default-header
HomeNieuwsMijn mooiste reis ‘Nu weet ik het zeker: ik word 100!’

Mijn mooiste reis ‘Nu weet ik het zeker: ik word 100!’

Vakantie

maandag 12 juni 2017, door Hartpatiënten Nederland

 

In deze rubriek vertellen hartpatiënten over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van Greult de Haan (73). Ondanks protesten van zijn cardioloog liep hij vorig jaar in 83 dagen de beroemde pelgrimsroute naar Santiago de Compestella.

 

‘Sint Jacob is altijd in de buurt om je te helpen’, zeggen mensen die de pelgrimsroute hebben gelopen. Ik geloofde daar nooit zo in, sinds mijn jeugd ben ik amper in de kerk geweest. Maar ze hadden gelijk. Midden in de Pyreneeën belandde ik onverwachts in een hevige sneeuwstorm, alles om me heen was wit. Ik geloof dat ik nog nooit zo bang ben geweest. Ik was niet gekleed op de winter en kon het verschil tussen pad en berm niet meer zien. Het is een wonder dat ik heelhuids het dorp heb bereikt, de volgende dag hoorde ik dat er een – veel jongere – man was overleden.

 

Toen ik aankondigde om naar Santiago de Compestella te lopen, dacht iedereen in mijn omgeving dat ik gek geworden was. Ik ben al ruim acht jaar hartpatiënt en heb vier keer een zwaar infarct gehad. Omdat de oorzaak niet gevonden werd, kreeg ik in 2011 een pacemaker. Helaas bleef het dramatisch gaan, ik zat met regelmaat op de eerste harthulp. Van nature ben ik heel optimistisch, maar ik ging steeds meer gebukt onder mijn medische situatie.

 

Slecht idee

Ondertussen raakte ik steeds meer besmet met het Pelgrimsvirus. Ik ben een groot liefhebber van natuurwandelingen en de route naar Santiago de Compostella, ook wel de camino genoemd, is voor wandelaars natuurlijk de tocht der tochten. Mijn vrouw en dochter zagen het absoluut niet zitten, maar ik ben een beetje ondeugend van aard. Gezien mijn leeftijd en instabiele hart wilde ik mijn wens niet langer uitstellen. Dus plande ik mijn vertrekdatum: 22 augustus 2016.

 

Toen kwam het nieuws dat er opnieuw een ingreep aan mijn hart moest plaatsvinden, 10 dagen voor mijn vertrek. Ik had er weinig vertrouwen in. Het jaar ervoor had ik ook al een ingreep gehad, en dat had niets veranderd. Ik wilde best onder het mes gaan, maar de tocht ging gewoon door! Mijn cardioloog vond dat een heel slecht idee, maar merkte dat hij me er niet van kon weerhouden. ‘Oké, ga dan maar’, zei hij, ‘Na 10 kilometer kom je vanzelf wel weer terug.’

 

Ik denk dat iedereen ervan overtuigd was dat ik niet ver zou komen. Zelf twijfelde ik eerlijk gezegd ook, de eerste dagen na de operatie had ik me ontzettend beroerd gevoeld. Toen mijn vrouw me naar Vessem (onder Eindhoven) bracht, waar mijn voettocht zou beginnen, waren we allebei erg emotioneel. Aan de andere kant voelde ik me ook veilig. Door middel van de GPS-app Strava konden mijn vrouw en dochter tot op 10 meter nauwkeurig zien waar ik me bevond. Als er iets gebeurde, kon er vast snel hulp worden ingeroepen.

 

Topfit en oersterk

Ik genoot van de vergezichten over het Franse platteland, de steile heuvels en rotsen, pittoreske dorpjes en de prachtige Spaanse natuur. Tot mijn grote opluchting voelde ik me topfit. De eerste pittige heuvels in het Champagnegebied beklom ik moeiteloos. Zou de ingreep aan mijn hartkamer dit keer dan toch het probleem hebben opgelost?, vroeg ik me af. Natuurlijk, soms was het zwaar. Er waren dagen dat ik maar naar de horizon bleef turen in de hoop dat in de verte eindelijk het caminodorpje zou opdoemen waar ik kon overnachten. Op die momenten ben je keihard aan het vechten. Niet alleen fysiek ging ik de strijd aan, maar ook emotioneel. De laatste jaren had ik heftige dingen meegemaakt in mijn privéleven, die ik nog niet had verwerkt. Tijdens het wandelen kreeg ik het ene na het andere inzicht. Ik voelde me oersterk!

 

De schouders van Sint Jacob

Na 83 dagen en 2470 kilometer, kwam ik aan in Santiago de Compostella. Precies zoals het ritueel voorschrijft, ging ik de kathedraal in, liep ik de smalle trappen omhoog en legde ik mijn handen op de schouders van het zilveren beeld van Sint Jacob. Dat moment greep me heel erg aan. Voortaan mocht ik mezelf ‘pelgrim’ noemen.

 

Bij thuiskomst was mijn cardioloog stomverbaasd. De pacemaker had helemaal niets hoeven doen, mijn hart was in perfecte conditie. ‘Luister’, zei ik tegen haar. ‘Vanaf nu ben ik geen hartpatiënt meer. Let maar op, ik word 100!’.

 

Nog steeds gaat er geen dag voorbij dat ik niet terugdenk aan de tocht. Ik heb de hele wereld rondgereisd, maar dit was oprecht de mooiste reis van mijn leven. De camino was een verrijking. Niet alleen heb ik bewezen dat ik, ondanks mijn leeftijd en gezondheid, nog tot alles in staat ben. Maar ik heb ook heel veel geleerd. Bijvoorbeeld dat als je het tussen de oren niet op orde hebt, het lichamelijk ook niet goed komt. En dat je nooit moet opgeven, wat er ook gebeurt.

 

En Sint Jacob? Die heeft me zeker geholpen. Maar het meest dankbaar ben ik voor de Nederlandse gezondheidszorg. Want het zijn de cardiologen die me beter hebben gemaakt.’


Geef een reactie