default-header
HomeNieuwsLichaamsvet: warmhouder en boosdoener

Lichaamsvet: warmhouder en boosdoener

AandoeningBehandeling

maandag 6 november 2023, door Hartpatiënten Nederland

Vet: veel mensen hebben er een haat-liefdeverhouding mee. Vet voedsel is zowel lekker als ongezond, en lichaamsvet is zowel noodzakelijk als de bron van kopzorgen. Het gaat om de juiste balans, maar die is nou juist vaak zo moeilijk te vinden. Wat is precies het nut van lichaamsvet? En waar liggen de grenzen van het ongezonde?

Lichaamsvet houdt sommigen wel een leven lang bezig. Eindeloos diëten, vechten tegen de lekkere trek, weegschaal op en weegschaal af, een moeilijke relatie met het eigen spiegelbeeld… Hoewel body positivity gelukkig al veel effect heeft gehad op het veranderende ideaalbeeld van schoonheid, blijft de hoeveelheid spek op de botten voor velen een belangrijke graadmeter. Dat is niet onterecht: overgewicht kan het risico vergroten op hart- en vaatziekten, diabetes veroorzaken en leiden tot gewrichtsklachten.

Verschillende functies

Hoe veel ‘aanleg’ je hebt om wat voller te worden, verschilt per persoon. Om te begrijpen hoe dat zit, is het belangrijk om te weten wat lichaamsvet eigenlijk precies is. Als we het over lichaamsvet hebben, wordt gedoeld op vetweefsel. Dit is weefsel dat door het gehele lichaam wordt opgeslagen in vetcellen. Vetweefsel heeft verschillende functies in ons lichaam: het is een belangrijke energiebron, dient als isolatielaag en het zachte weefsel beschermt het lichaam, bijvoorbeeld bij een val. Wanneer het lichaam in beweging komt, bijvoorbeeld tijdens een flinke wandeling of in de sportschool, wordt de energieopslag aangesproken en worden vetten weer verbrand. Daarnaast maakt het vetweefsel het hormoon leptine aan. Dit hormoon is van nature aanwezig en zorgt ervoor dat onze hersenen het signaleren als we vol zitten. De hersenen geven vervolgens een seintje aan ons lichaam, wat ervoor zorgt dat we op tijd stoppen met eten bij verzadiging.

Wit vet

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten vet: wit vet en bruin vet. Wit vet is het soort vet dat obesitaspatiënten het meest in de weg zit. Dit type vet slaat de stoffen uit voeding namelijk niet op als energie, maar als vet. Dit is het geval wanneer we meer calorieën binnenkrijgen dan dat we verbranden. Deze vetcellen bevinden zich voornamelijk direct onder de huid en rondom interne organen. Uiteraard dienen ook deze vetcellen hun gezonde doel, wanneer we er niet te veel van hebben. Het vetlaagje heeft een isolerende werking voor het lichaam en vormt een beschermingslaagje rond organen. Het is als het ware ons kacheltje en een belangrijke energievoorraad voor op momenten dat we daar, bijvoorbeeld bij ziekte, te weinig van hebben.

Bruin vet

Bruin vet zet energie juist om in warmte. Dit type vet is dé regulator van de lichaamstemperatuur. Dit mechanisme wordt gestimuleerd door kou – dat is ook de reden dat we, zelfs wanneer we stilzitten, calorieën verbranden wanneer we het koud hebben. Het lichaam is dan harder aan het werk en stimuleert de vetverbranding. “Bruin vet is het goede vet dat calorieën omzet in warmte”, vertelde Liesbeth van Rossum, hoogleraar obesitas aan het Erasmus MC, eerder in een interview met de website Amazing Erasmus MC. “Het bevindt zich rond de wervelkolom, rond enkele organen en in de nek. Mensen met obesitas hebben over het algemeen veel minder van dit gunstige bruin vet. Door te bewegen is bruin vet te activeren. Een alternatieve methode is kou. En juist daaraan worden we steeds minder blootgesteld. We hebben goed verwarmde en geïsoleerde huizen, we rijden rond in verwarmde auto’s. Voor de activatie van bruin vet zou het goed zijn als we wat vaker aan kou blootgesteld zouden worden. Mensen hoeven echt niet in een koelcel te gaan zitten. Het is al voldoende om twee uur per dag bij 17 graden Celsius door te brengen om obesitas tegen te gaan.”

Gezond vetpercentage

De hoeveelheid vetweefsel in verhouding tot het lichaamsgewicht wordt het vetpercentage genoemd. Er is geen exact universeel gezond percentage te noemen, maar als richtlijn wordt voor vrouwen een gezond vetpercentage aangenomen tussen de 21% en 36% en voor mannen tussen de 7% en 25%. Wie een te hoog vetpercentage heeft, en dus idealiter iets afvalt, moet – misschien makkelijker gezegd dan gedaan – meer vet verbranden dan dat hij of zij tot zich neemt. Bewegen dus! Energie verbruiken, de bloedcirculatie stimuleren, het eerder genoemde bruine vet activeren, vet verbranden! Afvallen kan bij (licht) overgewicht zeker voor hartpatiënten een wereld van verschil maken. Maar, nu u óók de voordelen van lichaamsgewicht kent, weet u ook: te ver gaan is ook niet goed. Want dat aangename vetlaagje dient wel degelijk zijn doel.”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Djanko

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.


Geef een reactie