Kinderen die te snel dik worden, hebben later groter risico op hart- en vaatziekten
Kinderen die sneller aankomen, hebben als kleuter eerder een hogere bloeddruk. Ook hebben zij een minder gezonde lichaamssamenstelling (hoeveelheid vetmassa en vetvrije massa). Kinderarts Marieke de Beer toont dit aan in haar onderzoek, gebaseerd op gegevens van de ABCD-studie: een groot cohort van Amsterdamse kinderen. Ze ontdekte tijdens haar onderzoek ook dat er een relatie is tussen de duur van het geven van borstvoeding en het risico op hart- en vaatziekten. "Langer dan drie maanden borstvoeding geven en pas na zes maanden starten met bijvoeding, lijken ervoor te zorgen dat de bloeddruk van het kind lager is en dat het waarschijnlijk minder risico heeft om overgewicht te krijgen", licht De Beer toe. Zij promoveert 19 oktober bij VUmc.
In haar onderzoek doet De Beer een aantal aanbevelingen. Zo is het belangrijk dat ouders en zorgverleners zich bewust zijn van de risico's als een kind relatief snel in gewicht toeneemt. De Beer: "Een snelle gewichtstoename van het kind tijdens de babytijd, maar vooral tijdens de kindertijd lijkt samen te hangen met een hoger risico op hart- en vaatziekten later in het leven. Bij het signaleren van een snelle gewichtstoename moet daarom vroege interventie plaatsvinden." Samengevat lijkt het verstandig om een langere borstvoedingsduur te stimuleren en bijvoeding pas te starten na de leeftijd van zes maanden.
Het onderzoek van De Beer is gebaseerd op gegevens van de 'Amsterdam Born Children and their Development' (ABCD)-studie, een groot geboortecohortonderzoek dat opgroeiende kinderen in Amsterdam volgt vanaf hun geboorte. In deze studie zijn gegevens verzameld over de zwangerschap, geboorte-uitkomsten, groei en zuigelingenvoeding. Bij kinderen van vijf jaar is een gezondheidsonderzoek uitgevoerd waarbij onder andere de lichaamsomvang, lichaamssamenstelling, bloeddruk en bloedwaarden van glucose en cholesterol zijn gemeten.
Bron: VUmc
Geef een reactie