Bijwerkingen van uw medicatie? Melden!

Bij elk medicijn dat u gebruikt is er kans op bijwerkingen. Het verschilt per persoon of en welke bijwerkingen er optreden. Om de veiligheid van medicijnen goed te kunnen bewaken, is het belangrijk dat u ervaringen met bijwerkingen meldt bij Bijwerkingencentrum Lareb. 

Welke bijwerkingen melden?

U kunt bijwerkingen melden van medicijnen, vaccins en andere gezondheidsproducten. Meld die bijwerkingen waarvan u vindt dat zorgverleners en patiënten het ook moeten weten. Dit kunnen meldingen zijn van nieuwe en onbekende bijwerkingen, maar ook informatie over bekende bijwerkingen is welkom. U kunt hierbij denken aan ernst, beloop of het risico van het niet (h)erkennen van de bijwerking in de praktijk. Ook als u niet zeker weet of uw klacht een bijwerking van uw medicijn is, kunt u een melding doen.

Waarom is melden belangrijk?

Bijwerkingen komen deels naar voren tijdens onderzoek, voordat een medicijn wordt toegelaten (registratie). Deze bijwerkingen staan vermeld in de bijsluiter van uw medicijn. Maar helaas zijn niet alle bijwerkingen van een medicijn dan al bekend. Door meldingen te verzamelen over (on)bekende bijwerkingen komt er steeds meer kennis beschikbaar.

Wat gebeurt er met mijn melding?

Bijwerkingencentrum Lareb bekijkt elke melding afzonderlijk en verwerkt en registreert alle meldingen anoniem. De analyses van deze meldingen kunnen bijvoorbeeld leiden tot waarschuwingen of aanpassingen in de bijsluitertekst.

Hoe melden?

U kunt uw bijwerkingen eenvoudig melden via www.mijnbijwerking.nl.
Samen maken we medicijngebruik veiliger!

Voor meer artikelen klik hier

Studeerden wij medicijnen of geneeskunde?

Studeerden wij medicijnen of geneeskunde? Een nieuwe kijk op de aanpak op chronische aandoening.

Huisarts Lieneke van de Griendt constateert dat bij patiënten met chronische klachten vooral de symptomen bestreden worden. Veel patiënten met chronische aandoeningen genezen ondanks alle medische inspanningen niet. 
In Nederland hebben 9,9 miljoen mensen één of meer chronische aandoeningen, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, multiple sclerose, reuma, schildklier, of psychische klachten. Dat is 58% van de Nederlandse bevolking.* Zij krijgen medicijnen voorgeschreven die de symptomen onderdrukken, maar blijven ziek en moeten vaak hun leven lang deze medicijnen slikken.
Dat roept vragen bij haar op: wat gaat er eigenlijk precies mis in hun lichaam en waarom gebeurt dit? Als we dat weten, zouden we dan ook zónder medicijnen de gezondheid kunnen verbeteren van patiënten met diabetes, hart- en vaatziekten, auto-immuunziekten of zelfs psychische klachten?
Studeerden wij medicijnen of geneeskunde? is geschreven voor iedereen die zich ook afvraagt of medicijnen wel bijdragen aan ware genezing. Door terug te grijpen op basisvakken van de medische opleiding (o. a. biochemie, fysiologie en immunologie) én het bestuderen van een nieuw vak – het microbioom (de gezonde darmbacteriën) – gaat Lieneke op zoek naar antwoorden.
Lieneke van de Griendt is sinds 1995 huisarts en heeft haar eigen praktijk in Schiedam, waar zij met behulp van een fantastisch team met veel passie haar vak uitoefent.

 

Voor meer artikelen klik hier

Zorgverzekeraars en nare bijwerkingen

VENLO – Peter Janssen werd in 2013 van de ene dag op de andere hartpatiënt. Sindsdien ligt de 49-jarige Venlonaar geregeld met zorgverzekeraars in de clinch. Die zijn er immers op uit om mensen zo goedkoop mogelijke medicijnen voor te laten schrijven. Duurdere worden niet meer vergoed. Voor Peter had dat meermaals vervelende gevolgen. Ze resulteerden in een spoedopname in het ziekenhuis omdat zijn hartslag grotendeels wegviel, en in hallucinaties en nachtmerries. Peter Janssen heeft het sindsdien helemaal gehad met de zorgverzekeraars, die puur uit bezuinigingsdrift goedkopere medicijnen lieten voorschrijven die leidden tot ernstige bijwerkingen.

Peter is hartstochtelijk mountainbiker. Al jaren gaat hij met de mountainbike via een omweg door de Venlose bossen en heuvels naar zijn werk, Office Depot, de grootste leverancier voor de kantoorartikelen in Europa, gevestigd in het Limburgse stadje aan de Duitse grens. Ook fietst hij vaker met zijn vrouw om een frisse neus te halen. Zo ook zeven jaar geleden. ‘Ik voelde me goed’, herinnert Peter zich. ‘Het was warm, 23 graden, maar ik hield mijn hand voor de mond omdat ik het gevoel had ijskoude lucht binnen te krijgen. Alsof het vroor. Mijn vrouw vroeg me waarom ik dat deed. We vertrouwden het niet en reden naar de huisartsenpost. Daar bleek mijn bloeddruk gigantisch, en bleek ik een hartaanval gehad te hebben. Enkele dagen later bleek uit katheterisatie dat de vaten rond het hart aan alle kanten potdicht zaten. Bij het academisch ziekenhuis in Maastricht hebben ze toen drie omleidingen gemaakt. Het gekke is: voor die tijd had ik nergens last van.’

Al snel bleken erfelijke factoren een hoofdrol te spelen. ‘Elf generaties terug in de 17de eeuw werd al over een van mijn voorvaderen geschreven: ‘is aan Borschtsiekte overleden’. Die had het dus al aan zijn hart. Mijn vader kreeg op 50-jarige leeftijd een hartaanval en overleed veel te vroeg, en de mannen aan moeders kant zijn ook allemaal overleden aan hartproblemen.’

Corona

Vindt hij zijn hartproblemen dan niet akelig in het licht van de coronacrisis? ‘Ergens in maart werd ik wakker met een gigantische keelpijn. Ik was kortademig en voelde me slecht. De huisartsenpost kon me niet helpen. Ik moest gewoon thuis uitzieken. Gelukkig voelde ik me twee dagen later weer beter.’ Peter is sindsdien wel op zijn hoede. ‘Niet dat ik me meer zorgen maak als hartpatiënt, maar ik ben wel voorzichtiger. Ik werk nu vanuit thuis. Maar bij het begin van de coronacrisis werkten we nog op kantoor, een bedrijf in Venlo met zo’n 800 medewerkers, onder meer afkomstig uit Brabant en Heinsberg (Duitsland) – dat waren eind februari al besmette gebieden, en toen al hield ik afstand jegens die mensen. Ik was er heel bewust mee bezig. Wij begonnen op het werk al vroeg met handen wassen. Voor mij kwam daar dus bij: ik bleef bij iedereen uit de buurt die uit een risicogebied komt.’

Normaal fietst Peter veel, maar door de coronacrisis werkt hij van thuis uit en blijft ook gewoon thuis. Tijdens ons telefonisch gesprek blijkt hij vooral in zijn maag te zitten met de bijwerkingen van medicijnen: daarmee heeft hij nogal wat nare ervaringen. ‘Op 30 maart 2019 zijn we op vakantie in Aruba geweest. Het was er heet en goed. Elke morgen om zeven uur reed ik daar via het sneeuwwitte strand naar de ruwe woestijnachtige oostkust met cactussen. Het was er heerlijk fietsen. Ik kon ook mijn hobby fotograferen uitleven, ik wist er een koppel Arubaanse gronduilen met twee jongen te fotograferen! Niet lang na deze sportieve vakantie moest ik met spoed naar de huisartsenpost, de HAP dus. Wat was er gebeurd? De apotheek had mij een ander, goedkoper merk bètablokkers gegeven. Ik werd ’s nachts wakker met een hartslag van 30, en voelde me gigantisch slecht. ‘Ik ben er niet goed aan toe’, zei ik tegen mijn vrouw, die me naar de HAP bracht. Die stuurde me acuut door naar het ziekenhuis, waar ik binnen een dag op wist te krabbelen. Het bleek dat ik door het nieuwe medicijn niet goed was geworden. Via het ziekenhuis kon ik weer terug naar mijn oude, vertrouwde bètablokker. Ik belde vervolgens boos met de zorgverzekeraar, die me het goedkopere medicijn in de maag had gesplitst. Die zuinigheid kostte hen wel een ziekenhuisopname, waardoor mijn eigen risico er gelijk doorheen was. Uiteindelijk trekken de zorgverzekeraars op deze manier zelf aan het kortste eind: die krijgen de rekening van de gevolgen van hun zuinigheid.’

Dit was niet de enige ervaring van Peter met de bezuinigingsdrift door de zorgverzekeraars. ‘Zo hebben ze mij goedkopere bloedverdunners voorgeschreven waarvan ik hallucinaties kreeg. En ik kreeg een soort statines tegen mijn hoge triglyceride, een voorstadium van diabetes. Daarvan kreeg ik nachtmerries. In alle drie de gevallen zei ik tegen mijn apotheker: die troep hoef je me niet meer te geven, die neem ik niet meer mee.’

Statines kon Peter niet verdragen. Hij crepeerde van de spierpijnen, had last van spierafbraak, en kreeg er bijna nierproblemen door. Daarom doet hij nu mee aan een experiment waarbij hij twee keer per jaar een injectie krijgt om zijn cholesterol terug te brengen naar 1,8. Peter wantrouwt de ‘statinemaffia’ weliswaar, maar omdat zijn bloeddruk zo hoog is, heeft hij geen alternatief en moet iets aan zijn hoge cholesterol doen. ‘Je moet het zo zien’, legt Peter uit. ‘Ik las over een Italiaanse vrouw van 92 met een cholesterolwaarde van meer dan 14. Maar zij had een gezonde bloeddruk. Dan is die hoge cholesterol niet erg. Maar in mijn geval met mijn bloeddruk zouden mijn aderen beschadigen, en hoopt de cholesterol zich op.’

Peter houdt zich inmiddels aan een nieuwe leefstijl, om op die manier het nemen van medicijnen zoveel mogelijk tegen te gaan. ‘Koolhydraatarm eten helpt enorm. Mijn bloedsuikerwaarden komen daardoor in een goed evenwicht, zonder medicijnen!’

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

Leefstijlverandering in Quarantaine

We zijn afgesloten van onze omgeving. Leven alléén in ons huisje totaal geïsoleerd van alles wat zich daarbuiten afspeelt. Dit is dus je kans! Veel van de ziektes die we in de loop van ons leven krijgen zijn gerelateerd aan die boze buitenwereld. Onze omgeving maakt ons ziek en dik. Met een moeilijk woord noemen we dit een ‘obesogene omgeving’. Ja lekker makkelijk, denk je, geef de omgeving maar de schuld! Elk pondje dat in je mondje komt stop je er toch echt zelf in, of niet? Die discussie wil ik wel aangaan. Want je stopt het er zelf in maar je hebt soms bar weinig controle over de kwaliteit van dat pondje. 70% van onze voeding in de supermarkt is bewerkt, de vezels zijn eruit gehaald en suiker en zout is erin gestopt. Voeding nu ziet er heel anders uit dan in de tijd dat onze opa’s en oma’s jong waren.

Ons land is op slot, onze huizen zijn op slot om het virus te weren. Dit heeft zin, dit maakt dat er minder mensen besmet worden. Kunnen we ook op slot tegen een chronische leefstijl gebonden ziekte? Ja, dat kan. Dat het op slot gaan van een land effectief is tegen bijvoorbeeld diabetes, weten de mensen op Tokelau. Het eiland Tokelau, gelegen in de stille oceaan, werd in 1979 getroffen door een cycloon en was gedurende 6 maanden afgesneden van de rest van de wereld. Men ging terug naar de traditionele manier van eten (o.a. kokos en vis) en na 6 maanden zonder import van sterk bewerkte voeding, trof men de bevolking van Tokelau weer gezonder dan ooit aan.

Zoals Tokelau geïsoleerd was, zijn wij nu ook geïsoleerd. Deze periode van terug naar de basis kan dus als kans gezien worden.  Je kunt nu zelf je omgeving bepalen. Niet het restaurant wat je bezoekt bepaalt je voeding: frietjes die ongevraagd op tafel gezet worden. Niet de bioscoop bepaalt je snackgedrag, maar een snoepstraat na de ingang waar je doorheen moet om de film te zien. Niet de verleidelijke gangen in de supermarkt met overal koekjes en chocolade. Niet de auto waar je soms vele uren in moet zitten.

Je kunt je voeding online bestellen, alleen de verse onbewerkte voeding komt je huis in. Je hebt ook tijd. Alle tijd! Tijd om na te denken wat je wilt eten, tijd om te koken. Mogelijk tijd -bijvoorbeeld vroeg in de ochtend- om in een rustig straatje of park te lopen of te wandelen. Je wordt niet beheerst door de doorgedraaide agenda van alle dag. Tijd om te mediteren. Tijd om thuis yoga te doen achter de televisie. Allemaal kansen.

Mensen met hoge bloeddruk of hart- en vaatziekten worden het zwaarst getroffen door Corona. Bijna 30% van de aan Corona overleden mensen had hier ook last van. Het is moeilijk te begrijpen waarom precies, maar het is niet alleen een hoge leeftijd. Duidelijk is dat als je stress hebt, dat je een over activatie krijgt van je zogenaamde sympathisch zenuwstelsel, je ‘vecht en vlucht’ zenuwstelsel. Dit maakt dat je hele lijf in paraatheid staat voor een mogelijk gevaar. Een leeuw, een tijger, een vloedgolf. Of een virus. Je lichaam wil wegrennen van dit gevaar en maakt dat je bloeddruk omhoog gaat, je hart sneller klopt, je spieren gespannen zijn om sneller een broodnodig sprintje te kunnen trekken. Het dubbele is echter dat we niet weg kúnnen rennen van dit virus. We zitten angstig thuis en veel mensen zitten constant in een stresscocon. Het sympathisch zenuwstelsel draait overuren!

Maar lieve mensen, hier heb je nu ook tijd voor, en een keuze. Hoe moeilijk dat ook is. Laat je niet gek maken. Daar word je dus niet beter van. Je kunt ook je parasympatisch zenuwstelsel meer prioriteit geven. Dit is je zogenaamde ‘rust en weer lucht’ zenuwstelsel. Het zorg voor energie naar je darmen, energie voor groei van je haar en nagels. Het verlaagt je hartslag, je ontspant je spieren. Je sympathisch zenuwstelsel is dus het gaspedaal. Je parasympatisch zenuwstelsel is de tegenhanger, het is je acculader. De knop om je parasympatisch zenuwstelsel aan te zetten is heel makkelijk te vinden. Misschien tijdens het werken in de tuin, of gewoon het zitten breien. Misschien is het wel een boek lezen, of een film kijken. Misschien is het in een bak ijs zitten of juist lekker in de jacuzzi. Het maakt niet uit, maar ga op zoek naar die knop!

Laten we deze quarantaine tijd zien als een accu-laad tijd. Prikkelarm, geen afspraken geen verleidingen, je hebt alle tijd om te focussen op je leefplan. Je leefplan voor de komende 1, 5, 10 of misschien 20 jaar. Laten we er goede en gelukkige jaren van maken.

Happy Lifestyle!

Met dank aan Jacqui van Kemenade, auteur Leefstijl op Recept. Bestuurder bij Stichting je Leefstijl als medicijn www.jeleefstijlalsmedicijn.nl

www.voedingshuisarts.com

Jacqui van Kemenade, arts.

 

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

21 jaar en hartritmestoornissen

Iedereen heeft een verhaal: zo ook Laura Lust (21). Wanneer zij op 15-jarige leeftijd gediagnosticeerd wordt met hartritmestoornissen gaat zij van een actieve tiener naar rustige jonge vrouw. Zij vertelt over haar rollercoaster en de uitwerking daarvan op haar leven. Haar verhaal…

Als 15-jarige geniet Laura van haar tienerjaren. Op schooldagen fietst zij heen en terug naar haar middelbare school waar zij haar VWO volgt. En na schooltijd is zij vier keer per week in de sportschool te vinden. Maar langzaam maar zeker is de normaal gesproken drukke Laura steeds sneller moe: ‘Mijn moeheid bleef toenemen en resulteerde uiteindelijk in het gelijk in bed kruipen na school. Voor het avondeten kwam ik er even uit, maar vervolgens kroop ik direct weer onder de wol. Een verandering, want ik was een drukke tiener en altijd met van alles bezig.’

De diagnose

Laura’s familie en zij houden het op een drukke periode. Een doktersbezoek wuift Laura eveneens weg, want volgens haar is het nergens voor nodig. Maar nadat zij steeds zieker wordt en uiteindelijk wegraakt tijdens een les, omdat zij moe en futloos is, trekken haar ouders aan de bel: ‘Van de ene op de andere dag kon ik zelfs niet meer zelfstandig naar het toilet lopen, want het kostte mij te veel energie.’ Omdat het weekend is, bezoeken zij de plaatselijke huisartsenpost waarna de vermoeide tiener wordt opgenomen in het ziekenhuis. En na dagen van onderzoek volgt de diagnose: ‘Ik bleek AVNRT (AV-nodale re-entry tachycardie) te hebben, een hartritmestoornis welke ontstaat in en rond de AV-knoop. En door een extra bundel blijven prikkels rondcirkelen welke zorgen voor een snelle, maar regelmatige hartslag. Met medicatie en een afspraak bij een cardioloog ben ik naar huis gestuurd.’ Achteraf gezien heeft Laura al sinds de basisschool last van hartritmestoornissen, maar zij stond hierbij niet stil: ‘Vroeger kreeg ik enkel bij inspanning af en toe een hartritmestoornis, maar de laatste tijd ook vaker in rust. Ik herkende het -een episode- aan het opgejaagde gevoel, maar het ging vanzelf weer weg. Doordat het ‘normaal’ was, bemerkte ik niet dat het pathologisch was en onbewust voor meer klachten zorgde, hoe ouder ik werd.’

Vier ablaties volgen en tijdens de laatste ablatie ook twee hartstilstanden. Nadat de eerste twee ablaties plaatsvinden in een Belgisch ziekenhuis, wordt zij voor haar derde en vierde ablatie doorverwezen naar collega’s in Nederland. Hier nemen Nederlandse specialisten van het Sophia Kinderziekenhuis en het Erasmus MC in Rotterdam het over: ‘Mijn eerste ablatie vond plaats in Gent, onder plaatselijke verdoving vanwege de hogere slagingskans, maar mede door de duur hiervan en een afgaand alarm tijdens de ingreep, heb ik daaraan een PTSS (Post Traumatisch Stress Syndroom) overgehouden. De onsuccesvolle ablatie en de bijwerkingen van de medicatie welke ik postoperatief moest slikken hebben daaraan eveneens bijgedragen. De daarop volgende ablaties zijn onder narcose uitgevoerd. Toen mijn derde ablatie gepland stond in Rotterdam, zag ik alsnog tegen de ingrepen op, maar de zorgverleners waren empathisch en ondanks dat ik nog ‘kind’ was, werd ik wel degelijk gehoord en werd alles uitgelegd totdat niet alleen mijn ouders, maar ook ik alles begreep. Hierdoor voelde ik me veilig en was ik gerustgesteld. De overgebleven spanning nam Emile Peters, de cardioloog die mij opving bij het inrijden van de operatiekamer, weg. Een opgewekte cardioloog met hart voor zijn patiënten. Toen ik de operatiesluis werd binnengereden, wachtte mij een warm welkom en een ‘lelijke’ operatiemuts waar natuurlijk een foto van gemaakt moest worden.’

Ondanks de gedeeltelijke, geslaagde ablaties en de medicijnen die Laura moet blijven slikken om mogelijke hartritmestoornissen in te dammen, blijft zij zich op het positieve focussen: ‘Enkele maanden geleden heb ik samen met mijn cardioloog gekeken naar de mogelijkheid om de dosis van mijn medicatie te verlagen. Ik slik nu nog maar één pil in plaats van twee en dat is voor mij sinds lange tijd een grote overwinning! Een ander goed voorbeeld? Mijn moeders telefoon staat vol met foto’s van de zieke Laura in het ziekenhuis waar ik nooit meer naar kijk. Maar de foto met mijn moeder, Emile en de operatiemutsen, is mijn ‘positieve’ foto. Onder andere deze foto heeft mij geleerd om in al het negatieve naar het positieve te blijven kijken, hoe klein dan ook. Langzaamaan kreeg ik minder en slechts sporadisch nachtmerries en paniekaanvallen en ging ik steeds positiever in het leven staan. En ondanks dat alles nu goed gaat met mij, heb ook ik weleens mindere periodes. Tegenwoordig kan ik daarmee beter omgaan en weet ik ook dat het overgaat. Zoals men weleens zegt: ‘De tijd heelt alle wonden, maar de littekens zullen blijven.’

Het besef

Met de diagnose maakte alle onzekerheid en onrust plaats voor opluchting. Maar de inmiddels vijfjarige reis van Laura is haar niet in de koude kleren gaan zitten, ook al ziet zij eveneens positieve veranderingen: ‘Gedurende de afgelopen jaren heb ik veel van school gemist, maar dankzij betrokken docenten en mijn mentor, heb ik mijn VWO alsnog in één keer afgerond. Ik heb geleerd om zelfstandig te werken, want alleen ik kon het gemiste inhalen. Waar ik ook moeite mee had, was het feit dat leeftijdsgenootjes in hun vrije tijd feestjes afgingen terwijl ik ‘ziek’ thuis zat en simpelweg niet mee kon. Maar gelukkig had (en heb!) ik een vast vriendengroepje die mij regelmatig thuis opzochten.’

Ondanks haar opgedane zelfstandigheid, blijkt de volgende stap om te gaan studeren groter dan verwacht: ‘Ik wilde studeren nadat alle rust was wedergekeerd, maar toen puntje bij paaltje kwam, bleken mijn twijfels groot. Ik vertrouwde mijn lichaam nog niet volledig en dacht bij ieder pijntje op mijn borst dat ik dood ging. Achteraf lachwekkend, maar toen een hel. Toch wilde ik vechten voor wat ik wilde worden: verloskundige. Mede omdat ik altijd wil proberen om mijn eigen boontjes te doppen, voor zover als mogelijk. Uiteindelijk heb ik met mijzelf afgesproken om het te proberen en als het niet ging, kon ik altijd stoppen en huiswaarts keren. Inmiddels ben ik een tevreden studente. Ik ben een doorzetter geworden en neem geen genoegen meer met ‘dat komt nog wel’, want na alles wat ik heb meegemaakt weet ik dat onze tijd niet onbeperkt is. Mijn mentaliteit is nu ‘doe hetgeen waar jij vrolijk van wordt in het leven en haal alles eruit wat erin zit’.

Afgezien van haar welwillendheid om er zelf iets van te maken, ziet ook Laura het belang in van de spreekwoordelijke hart onder de riem steken: ‘In de periode dat ik de diagnose kreeg en de operaties volgden, voelde ik mij erg alleen. Ik was een jonge meid en had last van iets waarmee vaker ‘ouderen’ kampen. Zelfs nu op controle word ik uitgebreid aangekeken in de wachtkamer vanwege mijn leeftijd. En juist vanwege de wederzijdse herkenning, is volgens mij lotgenotencontact belangrijk, want als ik toentertijd contact had met lotgenoten van mijn leeftijd, was dat een extra steun geweest.’

En doorgaan

De reis van tiener naar jongvolwassen, is bij Laura niet zonder slag of stoot gegaan en hoezeer het ook niet altijd even makkelijk was en is, geniet zij meer dan ooit van het leven en blijft genieten: ‘Waar ik vroeger een actief meisje was met een grote mond, ben ik nu rustiger qua karakter. Ik ben vroeg volwassen geworden en onder andere daardoor ervaar ik geluk in de kleinste dingen en juich het hardst om de kleinste overwinningen. En die kleine overwinningen zijn het meeste waard voor mij. Inmiddels heb ik mijzelf aangepast aan mijn situatie, maar blijf proberen alles uit mijn mogelijkheden te halen. Ik ben niet bij de pakken gaan neerzitten en heb ook het sporten weer opgepakt. Met in mijn achterhoofd de woorden van mijn cardioloog (zolang je maar naar je eigen lichaam luistert), ben ik op mijn eigen tempo gaan trainen en op mijn eigen tempo blijf ik doorgaan!’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Fokke Obbema’s hartstilstand

Een hartstilstand veranderde het leven van Volkskrantjournalist Fokke Obbema (57) voorgoed. Met ongelofelijke mazzel was hij er fysiek snel weer bovenop, maar de mentale revalidatie viel hem zwaar. Het werd de aanleiding voor een boek vol interviews over de zin van het leven.

Wat gebeurde er drie jaar terug precies?

In mijn slaap kreeg ik een hartstilstand. Ik ademde nog een laatste keer luidruchtig uit en had het geluk dat mijn vrouw dat opmerkte en direct adequaat handelde. Binnen vijf minuten stonden de hulptroepen in de slaapkamer. Ruim anderhalve dag later werd ik wakker op de intensive care. Ik had geen idee wat er gebeurd was. Een kransslagader was dichtgeslibd met plaque. Een paar weken later werden er drie stents geplaatst.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Focus op metabole kant 

Het duurde even voordat hij tot die ontdekking kwam, maar inmiddels is internist Yvo Sijpkens (59) er heilig van overtuigd dat het veranderen van leefstijl dé oplossing is voor een groot aantal gezondheidsproblemen en chronische ziekten.

Van transplantatie- en dialysedokter maakte hij jaren terug de overstap naar zijn kernaandachtsgebied chronische nierschade. Een echte ‘medicijnman’ was hij toentertijd, zoals hij dat zelf zegt. ‘Mijn concept was op dat moment vooral het werken met medicijnen. Voor preventie wilde ik risicofactoren van chronische nierschade en hart- en vaatziekten, zoals hypertensie en diabetes, vroeger opsporen en ze eerder met medicijnen behandelen. Ik dacht dat dat de meeste winst zou opleveren. Dat klopt deels, maar er was ook een andere kant. Patiënten gebruikten voor meerdere risicofactoren en ziektebeelden veel medicatie naast elkaar. Soms zaten ze dan opgescheept met een heel pakket aan medicijnen, wat echt een belasting is voor de patiënt zelf.’

Zout- en suikerbeperking

Aandacht voor leefstijl naast medicijnen had hij toen ook al wel, maar nog niet veel. ‘Ik keek bij een patiënt met een hoge bloeddruk bijvoorbeeld naar zoutbeperking en had aandacht voor vitamine D en zonlicht. Voor beide gold: ik heb er nooit goed de effecten van gezien, ondanks dat ik lang dacht dat het werkte. Maar op een gegeven moment besefte ik dat het geen baanbrekend effect had bij mijn patiënten.’ Langzaamaan vond er bij Yvo een verschuiving plaats. In de lijn van Hanno Pijl, hoogleraar diabetologie, verschoof Yvo’s aandacht naar suikerbeperking. ‘Hanno’s boek ‘Diabetes type 2? Maak jezelf beter’ sprak mij enorm aan. Hij maakte duidelijk dat je zelf iets kunt doen aan de ziekte door het aanpassen van voeding. Naast zoutbeperking raadde ik vanaf dat moment ook suikerbeperking aan. Echter was ik nog steeds niet onder de indruk van het effect op bloeddruk, bloedsuikers en gewicht.’

Koolhydraatarm

Het moment dat hij wél echt onder de indruk was kwam pas in 2018, toen een patiënt hem een boek over koolhydraatarm eten in de hand duwde. ‘Ze zei tegen me: ‘Ik heb dit boek gelezen en dit werkt. Ik ben dertig kilo afgevallen’. Opvallend genoeg verdween daarmee ook haar nierziekte als sneeuw voor de zon. Dat was voor haar en daardoor ook voor mij een hele bijzondere ervaring. Later sprak ik Wim Tilburgs van Stichting Je Leefstijl als Medicijn, die tevens bevestigde dat koolhydraatbeperking zijn diabetes omkeerde. Het had niet een beetje effect, maar een geweldig effect. Iets dat ik met medicijnen nog niet had gezien.’ Van de ene op de andere dag verdiepte Yvo zich verder in de mogelijkheden van deze leefstijlverandering. ‘Ik heb me er rot op gestudeerd en vond alleen maar meer bevestiging dat hier de oplossing ligt voor de aanpak van chronische ziekten. Het gaat om beperking van suiker én zetmeel, vooral uit bewerkte voeding. Niet als dieet, maar als onderdeel van een gezonde leefstijl.’

Gezondheidszorg overspoeld

De metabole belasting is de laatste tientallen jaren volgens Yvo gigantisch toegenomen. ‘Ik heb gezien dat mijn patiënten in de loop der tijd steeds zieker zijn geworden. De metabole belasting is niet alleen fysiek, maar ook psychisch en op steeds jongere leeftijd. Ik zie een enorme ongezondheid en ziektelast, waardoor ook nog eens de gezondheidszorg overspoeld wordt. Ja, mensen leven tegenwoordig langer, maar uiteindelijk wél tien jaar met een chronische ziekte. In plaats van al die ziektes afzonderlijk met medicijnen te behandelen, is het beter om te focussen op de gemeenschappelijke grondoorzaak ervan. Leefstijl is dan de basis voor interventie én preventie.’

Aan de oorzaak voorbij

Het grote probleem bij mensen met hart- en vaatziekten is volgens Yvo dat zij, als ze naar een arts gaan, veel pillen en ingrepen krijgen. ‘Vaak wordt gedacht dat de ziekte met medicijnen kan worden opgelost. De mensen zelf denken vervolgens dat ze pech hebben; dat hun hoge bloeddruk, diabetes en aderverkalking te maken heeft met aanleg en leeftijd. Dat lijkt niet zo te zijn. Het is eerder een jarenlange metabole ontregeling, vaak al van jongs af aan. Het is niet toevallig dat hart- en vaatziekten, overgewicht, diabetes en leververvetting de laatste vijftig jaar zijn toegenomen. Het is een aanwijzing dat hier geen aparte oorzaken voor zijn, maar één gezamenlijke oorsprong. Voor deze zogenaamde ‘elephant in the room’ is nog te weinig belangstelling.’

Bewerkte voeding

Kijkend naar die grondoorzaak werd het Yvo duidelijk dat we vooral anders zijn gaan eten. ‘We eten steeds meer bewerkt voedsel en eten daardoor ook nog eens vaker. Bewerkte voeding wordt gekenmerkt door grote hoeveelheden koolhydraten en slechte vetten. Vaak beleven mensen dat helemaal niet zo; ze denken dat ze gezond volgens de Schijf van Vijf eten, maar brood, fruit, melk, pasta en rijst bevatten bij elkaar opgeteld veel koolhydraten. Dit kan het lichaam steeds minder goed aan. Ook andere factoren als een druk stressvol binnenleven, minder slaap en onvoldoende beweging spelen mee. Deze metabole belasting speelt jarenlang elke dag een rol. Je zou dit dus kunnen zien als een sluipmoordenaar.’

Metabole kant

Yvo vindt dan ook dat artsen en patiënten zich best wat meer mogen verdiepen in deze metabole kant. Ook in het geval van aderverkalking raadt hij aan om te focussen op de hyperinsulinemie als gevolg van een ongezonde leefstijl. Dat is goed te herkennen aan

het voedingspatroon van een patiënt, de buikomvang en bloeduitslagen. ‘Aan de hand van deze gegevens kan een goed leefstijladvies worden samengesteld, waar andere ziektes tegelijkertijd ook baat bij hebben. In het ziekenhuis krijgen mensen regelmatig tegenstrijdige adviezen, maar ze kunnen hier ook zelf een keuze in maken. Wees bijvoorbeeld niet bang dat gezonde vetten uit echt voedsel een negatieve invloed hebben op het cholesterol. De kracht van patiënten is hierin groot.’

Vet in plaats van glucose

Ook zou in plaats van de kwantiteit naar de kwaliteit van het lipidenprofiel gekeken moeten worden, zegt Yvo. ‘Pas een strategie toe om de triglyceriden, bloedsuiker en insulinespiegels zo laag mogelijk te krijgen. Daar komt ook leefstijl weer om de hoek kijken. Beperk koolhydraten; niet alleen suikers, maar ook zetmeel uit bewerkt voedsel. Koolhydraatbeperking zorgt ervoor dat je veel minder honger hebt, waardoor je minder eetmomenten nodig hebt. Sla ’s ochtends het ontbijt over. Eet goede eiwitbronnen aangevuld met gezonde vetten, en eet tot je verzadigd bent. Als het lichaam gewend raakt aan het gebruiken van vet als brandstof in plaats van glucose, ervaren mensen een beter geheugen, minder vermoeidheid, meer concentratie en een gezondere huid. Ook op het gebied van hart- en vaatziekten geeft het innerlijke rust; doordat mensen zich beter voelen, kunnen ze beter met stress omgaan. Dat is bijvoorbeeld cruciaal in het voorkomen van een hartinfarct. Gezondheid aan de binnenkant van het lichaam bevorder je door deze leefstijl te omarmen.’

Overstap

Yvo’s missie is dan ook: patiënten aanmoedigen om meer met leefstijl bezig te zijn. Ook ziet hij dat patiënten elkáár steeds meer aanmoedigen om hiermee aan de slag te gaan. ‘Internationaal gezien heeft men de juiste voedingsaanpassing en het bewijs van slagen daarvan al heel goed uitgewerkt. Ik zie het als mooie taak om die kennis te vertalen naar de Nederlandse situatie. Inmiddels zijn al duizenden mensen overgestapt op een koolhydraatarme leefstijl. Websites als dietdoctor.com en jeleefstijlalsmedicijn.nl worden veel bezocht. Elke patiënt met een hart- of vaatziekte zou deze optie met begeleiding aangeboden moeten krijgen. Dat er ook gezien wordt dat leefstijlverbetering hand in hand kan gaan met de juiste medicatie. Mensen kunnen op dit gebied nu eigen keuzes maken en daarvan vervolgens enorm profiteren.’

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

ICD-drager tijdens corona

WOERDEN – Peter-Paul Oostveen uit Woerden behoort tot de risicogroep voor het coronavirus. Sinds 1992 is de 67-jarige hobbyfotograaf ICD-drager en bovendien lijdt hij aan COPD. Vandaar dat Peter-Paul veel binnen blijft, en als hij naar buiten moet om boodschappen te doen of zijn hobby uit te oefenen, houdt hij voldoende afstand jegens anderen.

Peter-Paul

‘We passen ons aan’, vertelt Peter-Paul. Om de beurt doen hij of zijn vrouw boodschappen, want je mag maar met één persoon tegelijk de winkel in. ‘Door de coronacrisis zien we onze kinderen en kleinkinderen zo goed als niet’, zegt Peter-Paul. Wat niet wil zeggen dat hij zich verveelt.

‘Fotografie is mijn grote hobby. Ik ben vooral geïnteresseerd in het vastleggen van vliegende vogels met mijn Sony A7R4. Ik gebruik daarvoor een 200-600 millimeter lens. Als het even kan stap ik de fiets op en rijd door natuurgebied de Groene Jonker, in het Groene Hart van de Randstad. De mooiste foto’s druk ik op A3+-formaat af.’

Fotografie

‘Op de fiets in het bosrijke natuurgebied kom ik bijna niemand tegen. Goed in deze tijden van corona, en heerlijk gezond.’ Peter-Paul is bestuurslid van fotoclub Iris en draagt mede zorg voor de communicatie van Fotografenkasteel Woerden. Maar hij heeft nog een andere werkzaamheid: ‘Ik heb drie begraafplaatsen onder mijn hoede genomen. Daarvan maak ik van elk graf foto’s voor op de website www.online-begraafplaatsen.nl Die is bedoeld voor mensen die zelf niet in de gelegenheid zijn om een begraafplaats te bezoeken, of voor mensen die aan genealogie doen.’

Reanimatie

‘Op 12 september 1992 zat ik op de bank, en wat er daarna gebeurde weet ik niet meer. Mijn vrouw zag dat ik een hartstilstand had, en rende naar de buren. De buurvrouw, die verpleegster was, heeft me gereanimeerd. Eerst werd ik naar het ziekenhuis in Zoetermeer gebracht, en van daaruit naar Den Haag, Westeinde. Daar had ik een Belgische arts. Mijn kortetermijngeheugen was op dat moment helemaal weg. Ik zei tegen de man: ‘dokter, haal me hier uit België weg, ik wil naar Nederland’. Om een lang verhaal kort te maken: vanuit Den Haag ging ik naar het ziekenhuis in Leiden. Het Westeinde wilde me er met een taxi heen brengen. Maar ik verzette me en zei: dat gaat niet gebeuren. Uiteindelijk hebben ze me met een ambulance gebracht.’

Martin Schalij

‘In Leiden werd ik geholpen door cardioloog Martin Schalij. Een fantastische man. Hij verrichte een EFO, dat is een electro-fysiologisch onderzoek waarbij wordt onderzocht hoe groot de kans was dat ik weer een hartstilstand zou krijgen. Ik lag op de tafel en er werd weer een hartstilstand opgeroepen. Dat vond ik vond een zeer vervelend en emotioneel iets. Conclusie: ik moest een ICD krijgen. En wel snel. Maar de afdeling hartziekten had (onder meer voor het plaatsen van ICD’s) een budget van vier miljoen gulden, en in september 1992 was dat budget al met drie miljoen overschreden. Ik moest maar wachten tot 1993, liet het bestuur weten. Ik moest een klacht indienen om een beslissing te forceren en uiteindelijk wist Martin Schalij het voor elkaar te krijgen dat ik nog in december 1992 een ICD kreeg.”

Ovaal

Sindsdien is Peter-Paul aan zijn alweer vijfde ICD toe. ‘De batterijen raken op, dan moet zo’n ding vervangen worden’, legt hij uit. ‘Ik was in 1992 de eerste die een ovale ICD kreeg. Tot dan toe waren de ICD’s vierkant, en de hoeken irriteerden in de buik, waar ze werden geplaatst. Ook ik draag de ICD in de buik, die waren toen te groot voor onder het sleutelbeen.’

Peter-Paul heeft al zijn ICD’s die vervangen zijn, bewaard. Hij maakte er voor ons magazine een leuke foto van. Het bewaren van de apparaten ging niet altijd zonder slag of stoot. ‘Bij de zoveelste ICD kwam de chirurg op de kamer voor een voorgesprek. Ik vroeg hem of ik de uitkomende ICD mee naar huis mocht nemen. Nee was zijn antwoord, dat kan niet: het is chemisch afval. Daarop verzon ik een list. Vlak voordat ik naar de operatiekamer werd gereden heb ik een post-it plakker op m’n buik geplakt met de tekst: lieve luitjes, mag ik de oude ICD a.u.b. mee naar huis nemen. Toen ik wakker werd had ik de ICD in m’n handen. Ik hoorde later dat ze in de OK dubbel hebben gelegen om dat post-it plakkertje.’

In de 27 jaar dat Peter-Paul een ICD draagt, is het apparaat maar één keer afgegaan. ‘Dat was al direct in het begin, tijdens de revalidatie in Noordwijk’, herinnert hij zich. ‘Ik schrok me het leplazarus. Ik ging daarna terug naar het ziekenhuis in Leiden, waar Martin Schalij constateerde dat de ICD was afgesteld op 180 slagen per minuut. Dat aantal werd verhoogd naar 200, en sindsdien heeft de ICD nooit meer een schok gegeven. Het is al bijna 27 jaar allemaal goed gegaan!’

Het formaat van de ICD’s is de afgelopen 27 jaar fors verkleind. ‘Dat eerste apparaat was 11 centimeter breed, 7,5 cm hoog en 2 cm dik. Het moest in mijn buik, ik was net een kangoeroe. Nu zijn die dingen een heel stuk kleiner. Ze gaan ook steeds langer mee. Alleen is de vraag hoe lang de draden van de ICD naar het hart het nog volhouden. Ik verwacht dat die binnenkort aan vervanging toe zijn.’

‘In de 27 jaar dat ik Martin heb bouw je toch een band op. Het is een zeer empathisch en aimabel mens. Nog afgezien van zijn deskundigheid en van de mensen achter hem. In deze coronatijd hem ik hem een mailtje gestuurd om hem en de mensen achter hem een hart onder de riem te steken. ‘Dank voor jullie inzet en kijk uit: zonder jullie zijn we nergens’. Martin reageerde dat hij het bijzonder op prijs stelt en het zal doorsturen naar het personeel.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

 

Hart-stikke(n) goed

In deze door de het coronavirus gedomineerde tijd slaat ons soms letterlijk de schrik om het hart. Het valt niet mee om te ontkomen aan de voortdurende berichtgeving over het coronavirus en de impact en/of gevolgen daarvan op de diverse contexten van ons leven. Iedereen weet dat angst een slechte raadgever is, maar het is niet altijd gemakkelijk om de angst, die zich als een hardnekkige gedachte  kan vastzetten in je hoofd, los te laten.  En herken je dat gevoel dat je dan soms ‘hard moet werken’ om gewoon door te kunnen leven met die gedachten? Ook ons hart moet in die situatie extra hard werken. Immers gedachten, en zeker angstgedachten, kosten veel energie.

Het hart is een van de belangrijkste vitale organen in ons lichaam. Het is de motor van ons lichaam. Daar willen we terecht zuinig op zijn. En we zijn extra alert indien we zelf, of mensen in onze omgeving, getroffen worden door hartziekten. We beschikken in Nederland gelukkig over een uitstekende gezondheidszorg, maar de kans op een litteken, zowel lichamelijk als geestelijk, is evident.

In mijn praktijk als energetisch therapeut zie ik ook regelmatig energetisch hartfalen. Littekens en wonden in en op het energetisch hart als gevolg van onverwerkte, traumatische ervaringen van misschien wel al vele jaren geleden. Ook als het fysieke hart nauwelijks of niets (meer) mankeert. De herinnering aan de ervaring met de daaraan gekoppelde emotie vraagt extra energie van een ‘gereviseerde motor’.

Hoe effectief zou het zijn voor onze energiehuishouding als we erin slagen om ook de open wonden op ons energetische hart te kunnen herstellen? En mogelijkheden daartoe zijn er. Als we bereid zijn om dat stukje verantwoordelijkheid over ons eigen leven op te pakken, ben ik ervan overtuigd dat we het ‘reparatiepatroon’ van ons hart steeds meer kunnen verschuiven, van reactief naar actief. Van reparatie achteraf, naar preventieve onderhoudsbeurten vooraf.

Het energetisch hart

In de (energetische) natuurgeneeskunde is het uitgangspunt dat lichaam en geest elkaar beïnvloeden, waarbij de oorzaak van de klachten veelal een psychosomatische oorsprong hebben. Bovendien is alles energie.

Alles heeft een energetische waarde, ook het lichaam en haar organen. Onze organen zijn belangrijke opslagplaatsen van onverwerkte trauma’s en emoties.

Stel iemand verliest een naaste en krijgt te maken met intens verdriet. Dat hoeft niet te betekenen dat het fysieke hart ziek wordt. Maar als deze emotie een bepaalde impact heeft, dan kan die persoon letterlijk ziek worden van verdriet. De energie van het hart is dan verstoord door de wond die dat verdriet in het energetisch deel van hart veroorzaakt heeft. Meestal speelt dit proces zich op onbewust niveau af.

Meer weten over Eric Dings? Ga naar www.hartpatienten.nl/eric-dings

Ik wens jullie allen nog een hartstikke mooi leven toe!!

Voor meer artikelen over o.a het hart klik hier

Jos blijft optimistisch

Het verhaal van hartpatiënt Jos Sanders (63) is op z’n zachtst gezegd bijzonder, maar zijn optimisme is hij er nooit door verloren. Zelfs niet na alle operaties, complicaties en spannende tijden. Op zijn 36e kreeg hij zijn eerste operatie.

Al op zijn vierde kwamen de doctoren erachter dat Jos een aortaklepstenose aan het ontwikkelen was. Als kind bracht hij dan ook al regelmatig een bezoek aan cardiologen, maar de situatie was gelukkig lange tijd onder controle. Later, op zijn 36ste,  bleek dat Jos’ hartklep ernstig aan het verkalken was. Hiervoor kreeg hij een openhartoperatie. En niet zomaar één: het was toentertijd pas de derde keer dat deze cross-over operatie in Nederland werd gedaan. Dit houdt in dat de eigen longslagaderklep op de plaats van de defecte aortaklep wordt geplaatst, en op de plek van de longslagaderklep komt dan een donorklep. ‘Ik merkte dat ik in die periode ineens minder goed tegen hitte kon. Nadat ik aan de bel had getrokken, bleek dat mijn hartklep dus echt was versleten. Binnen een half jaar moest ik worden geopereerd.’

Harttamponnade

Voor deze toen nog vrij nieuwe operatie was een goede conditie gewenst, want anders was de kans op overleven stukken kleiner. Daaraan was bij Jos geen gebrek: hij sportte vier keer in de week. ‘De wachtlijst was een half jaar, maar achteraf zeiden ze tegen mij dat het geen week langer had mogen duren. Gelukkig ging alles de eerste periode na de operatie goed. Ik was nog helemaal niet zo lang aan het revalideren, toen ze zeiden dat ik naar huis mocht omdat ik hartstikke fit was.’ Vlak voor zijn vertrek werd nog een echo gemaakt. Wat daarop te zien was, veranderde de zaak onmiddellijk. ‘Ik bleek een harttamponnade te hebben: er zat te veel vocht in mijn hartzakje, wat betekent dat mijn hart minder goed kon uitzetten. Daardoor zou ik in shock kunnen raken of zou mijn hart er zelfs ineens mee kunnen stoppen.’

Koorts en buikgriep

Met spoed werd Jos naar het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein gebracht, om het vocht er daar uit te laten halen. Diezelfde avond was hij weer onder zeil en werd er 600 cc vocht verwijderd. ‘Die hoeveelheid was best bijzonder, omdat ik geen klachten had. Even later, op de afdeling, kreeg ik binnen een half uur veertig graden koorts en buikgriep. Dat heerste daar. Ik denk niet snel dat ik doodga, maar dat was heel spannend. Toch mocht ik na een paar dagen naar huis, met de mededeling dat ik de hartklep die ik nu had, levenslang zou houden. Het was voor zowel mij als mijn vrouw en toen nog jonge kinderen een hectische periode, maar we hoopten dat het hierna voorbij zou zijn.’

Verkalking aortaklep

Zes weken na de operatie was Jos weer aan het fitnessen. Hij sportte opnieuw vier keer in de week, liet zich niet tegenhouden. Zelfs het feit dat hij na de operatie was afgekeurd, weerhield hem er niet van om gewoon zijn eigen ding te doen en in 2008 dan ook te starten als zzp’er. Drie jaar later, tijdens de jaarlijkse controle bij de cardioloog, kreeg hij slecht nieuws: zijn aortaklep was wéér aan het verkalken en zijn aortaboog was verwijd. Echter had hij helemaal geen last van klachten. Die had hij zelfs amper toen hij in 2015 een licht hartinfarct bleek te hebben gehad. In de zomer van 2016 ging het ineens niet meer; bij elke kleine inspanning moest hij al op adem komen.

‘Weer werd een openhartoperatie gepland, ditmaal in het Erasmus MC in Rotterdam. Ik kreeg een Bentall operatie: een metalen hartklep met daar een aortaboog aan vast. Ik hoopte dat complicaties me dit keer bespaard zouden blijven, maar helaas. Zelf heb ik het niet eens meegekregen.’ Zijn vrouw Angela (63) vertelt: ‘Hij had nabloedingen en moest de volgende ochtend opnieuw naar de operatiekamer. Gelukkig ging dat goed, maar daarna was hij nog een hele tijd onrustig en verward door alle medicatie. Als vrouw sta je erbij en je kijkt ernaar. Nu ik het verhaal terug hoor, komt alles weer boven. Dat moment in het Erasmus was de enige keer dat ik écht bang was. En niet alleen ik, ook alledrie onze dochters. Het heeft veel impact op ze gehad.’

Bijwerkingen

Gelukkig ging het daarna snel bergopwaarts met Jos. Na drie weken begon hij met de revalidatie en ging hij langzaamaan weer sporten. ‘Mijn goede conditie is denk ik mijn redding geweest. Nu fitness ik drie keer in de week en ren ik één dag. Na de laatste operatie kreeg ik een berg aan medicijnen mee, maar ik merkte dat ik echt niet vrolijk werd van al die bijwerkingen. Onder begeleiding van de cardioloog heb ik dit langzaam kunnen afbouwen. Momenteel ben ik er volledig vanaf, op bloedverdunners na. Alles werkt naar behoren: mijn hartslag is rustig, mijn bloeddruk is goed en ik ben niet kortademig. Ik heb mijn lichaam terug. Er is niets wat mij tegenhoudt: ik ga elke uitdaging aan. In mijn woordenboek komt ‘rustig aan doen’ simpelweg niet voor. Maar ondanks dat het goed gaat, moet je er wel aan blijven werken.’

Dat gaat met Angela aan zijn zijde prima. ‘Ik denk dat we alles aankunnen na wat we hebben meegemaakt’, vertelt Angela. ‘Het ergste dat je kunt vrezen, is angst. Ik heb eigenlijk amper angst ervaren, omdat ik altijd voelde dat het goed zou komen en ik ook zijn optimisme zie. Ik vind de moed en kracht die hij overal vandaan haalt, heel bijzonder. Ook het sporten is knap: dat is echt zijn uitlaatklep. Het enige dat hij moet accepteren is dat hij ouder wordt. Soms denkt hij nog dat hij 30 is. Jos is best koppig, maar een beetje eigenwijs is ook wijs. Hoe dan ook ben ik nog altijd dankbaar dat Jos twee keer zijn leven heeft teruggekregen.’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier