De helden van de ambulance

 

Ieder jaar maken ambulances in Nederland meer dan een miljoen ritten. Een aanzienlijk deel daarvan is gerelateerd aan hartklachten. Twee ambulanceverpleegkundigen van Regionale Ambulance Voorziening Utrecht vertellen hoe zij in zo’n geval handelen.

 

Wanneer iemand het alarmnummer belt met klachten die zouden kunnen wijzen op problemen met het hart, beslist de meldkamer hoe urgent de melding is en welke actie wordt ondernomen. Voor vrijwel iedere situatie zijn protocollen die door het ambulancepersoneel worden opgevolgd. Zo wordt er in het geval van pijn op de borst bijvoorbeeld altijd een hartfilmpje gemaakt, de bloeddruk en de ademhaling gecontroleerd.

 

‘In de praktijk valt echter bijna elke patiënt buiten het protocol’, vertelt Kim Smeele. Ze werkt sinds zes jaar op de ambulance. ‘Ook na het uitvoeren van de gebruikelijke handelingen is het vaak lastig te bepalen wat er aan de hand is. Maagklachten of hyperventilatie kunnen bijvoorbeeld ook pijn of drukkend gevoel op de borst geven. En iemand met een goed hartfilmpje kan soms tóch iets aan het hart hebben. Je moet dus altijd ook zelf goed nadenken.’

 

‘Als er twijfel is, nemen we iemand altijd mee’, zegt Pieter Dekkers, die bijna acht jaar ambulanceverpleegkundige is. ‘Dan is het aan de artsen om uit te pluizen wat er precies aan de hand is. Maar negen van de tien keer kan ik bij binnenkomst meteen al een goede inschatting maken. Als iemand grauw, zweterig en onrustig is, voorspelt dat meestal weinig goeds. Bij mensen die daarentegen aan de keukentafel zitten te wachten en de medicijnlijst en een tas voor het ziekenhuis al klaar hebben staan, valt het doorgaans wel mee. Als ons onderzoek vervolgens ook geen reden geeft om iemand te vervoeren, is het een zaak om de mensen gerust te stellen. Vaak is er wel veel angst en paniek, iedereen weet immers hoe gevaarlijk hartklachten kunnen zijn. Ik zie het creëren van rust als de helft van mijn werk.’

 

Dat houdt ook wel eens in dat we mensen meenemen naar het ziekenhuis terwijl dat niet per se noodzakelijk is, vertelt hij. ‘Soms sturen de familieleden heel erg aan op opname, bijvoorbeeld omdat ze zelf al gegoogeld hebben wat het is en zich zorgen blijven maken. Om escalatie te voorkomen, kies ik er dan wel eens voor om iemand verder te laten onderzoeken. Maar vaak helpt het al om de huisarts op te roepen. Die kent de patiënt en kan ook meekijken.’

 

Loos alarm

Kim: ‘In veel gevallen is het loos alarm, maar we zullen iemand er nooit op afrekenen dat diegene toch 112 heeft gebeld. Soms heeft iemand bijvoorbeeld alleen een angstaanval, maar dat gevoel kan voor iemand ook heel heftig zijn. Daar rij ik liever voor uit dan voor een reanimatie, want die lopen meestal minder rooskleurig af. Besluiten om te stoppen met beademen omdat je weet dat het niet meer zinvol is, is een hele ingrijpende beslissing om te nemen. Af en toe is dit echt wel een rotbaan hoor.’

 

Pieter kan daarover meepraten. ‘Reanimaties zijn altijd heftig, wij zijn tenslotte ook maar gewoon mensen. Als hulpverlener kom je in de eerste plaats om iemand te redden, als dat niet lukt is dat heel moeilijk. We proberen dan de familie zo goed mogelijk achter te laten voor we gaan. Zelf helpt het mij om achteraf met collega’s te praten. Als je het verhaal een paar keer verteld hebt en telkens tot de conclusie bent gekomen dat je alles hebt gedaan wat in je macht lag, kun je het beter loslaten.’

 

‘Sommige dingen raken je’, vult Kim aan. ‘En doordat wij als ambulancemedewerkers patiënten meestal niet meer zien nadat we ze naar het ziekenhuis brengen, blijft dat gevoel soms nog lang hangen. Om het te verwerken, helpt het mij om het ziekenhuis te bellen om te horen hoe het is afgelopen. Dat is tegelijkertijd ook leerzaam, heb ik de situatie goed ingeschat? Als je vervolgens hoort dat iemand die je hebt gereanimeerd weer helemaal hersteld is, geeft dat een euforisch gevoel.’

 

Bedankbrief

Ook Pieter belt regelmatig het ziekenhuis om na te vragen naar de afloop. ‘Van de patiënt zelf hoor je eigenlijk nooit meer iets en dat is wel eens jammer’, vertelt hij. ‘Maar des te leuker als dat wél gebeurt! Ik kwam bijvoorbeeld een keer tijdens een nachtdienst bij een vrouw thuis die een zwaar infarct had. Omdat ik inschatte dat het verkeerd zou aflopen als ik haar liet opstaan, hebben we de brandweer gevraagd haar uit het slaapkamerraam te takelen. Al wachtend heb ik de vrouw en haar echtgenoot gerustgesteld. Achteraf kregen we een brief vol complimenten van hem. Hij bleek arts te zijn, maar had zich niet als zodanig voorgesteld. Dat hij de moeite nam om ons te bedanken, heeft grote indruk op me gemaakt.

 

Dat het grootste deel van de meldingen van hartklachten een goede afloop heeft, is geruststellend. Maar betekent dit ook dat deze ritjes voor de ambulanceverpleegkundigen routine zijn geworden? ‘Het klinkt crue, maar het went’, bekent Kim. ‘Maar zelfs al vermoed ik bij voorbaat al dat het loos alarm is, ik zet me er niet minder voor in. Juist omdat hartproblemen een van de meest complexe aandoeningen zijn om vast te stellen, maakt dat ons werk tot een grote verantwoordelijkheid.’

Voedingshypes

 

Na de feestdagen gaan veel mensen op dieet. Maar wat is verstandig? Veganistisch eten, het Paleodieet, glutenvrij eten, klei in de ochtend, wel granen, of nee, toch geen granen. De diëten en voedingsvoorschriften vliegen je de laatste jaren om de oren. Adviezen die elkaar soms ook nog eens tegenspreken. Wat kun je hier als hartpatiënt mee? Is het verstandig om zo’n dieet te volgen of juist niet? ‘Drastisch het roer omgooien, is hoe dan ook niet goed.’

 

Diëten komen en gaan..

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ‘Vroeger had je het Dokter Frank dieet of het Montignac dieet. Die diëten zijn weer vervlogen, je hoort er niemand meer over. De diëten die nu hip zijn, zullen net als andere diëten weer gaan. ‘Aan het woord is Inge de Kok. Ze is diëtiste in het Bravis Ziekenhuis en adviseert patiënten met een hartprobleem. Behalve op het gebied van hart- en vaatziekten heeft zij als aandachtsgebied voeding bij hartfalen (verminderde pompkracht van het hart). Ze begrijpt wel waar de hypes vandaan komen. In de laatste decennia zijn we steeds ongezonder gaan eten en minder gaan bewegen. ‘Vijftig jaar geleden werd er nog veel puurder gegeten. Men stond bijna twee uur per dag in de keuken. Nu is dat gemiddeld 15 minuten. Red jij dat? Ik niet, als ik een volwaardige maaltijd op tafel wil zetten. Daar zitten dus behoorlijk wat magnetronmaaltijden bij.’ En die kant- en klaar maaltijden bevatten vaak veel zout, suiker, verzadigde vetten en calorieën. Daarbij zijn we een stuk minder gaan bewegen. Niet voor niets worden onze leefgewoonten in verband gebracht met hart- en vaatziekten.

 

Mensen zijn op zoek naar hoe het dan wel moet. Vandaar dat de voedingsadviezen variërend van elke ochtend klei eten tot eten zoals de mensen uit het Paleoliticum deden of het schrappen van alle dierlijke producten je om de oren vliegen. Toch is het voor hartpatiënten nog meer dan voor anderen niet slim om zomaar zo’n dieet te gaan volgen. ‘Je kunt vaak niet ongestraft het roer omgooien,’ vertelt De Kok. Zo worden er door hartpatiënten bij het veranderen van eetgewoonten vaak vermoeidheid, lusteloosheid gemeld. Ook misselijkheid, darmproblemen of veranderingen van smaak kan voorkomen door interactie van voeding met medicijnen.’ Maar de meeste hartpatiënten willen wel graag weten hoe ze met hun voeding hun gezondheid kunnen verbeteren. Ze vragen vaak: ‘wat moet ik doen?’ vertelt De Kok.

 

Noten

Bij elk risicofactor op hart- en vaatziekten komt weer een ander voedingsadvies om de hoek kijken, legt ze uit. Maar er zijn voedingsmiddelen die helpen om hart- en vaatziekten te voorkomen.

 

Zo blijken vette vis, groente, fruit, noten (met name hazelnoten, walnoten en amandelen) en (ongezouten) pinda’s het risico op hart- vaatziekten (hartinfarct of angina pectoris) aantoonbaar te verminderen. De manier waarop de voeding werkt, is wisselend. De voedingsmiddelen hebben allen een ander effect, ze kunnen positief effect hebben op de bloeddruk, het cholesterol of op de mate van hartritmestoornissen. Ook kunnen ze beschermend werken op een beroerte. Specifiek gaat het dan over groente, fruit, (beperkte hoeveelheid) koffie, zwarte en groene thee, vis en voedingsvezel. Het is niet reëel alles direct aan te passen, maar ergens beginnen is een goede start.

 

Angst

Het helpt dus om te kijken naar de risicofactoren en daarop het advies over de voeding aan te passen. Wat De Kok behalve de persoonlijke adviezen in ieder geval belangrijk vindt is dat patiënten weer vertrouwen in hun lichaam krijgen. ‘De eerste maanden zijn mensen vaak angstig. Dan willen ze alles doen wat er mogelijk is om herhaling te voorkomen.’ Gelukkig zakt de angst erna vaak af en krijgen mensen weer vertrouwen en controle over hun lichaam. Bij hun partners en familie blijft de angst vaak wat langer hangen en zij proberen hun partner daarom op het rechte voedingspad te houden. ‘Maar angst is geen goede motivator,’ zegt De Kok.

 

Wat dan wel? De Kok: ‘Daarvoor moet je goed naar jezelf kijken en je afvragen wat voor jou een goede reden is om een voedingspatroon vol te houden. Over het algemeen zijn alle diëten die afwijken van het gemiddelde moeilijk vol te houden. Als je echt een zeer uitzonderlijk dieet volgt, is het moeilijker om uit te gaan eten of op een andere manier mee te doen. Het beste kan je dus een gezond voedingspatroon ontwikkelen. En zo de dingen te eten die anderen ook eten, maar dan op een gezondere manier. En om resultaat te bereiken moet je weten wat je wil en haalbare doelen stellen. En daarbij is een klik met de diëtiste heel belangrijk. Wees ook vooral open tegen hem of meestal haar als het niet goed gaat. Veel mensen zeggen dan de afspraak af, maar juist dan kunnen wij iets betekenen. Iedereen weet eigenlijk diep van binnen altijd wel wat hij of zij zou moeten doen om gezonder te worden, maar soms heb je iemand nodig die jou helpt om het vol te houden. Daar zijn wij voor.’

 

Talloze hartdoden in 2016 door medicijngebruik

 

‘Wees alert op bijwerkingen!

 

ROERMOND – Een jonge vrouw die na het drinken van een veelbelovende afslankthee sterft aan acute hartproblemen. Zeker drie hartdoden door gebruik van een middel tegen misselijkheid en braken. En, een bloeddrukpatiënt van middelbare leeftijd, die door het gebruik van een ACE-remmer werd getroffen door een acute zwelling van het strottenhoofd. Twee dagen later stierf hij.

 

Een kleine opsomming van onvoorziene maar fataal verlopen bijwerkingen van uiteenlopende geneesmiddelen en afslankproducten. Ook in het afgelopen jaar deden zich in Nederland deze dramatische neveneffecten na medicijngebruik voor. De meldingen werden geregistreerd door het Bijwerkingencentrum Lareb, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC).

 

Vanaf eind 2015 tot heden was er evenwel meer aan de hand, zoals: hartkloppingen door een warmtesmeermiddel; hevige benauwdheid en kortademigheid (bij oudere dames) door een gecombineerd gebruik van paracetamol en een smalspectrum-antibioticum; en de kans op hartfalen door een middel dat wordt voorgeschreven bij de behandeling van volwassenen met niet-kleincellige longkanker.

 

Bijwerkingencentrum Lareb, in ’s-Hertogenbosch, hoopt over enige maanden de eindbalans te kunnen opmaken van het aantal meldingen van neveneffecten door geneesmiddelen in 2016 en de eventuele gezondheidsschade die daarbij is aangericht. In 2015 ontving Lareb ruim 24.000 meldingen.

 

Volgens Lareb-directeur Agnes Kant wordt in elk Nederlands ziekenhuis elke dag gemiddeld één patiënt gezien (of opgenomen) vanwege meer of minder ernstige problemen door het gebruik van een geneesmiddel. ‘Want, naast wat je wilt dat het doet, doet een geneesmiddel vaak ook iets dat je nadrukkelijk níet wilt’, zei zij tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van Lareb, in mei van dit jaar in de Jaarbeurs te Utrecht.

 

Geneesmiddelen, we kunnen helaas niet zonder. Vrijwel geen mensenleven voltrekt zich zónder fysieke of mentale misère; dergelijke ellende spant een rode draad door de levens van velen. Ongemak en kwalen, euvels en stoornissen, serieuze aandoeningen en soms levensbedreigend onheil. We slikken, spuiten of smeren een als genezend of verzachtend aanbevolen middel zónder precies te weten waaraan we onszelf blootstellen. We vertrouwen erop dat de dokter het wel weet en dat die het met de beste geneeskundige bedoelingen aan ons heeft voorgeschreven.

 

Meestal is dat ook zo. Alhoewel veel kleine ongemakken dikwijls uit zichzelf verdwijnen en medicijnen daartoe niet altijd echt nodig zijn, worden ze dikwijls toch voorgeschreven. Omdat we daar soms zelf bij de dokter op hebben aangedrongen, maar ook omdat deze wellicht beseft dat elke pil of ieder smeerseltje uiteindelijk farmaceutische omzet betekent…

 

Veruit de meeste bijwerkingen treden op bij medicijnen die gewoon op doktersrecept verkrijgbaar zijn. Ook gaat het regelmatig mis bij ‘gezondheidsproducten’ die door gebruikers eigenhandig zijn aangeschaft bij webshops, via sociale media als Facebook, of verkregen via allerhande verkoopsites als Marktplaats. Het gaat daarbij dikwijls om afslankmiddelen en detox-preparaten. Bovendien worden veel van dergelijke producten aan de deur of bij sportscholen verkocht.

 

Na het gebruik van afslank- en detox-producten van diverse merken werden bij de drie eerder genoemde instanties (Lareb, NVWA en NVIC), gezondheidsklachten gemeld zoals angst, hoge hartslag, hoge bloeddruk, misselijkheid en duizeligheid.

‘Het melden van bijwerkingen draagt bij aan het veiliger gebruik van geneesmiddelen’, stelt Lareb-directeur Agnes Kant, jarenlang fractievoorzitter van de SP in de Tweede Kamer. ‘Daarom is het van belang dat dit bij ons gemeld wordt. Door het analyseren van meldingen krijgen we meer inzicht in bijwerkingen. Inzichten die zorgverleners en patiënten helpen bij de keuze voor een geneesmiddel, het mogelijk voorkomen en tijdig herkennen van bijwerkingen.’

 

Voorzitter Jan van Overveld van de Stichting Hartpatiënten Nederland is het daarmee volkomen eens. Hij zegt: ‘Mede gelet op het feit dat de farmaceutische industrie steeds vaker nieuwe geneesmiddelen door onder meer agressieve marketingcampagnes in de voorschrijfpen van artsen probeert te krijgen, vinden wij het belangrijk om mensen op mogelijke bijwerkingen te blíjven wijzen. En, in geval van een vermoeden hiervan, aan te raden om hiervan melding te doen bij zowel de huisarts als ook bij Lareb.’

 

Volgens Van Overveld blijkt ook in de veelvuldige contacten met donateurs van onze belangenorganisatie voor hartpatiënten dat ook zij vaak niet voldoende scherp zijn op bijwerkingen. ‘Mensen stappen te gemakkelijk heen over een onverwacht vervelend effect van een geneesmiddel. ‘Het zal er wel bijhoren’, redeneren ze, vaak zonder de bijsluiter van het middel te hebben gelezen. Maar, wees alert! Ook artsen wuiven meldingen vaak onterecht weg, in de overtuiging dat het immers bij de patiënt ‘wel tussen de oren zal zitten’.

 

Onlangs werden hartpatiënten geconfronteerd met berichten in de media over gevaarlijke bijwerkingen van statines, die veel worden voorgeschreven voor de behandeling van verhoogd cholesterol. Er werd ernstige spierafbraak gemeld. Lareb stelt: ‘Zo’n 10-15 procent van de gebruikers heeft last van spierklachten. Deze klachten variëren van kramp en spierpijn tot ernstigere spierklachten, zoals spierafbraak. Spierscheuring wordt (nog) niet beschreven in de bijsluiter of in de medische literatuur. Het is belangrijk dat artsen én patiënten zich realiseren dat naast de bekende spierklachten ook spierscheuring kan optreden bij het gebruik van statines.’

 

‘Melden draagt bij aan meer veiligheid’

Op reis door Nederlands binnenste buitenland

 

Iedereen kent wel het plaatsje America in Limburg of Turkeye in Zeeland. Nederland heeft echter nog veel meer ‘binnenste buitenland’. Tal van plaatsen, vooral buurtschappen en afgelegen streken, dragen buitenlandse plaatsnamen. Van Zurich tot Egypte, van Bombay tot Moskou, van Canada tot Willemstad. Binnen één weekend toert u met de auto de wereld rond. Dat levert niet alleen bijzondere foto’s van plaatsnaamborden op, maar u leert Nederland ook op een heel andere manier kennen. O ja, een gehucht dat Nederland heet, bestaat ook!

 

Boeddhistische tempel in de wei

Zin in ‘Grikelân en Turkije’, maar hoeft het voor u niet zo warm te zijn? Dan zit u bij Aldtsjerk, schuin boven Leeuwarden, helemaal goed. Een natuurgebied met deze landsnamen behoorde ooit toe aan een adellijke familie die met het geld dat ze aan Griekse en Turkse staatsobligaties hadden verdiend, hier goed investeerde in hakhoutbosjes. Vandaar die zonnige namen. Of het nog zonniger wordt in het noordelijker gelegen buurtschap Elba is de vraag. U herinnert zich Elba waarschijnlijk van de geschiedenisles. Napoleon werd in 1814 naar dit Italiaanse eiland verbannen. Voelt het leven in het Friese Elba als het leven in een verbanningsoord? Heet het plaatsje daarom zo? Niemand weet het, maar u kunt allicht even sfeer gaan proeven.

 

Zeer opmerkelijk in deze contreien is de Tibetaans boeddhistische stoepa waarvan de gouden spits boven de Friese weilanden nabij Hantum uitpriemt. Het maakt onderdeel uit van het kloostercomplex Karma Deleg Chö Phel Ling, compleet met tempel en gebedsmolens. Boeddhisten van overal komen er op retraite, op zondag is het open voor passanten. Friesland kent weliswaar geen plaatsnaam die ermee verband houdt, maar zo tussen de koeien is het te leuk om over te slaan.

 

Bent u graag op wereldreis, maar vindt u Elba net iets te ver om? Dan is Egypte ten zuidoosten van Grikelân en Turkije vast meer voor u. Net als op andere plekken in Nederland die Egypte heten, woonden hier ooit zigeuners (Roma). Ze zeiden zelf vaak dat ze uit Egypte kwamen. Geen wonder dat de Engelsen hen gypsies gingen noemen. Raadselachtiger is waarom de nabije polder annex buurtschap Bombay heten. De Indiase plaatsnaam Bombay komt van het Portugese Bom Bahia dat Goede Baai betekent. Fries Bombay ligt nabij de Lauwers, dat nu weliswaar een beekje is, maar vroeger een zeearm die via de Lauwerszee in verbinding stond met de Waddenzee. Wellicht was het er ooit goed toeven voor scheepjes?

 

Et liekt daor wel Frankriek

Wie vanaf Bombay een stuk verder zuidoostwaarts zakt, zit in Amerika. Er zijn vele buurtschappen door heel Nederland met die naam. Vaak ging het om onontgonnen, wat onherbergzaam gebied dat pioniers nog op de natuur moesten veroveren. Net zoals dat in het ‘echte’ Amerika het geval was. Weer meer zuidwestwaarts staat u plots in Petersburg, zogenaamd Rusland dus, de vroegere aartsvijand van Amerika. Het 18e-eeuwse buurtschap heeft echter niets met het oude tsarenrijk te maken. Het werd simpelweg vernoemd naar ene Peter of Pieter die er neerstreek. Aan de overkant van de turfvaart ligt wel het gehucht Moskou. Ooit had een boer zijn boerderij Moscou genoemd, met een knipoog naar Petersburg. Later heette de hele buurtgemeenschap zo. Er ontstond nooit oorlog tussen Amerika en de ‘Russische’ Petersburg en Moskou, maar in het zuidelijker Frankrijk was het lange tijd minder rustig. De bewoners maakten er regelmatig onderling ruzie. In de volksmond werden ze daarom vergeleken met de Franse keizer Napoleon die iedereen de oorlog verklaarde: ‘Et liekt daor wel Frankriek.’ Zo kwam Frankrijk aan zijn naam.

 

De gemoederen bedaren gegarandeerd weer in Canada, ten oosten van Frankrijk. Aan de overzijde van zijn Canadameer (officieel: Kannedemeer), een voormalige zandafgraving, rijzen naaldbossen op. Een mens maakt hier vanzelf associaties met de uitgestrekte natuur van Canada.

 

In theorie wordt het een stuk tropischer in Willemstad, een buurtje ten noorden van Appelscha. Anders dan elders heeft het Friese Willemstad niets met het koninklijk huis van doen. Willem de Wilde was simpelweg een van de eerste bewoners hier. De oranje letters van het  plaatsnaambord van Nederland lijken wél te verwijzen naar de Oranjes. Het plaatsje met deze unieke naam in de Kop van Overijssel kent slechts 26 inwoners. Ze hadden zo regelmatig te stellen met dieven van hun populaire bord, dat ze er nu extra stevige schroeven op hebben gezet. Nederland is even rijden vanaf Willemstad, maar het is wel dé plek om een wereldreis te beëindigen. U bent weer thuis in eigen land!

 

 

Na de tocht door Friesland het wereldreisvirus te pakken gekregen? Doet u dan ook Groningen eens! Plaatsen als Bethlehem, Polen, de ‘Pisa van het Noorden’ (Bedum) met zijn ‘Schaiftoren’, Denemarken, Spitsbergen en Napels zijn de expeditie waard. Voor alle provincies doet u nog veel meer fantastische inspiratie op in de boeken Fietsen rond de wereld in Nederland, deel 1 (Noord-Nederland) en deel 2 (Zuid-Nederland) van Flip van Doorn en Piet Hermans. Alleen nog in de (online) ramsjverkoop verkrijgbaar, maar ook in vele bibliotheken te raadplegen. Met uiterst gedetailleerd kaartmateriaal, óók nuttig voor automobilisten.

 

Het hartritme ontdekt

 

De Franse arts René Théophile Hyacinthe Laënnec was van nature een zeer verlegen man. Opgevoed door zijn strenge vader die advocaat was (de moeder was overleden aan tuberculose) was René terughoudend in het contact met mensen. Wat meer in de luwte voelde hij zich veiliger.

 

Zeventig slagen per minuut. Zo vaak laat het hart in ruste gemiddeld van zich horen, in een rustig ritmisch gangetje. Dat tempo gaat soms flink omhoog, tot geroffel en gebonk aan toe – bij opwinding, spanning, angst, een ritmeprobleem of een defect. Lang niet altijd prettig, in tegendeel.

 

De Franse arts René Laënnec beleefde, zoals in de vorige aflevering van HartVinding beschreven, het effect van lichte opwinding. Begin 1800, in zijn Parijse onderzoekskamer, voelde hij zijn hartslag in snelheid wat toenemen toen hij het hart moest beluisteren van een naar verluidt voluptueuze jongedame met ritmestoornissen. Om uiteindelijk afstand te houden tot zijn patiënten bedacht hij een luistersysteem dat we nu kennen als de ‘stethoscoop’. Een meesterlijke uitvinding.

 

Het ritme van het hart wordt, simpel gezegd, geregeld door een systeem dat elektrische prikkels van cellen in de hartspier uiteindelijk omzet in een beweging. Daardoor kan deze cruciale spier van het hart samentrekken en de bloedpompfunctie op gang houden.

 

Eeuwenlang bleef het ritme van het hart een geheim, omdat dit gewoon niet goed beluisterd kon worden. Nu ja, hoogstens door het blote oor tegen iemands borstkas aan te drukken. Pas toen René Laënnec zijn bijzondere luistergereedschap had ontwikkeld, werd steeds meer duidelijk over het hartritme en werden daarin ook hoofdpatronen en ritmeafwijkingen gehoord.

 

Dat inspireerde wetenschappers met een gevoel voor muziek tot bijzonder onderzoek. Twee Amerikaanse onderzoekers, I.M. Hyde en W. Scalapino, beschreven in 1918 de effecten op het hart en de bloeddruk door verschillende soorten muziek in uiteenlopende ritmen. Zij registreerden veranderingen in het elektrocardiogram bij talrijke patiënten, die zij lieten luisteren. Zelfs de kleinste ritmeverandering leidde al snel tot een enigszins verhoogde of verlaagde hartslag en een andere bloeddruk.

 

Na Hyde en Scalapino volgde nog een hele reeks collega’s die er meer van wilden weten. Zij ontdekten dat muziek ook invloed had op bijvoorbeeld de conditie van de luchtwegen. De belangstelling naar de invloed van muziek op de gezondheid is nog altijd springlevend.

 

Sterker nog, steeds nadrukkelijker lijkt muziek een rol te kunnen spelen in de medische behandeling.  Volop daarmee bezig is de Italiaanse cardioloog Luciano Bernardi van de faculteit interne geneeskunde (Universiteit van Pavia). In het tijdschrift ‘Circulation’ van de American Heart Association zegt Bernardi ervan overtuigd te zijn dat het luisteren naar muziek niet alleen kan ontspannen, maar bovendien een aantoonbaar positief effect heeft op de gezondheid.

 

Samen met zijn Britse collega Peter Sleight (Radcliffe Hospital, Oxford) deed hij onderzoek bij een groep van 24 gezonde vrijwilligers die via een koptelefoon verschillende soorten muziek te horen kregen in verschillende tempi en stemmingen. Daarbij werden zaken gemeten als hartslag, ademhaling, bloeddruk en stroomsnelheid van het bloed naar de hersenen.

 

Het onderzoek is nog niet voltooid, maar al wel staat vast dat een ‘slow-tempo song’ het hart en de bloedsomloop aantoonbaar tot kalmte brengt. Of het nu gaat om een adagio van Mozart of een slow song van Michael Jackson…

 

Conclusie is dat dergelijke muziektempi heel goed bruikbaar kunnen zijn in behandelingen om het hartritme te vertragen.

Hartpatiënt en zwanger: In gesprek met de cardioloog

 

Kan mijn hart een zwangerschap wel aan? Dat is een van de vele vragen die Dr. Jolien Roos-Hesselink regelmatig krijgt te horen van haar patiënten. Ze werkt als cardioloog in het Erasmus MC, waar zwangerschap bij vrouwen met een hartafwijking een van haar aandachtsgebieden is.

 

Dr. Jolien Roos-Hesselink

 

Welke zorgen hebben de patiënten die u spreekt het meest?

‘Hartpatiënten met een kinderwens willen weten wat de risico’s van een zwangerschap zijn, zowel voor henzelf als het kind, maar vragen ook naar de gevolgen op lange termijn. Kan mijn conditie door een zwangerschap achteruitgaan, heb ik straks meer medicatie nodig? Wat is mijn levensverwachting? Als je een kind krijgt, wil je hem of haar uiteraard ook graag op zien groeien. Gelukkig kunnen we op de meeste vragen steeds beter antwoord geven. Dat komt onder andere door een registratieproject dat ik, samen met Professor Hall uit Groot-Brittanië, heb opgezet. In de database staan wereldwijd 5000 vrouwen met allerlei verschillende hartaandoeningen. Op die manier komen we steeds meer te weten over zwangerschap en bevallingen.’

 

Wat is de impact van een zwangerschap op het hart?

‘Zwangerschap is topsport. Het hart moet harder werken om het bloed rond te pompen, op het zwaartepunt van 28 weken zelfs 50 procent harder. Daarnaast houdt je lichaam soms extra vocht vast en heb je meer kans op trombose. Voor een gezond iemand is dit al een zware belasting, voor een hartpatiënt helemaal. De risico’s van een zwangerschap zijn echter voor iedere patiënt anders. Daarom is het heel belangrijk dat vrouwen met een hartafwijking en een kinderwens op tijd bij ons langskomen om te overleggen.’

 

Hoe verloopt zo’n gesprek?

‘We kijken onder andere naar de pompfunctie van het hart en doen een inspanningstest. Als die uitkomsten goed zijn, hebben we er ook vertrouwen in dat iemand een zwangerschap aankan. Ook kijken we naar de medicatie. Sommige medicijnen kunnen afwijkingen veroorzaken bij de baby en moeten vervangen of gestopt worden. Er zijn gelukkig heel veel hartpatiënten die zonder problemen een gezond kind op de wereld kunnen zetten. Helaas zijn er ook vrouwen die we moeten afraden zwanger te worden, omdat het risico op overlijden te groot is. Dat zijn heftige gesprekken. Ik ben zelf moeder van vier kinderen en weet hoe belangrijk een kinderwens kan zijn. Uiteindelijk blijft het de beslissing van de ouders. Als zij het toch willen proberen, zullen wij hen daarin uiteraard zo goed mogelijk begeleiden.’

 

Is natuurlijk bevallen mogelijk als je een hartafwijking hebt?

‘Ik ben daar zelf groot voorstander van, in veruit de meeste gevallen is dat ook het gunstigst voor de moeder. Er zijn echter groepen bij wie de risico’s te groot zijn, bijvoorbeeld als de moeder een aneurysma heeft. In zo’n geval wordt er soms zelfs voor gekozen om het kindje via een keizersnee te halen zo gauw dat mogelijk is.’

 

En wat zijn de gevolgen voor de baby?

‘Een baby heeft in Nederland een kans van ongeveer 1 op 100 om geboren te worden met een hartaandoening. Als een van de ouders hartpatiënt is, is dat zelfs 5 op 100. Dat lijkt veel, maar gelukkig is er dan nog steeds 95 procent kans dat het kindje géén hartafwijking heeft. Bij bepaalde erfelijke aandoeningen is de kans 50 procent dat het kindje de aandoening krijgt. Als je weet om welk gen het gaat zijn er tegenwoordig soms ook andere opties, zoals embryoselectie.’

 

 

 

Farmaceutische industrie steeds opdringeriger

 

Kent u die uitdrukking? Lokale productkampioenen? Nee? Nou, wij ook niet – tot voor kort. De farmaceutische industrie gebruikt deze merkwaardige omschrijving  voor artsen  die naar de pijpen van die industrie dansen.

 

Kort gezegd: zich laten omkopen om producten van die industrie te  promoten. Artsen doen dat, niet omdat zij daarmee het beste geneesmiddel voor de patiënt voorschrijven, maar omdat het hun portemonnee vult. ‘Te schandalig voor woorden, en in strijd met de door artsen afgelegde  eed van Hippocrates’, vindt huisarts Hans van der Linde uit Capelle aan de IJssel.

 

‘Tegenwoordig gaat het aan zich binden van artsen  veel systematischer en planmatiger dan vroeger’, zegt Van der Linde. ‘Het opbouwen van een netwerk van artsen  is tot kunst verheven. Zo geven gespecialiseerde consultants adviezen en workshops hoe artsen voor zich te winnen en te behouden. Vroeger ging alles meer op zijn janboerenfluitjes. Nu is de industrie doelgericht bezig op elk lucratief vakgebied.’

 

Een goed medicijn verkoopt zichzelf, maar omstreden nieuwe geneesmiddelen, zoals een aantal antidiabetica en cholesterolverlagers, veroveren tegenwoordig maar moeizaam een marktaandeel. Dat heeft geleid tot marketing waarbij steeds vaker artsen worden ingezet. Cijfers van het Transparantieregister en een publicatie van de Codecommissie Geneesmiddelen Reclame (CGR) illustreren dat, betoogt Van der Linde.

 

‘De inzet in Nederland van artsen bij reclame voor geneesmiddelen heeft in navolging van Amerika een grote vlucht genomen. Farmaceutische bedrijven duiden die artsen zonder gêne aan met de term ‘lokale productkampioenen’. Denigrerend en schaamteloos, het gaat wel over het welzijn en de gezondheid van talloze mensen!’

 

Het geld dat de industrie aan artsen uitbetaalt moet tegenwoordig worden gemeld aan de CGR. Die beloningen lopen in de vele miljoenen euro’s. De CGR publiceert de bedragen online in het Transparantieregister. Cijfers uit dat register van 2015  laten zien dat 3.800 individuele zorgaanbieders, voornamelijk artsen, 8,6 miljoen euro kregen, oftewel gemiddeld 2.250 euro per persoon. Alsof je een emmer leeg schudt.

 

‘Het enkele feit dat Nederlandse verkopers van geneesmiddelen betalingen verrichten aan het ongelofelijke aantal van 3.800 voornamelijk artsen zegt veel over de inzet van menskracht om de voorschrijvers van die geneesmiddelen te beïnvloeden’ , gaat Van der Linde verder. ‘Die betalingen zijn voor de overgrote meerderheid kleiner dan het gemiddelde bedrag van 2.250 euro. Dat betekent dat de overige betaalde sommen aanzienlijk groter zijn, niet zelden vele tienduizenden euro’s. In werkelijkheid liggen de bedragen nog fors hoger, want veel gunstbetoon verloopt via sluipwegen, zoals via reclamebureaus die tot nu toe niet meldplichtig waren. Dat probleem is nu gelukkig onderkend door de KNMG en de CGR en recent is de meldplicht  sterk uitgebreid.’

 

‘Het Transparantieregister laat zien dat we het hebben over honderden artsen planmatig verdeeld over de verschillende regio’s, ziekenhuizen, universiteiten en farmacotherapeutisch lucratieve specialismen. Ze vervullen een voorbeeldfunctie voor huisartsen in het voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen en worden met name ingezet als spreker tijdens nascholingen, symposia en congressen. Als schrijvers van artikelen propageren ze nieuwe medicijnen of ze lenen hun naam voor artikelen met die strekking. Kortom, ze zetten collega’s op het verkeerde been.’

 

Hoe gaat dat rekruteren en bewerken van ‘productkampioenen’ in zijn werk? Van der Linde: ‘Het farmaceutisch bedrijf Astellas Europe organiseerde volgens de CGR in Milaan een internationale ‘adviesraad’ voor de introductie van een nieuw geneesmiddel. Nationale vestigingen van Astellas werden uitgenodigd om artsen voor te dragen op basis van hun ‘opinieleiderschap’ en hun potentie om een ‘lokale productkampioen’ te worden. Dat leidde ertoe dat vier urologen en twee oncologen uit Nederland deelnamen aan de adviesraad.

 

Het programma van de tweedaagse bijeenkomst bestond uit een ochtend lezingen en een workshop. De deelnemers kregen daarvoor een honorarium van 1000 euro vermeerderd met 700 tot 1.200 euro voor gemaakte onkosten. De CGR concludeert dat deelnemers werden geselecteerd op grond van hun invloed op de marktpenetratie van het geneesmiddel en dat daarmee de doelstelling promotioneel was. De betaalde dienstverlening bestond uit kennisnemen van informatie, hetgeen niet kan worden bestempeld als het verlenen van een dienst. Honorarium en reis- en verblijfskosten Milaan zijn daarom niet toegestaan volgens de wet en volgens de regels van de CGR. Omdat Astellas berust in die vaststellingen besluit de CGR de klacht af te doen met publicatie van de feiten en betaling van de kosten.’

 

‘Er was hier dus sprake van een volledig betaalde stedenreis naar Milaan met daarbij nog eens een wettelijk verboden schenking van 1.000 euro aan artsen. Een gunstbetoon, maar feitelijk een omkoopsom, van rond de 2.000 euro, waarbij de kosten van hotel, diner en vliegtickets nog moeten worden opgeteld. ‘Zo worden artsen dus bewerkt en gemasseerd tot lokale produktkampioenen.’

 

‘Het Openbaar Ministerie bleef buiten schot bij deze forse wetsovertreding. Met zelfregulering en zelftoezicht zijn farmaceutische bedrijven in de praktijk gevrijwaard van strafvervolging. Ze hebben dan ook veel geld over voor die zelfregulering. Niet langer riskeren de verkoopdirecteuren, zoals in het verleden, de strafbladen die ook bij de Hoge Raad stand hielden.’

 

Hans van der Linde

Even naar China, in Amsterdam en Den Haag

 

De grote Chinatowns van Londen, Parijs en New York zijn beroemd, maar in eigen land kennen we ook verrassende stukjes China. De straatnaambordjes zijn er zelfs in het Nederlands én Chinees gesteld. HartbrugReizen vond de beste eettentjes, de leukste winkeltjes en boeiende culturele attracties in de Chinese wijken van Amsterdam en Den Haag.

 

Amsterdam

De reis naar het verre Azië is snel gemaakt. Vanaf het Centraal Station staat u met een paar stappen in Amsterdams Chinatown op de Zeedijk en de parallelle Geldersekade. Nieuwsgierig naar de topattractie? Dat is onbetwist de grote boeddhistische He Hua-tempel (ibps.nl) op het laatste eindje Zeedijk, nabij de Nieuwmarkt. Het is onmogelijk dit Chinese pagodegebouw met zijn dierenriemfiguren boven de gele dakpannen over het hoofd te zien. Achter de poort voeren wat traptreden omhoog naar de gebedsruimte. Er lopen boeddhistische nonnen, gemiddeld zo’n twee tot vier, naast een abdis. Ze wisselen regelmatig van tempelklooster. ‘Dat is wat het boeddhisme leert’, vertelt een van hen vriendelijk, ‘niets is permanent.’ Walmen wierook stijgen voortdurend op voor het grote boeddhabeeld Guan Yin in het midden van de ruimte. Twee stenen wachters met vervaarlijke bijlen houden aan weerszijden gezelschap. Opvallend is de smalle pagode rechts van de Boeddha waarin honderden gouden boeddhaatjes achter ruitjes zitten. Devote Chinezen hebben hier vele briefjes met hun eigennamen bevestigd. Iedereen die bidt voor de pagode doet dat automatisch voor iedereen die een papiertje achtergelaten heeft. Dat is het idee.

 

Dim sum: ‘een beetje hart’

Een andere belangrijke trekker in Amsterdam is het warenhuis Toko Dun Yong (dunyong.com) aan de Stormsteeg, tussen de Zeedijk en de Geldersekade. Alles wat een Chinees zich wenst, staat hier op meerdere verdiepingen uitgestald. Van voedingsmiddelen tot serviesgoed en meubelen tot attributen voor religieuze rituelen. U moet zeker de papieren nepgeldbundels, papieren goudstaven, papieren horloges en papieren kledingstukken bekijken. Chinezen sturen ze na de dood van hun dierbaren door verbranding aan hen op zodat ze niets tekort komen in het hiernamaals. Wuivende katten en kleine welvaartsgoden op batterijen wuiven u vooral geluk en rijkdom in het Hier en Nu toe. De verleiding is groot om een zak met gelukskoekjes te kopen. In elk koekje zit een papiertje met daarop een voorspelling of wijs gezegde verstopt.

 

Wie aan een groter hapje toe is, heeft een ruime keuze aan Chinese restaurantjes. Op de Zeedijk zijn vooral Nam Kee (namkee.net) en Hoi Tin (restauranthoitin.com) vermaard. Vergeet vooral alles wat u bij de reguliere Chinees gewend bent! Hier treft u de authentieke keuken van Kanton in eenvoudig eetzaaltjes. Hoi Tin, het oudste Chinese restaurant van Amsterdam, verkoopt daarbij ook losse zoete en hartige hapjes. Ze liggen uitgestald voor het raam. Iets buiten het eigenlijke Chinatown zijn Oriental City (oriental-city.com) op de Oudezijds Voorburgwal en het drijvende Sea Palace (seapalace.nl) aan de Oosterdokskade erg fijn voor dim sums. En hoe toepasselijk voor HartbrugReizen: dim sum betekent ‘een beetje hart’ in het Chinees! In de praktijk is het gewoon een gezellig hapje.

 

Den Haag

De Chinatown van Den Haag is eigenlijk groter dan die van Amsterdam. Twee reusachtige Chinese poorten markeren het begin en einde van de Wagenstraat, rode straatlampionnen sieren de rest ervan. De Gedempte Burgwal kruist de Wagenstraat en is ook overwegend Chinees. Een must in deze buurt is de bakkerij St. Anny Food (annyfood.nl). U kunt er zoete heerlijkheden voor 1 euro per stuk halen. Direct iets gebruiken bij een glas thee kan ook. De mierzoete cakeplakken in regenboogkleuren zijn zeker fotogeniek. Vele Chinese restaurants prijzen visschotels aan. Misschien niet verwonderlijk met Scheveningen om de hoek? Bij vishandel Duan’s Seafood Service ziet u de vissen zelfs nog in aquaria. Het grote restaurant Full Moon (restaurantfullmoon.nl) staat bekend om zijn Chinese fonduearrangementen, de zogenaamde hot pot. In supermarkt Wah Nam Hong (wahnamhong.eu) is het heerlijk neuzen naar culinaire curiositeiten. Ook bij Amazing Oriental (amazingoriental.com) in de Markthof is dat zo. De Markthof komt uit op het Rabbijn Maarsenplein waar u vele niet-Chinese, maar wel Aziatische restaurants treft. Net als de Zeedijk in Amsterdam herbergt ook de Haagse Chinatown vele nagelboetiekjes, acupunctuur- en massagesalons. Volgens de lokale Chinezen komt u er mooier, gezonder en verkwikter vandaan…

 

Actief zijn op zijn Chinees

Ook als u maar één dagje naar Amsterdam of Den Haag gaat, kunt u deelnemen aan leuke activiteiten in de Chinatowns. Elke donderdag- en zondagavond zijn er diverse eenmalige Aziatische kookworkshops in het warenhuis Dun Yong (opgeven via dunyong.com) in Amsterdam.

 

De Zeedijktempel viert in de meimaand vesak, de jaarlijkse herdenking van de geboorte, de verlichting en de dood van Boeddha. Vanuit de tempel wordt een boeddhabeeld in processie naar de Nieuwmarkt gedragen, een mooi schouwspel.

In Den Haag is woensdag een ideale bezoekdag. U kunt dan na tijdige aanmelding voordelig het diner gebruiken bij Stichting De Chinese Brug (chinesebrug.nl) aan de Zuidwal, vroeger vooral een club van Chinese ouderen, maar nu toegankelijk voor iedereen uit de buurt en andere belangstellenden. Chinese vrijwilligers koken de maaltijden en u kunt het binnenplaatsje met kleine pagode en het yin-yangsymbool in het plaveisel zien. Aan de Chinese Brug zijn verder kleine amateuroperagezelschappen verbonden die regelmatig hun kleurige Chinese operastukken opvoeren.

 

Het Chinese Nieuwjaar (28 januari 2017) en het Maanfeest (4 oktober 2017) gaan niet ongemerkt voorbij in de Nederlandse Chinatowns. Houd vooral de online agenda’s van de lokale VVV’s (denhaag.com/nl/ en iamsterdam.com/nl/), van de He Hua-tempel en De Chinese Brug in de gaten als u de bijzondere leeuwen- en drakendansen en het vuurwerk wilt zien! Of graag eens een workshop maancake bakken of Chinese kalligrafie doet.

Doorzetten: Natascha over het leven na haar hartinfarct

 

Vanwege een bloedafwijking en daaropvolgend hartinfarct voor haar 19e verjaardag, zag de nu 38-jarige Natascha Odekerken-de Vrede, haar zwangerschapswens in duigen vallen. Desalniettemin gaf zij niet op; want dankzij haar doorzettingskracht kwam zij tot nieuwe inzichten. Inmiddels is Natascha een trotste pleegmoeder. Zij vertelt haar verhaal…

 

Op een zomerdag in juli, de 23ste van het jaar 1997, verandert het leven van de, destijds studente, schoonheidsspecialiste voorgoed. Wegens een bloedafwijking met betrekking tot haar bloedstollingsfactor (Protrombine) waarvan Natascha niet op de hoogte was, vormt zich in haar hart een bloedprop met een hartinfarct (Myocardinfarct) als gevolg: ‘Het begon met pijn in mijn linkerarm en eindigde in het Maastricht UMC+. Ik had een hartinfarct. Sterker nog: mijn hartinfarct duurde al uren.’

 

Bevatting

Eenmaal stabiel start Natascha met hartrevalidatie. De bevatting van hetgeen wat is voorgevallen begint dan: ‘In het ziekenhuis begon ik met revalideren. Bij aanvang gaven andere patiënten mij een hand, omdat zij dachten dat ik de revalidatieles verzorgde, want ik was jong. Als jonge hartpatiënt is het moeilijk, want op die leeftijd loop je tegen problemen aan die oudere hartpatiënten niet hebben of in andere/mindere mate ervaren. Volgens mij herkent het merendeel van de jonge hartpatiënten zich hierin en wat mij betreft mag hieraan meer aandacht worden besteed.’

 

Thuis doet Natascha haar uiterste best om het leven, zoals zij gewend is, op te pakken. Maar al snel blijkt dat haar leven is veranderd (onder andere door de lichamelijke beperkingen, ontstaan door het hartinfarct) en raakt zij in een depressie: ‘Tijdens mijn hartinfarct is meer dan de helft van mijn hartspier afgestorven met als gevolg dat ik onder andere enorm moe was (en ben). Zelfs bij de geringste inspanning zoals het dagelijks huishouden. Net na mijn hartinfarct moest ik zelfs rustpauzes inplannen tijdens het afwassen. Maar het bleef niet daarbij. Te veel prikkels en daarmee drukte verdroeg ik niet meer. Zodra symptomen opkwamen die ik tijdens mijn hartinfarct voelde, raakte ik in paniek en ik vond het moeilijk om mijn angsten te delen. Vandaag de dag staat mijn brein nog steeds op scherp. Sinds mijn hartinfarct leef ik naar mijn lichaam, maar dat is niet altijd even makkelijk, want het is en blijft een traumatische ervaring.’

 

Het onbegrip vanuit anderen over haar situatie, vergt veel van Natascha: ‘Het niet meer in staat zijn om op jonge leeftijd te kunnen meedoen in de maatschappij hakt er in. Ondertussen ging het leven en de studie van mijn vrienden door. Ik was alleen. Wanneer ik onder de mensen was, voelde ik mij gedwongen om uit te leggen waarom ik niet werkte of beter gezegd, waarom ik niet in staat ben om te werken. Vooral op jonge leeftijd ben je gevoelig voor vooroordelen en het laatste wat ik wilde horen is ‘Daar heb je er weer zo één die niet wil werken!’. Mijn hartinfarct veranderde plots mijn leven en daarmee ook het onbezorgde gevoel waarmee een jongere normaal gesproken door het leven gaat.’

 

Realisatie

Zo goed en kwaad als het kan revalideert Natascha zowel lichamelijk als mentaal. Ondanks dat zij getekend is beseft Natascha dat met doorzetten men ergens kan komen én dat goede dagen, dan wel momenten, velen malen meer opwegen tegen tegenslagen: ‘Na mijn hartinfarct was ik blij dat ik nog leefde en op dat moment was dat mijn enige gedachte. Gedurende de jaren daarna werd langzaamaan bekend wat ik qua doen en laten kan, maar ook moest loslaten en accepteren. Én daarmee werd het een wirwar in mijn hoofd. Toen ik te horen kreeg dat mijn lichaam een zwangerschap (laat staan een bevalling) niet aankan, vond ik dat zeer moeilijk. Vooral psychisch.’

 

Maar dan komt het besef: ‘Mijn kinderwens bleef. Inmiddels keerde langzaamaan het vertrouwen in mijn lichaam terug. Ik besefte dat ik ondanks mijn lichamelijke beperkingen heel veel liefde kon en kan geven. Mijn man en ik realiseerden ons toen dat het zorgen voor een kind hetgeen is wat wij wensten.’

 

Met een redelijk vertrouwen in haar lichaam, stond Natascha (onbewust) open voor nieuwe inzichten. Vanwege haar gezondheid bleek adoptie geen optie. Plots geeft een reclame over pleegouders nieuwe hoop: ‘Samen met mijn man en huisarts heb ik mij hierin verdiept. Uiteindelijk hebben wij de knoop doorgehakt: wij worden pleegouders! Na het volgen van een maandenlange zware cursus, zijn wij als pleegouders goedgekeurd en is onze pleegzoon bij ons komen wonen. Sinds twee jaar is ons gezin uitgebreid met een pleegdochter.’

 

Voldoening

Samen met haar man zorgt Natascha voor hun pleegkinderen en het huishouden. Berrie, Natascha’s man, helpt waar nodig en Natascha prijst zich gelukkig met hem: ‘Ik ben van nature iemand die doorgaat, maar als het lichaam ‘stop’ zegt, dan houdt het op. Het daarbij niet in staat zijn om spontaan dingen te ondernemen, neem ik voor lief.  Gelukkig heb ik een man die mijn situatie begrijpt, maar het ook aankan en het vooral wilt. Zware huishoudelijke taken en zware activiteiten moet ik laten schieten. Moe ben ik nog steeds, de ene dag meer dan de andere. Inmiddels lukt het mij om een hele dag vol te maken met de kinderen, weliswaar op mijn tempo. En wanneer het niet gaat heb ik genoeg mensen om mij heen die mij helpen.’
Als ‘s avonds de kinderen in bed liggen is Natascha kapot, maar zoals zij zelf zegt: ‘Ik voel tegelijkertijd zoveel voldoening. Wellicht kan ik door mijn beperkingen mijn pleegzoon, die verstandelijk beperkt is, beter begrijpen en beter met hem omgaan. Uiteindelijk wegen mijn beperkingen niet op tegen ons geluk. Samen willen wij de kinderen gelukkig maken, want zij zijn ons geluk. Ik vind het simpelweg bijzonder dat wij voor hen mogen zorgen.’

 

Zij vervolgt: ‘Inmiddels loop ik negentien jaar na mijn hartinfarct nog steeds rond: hoe mooi! Destijds leek dat in mijn ogen onwerkelijk. Volgend jaar hoop ik twintig jaar na mijn hartinfarct te vieren. Kortom, sinds mijn hartinfarct heb ik mijn leven moeten aanpassen. De afgelopen jaren ging dat met vallen en opstaan. Naast de steun van mijn man ben ik tevens zover gekomen dankzij mijn vader Theo, mijn moeder Bep en mijn lieve broer Ramond. Zij hebben het eveneens zwaar gehad maar waren er altijd. Hetgeen wat ik heb meegemaakt heeft mij bewuster gemaakt van leven en dood en waar ik meer bij stilsta is het feit dat ik moet doorgaan en dat elke stap (hoe klein dan ook) een overwinning is. Sinds twee jaar heb ik een elektrische fiets, waardoor ik samen met onze pleegkinderen op stap kan gaan. Maar bovenal: ik ben nu zelfs moeder! Iets waarvan ik dacht, dat ik het niet meer zou mogen meemaken.’

 

Natascha Odekerken-de Vrede

Met donorhart naar de top

Carla beklom 4 jaar na haar transplantatie de Kilimanjaro

Zeven jaar geleden was zelfs een heel klein stukje lopen haar al teveel. Maar dankzij een donorhart heeft Carla Joustra (59) haar leven weer terug. Samen met 11 andere getransplanteerden beklom ze in 2014 de hoogste berg van Afrika: de Kilimanjaro.

‘Een groot deel van mijn leven heb ik volgehouden dat het allemaal wel meeviel. Ook al was ik vaak benauwd en kon ik amper een klein stukje rennen, er gingen geen alarmbellen rinkelen. Misschien werkte ik gewoon niet hard genoeg aan mijn conditie, dacht ik. Pas rond mijn 33e werd ontdekt dat ik een aangeboren hartaandoening had. Aanvankelijk probeerde ik dat mijn leven zo min mogelijk te laten beïnvloeden: ik deed vertaalwerk en werkte jarenlang in Noorwegen als reisleider. Toen de cardioloog in 2001 zei dat ik misschien ooit een harttransplantatie nodig zou hebben, kon ik dat dus eigenlijk niet geloven. Daar was mijn gezondheid toch nog veel te goed voor? Toch ging ik vanaf dat moment hard achteruit. Toen ik in 2009 op de wachtlijst werd gezet, had ik ernstige nierproblemen en kon ik nauwelijks nog lopen.

Ik zat op de gaskachel om mezelf warm te houden toen in mei 2010 het telefoontje kwam: er was een donorhart voor mij. Daarna ging alles snel, ik had niet eens tijd om bang te zijn. Natuurlijk was er een kans dat ik de operatie niet zou overleven. Maar als ik het niet deed, was het ook afgelopen. Misschien niet meteen, maar wel over een poosje. Want dat ik het niet lang meer vol zou houden, besefte ik inmiddels wel.

Het was een zware operatie, maar gelukkig herstelde ik na een aantal weken volledig. De revalidatie ging zelfs zo snel dat ik verbaasd was dat lopen en fietsen zó makkelijk kon zijn.

Expeditie

Na de transplantatie heb ik een lijstje gemaakt met alle dingen die ik wilde doen met mijn nieuwe hart. Een daarvan was het noorderlicht bekijken in het noorden van Noorwegen. Die reis is de kiem geweest van het plan om een eigen reisorganisatie te beginnen. Samen met een vriendin heb ik daarna in 2012 Fru Amundsen opgericht, waar we nog steeds erg van genieten. We waren op reis toen mijn man belde dat er een brief was van het UMCG: of ik met een groep getransplanteerden de Kilimanjaro wilde beklimmen. Ik dacht dat ze gek geworden waren. De hoogste berg van Afrika beklimmen, op mijn leeftijd?!

Maar toen ik het ziekenhuis liet weten dat ik erg twijfelde of ik dit wel kon, zeiden ze dat ik speciaal door mijn cardioloog geselecteerd was. Dat veranderde de zaak. Ik had een onbegrensd vertrouwen in hem, als iemand mijn situatie goed kende dan was hij het wel. Dus besloot ik toch de conditietest te doen, en wonder boven wonder werd ik uitgekozen om mee te gaan op de expeditie.

In totaal bestond onze groep uit 12 getransplanteerden met verschillende soorten donororganen. Ik was de oudste van het stel. Ook ging er een ervaren expeditieleider mee en een medisch team van het UMCG. Tijdens de voorbereidingen kregen we veel positieve, maar ook negatieve reacties. Sommige mensen zeiden: als je zo’n kostbaar cadeau als een donororgaan krijgt, ga je toch niet je leven op het spel zetten? Zelf hadden we dat gevoel helemaal niet. De artsen hebben ons niet voor niets beter gemaakt. Als er ook maar een klein risico was dat we dit niet aankonden, hadden zij hier nooit aan meegewerkt.

Loodzwaar

Uiteindelijk hebben we ruim een week over de beklimming gedaan. Bepaald niet de gelukkigste dagen van mijn leven, het was loodzwaar! Door de ijle lucht had ik iedere dag knallende hoofdpijn, ik was misselijk en had het – ondanks mijn thermo-ondergoed – ongelooflijk koud. Het desolate landschap maakte gelukkig veel goed. We klommen, klauterden en daalden over gestolde lava, langs eenzame cactussen, door diepe ravijnen en over ruige rotsen. Dat afzien had ook wel iets moois. Bij elke stap was ik me bewust van hoe bijzonder het was dat ik daar kon lopen. Ik had nota bene tien jaar lang een traplift nodig gehad!

De top heb ik helaas net niet gehaald. We vertrokken die nacht rond twaalf uur ’s nachts in het pikkedonker voor de laatste kilometers, maar na twee uur moest ik opgegeven. Ik was doodmoe, compleet buiten adem en had totaal geen coördinatiegevoel meer. Op dat moment besloot ik dat mijn top op 5000 meter lag en niet 900 meter hoger. Ook drie anderen hebben de expeditie voortijdig afgebroken, de overige acht hebben wel de top bereikt. Natuurlijk doet het een beetje pijn dat ik dat moment niet met hen heb meegemaakt, maar ik ben waanzinnig trots dat ik zo ver gekomen ben. Blij voor mezelf, maar ook een beetje voor de rest van de wereld. Want door deze expeditie heb ik laten zien wat je allemaal kunt bereiken met een donorhart.

Nog steeds herdenk ik ieder jaar in mei mijn donor, ook al weet ik niet wie dat was. Ik realiseer me heel goed dat mijn geluk onlosmakelijk verbonden is met het sterven van een ander. Dat gevoel zal altijd dubbel blijven. Maar ik hoop dat we met ons verhaal hebben laten zien dat je als orgaandonor iemand een gezond leven terug kunt geven, waarin alles weer mogelijk is. Mijn leven is niet alleen verlengd, maar zit weer boordevol nieuwe uitdagingen. En daar ben ik mijn donor eeuwig dankbaar voor.’