Student en een S-ICD

LEIDEN – Ze is 21 jaar en kreeg vorig jaar te horen dat ze een ernstige hartziekte heeft. Roos Vliegen uit Leiden draagt sinds 4 januari een S-ICD. Gelukkig is die nog nooit afgegaan, laat ze weten in een gesprek met ons magazine.

‘Voor mijn ziekte sportte ik fanatiek, en het was mijn grote droom om bij de politie te gaan’, vertelt Roos. ‘Ik genoot met volle teugen van mijn studentenleven. Helaas kan dit allemaal niet meer zoals ik dat wil. Sporten gaat überhaupt niet meer en ook de politie kan ik vergeten. Ik kon de daarvoor noodzakelijke sporttest niet meer doen. Dat is hard aangekomen. Dat ik nu niet meer mag sporten, vind ik denk ik het allerergste. Vroeger sportte ik vier, vijf keer per week. Nu golf ik. Ook heb ik hartrevalidatie, waar ik onder begeleiding mag tennissen. Het studentenleven leef ik nog steeds, maar een stuk minder dan hiervoor. Dat komt ook deels doordat ik er geen tijd meer voor heb door stage (die ik op het moment loop), revalidatie en doktersbezoeken. Eigenlijk alles wat er bij de ziekte komt kijken.’

Politie

Terugkijkend op haar nog jonge leven zegt ze: ‘Ik heb een onwijs goeie jeugd gehad. Twee hele lieve ouders en een grote zus. Met 17 ging ik uit huis om SPH te studeren. Dat hield ik een jaar vol. Ik was veel aan het feesten, de studie kwam op de tweede plek. Na dat jaar heb ik een tussenjaar gedaan, en heb ik gesolliciteerd bij de politie. In dat jaar zijn ook mijn ogen gelaserd, aangezien dat moest voor de medische test. Ik liep stage bij jeugdzorg en reisde drie maanden door Azië rond met vrienden. Dat jaar heb ik veel geleerd en ik ben blij dat ik dat toen nog heb kunnen doen.’

‘Ik wil vooral van het leven genieten’, gaat Roos verder. ‘Ik kom uit Den Haag, waar mijn ouders wonen. In Den Haag heb ik ook nog een grote groep vrienden, die ik nog regelmatig zie. Mijn sociale leven heb ik uitgebreid in Leiden door mijn studentenvereniging en huis. Deze vrienden en vriendinnetjes zijn mij ongelofelijk dierbaar.’

Verdikte hartspier

Op een gegeven moment voelde Roos een druk op haar borst. ‘Ik voelde me benauwd, en had last van hartkloppingen. Ik ging naar de huisarts en die hoorde een ruis in mijn hart. Hij stuurde me door naar de cardioloog. Drie dagen later, voelde ik me niet lekker. Ik had het gevoel alsof mijn hart uit mijn borstkas bonkte. Ik ging naar de huisartsenpost in het LUMC, waar een ECG werd gemaakt. Mijn bloedwaarden bleken niet goed. Daar kreeg ik de diagnose: Hypertrofische cardiomyopathie. Oftewel een verdikte hartspier.

Mijn eerste gedachte was: hoe moet ik nu mijn leven nog leiden zoals ik dat wil? Ik had nooit gedacht dat dit psychisch en lichamelijk zo’n impact zou hebben. Ik moet opnieuw aftasten wat ik wel en niet kan.’

Er volgde veel opnames vanwege klachten, een katheterisatie en de implantatie van de S-ICD. Deze werd Roos aangeraden omdat zij een te risicovol leven leidt. ‘Ik heb er gelukkig weinig hinder van. Als ik op mijn linkerzij lig voel ik hem wel eens, maar verder eigenlijk niet. Hoe dan ook hoop ik dat de ICD nooit nodig is.’

Ze vinden toch niks….

Tijdens de ziekenhuisopname kreeg Roos op het hart gedrukt dat ze moest bellen als ze weer druk op haar borst voelde. ‘Dat heb ik enkele malen gedaan, maar steeds minder’, vertelt ze. ‘Ze vinden toch niks, hield ik mezelf voor. Ik voelde in toenemende mate een drempel om te bellen. Bij de hartkatheterisatie zijn ze erachter gekomen dat er adertjes dichtgedrukt worden door de verdikte hartspier. Dit bleek de oorzaak van de druk op mijn borst. ‘Als dit het is, waarom zou ik dan de volgende keer weer bellen? Dit zijn vast weer die adertjes’, dacht ik.’

‘Ik ben er veel mee bezig. Gelukkig minder dan in het begin, maar toch. Feitelijk ben ik in heel korte tijd volwassen geworden. Je ziet opeens hoe het leven er uitziet als je ziek bent, waar je allemaal rekening mee moet houden. Ik was een feestbeest, ben dat nu wat minder. Ik mag van de cardioloog slechts met mate alcohol drinken. Maar dat vind ik nu nog wat lastig. Ik geniet van het uitgaan en gezellig drinken met vrienden. Ik ben nog jong en wil nog onbezorgd zijn. Helaas kan dit niet meer altijd. Ik ben me er wel van bewust dat ik me nu niet altijd aan de leefregels houd, en ben wel van plan om dit meer te gaan doen.’

Roos woont samen met acht meiden in een Leids studentenhuis. Ze geeft het volmondig toe: ‘Ik neem niet zoveel rust. Het liefst plan ik mijn hele dag vol met veel sociale contacten. Ik merk wel dat ik daar heel moe van word, maar ga het liefst door. Ik ben 21, ben student, ik hoor lekker mijn leven te leiden. Ik heb mijn hartproblemen nog niet geaccepteerd.’

‘Traplopen is een drama. Ik ben in no time uitgeput. Als iemand met me mee wil lopen of fietsen, moet dat in een lager tempo. Ook bijwerkingen zoals kortademigheid, vocht vasthouden en algemene vermoeidheid werken niet echt mee. Toch probeer ik er het allerbeste van te maken en de ziekte langzamerhand te accepteren.’

Roos studeert inmiddels verpleegkunde HBO-V in Leiden. Een vierjarige studie. ‘Daarna wil ik doorstuderen en me specialiseren. Het liefst op de kinderafdeling, de operatiekamer (OK) of de keel-neus-oor afdeling (KNO). De spoedeisende hulp lijkt mij het allerleukste, maar ik weet niet of dat zal lukken in mijn toestand.’

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Wim en Amandus over hun reiservaringen

Met elke Hartbrugreis is de groepssamenstelling weer een verrassing; ‘nieuwelingen’, reizigers die net aan hun tweede reis beginnen of reizigers die al veelvuldig mee zijn gegaan. Evenals de reizigers zelf. Van partners tot vrienden en alleenstaanden; iedereen is welkom. Wim en Amandus, beide weduwnaar en onbekenden, troffen elkaar in het voorjaar tijdens de reis naar Zuid-Beieren in Duitsland. Omdat zij beiden perse meewilden met deze mooie vakantie, maar de eenpersoonskamers al vergeven waren, besloten zij een kamer te delen. De goedlachse heren delen hun reiservaringen.

Zuid-Beieren is een populaire vakantiebestemming in Duitsland. Het is onder Nederlanders geliefd en eveneens bij HartbrugReizen. Een terugkerende reis welke binnen de kortste keren is volgeboekt. De reis naar Zuid-Beieren in het voorjaar was eveneens geen uitzondering. Wim Coppens en Amandus van der Sluijs wilden beiden alsnog graag mee, maar er waren geen eenpersoonskamers meer. De enige optie was om een kamer te delen en zij besloten om hiermee akkoord te gaan. Spannend, vooral voor Wim, want het was eveneens zijn eerste vakantie met HartbrugReizen: ‘Sinds kort ben ik weduwnaar en ik heb het moeilijk. Ondanks het grote verlies, ben ik mij ervan bewust dat het leven doorgaat en probeer ik zoveel mogelijk te genieten. Ik wilde op vakantie, maar mijn dochter vond het geen fijne gedachte dat ik alleen ging, onder andere vanwege mijn hartaandoening. Zodoende kwam ik bij HartbrugReizen uit, georganiseerde reizen met medische begeleiding; een geruststellende gedachte.’

Reis- en kamergenoten, maar ook lotgenoten

Amandus maakte samen met zijn echtgenote diverse HartbrugReizen, iets wat hij besloot voort te zetten: ‘De eerste Hartbrugreis van mijn vrouw en mij was naar Parijs. Na haar overlijden bleef ik maar treuren, logisch, totdat ik een column van de voorzitter van Hartpatiënten Nederland, Jan van Overveld, in HartbrugMagazine las, over zijn verlies. Hij schreef over het leven weer oppakken als nabestaande en ik dacht ‘Hij heeft gelijk!’ en daarna besloot ik het reizen weer op te pakken. Uiteraard was de eerste keer ‘alleen’ op vakantie ongewoon. Het doet ietwat raar aan, vooral omdat wij samen reisden, maar tegelijkertijd ervaar je nieuwe dingen en leer je bij.”

Inmiddels is Amandus al acht keer meegegaan op reis, maar deelde recentelijk voor het eerst een kamer met Wim: ‘Uiteraard was het spannend, want ik kende Wim niet en andersom ook. Dus wie tref ik? Maar net zo goed: wie treft mijn kamergenoot en wat staat ons te wachten? We raakten in gesprek, en hij was een half jaar voor de reis weduwnaar geworden, een lotgenoot.’ Uiteindelijk viel het Amandus en Wim mee. ‘Hij snurkte niet!’, grapt Amandus over zijn kamergenoot Wim, terwijl hij vertelt over hun ontmoeting en het delen van een kamer.

Ook Wim is te spreken over zijn kamergenoot en zegt dat zij samen heel veel hebben gelachen, maar ook over de reis an sich: ‘Het is  een geweldig team, sterker nog een gouden team! En alles is tot in de puntjes geregeld. De reisleiding bestaande uit de reisleider, verpleegkundige en chauffeur, is een echte drie-eenheid en samen geven zij de reis een persoonlijk tintje.’

Gedeelde smart

Het gegeven dat Wim en Amandus het delen van een kamer als positief hebben ervaren, blijkt nogmaals uit het feit dat de twee reisgenoten in het najaar wederom beiden op reis gaan en vrijwillig een kamer delen. De reis gaat naar het Sauerland. Voor Wim wordt deze reis zoals hij het zelf zegt een uitdaging: ‘Ik heb jarenlang in diezelfde omgeving met mijn vrouw vertoefd.’ Maar gelukkig is Amandus daar. En net alsof het zo heeft moeten zijn, heeft Amandus ook gevoelige herinneringen aan het Sauerland waardoor de kamergenoten elkaar een hart onder de riem kunnen steken: ‘Het Sauerland ligt enigszins gevoelig, want mijn vrouw en ik zouden enige jaren terug deze reis samen maken. Helaas is het er niet van gekomen. Uiteindelijk besloot ik de reis alsnog te maken, ter herinnering aan haar.’

Hotels hebben steeds minder 1-persoonskamers beschikbaar en de aangeboden kamers zijn duurder. HartbrugReizen dient hierdoor toeslagen te hanteren voor 1-persoonskamers. Maar indien u een kamer wilt delen met iemand van het gelijke geslacht, hoeft u geen toeslag te betalen. Veel singles delen met plezier een kamer waardoor zij niet afhankelijk zijn van de beperkte 1-persoonskamer en doen eveneens nieuwe ervaringen en contacten op.

Ook reizen met HartbrugReizen? Kijk op www.hartbrugreizen.nl  Boek nu en ga binnenkort nog op vakantie of kies alvast uw reisbestemming uit!

voor meer artikelen over o.a reizen klik hier

Plotselinge hartoperatie

Hoe beleven naasten het als een van hun familieleden een plotselinge hartoperatie moet ondergaan? Een week tussen hoop en vrees.

‘Schrik niet,’ zegt mijn vader door de telefoon. ‘Er is iets ergs met Anneke.’ Anneke is de vrouw van mijn vader, die hij ontmoette toen ik negentien was. Mijn moeder, zijn eerste vrouw, overleed jong, toen ik tien was. Anneke is niet alleen de vrouw van mijn vader, maar ook de oma van mijn kinderen.

Ongunstig

Ik ga zitten en hoor over hoe ze plots ineenzakte op de bank. Niet meer aanspreekbaar was, alleen kon gebaren dat ze enorm veel pijn had. Hoe mijn vader de ambulance belde die er oneindig lang over leek te doen. Hoe ze op dit moment wordt geopereerd aan een gescheurde aorta. Toen de borstkas werd opengemaakt klopte haar hart al nauwelijks meer. De vooruitzichten zijn ongunstig. Weinig patiënten overleven de operatie en een groot aantal van die overlevenden overlijdt in de weken erna alsnog. Door zuurstofgebrek kunnen allerlei beschadigingen optreden, zoals aan de nieren of erger nog, aan de hersenen.

Wakker

Mijn vader is gelukkig niet alleen in het ziekenhuis. Haar dochter is er ook. Die is zwanger en alleenstaand, Anneke zou bij de bevalling zijn. Haar zoon woont in Australië. Na het gesprek tuimelen de gedachten door mijn hoofd. Het is dinsdagavond. Morgen zullen mijn kinderen er zijn, voor wie ik de zorg samen met mijn ex deel. Op woensdag komen Anneke en Paul, mijn vader, oppassen. Ik realiseer me opnieuw wat een belangrijke rol zij voor ons allemaal heeft gekregen. Mijn vader is een denker. Zij is juist is zorgzaam, praktisch en georganiseerd. Ze zou het in zo’n situatie allemaal regelen. Nu is ze zelf getroffen. Ik hoef niks af te bellen omdat ik tussen twee banen in zit. Morgen zal ik mijn kinderen zelf opvangen. Voor hen is het ook een schok dat oma zo ziek is. Mijn oudste komt laat uit school, de jongste om twaalf uur.

Midden in de nacht laat mijn vader weten dat de operatie geslaagd is. Het is een gemengd bericht. Opgelucht durf ik nog niet te zijn. Ik lig lang wakker en besluit om met mijn jongste van tien de volgende dag op bezoek te gaan. Dan kan ik mijn vader steunen en kan ze haar oma nog zien, mocht zij toch nog overlijden. Ik ga niet met allebei tegelijk, omdat dat te druk kan zijn. Donderdag zal ik met de oudste van vijftien gaan.

Kwetsbaar

Als ik de volgende dag met Mileyn aankom, schrikt die van haar oma. Die oogt wit en kwetsbaar en er zitten allemaal slangen aan haar vast. Ze komt langzaam bij uit de narcose, maar zakt ook steeds weer weg. Ze herkent ons maar kan niets zeggen omdat ze beademd wordt. Ze lijkt in niets op de doortastende aanpakker die ze meestal is. Mileyn wordt bleek rond haar neus en zegt: ‘Ik wil weg mama.’ Ik til haar op en knuffel haar. We blijven maar kort.

Moed inpraten

Ondertussen is Anneke’s zoon vanuit Australië onderweg. We maken ons allemaal zorgen. Mijn broer en ik ook om mijn vader. Zal hij nu weer een vrouw verliezen? Mijn vader zelf blijft optimistisch. ‘Anneke is een sterke vrouw,’ zegt hij steeds geruststellend, als wij alle scenario’s bespreken. Ik denk: je zit jezelf moed in te praten, want de meeste mensen komen hier niet goed uit. Maar ik zeg niets.

De volgende dag ga ik met Sandrine, mijn oudste dochter. Anneke is nu meer aanspreekbaar. Er blijkt wat schade aan de nieren, maar die kan herstellen. Ze kan zich alles herinneren tot vlak voor het moment dat ze in elkaar zakte. Dat is een goed teken. We krijgen voorzichtig hoop dat mogelijke hersenschade mee zal vallen.

Zweertje

Anneke kan na drie weken naar huis. Ze herstelt snel. Aan geen enkel orgaan is blijvende schade veroorzaakt. Als mijn vader niet naast haar had gezeten op de bank, maar bijvoorbeeld boven op zijn werkkamer was geweest, had ze het niet overleefd. Toch is ze is niet extra bang of bezorgd geworden. ‘Ik heb het niet meegemaakt,’ zegt ze. ‘Jullie wel.’

Enkele maanden later is ze als voorheen. Zorgend, organiserend en behulpzaam. Uit nader onderzoek blijkt dat haar aorta verder schoon is en ze geen extra risico loopt. Op de fatale plek heeft een zweertje gezeten, iets wat iedereen kan overkomen.

Mijn vader heeft gelijk gekregen. Anneke en mijn vader zijn inmiddels de trotse opa en oma van een derde kleinkind: een jongetje. En Anneke was erbij toen hij geboren werd.

voor meer artikelen over o.a operaties klik hier

Frieda’s hartinfarct

Een fanatieke levensgenieter; dat is Frieda Reuvers in een notendop. En sinds kort een fervent borduurster, want sinds haar hartinfarct borduurt zij letterlijk voort. Ondanks de shock, gaat zij door: ‘Toen besefte ik mij, ik ben pas veertig en veel te jong om hartpatiënt te zijn! Ik geniet nu meer en intenser van mijn leven.’

Frieda Reuvers

Tijdens een avond Netflixen voelt Frieda zich niet goed. Zij heeft last van haar maag en is extreem moe. Wanneer zij na verloop van tijd wegzakt en wazig ziet, maar ook een lichte druk op haar borst ervaart en pijn aan nek en kaken heeft, weet zij; het is foute boel: ‘Het voelde niet goed en met in mijn achterhoofd het gevoel dat het een foute boel was, ben ik met mijn eigen bloeddrukmeter mijn bloeddruk gaan opmeten. Mijn onderbuikgevoel zei gelijk dat ik de huisartsenpost moest bellen, ondertussen ben ik met mijn vriend naar het ziekenhuis gereden. Ik bleek een licht hartinfarct te hebben. De gedeeltelijke afsluiting bevond zich in een aftakking van een van mijn kransslagaders. Maar gelukkig heb ik geen volledige afsluiting gehad!’

Familiair belast

Frieda’s snelle reactie heeft er mede mee te maken dat zij familiair belast is met hart- en vaatziekten: ‘Hart- en vaatziekten komen helaas veel voor in mijn familie. Sterker nog: zowel mijn vader als mijn moeder zijn sinds jonge leeftijd hartpatiënt. Met dat gegeven hield ik deels rekening. Ik heb mijzelf jaren geleden laten checken in het ziekenhuis, omdat ik graag wilde weten hoe het met mijn hart en vaten was gesteld, gezien de familiaire belasting. Destijds zag het er goed uit. Ik had ‘niets’ te vrezen, maar voor alle zekerheid had (en heb) ik een eigen bloeddrukmeter. Maar er zijn zeker momenten in mijn leven geweest dat ik daar absoluut geen rekening mee hield. Ik genoot met volle teugen van het bourgondische leven en achteraf gezien ervoer ik ook veel stress.’

En nu? Nu is de ambulant hulpverleenster enkele maanden verder en kan zij het langzamerhand meer een plekje geven en accepteren wat is voorgevallen: ‘Ergens in mijn achterhoofd wist en voelde ik dat het mij zou gaan overkomen, maar toch was de shock groot toen ik te horen kreeg dat ik een licht hartinfarct had doorgemaakt. Toen besefte ik mij: ik ben pas veertig en veel te jong om hartpatiënt te zijn! De angst om het weer te krijgen, de angst om alleen te zijn en de angst om alleen weg te gaan, daar liep ik destijds het meest tegenaan. En alle medicijnen die ik moest slikken met de nodige bijwerkingen, want ik ging van niks naar tien pillen op een dag. Daarnaast was ik ook obsessief bezig met mijn bloeddruk, deze moest van mijzelf onder een bepaalde norm blijven, wilde ik gerustgesteld zijn. Vaak was mijn bloeddruk boven mijn opgestelde norm en streste ik daarover, wat uiteindelijk een averechts effect had op mijn bloeddruk. Hierdoor bleef ik in een vicieuze cirkel hangen.’ Zij vervolgt: ‘Maar die obsessie is gelukkig afgenomen. Eveneens mijn angstklachten, welke ik bijna niet meer heb. Soms raak ik in lichte paniek wanneer ik iets voel, maar inmiddels kan ik relativeren en besef ik mij dat bijvoorbeeld druk op de borst eveneens door spierpijn kan komen.’

Maar ondanks alles wat is voorgevallen, voelt Frieda zich steeds minder hartpatiënt: ‘In het begin voelde ik mij hartpatiënt, maar naarmate de tijd vordert en het steeds beter gaat, wordt dit gevoel minder. Doordat ik elke ochtend medicijnen moet innemen, word ik er wel mee geconfronteerd. Verder ben ik in positieve zin veranderd waardoor ik nu beter naar mijn lichaam luister, een gezondere leefstijl naleef en meer en intenser probeer te genieten van mijn leven. Ik doe wat ik wil doen en wacht niet tot morgen, want misschien is er geen morgen meer. Het leven kan van de ene op de andere dag anders zijn, en ik heb het zelf ervaren, dus ik leef bewuster in het hier en nu. Frieda 2.0 will be born!’

Het vrouwenhart

En niet alleen met zichzelf is Frieda bewuster bezig, maar ook met het vrouwenhart in het algemeen: ‘Ik zie graag dat er meer onderzoek gedaan wordt naar hart- en vaatziekten bij vrouwen, aangezien het anders in elkaar zit. Daarnaast is de hormoonsamenstelling bij vrouwen anders dan bij mannen, en zijn de symptomen die zich voordoen eveneens anders. Gelukkig wordt hier steeds meer onderzoek naar gedaan. Ik hoop dat ik met mijn verhaal andere vrouwen kan helpen, want iedereen heeft maar één hart en het is aan ons om daar goed voor te zorgen!’

Benieuwd naar Frieda’s borduursels? Op www.instagram.com/friedaborduurt deelt zij haar creaties!

voor meer artikelen over o.a hartaandoeningen klik hier

Burgerhulpverlening reanimatie

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Leonie Scholte, die als burgerhulpverlener aangesloten is bij HartslagNU.

‘Ieder mens reageert verschillend op een noodgeval: pas als het je overkomt, weet je of je iemand bent die vlucht, verstijft of handelt. Inmiddels weet ik van mezelf dat ik tot de laatste categorie behoor. Toen ik 12 was, zag ik buiten een oudere man lopen die heel grauw oogde. Ik vertrouwde het niet en vroeg of hij even binnen wilde komen. Toevallig was ik op dat moment net even alleen thuis. Terwijl ik in de woonkamer 112 belde, kreeg de man een hartstilstand. Meteen ben ik begonnen met reanimeren, puur op basis van wat ik in televisieseries had gezien en aanwijzingen van de meldkamer. Blijkbaar was dat voldoende, want de meneer heeft het gered.

Die ervaring heeft ertoe geleid dat ik mijn EHBO-diploma heb gehaald en me ieder jaar laat bijscholen. Aangezien ik in het onderwijs werk – ik geef momenteel les op een praktijkschool – leek me dat ook wel handig. Ik woon in de Achterhoek, waar de dekkingsgraad van ambulances laag is. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis is 25 minuten rijden, dus het is in geval van een reanimatie bijna onmogelijk om snel ter plaatse te zijn. Toen ik daarom in 2017 hoorde van het burgernetwerk, heb ik me meteen aangemeld.

Taken verdelen

Sinds die tijd ben ik acht keer opgeroepen, waarvan ik vijf keer ook daadwerkelijk heb kunnen gaan. De ene keer krijg je de melding dat je een AED moet halen, de andere keer is het een oproep voor een reanimatie. Alle beschikbare burgerhulpverleners worden gealarmeerd in een straal van 750 meter hemelsbreed. De ene keer krijg je de melding om eerst een AED op te halen, de andere keer is het een oproep om direct naar het reanimatieadres te gaan en te starten met de reanimatie. Ik hoor vaak dat mensen zich niet durven inschrijven omdat ze bang zijn dat ze dan alles alleen moeten doen, maar die kans is relatief klein. Meestal zijn er al snel meerdere mensen en kun je de taken onderling verdelen. Voor iedereen is wel wat te doen: niet alleen het reanimeren zelf, maar bijvoorbeeld ook het ontvangen van de ambulance, het opvangen van de familie of het tegenhouden van het verkeer. Iedere schakel is even belangrijk, je bent echt met z’n allen iemands leven aan het redden.

Ik heb een speciale ringtone ingesteld voor de noodmeldingen. Als die afgaat, weten mijn man en kinderen van 7, 10 en 12 precies wat ze moeten doen en kan ik meteen vertrekken. Ook op mijn werk hebben ze er begrip voor dat ik kan worden opgeroepen. En dat vind ik ook niet meer dan logisch: een mensenleven gaat toch altijd voor?

Nachtmerrie

De laatste keer dat ik een oproep kreeg, stond ik net met mijn autosleutels in de hand om naar mijn werk te gaan. Daardoor was ik al binnen een paar minuten ter plaatse. Samen met een andere vrijwilliger ben ik de trap opgerend, waar we in de slaapkamer een vrouw aantroffen die haar eigen man aan het reanimeren was, naast het bed. Daar was nauwelijks ruimte, wat de situatie extra lastig maakte. Normaal ben ik iemand die graag de leiding neemt, maar in dit geval was ik opgelucht dat er al snel een paar sterke mannen binnenkwamen, die de man konden verplaatsen en de reanimatie van me overnamen. Ik heb me toen ontfermd over zijn echtgenote, die natuurlijk ook in een nachtmerrie terechtgekomen was.

Het duurde denk ik wel een kwartier voor de ambulance er was, wat voor je gevoel een eeuwigheid is. De tijd lijkt in zo’n noodsituatie veel trager te gaan. Bij andere oproepen kon ik vaak al na een minuut of tien weer weg, hier ben ik bijna anderhalf uur bezig geweest. Dit kwam ook omdat meneer niet met de ambulance is meegegaan. Voor mij was dit de eerste keer dat ik meemaakte dat het slecht afliep, wat natuurlijk best een impact heeft. Natuurlijk ben je daar op voorbereid, maar ik zou liegen als ik zei dat het me niets doet. Toch voelt het als een schrale troost dat je je in deze situatie iets voor iemand hebt kunnen betekenen. De ambulance horen in je straat en alleen maar machteloos kunnen toekijken, is naar mijn mening nog veel erger.

Kaartje

Ik heb een paar dagen later nog een condoleancekaartje in de brievenbus gedaan, om te laten weten dat de mevrouw me altijd mocht bellen als ze daar behoefte aan heeft. Ik kan me goed voorstellen dat ze nu andere dingen aan haar hoofd heeft, maar stel dat ze over een paar jaar alsnog vragen krijgt, heeft ze in ieder geval gegevens van de mensen die er bij waren. Zelf kan ik er gelukkig ook goed over praten met mijn man en collega’s, maar in dit geval heb ik het ook gebruikt in mijn les. Na de melding ben ik namelijk alsnog naar mijn werk gegaan, waar ik mijn leerlingen heb verteld waarom ik later was. Voor mij een stukje verwerking, maar voor hen een leerzame kennismaking met het burgernetwerk. Ik hoop dat het halen van je EHBO-diploma ooit standaard wordt op scholen en dat meer mensen zich registreren als hulpverlener. Zelf zie ik het als mijn plicht: als iets heel normaals dat er bij hoort in het leven om je medemens te helpen.’

 

reanimatie

voor meer artikelen over o.a reanimaties klik hier

Festivalhitte

Zon, muziek, vrolijke mensen… Het festivalseizoen is weer geopend.

Onlangs gingen we naar een feest waar we elk jaar naartoe gaan. Altijd twijfelen we, maar uiteindelijk slaan we zelden een editie over. Dit jaar was de weersvoorspelling goed, dus we hadden er zin in.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Cholesterol hype?

Cholesterol

In de vorige uitgave was mijn stukje ‘Baas over eigen gezondheid’ lezen waarin ik een oproep deed om met mensen in contact te komen welke gemotiveerd zijn om hun pillendieet om te zetten in een zogeheten leefstijl op recept. De oproep leverde veel reacties op en inmiddels hebben wij contact met een aantal personen en helpen hen zoveel mogelijk vooruit om hun leefstijl op recept te verwezenlijken. Mede door alle positieve reacties en uiteraard door voortschrijdende inzichten zijn wij zeer gemotiveerd hier veel tijd en energie in te steken. Immers, op deze manier kan veel gezondheidswinst geboekt worden.

En gezondheidswinst is voor iedere patiënt het allerbelangrijkste; en veel belangrijker dan financiële winsten. Helaas zijn financiële winsten wel van belang voor onze overheid. Dezelfde overheid die zegt het beste met ons voor te hebben. Maar is dat zo? Want er zijn steeds meer nieuwe bewijzen met betrekking tot voeding en ziekte, maar tegelijkertijd ook talloze discutabele publicaties die totaal nieuwe richtlijnen uitdragen over jarenlange voedingsadviezen. En deze nieuwe richtlijnen staan lijnrecht tegenover eerdere voedingsadviezen. Zij lijken uit de oertijd te komen en uiten zich in kreten als: ‘Ontsnap aan het dieetdogma’, ‘Er heerst een obesitasepidemie’ en  ‘Cholesterol is niet slecht’. En zelfs: ‘Het cholesterol spook’.

En bij dat spook, het cholesterol spook, wil ik even stilstaan, want er is veel commotie rondom een nieuwe richtlijn voor verlaging van de cholesterolwaarde. Deze richtlijn is voor de zoveelste keer naar beneden bijgesteld. Daar maak ik mij, samen met een groeiend aantal huisartsen, grote zorgen om. Reden genoeg om een beroep te doen op onze minister die het -naar het schijnt- goed met ons voorheeft. Relatief snel kregen wij antwoord: hij voegt zich bij het standpunt van de beroepsgroep.

Inmiddels ontstaat er steeds meer discussie rondom die nieuwe waarde, die volgens onderzoeksjournalist Daan de Wit gevolgen heeft voor de levens van tal van patiënten in Nederland. En voor de industrie; die rekent op hogere verkopen van dure injecteerbare geneesmiddelen en mogelijk zelfs ‘ter waarde van een half miljard euro’. Goed voor de industrie, maar is dit ook goed voor de patiënt? De streefwaarde voor het ‘slechte cholesterol’ ging in de loop van de tijd van 3,0 naar 2,5 en nu naar 1,8. Een waarde zó laag waardoor in veel gevallen slechts uitkomst wordt geboden door de nieuwe injecteerbare medicijnen.

In het artikel van Daan de Wit lees ik dat vanaf het begin van het opstellen van de richtlijn in 2006, de belangen van sommige werkgroepleden onduidelijk waren, en niet te controleren. Van de huidige commissie wordt in het artikel gesteld dat bij het merendeel hiervan sprake is van ronduit stuitende belangenverstrengeling.

Als je geen hoge bloeddruk hebt, krijg je het toch zeker van dit soort tenenkrommende, niet uit te leggen verhalen. En het geeft zeker reden tot zorgen. Grote zorgen.  Als minister zou ik oppassen voor belanghebbenden met dubbele agenda’s. Ik zou naar eer en geweten handelen. En ik zou vooral niet meegaan in de zoveelste hype. Dan ben je in mijn ogen goed bezig als minister.

Column door: Jan van Overveld

Voor meer columns van o.a Jan van Overveld klik hier

Donor

Een belangrijk deel van mijn opvoeding was dat je je steentje bijdraagt aan een betere wereld. Zo hadden mijn ouders een waslijst aan goede doelen die ze steunden – wat ik dus ook deed, zo gauw ik mijn eigen geld verdiende. Net als zij deed ik vrijwilligerswerk. En net als zij stond ik ook te popelen om op mijn 18e bloeddonor te worden. Daar moest ik echter nog een paar jaar op wachten, omdat ik toen als mager scharminkel nog niet over de gestelde donatiegrens van 50 kilo lichaamsgewicht kwam. Ik herinner me nog steeds mijn teleurstelling toen de weegschaal in de kliniek aangaf dat ik nét een halve kilo te kort kwam, waarna ik onverrichter zake weer naar huis werd gestuurd.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Courgettespaghetti

Courgettespaghetti hoofdgerecht voor 2 personen

Bereidingstijd: 30 minuten

Meng het gehakt met het ei, de kruiden en paprikapoeder. Pers er een half teentje knoflook boven uit en meng het paneermeel erdoor. Rol balletjes van het gehakt ter grootte van een pingpongbal. Verhit 2 eetl. olie in een braadpan en bak de balletjes rondom bruin. Pel en snipper de ui en snij de bleekselderij in dunne boogjes. Voeg ui, de rest van de knoflook en de bleekselderij toe aan de balletjes en bak kort mee. Voeg de tomaatblokjes toe en stoof de balletjes in de saus in ca. 15 minuten gaar. Was de courgette en snij met een spiraalsnijder, keukenmachine of dunschiller in dunne slierten. Kook de courgette 2 minuten, giet af en meng met de rest van de olie. Verdeel de courgette-spaghetti over 2 borden en schep de tomatensaus met balletjes erop. Strooi de kaas er over.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Amandelpannenkoekjes

Amandelpannekoekjes ontbijt voor 2 personen

Bereidingstijd: 10 minuten

Meng het haver- en amandelmeel in een kom, samen met de melk, het ei en een snufje zout. Meng tot een stevig beslag. Verhit wat olie in een koekenpan en schep de helft van het beslag in 3 rondjes in de koekenpan. Bak de pannenkoekjes op laag vuur tot de bovenkant bijna droog is. Keer dan om en bak de andere kant ook nog even. Bak hierna de laatste 3 pannenkoekjes. Serveer met de Griekse yoghurt en strooi de gehakte amandelen er over.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.