default-header
HomeNieuwsGeen rommel in de koe, geen rommel op het bord

Geen rommel in de koe, geen rommel op het bord

Leefstijl

donderdag 29 juni 2023, door Hartpatiënten Nederland

Een gezonde koe zorgt voor een gezond stukje vlees. Dat is de drijfveer van Dennis Rerink, biologisch boer en eigenaar van het Twentse Erfgoed Bossem. Op zijn land graast een vrolijke kudde Brandrode Runderen die worden gehouden volgens de cirkel van het leven. “Als je de kringloop volgt, ontstaan heel mooie dingen.”

Hoe vaker u biologisch eet, hoe minder vaak u gifstoffen binnenkrijgt zoals chemische bestrijdingsmiddelen en antibiotica. Wanneer u als hartpatiënt dus bezig bent met het nastreven van een zo gezond mogelijke leefstijl, loont het om u eens te verdiepen in biologische voeding. ‘Rotzooi-vrij’ eten en drinken zit al jaren in de lift: tussen 2015 en 2020 steeg het bedrag dat wij in Nederland jaarlijks besteden aan biologische voeding met 20%, blijkt uit cijfers van Wageningen University. In de coronaperiode werd die trend even onderbroken met een daling van 1%, maar in 2021 stegen de bestedingen weer met 2% tot een totaal van 1.360 miljoen euro.

Brandrood Rund

Een deel van die bestedingen werd gedaan bij Dennis Rerink, biologisch boer in Lattrop-Breklenkamp. In dit Twentse dorp bestiert hij samen met zijn partner Annette van Gaalen Erfgoed Bossem, waar gasten kunnen komen logeren en dineren op de boerderij. De boerderij is zo veel mogelijk zelfvoorzienend: het kringloopprincipe is leidend, aangevuld met producten en materialen uit de streek. Op de graslanden van Rerink en Annette grazen 150 Brandrode Runderen: een authentiek oud-Hollands ras dat op Erfgoed Bossem wordt gehouden voor het natuurvlees.

“Het begon zo’n tien jaar geleden met de zoektocht naar meer balans op de boerderij”, vertelt Dennis Rerink. “Ik ben gaan nadenken: als ik mijn dieren wil voeden van mijn eigen land, hoe veel dieren kan ik dan houden om de hoeveelheid land, voedsel en dieren in verhouding met elkaar te laten zijn?” Hij voegde daad bij het woord onder het motto ‘gewoon doen’, en met succes. “Als je iets wil, dan lukt het ook. En dus heb ik nu, tien jaar later, alleen maar koeien hier lopen die hier geboren zijn; we kopen helemaal geen dieren aan. Ze lopen op graslanden rondom de boerderij die we zelf beheren, hun voer komt van eigen land en hun mest gaat terug naar eigen grond. Het hele proces hebben we dus in eigen hand.”

Kruidenrijk gras

De grond waarop de koeien in natuurgebied Beneden-Dinkeldal lopen, pacht Rerink van Natuurmonumenten. De graslanden zijn rijk aan kruiden zoals klaver, luzerne, cichorei, duizendblad en paardenbloem. Een gevarieerd menu dus, dat bij uitstek geschikt is voor het Brandrode Rund, vertelt Rerink. “Dit ras kan heel goed tegen dit soort omstandigheden en krijgt daardoor een afwisselend dieet voorgeschoteld. Bovendien maken wij als natuurboeren uiteraard op geen enkele manier gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. We dienen onze koeien ook nooit antibiotica toe; dat is door hun gezonde leefomstandigheden ook niet nodig. Kijk je naar de mest van de koe, dan kijk je eigenlijk naar wat jij eet als je een stukje vlees van deze koe op je bord hebt. Onze koeien leven op gezond land, eten dus gezond en zorgen daarmee voor gezond vlees.”

Circulair

Die kruidenrijke mest gaat ook weer rechtstreeks terug naar het land, waar de voedingsstoffen weer worden opgenomen in de bodem en de kringloop opnieuw begint. “Ik vind het belangrijk dat ik als boer de cirkel van het leven ken en respecteer. Het is daarom ook zo mooi om te merken dat er steeds meer begrip en waardering is voor de biologische manier van werken. Tien jaar geleden moest ik nog regelmatig uitleggen wat ik precies deed en waarom, dat hoeft nu echt niet meer. We zijn het geitenwollensokkentijdperk echt voorbij en er is veel meer bewustzijn in onze maatschappij over duurzaamheid. Daar hebben de crises van de afgelopen jaren ook echt aan bijgedragen: mensen realiseren zich dat we bewust moeten omgaan met onze aarde.”

Het vlees van zijn Brandrode runderen wordt geserveerd in het restaurant van Erfgoed Bossem en online verkocht. Daar gaat nog een zorgvuldig proces aan vooraf: “We brengen onze dieren op maandag naar een kleine slager die twee á drie dieren per week slacht. Een dag later halen we het dier in technische delen op. Dat wil zeggen: op het bot in zes tot acht stukken. Bij ons gaan ze nog een tijdje de rijpingskast in, voordat ze uitgebeend en verwerkt worden.” Het resultaat is een mals en vooral ook eerlijk stukje vlees op het bord: geen chemicaliën op het land, geen antibiotica in de koe, geen gifstoffen in de maag van de eter.

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Dennis Rerink

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.


Geef een reactie