat nog veel belangrijker is: de meeste patiënten willen thuis op hun operatie wachten en niet in het ziekenhuis. De patiënt is veel liever in zijn eigen vertrouwde omgeving dan gevangen binnen vier ziekenhuismuren. Het vest levert dus psychische voordelen op voor de patiënt.’

De benaming vest is eigenlijk wat ruim uitgedrukt. ‘Eigenlijk gaat het om een soort uitgebreide sport-bh. Daarin zitten op strategische plekken sensoren die het hartritme voortdurend opmeten en zo nodig een schok afgeven’, aldus Meeder. En nee, je kunt er niet mee onder de douche. ‘Als je wilt douchen moet het vest uit’, zegt Meeder. ‘Dan moet er iemand in de buurt zijn die kan ingrijpen in noodgevallen.’

Hoe vaak is zo’n vest eigenlijk een oplossing? Niet heel vaak, weet Meeder. ‘In VieCuri hebben we gemiddeld op jaarbasis twee mensen die heel lang in het ziekenhuis moeten wachten op een ingreep. Reken je dat om naar landelijke cijfers, dan zou het gaan om zo’n 200 patiënten per jaar in heel Nederland.’

Hoe kwam Meeder eigenlijk op het idee? ‘We hadden een patiënt gepland voor een ingreep. Deze patiënt wilde een van de beste chirurgen van Nederland, maar dat betekende wel dat hij wekenlang moest wachten op een ingreep. Want de operateur was net vier weken met vakantie gegaan. Hij zou dus lang aan de bewaking moeten liggen in het ziekenhuis.’

‘Bij toeval kwam ik in die tijd net terug van een nascholing in München, waar ik ook over dat lifevest werd onderwezen. Daar was ik erg enthousiast over, en ging er voortvarend mee aan de slag. De Raad van Bestuur van VieCuri besloot de huur van een lifevest voor deze patiënt te betalen, mede omdat het goedkoper uitviel dan een dure ziekenhuisopname. En de patiënt zelf wilde ook graag thuis op de ingreep wachten en niet in het ziekenhuis. Ik heb toen in enkele dagen tijd de goedkeuring gekregen van alle instanties en gremia die groen licht moesten geven voor de huur van het vest. En zo gebeurde het, dat het idee wat op dinsdagmiddag ontstond, al op vrijdagochtend, in de vorm van het lifevest, op de patiënt kon worden aangemeten.’

De 63-jarige patiënt in kwestie uit het Limburgse dorpje America (de bakermat van Rowwen Hèze) was de eerste patiënt die bij VieCuri het vest kon dragen. In Dagblad de Limburger vertelt hij hoe hij in 2014 tijdens een rondje hardlopen door het bos, valt en buiten bewustzijn raakt. Gelukkig wordt hij snel gevonden en gereanimeerd. Van ernstige schade is geen sprake, maar hij moet wel een ICD dragen. In augustus 2018 ging de ICD haperen, en gaf stroomstoten af waar die helemaal niet nodig waren. Dat kwam door een defect aan een draad naar het hart, en die draad moest vervangen worden. Niet zomaar een operatie, maar best wel riskant. En dus wilde de patiënt de beste operateur die er is in Nederland. Maar die was net op vakantie. Dat werd dus wachten. De man hoorde in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven over het bestaan van een lifevest en sprak er over met zijn Venlose cardioloog, Joan Meeder. Die stroopte de mouwen op, en binnen enkele dagen zat de man mét een lifevest thuis.

Meeder is zeer te spreken over het vest. ‘Het lifevest dat ik gebruikte is ontwikkeld door het Duitse bedrijf Zoll, en dus gemaakt met Duitse Gründlichkeit. In Duitsland worden al veel patiënten met zo’n vest behandeld.’ Het lifevest is inmiddels ook al geïntroduceerd in enkele andere Nederlandse ziekenhuizen, waaronder het Catharina in Eindhoven, waar de patiënt van Meeder geopereerd werd. ‘Elk apparaat kan kapot gaan’, besluit Meeder zijn betoog. ‘Als er dan geopereerd moet worden, maar het wachten duurt lang, dan kan zo’n lifevest heel goed van pas komen!’

Joan Meeder

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Burgernetwerk onmisbaar

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van John van den Beuken, wijkagent in Roermond.

‘Toen ik in 1983 begon bij de politie, stond reanimeren niet vermeld in het takenpakket. Al deden we het natuurlijk wel: je bent als agent hulpverlener in de breedste zin van het woord. Tegenwoordig wordt het wel uitdrukkelijk vermeld als politietaak, en dat is maar goed ook. Reanimeren komt tijdens ons vak namelijk steeds vaker voor, sinds in 2009 alle politieauto’s zijn uitgerust met een AED. Als er een noodmelding komt van iemand die een hartstilstand heeft, worden alle hulpdiensten opgeroepen. We hebben echter altijd een aanrijdtijd. In de kleine dorpen is dat soms wel vijftien minuten, terwijl op dat moment iedere minuut telt. Daarom zijn we zo blij met het landelijk netwerk van burgerhulpverleners, dat steeds groter wordt. Als de buurman van twee deuren verder óók weet hoe hij moet reanimeren, kan de hulp sneller op gang komen en heeft het slachtoffer dus meer kans om te overleven. Daar merken we steeds duidelijker het effect van. Voorheen waren wij of de ambulancedienst vaak als eerste ter plaatse, tegenwoordig zien we steeds vaker dat er al iemand met de reanimatie is begonnen. Ik wil graag een lans breken voor de noodzaak van dat burgernetwerk, en meer mensen oproepen om zich aan te melden. Ook collega’s van de politie, ambulance en brandweer. Zij staan namelijk niet automatisch geregistreerd, terwijl ze ook buiten diensttijd van levensbelang kunnen zijn.

Op de biljarttafel

Ik heb in mijn loopbaan bij de politie inmiddels heel wat mensen gereanimeerd, van een 2 maanden oude baby tot tachtigers. Ik heb zelfs een keer een man midden op een biljarttafel beademd. Hij was daar voorover gevallen en dus moest ik op de tafel klimmen om er bij te kunnen. Zo is elke reanimatie op zich natuurlijk indrukwekkend, maar de één haal je makkelijker weer voor de geest dan de ander. Mijn eerste keer herinner ik me bijvoorbeeld nog heel goed. Ik was aan het werk op het politiebureau van Weert, toen er opeens iemand naar binnen kwam redden. Schuin tegenover het bureau was een oudere vrouw in elkaar gezakt. Op dat moment schiet je meteen in de handelsmodus. Dat is ook de kracht van de politie: meteen doen wat nodig is. Terwijl ik mijn handen op en neer zag gaan, schoot door mijn hoofd: doe ik het eigenlijk wel goed? Mijn collega en ik keken elkaar aan, alsof we op die manier bevestiging zochten. Gelukkig kregen we die bevestiging al snel, in de vorm van een hartslag die terugkwam. Wat een opluchting!

Inzet, geen invloed

Deze vrouw heeft het gelukkig gered, maar helaas is dat niet altijd het geval. Het enige waar je als hulpverlener invloed op hebt, is je eigen inzet. En ook al geef je je volledige inzet, dan nog kan het dat iemand het niet haalt. Wij zijn immers niet degene die dat bepalen. Het is belangrijk om dat te beseffen, zodat je er ook mee om kunt gaan wanneer iemand het niet overleeft. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de baby die ik jaren geleden heb gereanimeerd. Toen we bij het huis aankwamen, stond een van de ouders al in paniek op ons te wachten in de deuropening. Mijn collega en ik waren de eersten ter plaatse, de ambulance was er nog niet. We vlogen naar boven, naar de babykamer, en zijn meteen de reanimatie gestart. Dat kwam wel even dichtbij, zeker omdat mijn eigen kinderen in die tijd ook nog klein waren. Maar hoe gevoelig het ook is, je behoudt automatisch een bepaalde afstand. Dus toen we uiteindelijk moesten constateren dat het niet gelukt was, kon ik gelukkig ook denken: ik heb mijn best gedaan, de rest is niet aan mij. Natuurlijk heeft zoiets wel impact, je kunt niet zomaar meteen weer door naar de volgende aanrijding of winkeldiefstal. Daarom wordt er na een reanimatie standaard collegiale ondersteuning opgeroepen, zodat je het er gezamenlijk over kunt hebben. Ook thuis praat ik het altijd even van me af. Zo geef je het een plek.

Privacy

Wat precies de reden is waarom de baby het niet heeft gehaald, heb ik nooit geweten. In negen van de tien gevallen blijft het stil nadat iemand per ambulance naar het ziekenhuis is vervoerd. In het kader van de privacy mogen wij niet zomaar naar het ziekenhuis bellen om te informeren hoe het gaat, tenzij de mensen zelf aangeven dat wij die informatie mogen krijgen. Maar vaak hebben zij – terecht – iets heel anders aan hun hoofd, of ze gaan ervan uit dat wij hulpverleners automatisch op de hoogte worden gehouden. Dat is weleens jammer, want natuurlijk ben je als politieman ook betrokken. Tijdens de reanimatie ben je maximaal geconcentreerd en heb je maar één doel: je wil het leven van een mens redden. Het zou heel raar zijn als je niet benieuwd bent of dat ook is gelukt.

Niettemin blijft het enorm dankbaar werk. Hoewel het moeilijke omstandigheden zijn om in te werken en de reanimatie niet altijd succes heeft, heb ik altijd het gevoel gehad dat mensen blij zijn.

[‘ Meteen doen wat nodig is!’]

voor meer artikelen over o.a behandelingen klik hier

Zwanger en een hartinfarct

De 27-jarige Trisha timmert aan de weg als zelfstandig ondernemer en is zwanger van haar eerste kind wanneer zij een hartinfarct krijgt. Maar ondanks de afwijkende onderzoekuitslagen, willen de artsen zich in eerste instantie niet neerleggen bij de diagnose: ‘Volgens hen paste een hartinfarct niet bij mijn leeftijd en gezondheid.’ Haar verhaal… 

Wanneer Trisha midden in de nacht wakker wordt door pijn op de borst, denkt zij in eerste instantie aan een verkeerde houding en strekt wat heen en weer. Aangezien zij in verwachting is, wuift ze de pijn weg als een zwangerschapskwaal: ‘Na verloop van tijd zakte de pijn en uiteindelijk ben ik in slaap gevallen, maar de volgende dag was ik extreem moe.’ Als zij de volgende nacht eveneens dezelfde pijn ervaart, trekt zij direct aan de bel en maakt haar vriend wakker: ‘Ik ervaarde dezelfde klachten, alleen was de pijn nu vele malen erger. Daarnaast deed mijn linkerarm pijn en transpireerde ik hevig. Mijn vriend heeft direct 112 gebeld waarna ik werd opgehaald door een ambulance.’

Trisha met haar kindje

De diagnose

In het ziekenhuis volgen diverse onderzoeken en wanneer uit het bloedonderzoek blijkt dat zij afwijkende waarden heeft, waaronder een verhoogde troponine-gehalte, zijn de artsen alert, maar vanwege Trisha’s leeftijd en gezondheid ook argwanend: ‘Hun argwaan zorgde voor onzekerheid bij mij. Immers, ik wist niet wat er aan de hand was. Mijn gevoel van onzekerheid werd versterkt doordat een echo van mijn buik uitbleef en ik hierdoor niet wist of met onze baby alles goed ging.’

De volgende dag wordt Trisha overgebracht naar een academisch ziekenhuis. Daar volgt de verlossende diagnose: ‘Ik bleek wel degelijk een hartinfarct te hebben gehad.’ Trisha’s hartinfarct blijkt veroorzaakt door Prinzmetal Angina Pectoris (ook wel coronair vaatspasme of variant angina genoemd); een tijdelijke afsluiting van een of meerdere kransslagaders van het hart als gevolg van een krampachtige samentrekking van het bloedvat (vaatspasmen). Vaatspasmen veroorzaken onder andere zuurstofgebrek in de achterliggende hartspier.

Trisha is blij dat zij eindelijk een diagnose heeft, ook al dringt deze niet direct tot haar door: ‘Ik leefde op dat moment in een bubbel en het kwam niet binnen, want het enige waaraan ik kon denken was het kleine mini mensje in mijn buik. De mededeling dat in geval van nood voor mij zou worden gekozen en niet voor de baby, voedde mijn bubbel. Want ook al begreep mijn verstand het, mijn groeiende moederhart schreeuwde van verdriet. Nadat ik eenmaal thuis was en mijn vriend aan het werk ging, drong het plots tot mij door. Ik werd emotioneel en besefte toen pas dat ik bang was om te overlijden. Ik durfde niet meer alleen te zijn.’

Het besef

Inmiddels zijn tien maanden verstreken en is Trisha de trotse moeder van een zoon, maar haar verwerking is nog in volle gang: ‘Alles begint een plekje te krijgen, al vind ik het nog steeds moeilijk om te beseffen wat er gebeurd is. Ik heb gezocht naar iemand die hetzelfde heeft meegemaakt, omdat ik denk dat het mij kan helpen om met een lotgenoot te praten, maar helaas heb ik (nog) niemand gevonden. Ik hoop dat ik door het delen van mijn verhaal iemand help.’

Trisha is nu op de goede weg, al hebben de recente gebeurtenissen zowel zakelijk als privé invloed gehad: ‘Ik ben zelfstandig ondernemer, dus op het moment dat ik ziek ben, krijg ik niet uitbetaald. Tevens is mijn bedrijf mijn passie, waardoor ik het moeilijk kon loslaten. Als gevolg hiervan was ik na een week alweer aan het werk. Maar na vijf dagen werken riep mijn lichaam mij terug en was ik genoodzaakt om een stap terug te doen. Ik werk nu minder en logischerwijs is dat merkbaar in ons inkomen, maar gezondheid gaat voor.’

Niet alleen met werken is Trisha geminderd, ook met haar geliefde vrijetijdsbesteding: ‘Ik heb altijd meermaals in de week intensief gefitnest, maar eenmaal uit het ziekenhuis was mijn conditie weg. Na enkele weken ben ik naar de sportschool gegaan en heb ik het voorzichtig opgepakt. Uiteindelijk ben ik aangepast blijven sporten tot week 32 van mijn zwangerschap. Momenteel wandel ik veel en binnenkort mag ik weer beginnen met fitnessen waar ik nu al naar uitkijk.’

Het leven

Door deze gebeurtenis is de kersverse moeder zich meer bewust geworden van het leven en zichzelf: ‘Voorheen was ik erg perfectionistisch en continu aan het plannen, uiteraard raakte ik daar gestrest van. Tegenwoordig ben ik sneller tevreden en laat ik gebeurtenissen en situaties sneller los; ik ben rustiger. De onzekerheid benauwt mij af en toe nog steeds, maar momenteel genieten wij van ons zoontje en proberen wij het samen een plekje te geven.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Hartpatiënt zonder eigen weten

Rob staat vol in het leven wanneer op 40-jarige leeftijd blijkt dat hij Idiopathische ventrikelfibrillatie heeft, een genetische hartafwijking die bestaat uit levensbedreigende hartritmestoornissen die kunnen resulteren in een hartstilstand. Hij krijgt preventief een S-ICD: ‘Ik kon het amper geloven want ik had nog nooit ergens last van gehad. Sterker nog, ik voelde me super fit!’ Zes jaar later blijkt zijn S-ICD levensreddend. Zijn verhaal…

Wanneer bij de nicht van Robs moeder de hartafwijking wordt geconstateerd, gaat het balletje rollen. Uiteindelijk blijkt een van zijn zussen, een neef en hijzelf diezelfde afwijking te hebben. Na de eerste schrik, gaat Rob door een emotionele rollercoaster: ‘Mijn grootste angst was of mijn twee kinderen dezelfde afwijking hadden en of ik moest stoppen met sporten. Daarnaast was ik ook bang om daadwerkelijk een hartstilstand en een shock van de S-ICD te krijgen. Gelukkig mocht ik blijven sporten. Een enorme opluchting en met die reden heb ik voor de S-ICD gekozen, een ICD waarbij de elektroden niet via de bloedbaan in het hart gaan en daardoor onder andere meer geschikt zijn voor relatief jonge en sportieve personen.’

Opstaan

Eenmaal bekomen van de schrik, gaat de levensgenieter door met zijn alledaagse leven: ‘De afgelopen jaren is alles naar de achtergrond verschoven. Natuurlijk besef ik iedere dag dat ik een afwijking heb, want als ik onder de douche vandaan kom, dan zie ik mijn S-ICD. Maar ik ben er gewoon minder mee bezig. Het is onderdeel geworden van wie ik ben. Tot voor kort kon ik niet zeggen dat ik ergens tegenaan liep. Naarmate mijn kinderen ouder worden (nu 15 en 11 jaar) begin ik mij meer zorgen te maken over hen, hebben zij ook deze hartafwijking en zullen mijn kinderen een ICD nodig hebben? Maar ik besef heel goed dat het veel heeft uitgemaakt dat ik, tot kort geleden, geen aangepaste leefregels had. Ik had ‘geluk’ in vergelijking met hartpatiënten die met beperkingen geconfronteerd worden.’

Maar dan slaat het noodlot toe en wordt Rob geconfronteerd met een van zijn grootste angsten: ‘Ik heb de S-ICD preventief gekregen en dat is heel wat anders dan wanneer je ‘m daadwerkelijk nodig hebt. En daarover kan ik sinds twee maanden meepraten. Want toen gebeurde hetgene waarvoor ik de S-ICD heb gekregen. Ik kreeg namelijk hartritmestoornissen die resulteerden in zeven hartstilstanden in drie uur tijd. De S-ICD heeft in totaal negen levensreddende shocks gegeven. Natuurlijk ben ik ontzettend dankbaar dat ik er nog ben, maar ik geef ook eerlijk toe dat ik nog moet bijkomen van deze heftige gebeurtenis. Zowel lichamelijk als mentaal. Ik wist dat het kon gebeuren, maar als het dan daadwerkelijk gebeurt… daar kun je je simpelweg niet op voorbereiden.’

De doorzetter in Rob ziet licht aan het eind van de tunnel en vindt zijn overwinningen in de kleine dingen: ‘Gelukkig heb ik vorige week te horen gekregen dat ik weliswaar moet revalideren, maar daarna mag ik weer als vanouds sporten. Het is voor mij echt als de Staatsloterij winnen, zo blij ben ik hiermee! Wat voor mij als enorme Bourgondiër wel even wennen is, is dat ik geen alcohol meer mag drinken, omdat uit recent onderzoek is gebleken dat alcohol de kans op een ritmestoornis verhoogt. Maar daarmee kan ik leren leven.’ En juist het sporten houdt Rob op de been: ‘Ik probeer tweemaal per week te mountainbiken en zodra het waait, ga ik naar de zee om te windsurfen. Ook heb ik wat kitesurflessen gevolgd. Ik ben ongelofelijk blij dat ik ondanks de hartafwijking geen sportbeperking heb. Wel draag ik altijd een rib-beschermer om mijn S-ICD te beschermen tegen impact zoals bijvoorbeeld een val.’

Doorgaan

Wilskrachtig als Rob is, zet hij door ondanks zijn hartafwijking: ‘Ik ben voor de buitenwereld niet een ander persoon geworden, maar ik ben mij veel meer bewust van de kwetsbaarheid van het leven. En dat je niet altijd grip hebt op je gezondheid. Daar ben ik recentelijk weer nadrukkelijk mee geconfronteerd. Ik heb nooit een ‘slachtoffer van het lot’ of zielig willen zijn en dus haal ik iets positiefs uit deze situatie door meer te relativeren en me te focussen op de dingen die echt belangrijk zijn in ’t leven.’

Maar ook hij heeft zijn moeilijkheden: ‘Ik ben erg ongeduldig. En dus worstel ik nu met de tijd die ik nodig heb om te herstellen. Na mijn eerste implantatie was dat overigens ook zo. Ook toen wilde ik te veel, te snel. Mijn omgeving is flink geschrokken, maar toch begrijpt niemand hoe het is om dit alles mee te maken. En daarom is het prettig om bijvoorbeeld op het online forum van Hartpatiënten Nederland te lezen over ervaringen van anderen en te beseffen dat hetgene waar jij tegenaan loopt, zowel lichamelijk als mentaal, ook door anderen in dezelfde omstandigheden ervaren wordt en dus ‘normaal’ is.’

Hij vervolgt: ‘Mijn lichamelijke doel is om de komende weken te revalideren zodat ik over een paar weken weer kan mountainbiken. Daar kijk ik enorm naar uit. Natuurlijk maak ik me nog zorgen dat ik weer een hartstilstand krijg en daarom is mijn mentale uitdaging om me niet door angst tegen te laten houden en vooral te genieten van het leven. Ondanks de ups and downs gaat het de goede kant op!’

Rob Baijens

 

voor meer artikelen klik hier