Een noodknop onderweg, wel zo’n veilig gevoel!

Een noodknop onderweg, wel zo’n veilig gevoel!

 

Het zal je maar overkomen: je zit in de auto en opeens voel je dat er iets grondig mis gaat. Tijd om je mobiele telefoon te zoeken, laat staan een nummer in te toetsen is er niet meer. Had je maar een noodknop in je auto – wat heet: zo’n noodknop is er!

 

Goed nieuws dus voor iedereen die met een veilig gevoel de weg op wil. Goed nieuws nogmaals voor al die mensen die bang zijn om de deur uit te gaan en de auto in te stappen. U kunt de auto nu uitrusten met een speciale noodknop, die rechtstreeks contact maakt met een gecertificeerde alarmcentrale, die op zijn beurt weer de hulpdiensten inschakelt. Sneller kan niet!

 

Hoe werkt het?

Eigenlijk is het heel simpel. Veel auto’s, vooral de duurdere dan, hebben een zogenoemd volgsysteem, voornamelijk omdat de verzekeraar dat verplicht stelt. Het voordeel daarvan is dat de alarmcentrale waarop het systeem is aangesloten, bij een diefstalmelding precies kan zien waar je auto zich bevindt. Dat is handig als je auto gestolen wordt. Op deze manier worden veel gestolen auto’s teruggevonden en kan deze weer terug naar de rechtmatige eigenaar.

 

Welnu. Het bedrijf Faringwell kwam al jaren geleden op een lumineus idee. Het ei van Columbus. Als we zo’n volgsysteem nou eens voorzien van een noodknop voor mensen die acuut hulp nodig hebben. De alarmcentrale ziet bij het indrukken van de knop immers precies door wie het noodsignaal wordt verzonden en waar de auto, de boot of welk voertuig dan ook, zich op dat moment exact bevindt. Al jarenlang worden op deze manier auto’s voor bijvoorbeeld waardetransport extra beveiligd. Dit omdat er altijd onmiddellijk actie zal worden ondernomen door middel van het inschakelen van de politie. Voor mensen met een medische achtergrond die zo’n systeem gebruiken kan de centrale bijvoorbeeld direct een ambulance inschakelen.

 

De noodknop staat direct in verbinding met een alarmcentrale, die 24 uur per dag en 7 dagen in de week een persoonlijke afhandeling garandeert. De noodknop is op een vaste plek gemonteerd zodat deze snel kan worden gevonden.

 

‘De noodknop kan levens redden’, legt Ruud Bremmers uit. Ruud werkt als inbouw specialist bij Monticar in Roermond, waar hij bedreven is in de inbouw van volgsystemen. ‘Feitelijk is de noodknop een simpele uitbreiding van het volgsysteem. De alarmcentrale is na het indrukken van de noodknop bevoegd om direct een ambulance in te schakelen.’

Sterker nog! ‘Je beslist zelf welke informatie de meldkamer vooraf krijgt’, benadrukt salesmanager Remco van Leeuwen van Faringwell. ‘Het gebruik van een noodknop betekent ook dat vooraf met de meldkamer wordt afgesproken wat er moet gebeuren als er op de noodknop gedrukt wordt. Hartpatiënten kunnen vast laten leggen dat bij de noodoproep onmiddellijk een ambulance moet worden ingeschakeld. Een groot bijkomend voordeel is dat aan de ambulance-dienst meteen kan worden doorgegeven wat de medische achtergrond is van degene waar ze op af worden gestuurd. Altijd dus volgens een vooraf persoonlijk afgesproken patroon. Kortom: we leveren een op maat gesneden service!’

 

Faringwell maakt gebruik van onder meer het bedrijf Monticar in Roermond, dat op zijn beurt weer deel uitmaakt van een landelijk dekkend dealernetwerk. Dit zijn gecertificeerde inbouwspecialisten welke de volgsystemen met noodknop zeer professio-
neel en onzichtbaar voor u kunnen monteren.

 

Voor u als donateur van onze stichting heeft Faringwell een aantrekkelijk pakket gemaakt met honderden euro’s korting, zodat een volgsysteem inclusief noodknop in één keer bij u in de auto kan worden gemonteerd.

 

Wilt u meer weten over de actieprijzen en de voorwaarden, bel dan tijdens werktijden met ons kantoor (0475 – 31 72 72) of kijk op onze websites Hartgenoten.nl of Hartpatiënten.nl

Ooit zo ZOUT gegeten?

ROERMOND – Arme consument van gezondheidsinformatie. Bent u er juist aan gewend minder zout aan het dagelijkse eten toe te voegen, al was het maar omdat de overheid de voedingsindustrie bij herhaling oproept de zoutpercentages te verlagen… en nu roepen wetenschappers de laatste weken weer dat zout voor gezonde mensen niet slecht is.

En u en uw gezin zijn gelukkig gezond. Dus, wat moet u hier nu weer mee aan?

Ergert u zich ook zo aan die telkens veranderende boodschappen? Wij wel. Het is toch om dol van te worden. Wel, niet, wel, niet! Eerst wel zout, dan geen zout, dan weer zo min mogelijk zout vanwege het gevaar van hoge bloeddruk en de kans op hart- en vaatziekten. Zo gaat het al jaren achtereen. En nú zou er voor gezonde mensen geen enkele reden zijn weinig zout te consumeren.

In de afgelopen decennia is dat standpunt inderdaad nog al eens gewijzigd, onder invloed van de wetenschap die keer op keer tot andere inzichten kwam omdat zich nieuw onderzoeksmateriaal aandiende. ‘Volgens de laatste inzichten’, heet dat. Nobel hoor, die wetenschap en zijn onderzoekers, maar wel buitengewoon verwarrend. Niet in het minst voor u! Want u bent steeds de klos.

U wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen wat goed en slecht is voor uw gezondheid.

Veel zout zou het risico op hart- en vaatziekten niet wezenlijk verhogen, ja zelfs de kans op een hartaanval kunnen beperken, beweert althans de Universiteit van Leuven. Acht jaar is door haar aan een nieuwe studie met 3.681 Europese onderzoekspersonen gewerkt. De resultaten publiceerde professor Jan Staessen, hoofd van de afdeling hypertensie en cardiovasculaire revalidatie, onlangs in het vakblad Journal of the American Medical Association.

De Centers for Disease Control, de gezondheidswaakhond van de Amerikaanse regering, uitten onmiddellijk kritiek op de Vlaamse studie. Deze zou ongeschikt zijn ‘om er het overheidsbeleid of de aanbevelingen voor de bevolking op te baseren’, heette het. En de bevindingen van de Belgen zouden met een korrel zout moeten worden genomen, klonk het.

En uiteraard pareerde professor Staessen het ongezouten Amerikaanse commentaar weer. Maar heeft de consument van zout, zoals u en ik, daar wat aan? Nee! Wij worden keer op keer in verlegenheid en in verwarring gebracht door dit wetenschappelijke gekonkel.

De wetenschap moet intern eens op één lijn komen. Bovendien, waarom zou de voedingsindustrie zijn zoutbeleid veranderen als wetenschappers niet eens met elkaar door één deur kunnen? Ons advies: wees matig met zout!

Column: Jan van Overveld

WILLEM KOLFF geestelijk vader van kunstorganen

 

In deze grofmazige tijden van ’Bekende Nederlanders’ die vaak niet meer kunnen dan een liedje zingen of de platvloersheid beheersen, is het triest te moeten ontdekken dat één der grootste Nederlanders uit de moderne geneeskunde bij verreweg de meeste van zijn landgenoten een onbekende is: Willem Johan Kolff.

 

Toch is deze internist uitvinder van de kunstnier (1943) en schreef hij door levenslange toewijding tal van kunstmatige organen op zijn naam, zoals een hart-longmachine (1956), het kunsthart (1957), maar later ook het kunstoog en kunstoren. Kolff ontving voor zijn levenswerk, waaraan miljoenen hun leven of levenskwaliteit danken, 13 eredoctoraten en 127 onderschei-
dingen. Academische graden en decoraties, toegekend vanuit alle uithoeken van de wereld.

 

Het weekblad Time riep de Amerikaanse Nederlander in 1990 uit tot één van de honderd belangrijkste personen uit de twintigste eeuw. Maar in de ‘canon van Nederland’ is geen spoor van hem terug te vinden. Wél in de daarvan afgeleide regionale canon van Overijssel…

Willem Johan Kolff, ‘Pim’ voor intimi, werd 14 februari 1911 geboren in een Leids huisartsgezin. Bijna een eeuw later, drie dagen vóór hij 98 jaar zou worden, stierf hij doof en bijna blind in New Square, Pennsylvania in de VS. Daar woonde hij sinds midden vorige eeuw en werd hij in 1955 Amerikaan.

 

De jonge Kolff bezat de genen van de geneeskunde. Bovendien was hij handig en hield van mechanica en houtbewerking. Toen hij tijdens zijn studie aan de Rijksuniversiteit Leiden het artsenvak instapte en in 1938, als jongste assistent-arts in het Academisch Ziekenhuis Groningen werd geconfronteerd met een stervende nierpatiënt, inspireerde hem dat tot het willen oplossen van chronische nierontstekingen.

 

Het verhaal gaat dat Kolff tijdens de oorlog in het Kamper stadsziekenhuis van een waterpomp uit een T-Fordje, wat restanten van een Duits oorlogsvliegtuig en een handvol worstenvellen een kunstnier vervaardigde. Het apparaat bleek in staat bloed van nierpatiënten te zuiveren en werd een voorloper van de dialyse.

 

Eenmaal in de VS raakte Kolff in de ban van zowel het kunsthart als de hart-longmachine. Eind 1957 implanteerde hij, als hoogleraar klinisch onderzoek aan de Cleveland Clinic in Ohio, een experimenteel kunsthart bij een hond. Dat hield het dier anderhalf uur in leven. Ook plaatste hij kunstharten van het type Jarvik bij enkele kalveren en een stier.

 

Na jaren van experimenteren was het de gepensioneerde tandarts Barney Clark die in 1982 als eerste mens ter wereld een kunsthart kreeg: de Jarvik 7. Dat verlengde zijn leven met 112 dagen. In 2000 kreeg een Britse man een sterk verbeterde uitvoering van het Jarvik-kunsthart en leefde er uiteindelijk zeven jaar mee.

 

In aflevering 3: het Steunhart.

fotografie: Willem Kolff Stichting

 

 

Amir Houshangi: ‘Reanimeren verplicht vak op school!’

 

MAASTRICHT – Het vak reanimatie moet op alle middelbare scholen verplicht worden! Dat is een belangrijke missie van de 23-jarige Amir Houshangi, eerstejaarsstudent geneeskunde aan de Universiteit Maastricht en sinds kort ook reanimatie-instructeur.

 

‘Als het vak reanimeren op middelbare scholen verplicht wordt, kan straks iedereen reanimeren’, weet Houshangi, die elf jaar geleden als kind met zijn moeder vanuit Iran naar Nederland kwam. Sindsdien heeft hij hard aan de weg getimmerd om de taal goed onder de knie te krijgen en zijn vwo-diploma te halen. ‘Al toen ik 11 of 12 jaar was wilde ik dokter worden’, herinnert Amir zich. ‘Ik heb veel motivatie opgedaan bij mijn stiefvader die destijds huisarts was. Ik dank mijn progressie ook aan mijn moeder, want zonder haar was het nooit gelukt. Zij was er altijd voor me en steunde mij overal in.’

 

Na het behalen van het vwo-diploma kwam de tegenslag. ‘Ik werd twee jaar achter elkaar uitgeloot en kon me dus niet inschrijven als student geneeskunde. Het derde jaar werd ik opnieuw uitgeloot, maar gelukkig kon ik worden nageplaatst! Nu ben ik eerstejaars, en alle eerstejaars konden zich opgeven voor het examen reanimatie-instructeur. Dat verliep volgens een heel strenge selectie, want je moet echt gemotiveerd zijn wil je daarvoor uitgekozen worden. Het diploma instructeur reanimatie heb ik intussen gehaald. Ik geef nu cursussen aan middelbare scholieren. Het belangrijkste is om kinderen op een leuke, leerzame en effectieve manier het reanimeren bij te brengen. Iedereen kan het, al ben je 12 of 13 jaar.’

 

Amir zegt veel te danken te hebben aan zijn mentor Petra Schuffelen, die zich al jaren inzet voor reanimatielessen op scholen. ‘We proberen mensen in de politiek uit te leggen hoe belangrijk reanimatie is. Als je met politici praat, echt: iedereen wil het. Maar als het erop aankomt, dan haken ze vaak af.’ Onbegrijpelijk vindt Amir dat. ‘Stel je voor dat naast je, je vader of moeder bewusteloos raakt. De meeste mensen in Nederland weten dan niet wat te doen. Alleen maar wachten op de ambulance, die vaak pas na een kwartier komt, is dramatisch. Als je direct gaat reanimeren, verhoog je de kans op een leefbare toekomst tot wel 60 procent.

 

Reden waarom ik voor geneeskunde gekozen heb is dat het leven soms heel kort kan zijn en dat je soms sterft terwijl je tijd nog niet gekomen is, met alle pijn voor de nabestaanden. Als arts ben je degene die hét verschil kan maken. Maar als je op jonge leeftijd hebt leren reanimeren, kun je dat levenslang: jong geleerd is oud gedaan!

 

Naschrift redactie: Hartpatienten Nederland hoopt dat veel jongeren het voorbeeld van deze openhartige jongeman volgen. Mede door zijn volhardendheid en tomeloze inzet voor de medemens wonen wij in de toekomst in een beter Hartbewaakt Nederland. Kent u ook bijzondere reanimatie-initiatieven? Breng ons ervan op de hoogte!

door: Henri Haenen

De nieuwe reanimatie instructiepop: Doorbraak in reanimatie onderwijs

 

STRAMPROY – Hartpatiënten Nederland presenteert met veel genoegen de nieuwste ontwikkeling op het gebied van reanimatie cursussen. AED Solutions levert sinds kort een nieuwe reanimatiepop met trainingsmogelijkheden tegen ongekende prijzen.

 

De nieuwe instructiepop kost beduidend minder dan de poppen die nu veelal gebruikt worden. Bovendien is de nieuwe pop voorzien van enkele vernuftige technische snufjes, die de cursist helpen om het reanimeren op een juiste wijze aan te leren en uit te voeren.

 

De nieuwe pop bestaat uit een torso met hoofd. De pop maakt het mogelijk op een makkelijke en zeer realistische manier de reanimatie en het gebruik van de AED te oefenen.

 

De pop beschikt over een klikkermechanisme en heeft enkele handige controlelampjes. Die geven de cursist zowel auditief als visueel feedback. De controlelampjes zitten onder de linker schouder van de oefenpop, goed zichtbaar voor zowel de cursist als de docent. Die laatste kan dan ook meekijken en direct zien of iemand de oefening goed uitvoert.

 

Het demontabele hoofd is zo gemaakt, dat de cursist leert de kin op een correcte wijze op te lichten om daarmee de luchtweg vrij te maken. Bij het beademen komt de borstkas omhoog.

 

Ook de massage, het uitoefenen van compressie, wordt efficiënt begeleid. Bij een juiste compressie hoort de cursist een duidelijke klik. Daarnaast kunnen lampjes oplichten in drie kleuren. De lampjes houden het tempo bij en registreren of dit tempo goed is. Is dat tempo te laag, dan schijnt een rood of een geel lampje. Komt het tempo in de buurt, dan licht een groen lampje op. Het enig juiste tempo, 100 compressies per minuut, wordt verwelkomd door twee groene lampjes.

 

De pop is eenvoudig schoon te maken en te onderhouden. Naast een ‘volwassen’ leerpop is er ook een realistische  babypop. Hierop kan de babyreanimatie geoefend worden. Ook de babypop heeft de controle-lampjes.

 

Wie meer wil weten kan contact opnemen met Hartpatiënten Nederland. Op telefoonnummer 0475 – 31 72 72 of mail naar roermond@hartpatienten.nl

Dotteren met een missie

 

EMMEN – Vroeger kon je alleen gedotterd worden in een groot ziekenhuis met hartchirurgie. En wel omdat daar een chirurg klaar stond, mocht het dotteren tot complicaties leiden en een hartoperatie acuut nodig zijn.  De laatste jaren krijgen steeds meer streekziekenhuizen toestemming om te dotteren, mits daarbij voldaan wordt aan enkele strenge voorwaarden.

 

Een van die ziekenhuizen is het Scheper Ziekenhuis in Emmen, provincie Drenthe. Vreemd, zo op het eerste gezicht, want het gaat om een relatief dun bevolkt gebied. Hoe kan zo’n ziekenhuis voldoen aan de minimumeis, waarbij het dottercentrum minimaal 600 behandelingen moet uitvoeren? ‘Vroeger was een aantal van 600.000 mensen in de omgeving een minimumvoorwaarde om te mogen dotteren’, legt interventiecardioloog Gillian Jessurun van het Scheper Ziekenhuis uit. ‘Wij lieten hier zien dat het niet alleen gaat om het aantal mensen dat hier woont. Uit onderzoek door het RIVM bleek namelijk dat in Drenthe het aantal opnamen en de sterfte als gevolg van hartaandoeningen hoger is dan landelijk gemiddeld omdat de bewoners veel meer risicofactoren zoals hoge bloeddruk, overgewicht, suikerziekte en roken hebben. Je moet dus niet alleen kijken hoeveel mensen er in de buurt wonen, maar ook wat hun gezondheidsconditie is.’

 

‘Door een regionale samenwerking met de ziekenhuizen in Assen, Hoogeveen, Stadskanaal en anderen is het mogelijk om ruimschoots te voldoen aan de eis van minimaal 600 dotterbehandelingen op jaarbasis. Het dottercentrum heet ook Invasieve Hartzorg Drenthe (IHD) om deze regiofunctie te benadrukken.’

 

‘We letten heel goed op de wens van de patiënt’, benadrukt Jessurun. ‘Wij bieden kwalitatief hoogwaardige zorg en service zonder wachtlijsten’, gaat Jessurun verder. ‘Daarin onderscheiden we ons van omringende hartcentra. Wij werken gewoon door, als het moet tot 22.00 uur in de avond. Om dit te kunnen moeten de medewerkers flexibel zijn. Meerwaarde krijgen wij als ziekenhuis alleen als we ons met zijn allen anders opstellen. En flexibel personeel krijg je alleen mee als je hen kunt uitleggen waarom je dat zo doet en hun de waardering geeft die bij deze inzet past.’

 

Niet alleen daardoor komen er meer patiënten naar het ziekenhuis in Emmen om gedotterd te worden. Het interventieteam van IHD bestaat uit Dr. Alexander Schramm, Dr. Rutger Anthonio en Dr. Gillian Jessurun. ‘We hebben elk meer dan tien jaar ervaring in het verrichten van hartkatheterisaties en hebben jarenlang de meest complexe ingrepen uitgevoerd. Die expertise is belangrijk. Stel je hebt een verkalkt bloedvat dat al jaren dicht zit. Daar kun je niet zomaar met een draadje doorheen prikken. Door ervaring en met behulp van goede technieken lukt het vaak toch om een route te creëren.’ Ook heeft de intensieve nazorg van patiënten in een levensbedreigende situatie meerwaarde gekregen door het aantrekken van een zeldzame cardioloog intensivist.

 

Daarnaast is niet alleen de indicatie hartaanval reden om te dotteren in Emmen. ‘We doen dat ook bij mensen met andere aandoeningen zoals hartfalen. Heel vaak blijken deze mensen ernstige bloedvatvernauwingen te hebben. Zo kwam een vrouw hier bij ons die we twee keer gedotterd hebben. Voor die tijd had haar hart een slechte pompfunctie. Na twee keer dotteren verbeterde die pompfunctie naar een normaal niveau. Dat betekent dat een meer belastende hartoperatie niet altijd nodig is. Dat is in dit soort gevallen beter voor de patiënt en kost minder. Omdat wij de indicaties zorgvuldig stellen en optimaal benutten, zoals sommige mensen met hartfalen, kunnen we samen met de eerdergenoemde argumenten het minimum aantal dottergevallen op jaarbasis makkelijk halen.’

 

Ook de samenwerking met hartchirurgische centra garandeerde het succes van IHD. De ontwikkelingen in deze samenwerking gaan verder. ‘Mocht het in zéér zeldzame gevallen dan toch mis gaan, dan kunnen wij in de toekomst de patiënt hier stabiliseren met een mobiele hartlongmachine en de chirurg per helikopter laten invliegen.’

 

‘Met creativiteit en doorzettingsvermogen kunnen we heel wat bereiken voor de patiënten in Drenthe. Ik zie dat als een missie!’

door: Henri Haenen, fotografie: Henk Benting

Verantwoordelijkheid

Het zijn moeilijke tijden voor mensen die gewend zijn dat het rode lopertje uitligt en het bedje gespreid is. Dat was vroeger zo. We zorgden toen allemaal goed voor elkaar, hadden een verzorgingsstaat die als een warme deken om ons allemaal heen zat. Maar tijden veranderen. De maatschappij individualiseert. En solidariteit is een woord waarvan velen niet eens meer weten hoe dat geschreven wordt.

Geld gaat tegenwoordig niet meer zitten in zorg voor elkaar en het helpen van zwakkeren en zieken. Geld gaat tegenwoordig vooral naar topsalarissen en bonussen. Lees: naar zeewaardige zeiljachten van de machtigen van multinationals en banken. Het gewone volk, wij dus, moet het doen met de boodschap dat we vooral zelfredzaam moeten zijn.

Zelfredzaamheid is daarmee de ideologie van het nieuwe kapitalisme geworden. Zoek het je maar uit, anders gezegd. Ieder voor zich en God voor ons allen. Ware het niet dat steeds meer mensen ook het bestaan van die God niet meer voor waar aannemen.

En zo zijn wij ieder voor zich dus helemaal op ons zelf aangewezen. Als we dan voor de dokter zitten, is het aan ons om te beslissen voor welke behandeling en voor welk medicijn wij kiezen. De dokter bepaalt niet langer. De dokter adviseert.

Ik vind dit bijzonder lastig moet ik erkennen. Ik ben opgegroeid in een tijd dat de dokter simpelweg alles wist. De arts wist wat het beste voor me was. En daarover bestond geen twijfel. Nu zit ik tegenover mijn dokter en moet vooral kritisch luisteren. En me vooraf al informeren, bijvoorbeeld via internet of via een patiëntenorganisatie.

We worden zelf verantwoordelijk voor onze eigen gezondheid. We kunnen niet langer alles afschuiven op de dokter. En als we vinden dat die het slecht doet, moeten we zelf de verantwoording ervoor nemen naar een ander te gaan. Het begrip ‘second opinion’ raakt steeds meer ingeburgerd.

Die eigen verantwoordelijkheid maakt het ook nodig om niet (meer) te roken en niet teveel en te vet te eten. Want daarmee ondermijnen we onze gezondheid ernstig, en worden we langer afhankelijk van de medische industrie. En dat kost scheppen geld. Geld dat de maatschappij op den duur niet meer op kan brengen. Omdat geld nu eenmaal naar topsalarissen en bonussen gaat.

In zo’n wereld leven wij. Een wereld waarin de bazen en bonzen van banken en multinationals zich onverantwoordelijk mogen blijven gedragen, terwijl wij, burgers, gewezen worden op onze eigen verantwoordelijkheid.

Column door: Henri Haenen

Een herstelde Inschattingsfout

De nieuwe minister van Volksgezondheid, Edith Schippers (VVD), heeft een hardnekkige taxatiefout van haar ambtsvoorganger Ab Klink (CDA) hersteld.

De bewindsvrouw acht het van het grootste belang dat er voor patiënten met hartklepproblemen een ruimschoots aanbod dient te zijn van gespecialiseerde behandelcentra. Schippers vindt dat hartklepingrepen via een lieskatheter in totaal elf instellingen moeten kunnen worden uitgevoerd. Deze elf krijgen nu hun felbegeerde vergunning.

Zij tikt daarmee in wezen zowel haar voorganger als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) keihard op hun vingers. Beiden vonden zes hartklepziekenhuizen voldoende en wezen vijf aanvragers de deur. Schippers dus niet. Zij haalt de afgewezen centra weer binnen. Dat siert haar. Een ruime dekking over het land scheelt mensen met een hartklepprobleem veel gedoe met het reizen. Nu zal er redelijk dicht in de buurt een goed behandelcentrum zijn. Met dank aan ministers Schippers!

Hartpatiënten Nederland heeft de indruk dat mevrouw Schippers de belangen van de patiënten duidelijk heeft laten meewegen. Volgens berekeningen zouden per jaar in Nederland ten minste 550 van dergelijke ‘hartklep via de liesingrepen’ nodig zijn.

Edith Schippers vindt dat er in elk aangewezen ziekenhuis ieder jaar ten minste vijftig klepoperaties moeten worden uitgevoerd..

De eerdere protesten tegen het besluit van minister Ab Klink en ‘zijn’ inspectie waren fel. Onder meer van de zijde van het Catharina-ziekenhuis in Eindhoven. Dat voerde verschillende juridische procedures tegen het besluit van de toenmalige bewindsman. Het Catharina was overigens het eerste Nederlandse ziekenhuis dat deze specifieke operatietechniek introduceerde. Met medisch gezien goede en alleszins verdedigbare resultaten. Die presenteerde het ziekenhuis vorig jaar ook tijdens een internationaal symposium.

Het was derhalve een buitengewoon laakbaar besluit van de inspectie om juíst het Eindhovense hospitaal geen vergunning te verlenen, op grond van een bijna lachwekkend maar uiterst  zwak argument dat dit centrum ‘te weinig ervaring had met deze techniek’.

De nieuwe minister heeft goed geluisterd naar álle bezwaren en is gevoelig gebleken voor de argumenten. Ook het Universitair Medisch Centrum Nijmegen/St. Radboud, het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam, en de universiteitsziekenhuizen van Groningen en Utrecht, alsmede het Medisch Centrum Leeuwarden krijgen nu de zegen van Schippers. Ze mogen allemaal doorgaan met waar ze al geruime tijd mee bezig waren en ruimschoots ervaring in hadden: hartklepoperaties via de lies.

Complimenten dus voor deze liberale minister. Jammer alleen dat ze het (nog) niet heeft aangedurfd om de al jaren bevroren Wet op de Orgaandonatie te veranderen. Dát is echt een gemiste kans.

Column door: Jan van Overveld

In bier gepocheerde tilapiafilet

In bier gepocheerde tilapiafilet

 

Hoofdgerecht 4 personen

Bereidingstijd: 25 minuten

Tsjechen zijn echte bierdrinkers en dat is niet gek als u bedenkt dat pilsner uit de Tsjechische stad Pilsen komt. Ze drinken het goudgele vocht niet alleen, ze gebruiken het ook voor het bereiden van diverse stoofschotels. Heel bekend is varkensvlees in bier: Pivni guláš. Wij geven u ook een recept dat met bier bereid wordt, maar dan met wat gezondere vetten.

 

Bereiden:

De ui pellen en snipperen. De bleekselderij schoonmaken en in kleine stukjes snijden. smelt de margarine in een grote koekenpan. De ui en selderij in 3 minuten zacht en glanzend bakken. De kruiden toevoegen en het bier erbij schenken. Het geheel aan de kook brengen en de visfilets in de pan leggen. Afgedekt tegen de kook aan houden en zo de vis in ongeveer 8 minuten gaar pocheren. De filets uit de pan halen en warmhouden. Het pocheervocht zeven, terug schenken in de pan en het vuur hoog zetten. De saus tot de helft laten inkoken. De maïzena losroeren met 1 eetlepel water. De saus binden met het maïzenapapje en op smaak brengen met peper en zout. De vis met de saus serveren en met peterselie garneren. Lekker met aardappelpuree en gekookte worteltjes.

Bevat per stuk gemiddeld:

  • 885 kJ (210 kcal)
  • 27 g eiwit
  • 8 g vet, waarvan 1 g verzadigd vet
  • 3 g koolhydraten

 

Boodschappenlijstje:

  • 1 ui
  • 1 stengel bleekselderij
  • 3 eetlepels vloeibare margarine
  • 1 takje peterselie
  • 1 blaadje laurier
  • 1 takje tijm
  • 3 jeneverbessen
  • 1 flesje bier (300 ml)
  • 600 g tilapiafilets
  • 1 theelepel maïzena
  • peper, zout
  • 4 takjes peterselie

Ik hou van soep!

Ik hou van soep!

 

door: Raïssa Luif

 

Soep is één van de oudste gerechten ter wereld. Volgens sommige wetenschappers is zelfs het leven op aarde ontstaan uit een soort ‘oersoep’. Soep moet dus haast wel goed zijn. Het is bovendien makkelijk te maken, voedzaam en heel erg lekker. Ook ik ben dol op soep. Neem nu een glad gepureerde tomatensoep. Met een kraakvers broodje kaas erbij geeft zo’n hartig tomatensoepje tussen de middag zoveel energie. Of neem erwtensoep. Ik heb een hekel aan kou, maar de winter vormt het beste excuus om een pan verse erwtensoep te maken. En wat te denken van Indiase linzensoep. Lekker pittig en zó bijzonder van smaak. Of Russische bietensoep, met zijn specifieke zoete bietengeur, gecombineerd met dille en zure room. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

 

Helaas ben ik de enige bij ons in huis die er zo over denkt. Als ik dus eens een dagje alleen eet, grijp ik direct mijn kans en maak ik de meest wilde soep die ik op dat moment kan bedenken.

 

Voor nu juist een heel toegankelijk soepje: spinaziesoep. Lekker en gezond.

 

Spinaziesoep

Hoofdgerecht voor 4 personen

 

Boodschappenlijstje:

  • Olijfolie
  • 2 tenen knoflook, geperst
  • 1 ui, gesnipperd
  • 500 ml groentebouillon
  • 300 g verse spinazie
  • Zout en versgemalen zwarte peper
  • Griekse yoghurt, naar smaak
  • Handje bieslook, kleingesneden

 

Aan de slag

Verhit wat olijfolie in een soeppan. Fruit de knoflook even aan en bak de ui zacht en glazig. Voeg bouillon toe en breng aan de kook. Laat de spinazie 2 minuten meekoken, pureer de soep met de staafmixer en voeg naar smaak zout en peper toe. Serveer met een lepel Griekse yoghurt in elke kom en wat bieslook.

 

Tip

In plaats van yoghurt kunt u ook crème-fraîche of zure room gebruiken. Neem voor een meer Italiaanse smaak basilicum in plaats van bieslook en maak af met snippers parmezaan.

 

Salade met avocado en walnoten
Nagerecht voor 4 personen

 

  • Boodschappenlijstje:
    15 blaadjes kropsla, in stukken gescheurd
  • 10 kerstomaatjes, gehalveerd
  • 2 eieren, hardgekookt en in blokjes
  • ½ gele paprika, in kleine stukjes
  • 1 rode ui, in halve ringen
  • 2 rijpe avocado’s, geschild, ontpit en in blokjes
  • Sap van ½ citroen
  • 6 el notenolie
  • ½ el mosterd
  • Zout en versgemalen zwarte peper
  • Handje muntblaadjes, fijngesneden
  • Hand walnoten, ongezouten

 

Aan de slag

Doe kropsla, kerstomaatjes, eieren, paprika, rode ui en avocado’s in een grote slabak. Maak een dressing van citroensap, notenolie, mosterd, zout, peper en munt. Meng de dressing met de salade. Strooi er walnoten overheen. Heerlijk als lunchgerecht of geserveerd met bijvoorbeeld krieltjes als hoofdgerecht.

 

Tip

In plaats van walnoten kunt u ook pijnboompitten of pecannoten gebruiken.Gescheurde of gesneden sla?

Kropsla kunt u beter scheuren dan snijden. Als u de sla snijdt, worden de randen eerder lelijk en verlept de sla. Gescheurde sla ziet er langer goed uit en smaakt ook beter.

 

De avocado

Als het vruchtvlees van de avocado wordt blootgesteld aan zuurstof wordt dit snel bruin. U voorkomt dit door citroensap toe te voegen.

Avocado’s bevatten veel vet, maar wel goede vetten, de zogenaamde enkelvoudig onverzadigde vetzuren. Deze werken cholesterolverlagend.

Eet een avocado bij voorkeur rauw. Als u hem verwarmt wordt hij snel bitter.