Toename hart- en vaatziekten bij vrouwen terugdringen

Hart- en vaatziekten (HVZ) vormen de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen. De verwachting is dat HVZ in 2030 de oorzaak is van ruim een derde van de vrouwelijke sterfgevallen per jaar. HVZ bij vrouwen wordt nog steeds te weinig onderzocht, herkend, gediagnosticeerd én behandeld in vergelijking met mannen. Het is dringend nodig om deze ongelijkheid aan te pakken, is de conclusie van de internationale Lancet-commissie ‘vrouwen en hart- en vaatziekten’, met onder meer hoogleraar Angela Maas, cardioloog van het Radboudumc.

In dit uitgebreide internationale rapport over hart- en vaatziekten (HVZ) bij vrouwen roepen onderzoekers op tot dringende actie om de zorg en preventie te verbeteren, meer onderzoek te doen en het bewustzijn te vergroten om de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen wereldwijd aan te pakken. De oproepen van de Commissie om HVZ bij vrouwen beter aan te pakken sluiten aan bij de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, die gericht zijn op het belang van de rol van gender in gezondheid, waaronder HVZ.

De zeventien vrouwelijke auteurs komen met tien ambitieuze aanbevelingen, waaronder het beter voorlichten van zorgverleners en patiënten over vroegtijdige opsporing van HVZ en het opschalen van hartgezondheidsprogramma’s in dichtbevolkte regio’s. Ook roepen zij op prioriteit te geven aan genderspecifiek onderzoek naar hartziekten bij vrouwen. Ook moeten er interventies worden ontwikkeld waardoor vrouwen sneller gaan deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek. In deze studies zijn vrouwen vaak ondervertegenwoordigd.

Angela Maas, hoogleraar Cardiologie voor vrouwen van het Radboudumc: “Als we de belangrijke doelstelling van de Verenigde Naties willen halen, zijn gedurfde strategieën nodig. Hierbij gaat het niet alleen om het aanpakken van risicofactoren die bijdragen aan HVZ, er moet ook meer onderzoek komen naar genderspecifieke biologische mechanismen bij vrouwen. Wereldwijde en multidisciplinaire samenwerking voor betere zorg voor vrouwen met HVZ is van ongekend belang.”

Interesse in het boek ‘Hart voor Vrouwen’ van Angela Maas? Bestel het hier!

Grote regionale verschillen

In 2019 waren er wereldwijd ongeveer 275 miljoen vrouwen met cardiovasculaire aandoeningen. Bijna de helft van de sterfgevallen onder vrouwen wordt veroorzaakt doordat de bloedtoevoer naar het hart onvoldoende is (ischemische hartziekten), en ruim een derde door een beroerte, waarbij één of meerdere bloedvaten in de hersenen beschadigd of verstopt raken. De geografische verschillen zijn groot, met de hoogste sterftecijfers in Centraal-Azië en het Midden-Oosten, Noord- en Midden-Afrika, Oceanië en Oost-Europa (300 sterfgevallen per 100.000 vrouwen). Regio’s met een hoger inkomen, zoals West-Europa, Noord-Amerika, Australië en Oost-Azië laten de laagste sterftecijfers zien (130 per 100.000 vrouwen).

Risicofactoren voor cardiovasculaire aandoeningen bij vrouwen

Net als bij mannen is een hoge bloeddruk de grootste risicofactor voor HVZ, gevolgd door overgewicht en een hoog cholesterol. Daarnaast zijn er specifieke risicofactoren die alleen bij vrouwen voorkomen: hart- en vaatziekten als gevolg van probleem-zwangerschappen en een vervroegde menopauze. Opvallend is dat jonge vrouwen tot nu toe niet als risicogroep werden gezien, maar dat juist bij hen het aantal rokers – een bekende risicofactor – en het aantal hartaanvallen toeneemt. Ook kunnen sommige sociale of religieuze normen – zoals beperkingen op de deelname aan sport en lichamelijke activiteiten – bijdragen aan HVZ bij vrouwen. Ook sociaaleconomische factoren, zoals armoede, alleenstaande moeders, werkloosheid en ongelijkheid op grond van sociaal-culturele status zijn minstens zo belangrijk.

De grootste toename in HVZ is te zien in dichtbevolkte en industrialiserende landen als China (toename van 10%), Indonesië (7%) en India (3%). “De oorzaken van hart- en vaatziekten verschillen per regio. In dichtbevolkte regio’s waar de industrialisering nu gaande is neemt het aantal vrouwen met HVZ relatief het meest toe. Hier zijn andere interventies nodig dan in landen waar de zorg toegankelijker en beter georganiseerd is”, legt Angela Maas uit. De vergelijking met de COVID pandemie dringt zich duidelijk op, Angela Maas benadrukt de noodzaak van op maat gesneden interventies.

Bron: Radboudumc

Interesse in het boek Hart voor vrouwen van Angela Maas? 

Vrouwen zijn lang vergeten in de medische wetenschap. Hun hartklachten werden afgeleid van die van mannen, en als de dokter die klachten dan niet kon thuisbrengen, werden ze afgedaan als gezeur. Met alle gevolgen van dien. Cardioloog Angela Maas is expert op het gebied van het vrouwenhart, dat in heel veel opzichten anders is dan het mannenhart. Datzelfde geldt voor hartziekten. Een boek dat iedere vrouw ter harte gaat! Prijs € 20,99 incl. verzendkosten.

Een boek bestellen kan via roermond@hartpatienten.nl of via het contactformulier.

 

Meer lezen over vrouwen en hart- en vaatziekten? Lees het hier!

Goede voeding als brandstof voor het lichaam

Het is voor huisarts Jacqui van Kemenade, die gespecialiseerd is in voeding en leefstijl, makkelijker om haar patiënten een pilletje voor te schrijven dan dat ze hun voeding en leefstijl aanpakt. Toch kiest ze voor dat laatste, want juist dát zorgt voor voldoening en resultaat.

Leefstijl is hot en happening. Steeds meer mensen zijn ermee bezig, merkt ook Jacqui. Als kaderarts diabetes ziet zij veel patiënten waarbij snel resultaat geboekt wordt zodra zij hun voeding en leefstijl aanpassen. “Het komt regelmatig voor dat ik mensen zie die nog maar net aanpassingen op het gebied van voeding en leefstijl hebben doorgevoerd, maar waarbij ik het dan toch al kan meten. Het aanpakken van voeding en leefstijl kan zelfs zo’n sterk effect hebben, dat je bloedsuikers enorm dalen en je een hypo kan krijgen. Sommige artsen zeggen dan: ‘zie je wel, het is niet gezond’. Dat is niet waar. Het gaat erom dat je bij een verandering in voeding en leefstijl samen met je arts op tijd de medicatie afbouwt.”

(meer…)

Door het hart op de proef gesteld

 

Lotte Kammelar (41) doorstond een reanimatie, een bacteriële infectie en een nabloeding na een openhartoperatie en kreeg vervolgens ook nog eens een groot delier, maar ze ís er nog. Na ruim een half jaar bijna onafgebroken doorgebracht te hebben in het ziekenhuis en revalidatiecentrum, is ze nu thuis – mét een steunhart.

Sinds haar 30e weet Lotte Kammelar dat ze de erfelijke hartspierziekte PLN heeft. Bij nader inzien had ze al veel eerder gemerkt dat ze last had van hartritmestoornissen, maar toen ze daarmee op haar 19e naar de huisarts ging, werd ze weggestuurd. Ruim tien jaar later liep dat gelukkig anders en kwam ze uiteindelijk bij een cardioloog terecht. Door genetisch onderzoek kwam het PLN-gen in beeld en daarna ging het snel. Lotte: “De pompfunctie van mijn hart lag op het moment van de diagnose tussen de 30 en 35 procent. Ik wist dat PLN een progressieve ziekte is, dus ik hoopte destijds zo lang mogelijk stabiel te blijven door mijn hart met medicatie zo veel mogelijk te ontlasten.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

‘Samenwerking in het ziekenhuis is heel belangrijk’

 Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNLmagazine houdt ze ons op de hoogte over haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Dit keer vertelt ze over multidisciplinaire samenwerking.

 Waarom is samenwerking tussen verschillende disciplines nodig?

“Als we een patiënt behandelen, bijvoorbeeld omdat iemand een beroerte of hartaanval heeft gehad, willen we diegene natuurlijk de best mogelijke therapie geven. Bij de één is dat een operatie, bij de ander medicatie. Om te beslissen welke behandeling het meest geschikt is, maken we gebruik van richtlijnen. Die richtlijnen zijn opgesteld aan de hand van verschillende studies. Die studies gaan echter uit van een gemiddelde patiënt, vaak een man, en houden geen rekening met andere factoren, zoals bijvoorbeeld levensstijl en medisch verleden. In feite worden alle patiënten over één kam geschoren, terwijl iedereen natuurlijk verschillend is. Als een patiënt bijvoorbeeld behalve een aneurysma ook een nierziekte heeft, of kanker, dan reageert het lichaam heel anders op een behandeling dan bij iemand die alleen een aneurysma heeft. Om zo goed mogelijk te kunnen inschatten wat voor iedere individuele patiënt het beste werkt, willen we naar patient tailored medicine, oftewel gepersonaliseerde therapie. Zo ver is het helaas nog niet, maar met behulp van multidisciplinaire aanpak kunnen we daar wel steeds dichter in de buurt komen.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Vet: is het nu goed of slecht?

Verzadigde vetten zijn slecht. Althans, dat denken we al vele jaren. Maar klopt dit eigenlijk wel? Is vet wel echt slecht voor je? Internist Yvo Sijpkens geeft opheldering.

Wat er door de jaren heen behoorlijk ingeslopen is, is dat verzadigd vet slecht is en onverzadigd vet goed. Maar: die tweedeling klopt niet. Het begon allemaal in de 19de eeuw, toen industrieel bewerkte oliën in gebruik zijn geraakt, zegt Sijpkens. “Dit was het startpunt, maar midden vorige eeuw ging het pas écht goed mis. In die tijd was er een opkomst in hart- en vaatziekten in verband met roken, stress en depressie. Op basis van epidemiologisch onderzoek werd toen een relatie gevonden tussen de hoeveelheid vet in voeding en het optreden van hart- en vaatziekten. Verzadigd vet werd de zondebok. Dit idee is vervolgens in grote studies niet goed bevestigd, maar wél in de richtlijnen terechtgekomen. Sindsdien is een voedingspatroon met weinig verzadigd vet en relatief meer plantaardige oliën en koolhydraten de norm geworden. Dit houdt verband met de opkomst van chronische aandoeningen als obesitas en overgewicht.”

Verzadigde vetten

Vet heeft in het lichaam een belangrijke functie. Het is een bouwstof voor zowel de celwand als de zenuwen. Ook is het een belangrijk transportmiddel voor de vitamines A, D, E en K en daarnaast een brandstof. Eén die meer benut mag worden, zegt Sijpkens. “Vet bedraagt negen kilocalorieën per gram. Daardoor denken veel mensen dat ze er dik van worden. Maar: vet afkomstig uit onbewerkte voeding draagt net als eiwit bij aan verzadiging, waardoor je sneller stopt met eten.” Vet kan worden onderverdeeld in verzadigde en onverzadigde vetten. “Verzadigd vet bestaat uit een skelet van koolstofatomen. Dat skelet is helemaal verzadigd met waterstofatomen en wordt daardoor verzadigd vet genoemd. Dat maakt dat het bij kamertemperatuur stabiel en vast is. Verzadigde vetten vind je in dierlijke producten, zoals vlees en zuivel, maar ook in plantaardige producten als kokosolie en cacao.”

Onverzadigde vetten

Anderzijds heb je de onverzadigde vetten, waarbij de koolstofatomen niet gekoppeld zijn aan waterstofatomen omdat de koolstofatomen extra met elkaar binden. Als die binding op één plaats gebeurt, zijn het enkelvoudig onverzadigde vetten. Gebeurt dit op meerdere plaatsen, dan zijn het meervoudig onverzadigde vetten. “Enkelvoudig onverzadigde vetten kennen we in de vorm van olijfolie, avocado en noten: natuurlijke producten. Meervoudig onverzadigde vetten vind je bijvoorbeeld in vlees en vis, maar ook in vloeibare vorm. Ze zijn in grote mate aanwezig in industrieel bewerkte zaadoliën: plantaardige oliën als zonnebloemolie, sojaolie en raapzaadolie.”

Omega 3- en omega 6-vetzuren

Meervoudig onverzadigde vetzuren kunnen worden opgesplitst in omega 3- en omega 6-vetzuren. Dit is een heel belangrijk onderscheid. “Omega 6-vetzuren zitten vooral in bewerkte voeding. Plantaardige oliën zijn de belangrijkste bron, maar je vindt deze vetzuren ook in vlees van kip en varkens die vooral gevoerd zijn door mais en soja. Omega 3 zit in rundvlees, vis, zuivel en bladgroente: de niet bewerkte voeding.” Om het nog iets ingewikkelder te maken, bestaan er ook nog transvetten. “Transvetten zijn schadelijk voor het lichaam: ze veroorzaken ontstekingen en zijn belastend voor het hart en bloedvaten. Inmiddels zijn transvetten verboden, maar ondertussen zijn plantaardige oliën wel in veel kant-en-klaar producten en bewerkte voeding terechtgekomen. In de loop der tijd is hierdoor de consumptie van die omega 6-houdende plantaardige oliën enorm toegenomen, waardoor de balans tussen omega 3 en omega 6 in ons lichaam verstoord is geraakt.”

Disbalans

Ons voedingspatroon heeft ertoe geleid dat we te maken hebben met een tekort aan omega 3-vetzuren en een overschot aan omega 6-vetzuren. Dat zou weer in balans moeten komen. Een disbalans heeft namelijk grote gevolgen. “Je krijgt inflammatie in het lichaam, hetgeen een belangrijke factor is in het ontstaan van hart- en vaatziekten.” Door de grote hoeveelheid omega 6-vetzuren in onze voeding worden allerlei enzymen in ons lichaam opgebruikt voor het verwerken ervan. “Door die verwerking zijn er onvoldoende enzymen aanwezig voor het aanmaken van goede vetten, terwijl deze juist zo belangrijk zijn voor onze hersenen. Een overmaat aan omega 6 is op meerdere fronten schadelijk. En omdat omega 6 vooral in bewerkte voeding zit, krijg je de perfecte storm als je lichaam een overmaat aan suiker, geraffineerd zetmeel en bewerkte oliën binnenkrijgt. De koolhydraten op zich zijn niet slecht, maar wél in een lichaam waarin zich een overmaat aan verkeerde vetten bevindt.”

Bakken

Wat we zelf kunnen doen? Kiezen voor echte, onbewerkte voeding. Voeding met voldoende essentiële vetzuren (vooral omega 3), aminozuren en vitamines en mineralen. “Wanneer je op die manier je voeding samenstelt, heb je nauwelijks supplementen nodig. Bak in roomboter of ghee: geklaarde boter. Daarmee wordt de opname van vitamine A, D, E en K bevorderd. Wil je toch in olie bakken, dan is kokosolie de beste optie. Hier zitten veel goede vetten in en je kunt er veilig in bakken, mits je de rest van je voeding gezond houdt. Veel mensen eten namelijk al te bewerkt, wat leververvetting en overgewicht veroorzaakt. Komen daar ook nog te veel verzadigde bakvetten bij, dan is het een ongunstige optelsom. Het grootste probleem? Dagelijks gebruik van kant-en-klaar producten als zonnebloemolie, margarine, halvarine en bak- en braadproducten uit knijpflessen. De kans is groot dat daar omega 6-vetzuren in zitten. Dit heeft een sterke associatie met chronische ziekten als obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten en ook kanker. Daar zit mogelijk de hoofdoorzaak. Vervang omega 6-vetzuren door goede vetten. In plaats van angst voor vet, zouden we vet uit echte voeding weer moeten gaan zien als goede bouwstof en brandstof.”

Tekst: Laura van Horik
Beeld: HPNL

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Lynns zeldzame aangeboren hartafwijking

De 21-jarige Lynn staat middenin het leven en heeft zoals zij het zelf zegt ‘Een prima leven met te gekke mensen om mij heen’. En daar is Lynn blij om. Toen zij aan haar bacheloropleiding Avionica aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) begon, wees een sportsergeant Lynn op haar opvallende hartslag. Nu blijkt zij een Divertikel van Kommerell (DK) te hebben – een zeldzame, aangeboren hartafwijking van de aortaboog. Haar verhaal...

Sinds kleins af aan heeft Lynn last van kortademigheid en een zware ademhaling. Iets wat haar moeder ook opvalt: “Toen ik een baby was, is mijn moeder ziekenhuis in en ziekenhuis uit geweest met mij. Maar de artsen bleven maar zeggen dat het astma of bronchitis is. Gelukkig voelde mijn moeder intuïtief aan dat het geen van beide is en heeft medicatie en pufjes altijd afgeslagen.” De diagnose laat op zich wachten – mede doordat Lynn als kind een stoer meisje is en niet zo’n zeurder.  Maar haar moeilijke en zware ademhaling is al die tijd aanwezig: “Zelf dacht ik op een gegeven moment ook ‘Laat maar zitten!’. Ik heb het altijd zo gered, dus ik bleef doorgaan ondanks mijn dagelijkse klachten.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

“Mijn zoon en ik zijn beide hartpatiënt”

Ingeborg Bos (55) is een echte doener! Maar bovenal een trotse moeder en oma van drie kinderen –waarvan één Hartekind- en vier kleinkinderen. Zij springt dan ook regelmatig bij. Tot het plots niet meer gaat. Ingeborg blijkt een goedaardige harttumor en twee aangeboren hartafwijkingen te hebben. Schrikken! Want nu is ook zij hartpatiënt...

Wanneer 32 jaar geleden Ingeborgs zoon wordt geboren met een bouwfout van het hart, staat hun wereld even op z’n kop. Zijn hartslagaders zijn omgewisseld en ook heeft hij een gaatje in het tussenschot van de hartkamers. Zo goed en kwaad als het gaat, vooral toen, maken zij als gezin er het beste van. Zodoende dat Ingeborg al enigszins thuis is in de wereld van hartpatiënten. Maar het gegeven dat ook zij hartpatiënt is, komt als een donderslag bij heldere hemel: “Ik voel mij totaal geen hartpatiënt!”

Harttumor

Ingeborg houdt van doorzetten, vandaar ook dat zij een tijdlang ‘s ochtends in de thuiszorg werkt en ‘s middags op de fiets stapt om haar bestelrondes te lopen – zij is namelijk ook postbezorgster. Als bij de nuchtere Ingeborg de eerste symptomen beginnen, wuift zij dat weg onder het mom van ‘Ik moet een beetje uitrusten in het weekend’: “Een jaar voor de uiteindelijke ontdekking was ik nogal eens 'moe', maar ik had ook een overvolle agenda. Ik ging moe op vakantie en keerde moe terug. Ondertussen kreeg ik koorts en was ik hoesterig, maar rondom de herfst lag heel Nederland onder de lappenmand dus ik ging door.”

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Riet Segers is al 42 jaar trouw donateur! Uit dankbaarheid.

Ze is Hartpatiënten Nederland nog steeds dankbaar. Ergens in 1979 viel bij Riet Segers uit Heerlen een krantje in de bus van de toenmalige Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. Toeval of niet, Riet stond toen op een lange wachtlijst voor een hartoperatie in Nijmegen. In het krantje las ze dat ze, indien de wachttijd langer was dan 3 maanden, terecht kon in Londen, via een luchtbrug, georganiseerd door de Hartpatiënten Vereniging. Een kans die ze met beide handen aangreep.

Riet was toen 27 jaar, en had al enige tijd hartklachten. “Al sinds mijn 20e had ik een hartaandoening, bij toeval ontdekt door de keuringsarts van het ziekenhuis in Heerlen waar ik stage ging lopen voor mijn opleiding tot medisch analiste. Het mitralisklepje in mijn hart was vernauwd. In overleg met mijn cardioloog werd in 1979 besloten tot een operatie. Maar de wachttijden waren lang, voor een operatie in Nijmegen moest ik nog zeker een half jaar wachten. Ik zag heel erg tegen die lange tijd op. Een half jaar eerder was ik bevallen van onze jongste dochter, en de oudste, een zoon, was toen 2,5 jaar. Met twee jonge kinderen is wachten op een operatie geen leuke tijd. Tot we ergens in de zomer een krantje van de vereniging in de bus kregen. Daarin stond veel over operaties en luchtbruggen. Ik las dat als je dat wilde, je snel geopereerd kon worden. Binnen zes weken aan de beurt! De verzekering vergoedde alles. Ik heb diezelfde avond nog gebeld en werd goed te woord gestaan door een medewerker van de vereniging. Wat was ik blij! Deze vereniging deed daadwerkelijk iets, voerde actie. Dat vond ik heel bijzonder!”

Cardioloog vond het maar niks

“Toenmalig voorzitter Piet van Overveld regelde de operatie in Londen, in het Anthony’s Hospital. De vereniging liet me weten dat ik naar mijn eigen cardioloog moest gaan en hem moest vertellen dat ik me in Londen liet opereren en daarvoor allerlei gegevens nodig had van hem. Ik had net een echo gehad. Ik herinner me dat Jan, de zoon van Piet van Overveld, het hartfilmpje bij mijn moeder is komen ophalen, want ik was niet thuis. Mijn cardioloog in Heerlen werkte mee, maar niet van harte. Hij vond dat maar niks, dat ik naar Londen ging. Maar van de vereniging wist ik inmiddels dat het ziekenhuis goed en te vertrouwen was. Ik kreeg geregeld dat ik alle papieren kreeg.”

Hartelijk ontvangen in Londen

“De verzekering dekte alle kosten, ook mijn man kon meereizen. Zijn reis was inbegrepen. Sterker nog, de operatie en alles eromheen was goedkoper dan in Nederland! In september kreeg ik bericht dat ik binnen twee weken naar Londen kon gaan. We vertrokken vanaf vliegveld Beek en maakten een tussenlanding in Eindhoven, waar andere patiënten voor Londen instapten. De groep bestond uit zo’n acht tot tien hartpatiënten en hun partners. Ik was de jongste. Ik vond het fijn om met zo’n groep te gaan. Alles was goed geregeld. Met de bus werden we vanaf vliegveld Heathrow naar het ziekenhuis gebracht, de ontvangst was heel hartelijk. We zaten met de groep in kamers op één gang, onze partners konden overnachten in een gebouw op het ziekenhuisterrein. Mijn man kon dus de hele dag bij me zijn. De verpleging was goed, zo goed had ik het nog nooit meegemaakt in een ziekenhuis. Je hoefde maar even op het belletje te drukken en ze stonden al bij je.”

Bloeddonors

“Ik was als laatste aan de beurt. Eigenlijk zou ik de tweede dag al geholpen worden. Maar toen bleek ik een zeldzame bloedgroep te hebben. Zo gauw kon het ziekenhuis niet voldoende donoren vinden, die moesten eerst worden opgeroepen. Als gevolg daarvan werd ik uiteindelijk als laatste geholpen. Al die twee weken moest ik in het ziekenhuis blijven. Dat vond ik stressvol, dat wachten op het verlossende bericht dat er genoeg bloed was, zodat ik kon worden geopereerd. Anderen waren al klaar en begonnen aan hun herstel. Toen ik eindelijk kon worden geopereerd, was er gelukkig geen openhartoperatie nodig. Chirurg dokter Yates hoefde de klep alleen maar op te rekken (commissurotomie). Na drie dagen was ik weer redelijk hersteld en kon ik met de hele groep naar huis. We werden met de bus naar Heathrow gebracht, maar daar wachtte ons een teleurstelling. De mist maakte dat het vliegtuig niet kon landen in Nederland. We zijn toen terug naar het ziekenhuis gebracht, waar we nog een nacht moesten blijven. De volgende dag waren de weersomstandigheden beter en vertrokken we naar huis.”

Herstel

“Ik was blij dat ik de kinderen weer zag. Die waren al die tijd opgevangen door mijn zus. Het herstel duurde lang. Niet alleen door de zorg voor mijn kinderen, ook omdat ik al enige tijd aan een andere ziekte leed, het chronisch vermoeidheidssyndroom ME. Daardoor ben ik veel ziek geweest. Ik moest veel rusten. Werken ging niet meer. Ik was blij dat ik weer lucht kreeg en weer gewoon kon ademhalen.”

Nieuwe operatie, weer in Londen

“Maar na vier jaar kwamen de klachten terug. Met hulp van de vereniging ben ik toen opnieuw geopereerd in Londen. Ik had intussen een andere cardioloog, maar ook dat ging moeizaam, de medewerking was weer niet van harte. Ik was te jong voor een kunstklep. Nu kreeg ik een open commissurotomie. Hierdoor was zichtbaar dat met de klep veel meer aan de hand was. Met succes kon de chirurg hem nu repareren. Het herstel duurde nu langer dan de eerste keer, ik kreeg ook last van een flinke griep en een slokdarmontsteking. Uiteindelijk kon ik terecht in de revalidatiekliniek in Hoensbroek, iets waarover de cardioloog me niets verteld had. Ik heb intussen geleerd dat als je iets nodig hebt, je dat zelf moet regelen. In Hoensbroek ben ik binnen zes weken goed opgeknapt. Ook daar was ik de jongste van de revalidatiegroep, dat was niet zo leuk. Ik vond geen leeftijdsgenoten. Uiteindelijk hielp de revalidatie me er bovenop, hoewel de ME tot op de dag van vandaag parten blijft spelen.”

Derde operatie, nu in Maastricht

Na die tweede operatie in Londen ging alles zo’n 20 jaar goed, vertelt Riet. Tot 2003. Al langere tijd had ze veel last van boezemfibrilleren en moest ze opnieuw worden geopereerd. Ze heeft toen een kunstklep gekregen in het academisch ziekenhuis in Maastricht. “Ik ben nu 69, en draag intussen een pacemaker. Als ik terugkijk op mijn operaties, weet ik: toen ik 27 was kwamen hartoperaties niet zoveel voor. Nu zijn het routineoperaties. Dat is toch wel anders.”

Pacemaker

Riet heeft nu last van hartfalen, mede door alles wat ze heeft meegemaakt. Ze is onder behandeling op de hartfalenpoli. En ze heeft een nieuwe cardioloog. “Een aantal medicijnen verdraag ik niet. Mede door ME. Ik heb nu gelukkig een nieuw soort pacemaker, die op twee punten op het hart wordt aangesloten, zodat het hart aan twee kanten gestimuleerd wordt. Daardoor is de pompfunctie iets toegenomen. Sindsdien gaat het redelijk.”

Dankbaar

Omdat ME niet wordt erkend door de reguliere medische wetenschap, heeft Riet een natuurarts in de arm genomen. “Die helpt me wel, maar genezen kan ik daarvan niet”, zegt ze. “Door alles wat er gebeurd is, verergerde ook de ME. Ook mijn hart heeft heel wat te verduren gehad. En met het ouder worden, wordt het er niet beter op.”

“Ik ben de vereniging nog steeds dankbaar. Als ik nog een half jaar op een operatie had moeten wachten in 1979, dan was mijn situatie er op achteruit gegaan. Net op het goeie moment viel het krantje in de bus. Sinds 1979 ben ik donateur. Al 42 jaar!”

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Onderzoek: Apple Watch voorkomt mogelijk ritmestoornissen

De Apple Watch als instrument om boezemfibrilleren op te sporen: onder anderen Leonard Hofstra, cardioloog en hoogleraar Cardiologie, doet er inmiddels al een tijdje onderzoek naar. Als dit onderzoek goed uitpakt, kunnen in de toekomst waarschijnlijk veel beroertes worden voorkomen.

In Nederland vinden jaarlijks 45.000 beroertes plaats, waarvan er ongeveer 9.000 komen door boezemfibrilleren. Vanuit Hofstra’s cardiologiecentra wordt al een tijd gewerkt met het systeem Hartwacht: een kleine sensor die je tussen je vingers moet houden en praat met jouw smartphone. Nu wordt dat onderzoek verder uitgebreid, vertelt Hofstra. “Met deze sensor kan worden gekeken of iemand boezemfibrilleren heeft. Wél moet je die sensor dan zelf uit je zak halen en er dus actief mee omgaan. De Apple Watch daarentegen heeft dezelfde technologie en kan zelf de hartslag in de gaten houden. Hij kan zien of de hartslag onregelmatig wordt en geeft dan aan wanneer het een goed idee is om een ECG te maken. De Apple Watch kan dus constant met de patiënt meekijken en waarschuwt als er een mogelijke ritmestoornis is. Op die manier kan boezemfibrilleren veel eerder worden opgespoord.”

Eerste fase

De eerste fase van het binnenkort startende onderzoek wordt met behulp van een Apple Watch uitgevoerd onder een groep mensen die een hoog risico op een ritmestoornis heeft, maar de ziekte nog niet heeft. Binnen deze groep mensen wordt gekeken bij welk percentage uiteindelijk boezemfibrilleren kan worden ontdekt. “In de eerste fase, die ongeveer een jaar duurt, wordt begonnen met een groep van tweehonderd mensen. Deze mensen volgen we een hele tijd. Als we dan uiteindelijk weten bij hoeveel mensen boezemfibrilleren kan worden opgespoord, gaan we naar de volgende fase: het analyseren. Deze fase duurt twee jaar.”

Impact

Een beroerte heeft volgens Hofstra veel impact, zowel op de persoon zelf als op de omgeving. Juist daarom is dit onderzoek zo belangrijk en is het prettig dat Apple dit zélf ook ondersteunt en er vertrouwen in heeft, vertelt hij. “Stel dat we door dit onderzoek duizenden beroertes zouden kunnen voorkomen, dan kun je veel leed en ook zorgkosten voor zijn. Iemand die een beroerte heeft gehad, moet vaak lang revalideren en krijgt te maken met levenslange zorg. Het is een dramatische achteruitgang van de kwaliteit van leven. Dat gaat dan hopelijk veranderen.”

Medicatie

Buiten het eerder opsporen van beroertes, is een ander bijkomend voordeel dat medicatie op die manier eerder kan worden ingezet. Als je namelijk eenmaal met medicatie tegen een beroerte, NOAC, start, ben je veilig. “Vanaf de dag dat mensen daarmee beginnen, is de kans op het krijgen van een beroerte heel veel minder. Zodra zo’n beroerte dan ook met de Apple Watch is opgespoord, kun je die medicatie geven en is die persoon safe. In mijn eigen groep patiënten heb ik honderden mensen op die medicatie zitten, en niemand heeft nog een beroerte gekregen. Dit zijn dan ook prachtige ontwikkelingen, en ik heb er goede hoop op dat deze technologie beroertes daadwerkelijk kan voorkomen.”

Ziekenhuizen gaan voor het eerst dure geneesmiddelen heruitgeven

Jaarlijks wordt er voor minimaal 100 miljoen euro aan ongebruikte medicijnen weggegooid in Nederland. Het Radboudumc en drie andere ziekenhuizen starten een proef waarbij dit probleem wordt aangepakt door medicijnen die patiënten thuis overhouden opnieuw uit te geven. De ziekenhuizen hebben hiermee een wereldwijde primeur.

Medicijnverspilling kost de maatschappij jaarlijks minimaal 100 miljoen euro. Deze huidige medicijnverspilling zet de betaalbaarheid van de zorg onder druk, omdat goede producten waar al voor is betaald worden weggegooid. Oorzaken zijn onder meer te grote hoeveelheden die worden voorgeschreven, wisseling van therapie door onder meer bijwerkingen en (in)effectiviteit, en overlijden van de patiënt. De verspilling leidt bovendien tot milieuvervuiling omdat medicijnen met regelmaat direct in het milieu terecht komen. Eerder onderzoek liet al zien dat patiënten thuis ongebruikte medicijnen overhouden die opnieuw verstrekt kunnen worden.

Verzegeling en temperatuurchip

Het Radboudumc, Jeroen Bosch ziekenhuis, St. Antonius en UMC Utrecht starten daarom een proef waarbij dure oncologische geneesmiddelen die patiënten thuis overhouden opnieuw worden uitgegeven. Dit gebeurt na een kwaliteitscontrole die in de apotheek wordt uitgevoerd. De medicijnen worden op een slimme manier verpakt: er wordt een temperatuurchip toegevoegd en de verpakking wordt verzegeld. Wanneer de patiënt medicatie overhoudt, wordt dit ingezameld door de apotheek en wordt de kwaliteit bepaald. Er wordt gecontroleerd of de verzegeling niet is verbroken, of de bewaartemperatuur niet is overschreden en er wordt naar de houdbaarheidsdatum gekeken.

Medicijnen die aan alle kwaliteitscriteria voldoen, worden aan een andere patiënt die hetzelfde medicijn nodig heeft verstrekt. Zo wordt voorkomen dat geneesmiddelen die niet zijn gebruikt en nog van goede kwaliteit zijn worden weggegooid. Het project onder leiding van Charlotte Bekker van het Radboudumc loopt twaalf maanden bij geneesmiddelen die binnen de oncologie worden gebruikt.

Naar verwachting zal het project tot minder medicijnverspilling leiden. Daarmee draagt het bij aan de verduurzaming van de zorg, diens betaalbaarheid en verminderde milieubelasting. Het is voor het eerst dat een dergelijke proef met het opnieuw uitgeven van geneesmiddelen wordt gestart. Op basis van de resultaten zal worden gekeken of verdere uitrol mogelijk is.

Bron: www.radboudumc.nl