Stamceltherapie bij angina pectoris

Na een serie ingrepen aan zijn hart kreeg Jan Veenhuijzen (84) uit Middenbeemster te horen dat er niets meer voor hem gedaan kon worden. Als echte levensgenieter nam hij daar niet zomaar genoegen mee. Al googelend stuitte hij op een nieuwe, nog vrij onbekende stamceltherapie in het LUMC (Leiden).

‘Ik heb al bijna 25 jaar hartproblemen. In 1998 heb ik een bypass operatie ondergaan, waarna het een tijdje goed ging. Maar na tien jaar kreeg ik opnieuw problemen en daarna bleef ik doorsukkelen. Diverse keren werd ik per ambulance met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ik kreeg een pacemaker en er werden twaalf stents geplaatst, waaronder een zogenaamde ‘reducer stent’, speciaal voor uitbehandelde patiënten. In 2018 ben ik nog een keer gedotterd. Daarna zeiden de artsen dat ze helaas niets meer voor me konden doen, ik moest er maar mee leren leven. Ook al was ik inmiddels de tachtig al gepasseerd; daar was ik het niet mee eens! Op dat moment kon ik amper honderd meter lopen en was ik constant moe. Maar ik was er nog lang niet aan toe om eruit te stappen.

Ik ben best handig op de computer en ben een beetje gaan googelen of er écht geen andere mogelijkheden meer waren. Zo las ik op een gegeven moment over een experimentele therapie die in het LUMC werd gegeven, waarbij stamcellen in de hartspier worden geïnjecteerd. Ik heb dit aan mijn cardioloog voorgelegd, die nog nooit van de methode had gehoord. Aanvankelijk was hij een beetje sceptisch. ‘Zou je dat nu wel doen?’, vroeg hij. Er zitten immers ook risico’s verbonden aan zo’n nieuwe methode. Maar wat had ik te verliezen? Het was óf blijven doorsukkelen, óf een risico nemen.

In overleg met mijn familie en mijn cardioloog heb ik me opgegeven en na een reeks onderzoeken werd ik toegelaten tot het experiment. Op 5 december 2018 was de grote dag. ’s Ochtends werden stamcellen uit mijn beenmerg afgenomen en ’s middags zouden die in de hartspier worden gespoten. Natuurlijk was dat wel even spannend, ik realiseerde me goed dat het ook fout kon gaan. Daar moest ik ook voor tekenen. Maar gelukkig verliep alles zonder problemen en mocht ik al snel weer naar huis.

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en de verbetering is aanzienlijk. Ik loop inmiddels weer dagelijks een rondje door het dorp, wat vóór de ingreep onmogelijk was. En dan houd ik ook nog genoeg energie over om mijn vrouw te helpen in het huishouden en mijn kinderen en kleinkinderen te zien. Ik heb een achterkleinzoon van 2, die ik gelukkig nog kan zien opgroeien. Wie weet hoe ik eraan toe was geweest als ik niet bij toeval op die methode was gestuit? Daarom vertel ik bewust nu mijn verhaal in Hartbrug, in de hoop dat meer mensen met dezelfde klachten weten dat deze optie er is, en dit voorleggen aan hun cardioloog. Hopelijk krijgen andere mensen die uitbehandeld zijn zo, net als ik, een nieuwe kans.’

(kader)
Cardiale celtherapie
De behandeling in het LUMC is geschikt voor mensen met onbehandelbare pijn op de borst door vernauwingen in de kransslagvaten (angina pectoris). De patiënten die ervoor in aanmerking komen hebben reeds alle medicijnen die ze kunnen verdragen en laten op de nucleaire doorbloedingsscan een beeld van verminderde doorbloeding van de hartspier zien.

Bij de ingreep worden er cellen uit het eigen beenmerg in de hartspier geïnjecteerd, waaronder stamcellen. Uit experimenten met dieren en onderzoeken bij patiënten is gebleken dat injectie van lichaamseigen beenmergcellen in het hart kan leiden tot een verbeterde doorbloeding en hartfunctie, afname van het zuurstoftekort en een vermindering van de klachten van pijn op de borst.

De methode wordt sinds 2003 toegepast en is sindsdien meer dan 300 keer uitgevoerd. De resultaten zijn vooralsnog positief te noemen en inmiddels wordt de ingreep ook vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat de behandeling nog steeds relatief nieuw is, wordt er nog steeds wetenschappelijk onderzoek gedaan.

Dat de methode zo nieuw is en ook alleen in het LUMC wordt toegepast, heeft als gevolg dat veel cardiologen in andere ziekenhuizen nog niet op de hoogte zijn van deze mogelijkheid. Dr. Douwe Atsma, die de behandeling in het LUMC uitvoert: ‘We publiceren natuurlijk wel onze resultaten, en via wetenschappelijke literatuur kunnen andere artsen er ook mee in aanraking komen. Aangezien het om een kleine groep patiënten gaat, is de behandeling momenteel alleen in het LUMC beschikbaar. Op die manier houden we voldoende expertise. Andere ziekenhuizen zouden het, in overleg met ons, wel kunnen oppakken.’ De risico’s zijn volgens Atsma gelijk aan die van een hartkatheterisatie. ‘Het bloedvat in de lies moet natuurlijk weer goed dichtgaan en er kunnen eventueel stolsels vanuit de grote lichaamsslagader naar het hoofd schieten. Deze kans is ongeveer 0,8% in onze groep.’

Kijk voor meer informatie over de behandeling op www.hartlongcentrum.nl/behandelingen/stamceltherapie of overleg met uw cardioloog.

Tekst Marion van Es

Voor meer artikelen over o.a hartproblemen klik hier

Film HartbrugReizen

Ter ere van ons 50-jarig jubileum is er een mooie, indrukwekkende documentaire gemaakt over onze prachtige reizen. Een uniek concept in de reiswereld. Bij geen enkele andere reisorganisatie worden vergelijkbare reizen als de onze aangeboden. Hierin zijn wij uniek.

HartbrugReizen voorziet in een grote behoefte die niet bekend is bij het grote publiek. En dat houden wij ook zo. Op die manier konden talloze reizigers van vakanties genieten waar ze eerder slechts van konden dromen. Wij verlosten ze uit een bepaald soort isolement.

Wij zijn trots op al die reizigers die samen met ons grenzen konden verleggen. En ongelooflijk trots zijn wij op deze film, die dankzij alle hoofdrolspelers prachtig is geworden: reizigers die onaangekondigd gevraagd werd waarom ze voor HartbrugReizen kozen. Maar ook werd ze gevraagd of ze tevreden waren. Dit alles speelde zich af tijdens een reis naar Slovenië. Het zijn indrukwekkende beelden en verhalen.

Vakantieplannen of niet: het is meer dan de moeite waard deze film te bekijken. Ga naar www.hartpatienten.nl/reizen

Voor meer artikelen over o.a hartbrugreizen klik hier

Deelnemers gezocht voor nieuw tv-programma over orgaandonatie

Voor een nieuw programma op NPO1 in samenwerking met de EO is Tuvalu Media op zoek naar mensen die op de wachtlijst staan voor een orgaantransplantatie en mensen die bij leven een orgaan willen doneren. In het programma volgen we de deelnemers voor een langere periode en belichten ze alle aspecten die bij het proces van donatie en transplantatie komen kijken. Het doel is het creëren van bewustwording, wat hopelijk leidt tot meer donorregistraties.
Ze zijn specifiek op zoek naar mannen en vrouwen, jong en oud, die op de wachtlijst staan voor een donororgaan zoals hart, nieren, lever, longen of alvleesklier, maar ook weefsel zoals hoornvlies, hartkleppen en vaten. Ook zoeken ze mensen die een orgaan willen afstaan aan een dierbare of misschien zelfs wel aan een onbekende.
Mocht je interesse hebben in een vrijblijvend en vertrouwelijk telefonisch gesprek, meld je dan aan via deze link: https://pages.inthepicture.com/de100

Voor meer artikelen klik hier

Lockdown: afname hartinfarcten

Sinds ons land in een intelligente lockdown ging, zijn het aantal patiënten met een hartinfarcten enorm afgenomen, tot wel vijftig procent. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is dit effect merkbaar. Over de oorzaak tasten cardiologen nog in het duister. Ook professor Martin Schalij, hoogleraar cardiologie en afdelingshoofd in het LUMC te Leiden, houdt zich ermee bezig.

hartinfarcten

Martin Schalij

Binnen de medische wereld wordt druk gespeculeerd over de opmerkelijke afname. Een voor de hand liggende reden is dat mensen uit angst voor het virus minder snel naar het ziekenhuis durven komen, maar daar gelooft dr. Schalij niet in. ‘Dat zou misschien opgaan bij milde klachten, maar bij een acuut hartinfarct blijf je echt niet thuis. Bovendien zouden we dan nu, zo’n drie maanden later, mensen moeten zien die te lang hebben gewacht. Het aantal mensen dat overlijdt aan een hartinfarct zou dan gestegen moeten zijn, net als het aantal mensen met schade als gevolg van een niet opgemerkt infarct. Ook die zien we nauwelijks.’

Hij acht het geloofwaardiger dat de afname te maken heeft met de veranderingen in de maatschappij als gevolg van het virus: doordat er nauwelijks vliegtuigen vliegen en minder verkeer op de weg is, is de lucht vele malen schoner geworden. Ook zouden mensen door de extra vrije tijd of het thuiswerken misschien minder stress kunnen ervaren. Momenteel wordt er op verschillende plekken in de wereld onderzoek gedaan naar oorzaken en verbanden.

‘Sinds een paar weken neemt het aantal infarcten weer toe’, zegt Schalij. ‘Mischien omdat het weer drukker wordt op de weg, of omdat de stress toeneemt? We weten het gewoon niet, maar het is wel interessant om te onderzoeken. Stel nu dat het aantal hartinfarcten écht minder is geworden doordat we met z’n allen een stapje terugdoen. Dan moeten we onszelf toch wel achter de oren gaan krabben wat we met z’n allen aan het doen zijn. Dus niet zomaar teruggaan naar de oude situatie als de crisis voorbij is, maar kijken hoe we ook in de toekomst een stapje terug kunnen blijven doen. Uiteraard zonder dat de economie daaraan ten onder gaat, want dat mensen en bedrijven massaal failliet gaan is óók heel ernstig.’

The box
En er zijn meer opzichten waarin Schalij hoopt dat we iets leren van de coronacrisis. Enkele jaren geleden begon hij al met een studie naar de effecten van e-consulten en thuismeetapparatuur: de zogeten ‘boxes’. Zo’n duizend patiënten die een hartaanval hadden gehad, kregen een doos mee naar huis met daarin een bloeddrukmeter, hartritmemeter, stappenteller en weegschaal. De patiënt houdt zelf de gegevens bij en stuurt de resultaten met behulp van de smartphone rechtstreeks door naar het elektronisch patiëntendossier. Op het moment dat de coronacrisis uitbrak, kwam deze uitvinding goed van pas. De box werd versneld ingevoerd en er kwam zelfs een speciale covid box voor coronapatiënten, aangevuld met een zuurstofmeter. Op deze manier kon de druk op het ziekenhuis flink worden afgenomen, zonder dat het ten koste ging van de gezondheid van de patiënt.

‘Toen de crisis uitbrak, hadden we net de resultaten binnen van het onderzoek onder patiënten die een box hadden gekregen’, vertelt Schalij. ‘Qua gezondheid was er geen verschil met de groep zonder box, en de patiënt zelf blijkt tevreden. Het scheelt mensen veel tijd, omdat ze minder vaak naar het ziekenhuis hoeven te komen. Maar misschien nog wel belangrijker: mensen vinden het prettig om zelf verantwoordelijkheid te hebben voor hun gezondheid.’

Videobellen
Volgens de professor is het slechts een kleine groep die huiverig is om zelf digitaal aan de slag te gaan. ‘We hebben een team van drie dames die helpen bij de technische ondersteuning. En als iemand het echt niet wil, hoeft het niet en houden we het gewoon bij de oude situatie. Maar het is een misvatting dat dit met leeftijd te maken heeft, we merken juist dat veel ouderen heel handig zijn met internet en smartphones. Tijdens de coronacrisis hebben ook veel ouderen bijvoorbeeld leren videobellen met de kinderen en kleinkinderen.’ Het is zeker niet de bedoeling dat digitale middelen het rechtstreekste contact met de arts gaan vervangen, benadrukt de professor. ‘Vooralsnog worden twee van de gebruikelijke vier consulten vervangen door e-consulten – een spreekuur via videobellen. Maar het voordeel is dat als de patiënt regelmatig gegevens invoert, we ook tussentijds in de gaten kunnen houden of er bijzonderheden zijn. Het contact met de arts blijft dus, het wordt alleen efficiënter.’

Zo kan er dus ook in bepaalde gevallen sneller worden ingegrepen, bijvoorbeeld bij patiënten met hartritmestoornissen, pacemakers of ICD’s. Wijken de gegevens af, dan ziet de arts dit direct. Daarnaast is het de bedoeling dat de patiënt zelf grip krijgt op zijn gezondheid, legt Schalij uit. ‘Vroeger vertelde de arts welke medicatie je moest nemen en deed diegene dat. Tegenwoordig kunnen we uitleggen wat de patiënt zelf kan doen, bijvoorbeeld minder zout nemen om de bloeddruk omlaag te krijgen, of meer bewegen als we aan de stappenteller zien dat dit beter kan. Patiënten zijn over het algemeen heel slim en als je ze de hulpmiddelen geeft, kunnen ze ook heel veel zónder ons.’

Gezondheid in plaats van zorg
Dat mensen minder vaak naar het ziekenhuis komen, is niet alleen belangrijk in tijden van corona. ‘Mede door de vergrijzing neemt het aantal patiënten dramatisch toe’, legt Schalij uit. ‘De capaciteit van het ziekenhuis wordt niet zomaar groter, dus als we niets doen, loopt het systeem vast. Als we meer dingen thuis kunnen doen, is er in het ziekenhuis meer ruimte voor nieuwe patiënten. Maar preventie is nog veel belangrijker. Ik vind het persoonlijk heel leuk om een dotterbehandeling uit te voeren, maar ik heb natuurlijk liever dat zo’n ingreep niet nodig is. We moeten als medici dus meer toewerken naar het bevorderen van gezondheid, in plaats van naar het leveren van zorg.’

De coronacrisis heeft die inzichten volgens hem versneld. ‘Voorheen wilden patiënten het liefst gewoon naar het ziekenhuis komen, nu zeggen ze sneller: dat hoeft van mij niet zo. En ook artsen die eerst geen voorstander waren van the box, zien nu de voordelen. We wilden al heel lang de zorg anders inrichten, maar nu kan het heel snel gaan. In het LUMC zijn inmiddels 31 verschillende boxes in ontwikkeling, voor allerlei vakgebieden. We willen die blijven gebruiken. Niet uit noodzaak, maar ook als de ziekenhuizen weer volledig open zijn.’

Voor meer artikelen over o.a Corona klik hier

Tophockeyer Marcel Balkestein dankbaar

Oud-hockeyinternational Marcel Balkestein (39) ging na het plotse overlijden van zijn broer Jean-Paul door de medische molen. Met dezelfde erfelijke hartafwijking als zijn broer mocht hij toch doorgaan met topsport. Vijf jaar later moest hij wel stoppen, vanwege andere hartklachten, maar zijn werk draait nog steeds om sport.

Marcel Balkenstein

Wat is er sinds 2012 precies gebeurd?
In 2012 kwam mijn oudere broer tijdens het joggen plots te overlijden aan een verdikte hartspier. Vlak daarna zou ik met het Nederlandse hockeyteam naar de Olympische Spelen in Londen gaan. Onderzoek wees meteen uit dat ik dezelfde genetische afwijking had. Mijn moeder was de drager ervan, zonder ziekteverschijnselen. Toch mocht ik naar Londen. Natuurlijk werd ik nadien wel scherper in de gaten  gehouden. In 2017 werd een vergrote hartkamer geconstateerd. Die hield geen verband met de verdikte hartspier, maar het was raadzaam om te stoppen met topsport. Dat deed ik, maar ik voelde me bij het aftrainen al snel niet goed. Alsof er constant adrenaline door mijn lijf raasde. Vele testen en een CT-scan later bleek een vernauwing in de voorste kransslagader te zitten. Zo’n ernstige vernauwing op zo’n belangrijke plek wordt ook wel de ‘widowmaker’ genoemd. Er werd een stent geplaatst.

En toen?
Een revalidatietraject was voor mij als sporter overbodig. Ik leefde snel gewoon door als voorheen. Alleen had ik gedacht dat ik me na het plaatsen van de stent veel beter zou voelen. Na het verhelpen van zo’n grote vernauwing, dan moest de conditie met stent toch meteen verbeterd zijn? Het hart kreeg nu toch meer bloed en zuurstof? Dat viel tegen. Daarover heb ik zelfs nog gemaild met de betrokken cardiologen. ‘Zit die stent er eigenlijk wel?’, grapte ik, ‘ik ben niet vooruit te branden.’ Ik was fit hoor, voor en na de operatie. Maar ik was in dezelfde periode ook van zeven keer in de week trainen naar twee keer in de week trainen gegaan. Ook door het medicijngebruik klopte het wel dat de conditie anders voelde. Het werd met de stent simpelweg minder snel beter dan ik had verwacht.

Veranderde je nog iets aan je leefgewoonten?
Nee, eigenlijk niet. Eten is nooit mijn sterkste kant geweest, ook tijdens de topsport niet. Het kan beter en veelzijdiger, maar over het algemeen leef ik gezond. Ik beweeg voldoende, ik rook en drink niet. De kans op nieuw hartfalen wil ik zo klein mogelijk maken. De stressfactor in de topsport heeft wel bijgedragen aan mijn hartklachten, denk ik. Selectieprocedures leveren enorm veel spanning op. In de periode voor de selectie van het Nederlandse elftal voor de Olympische Spelen in Londen was ik er elke minuut van de dag mee bezig. Zulke stress speelt nu niet meer. Ik verbind bedrijven aan sport in Brabant. Verder heb ik mijn eigen hockeyschool.

Kijk je nu anders tegen het leven aan?
Ik voel me erg dankbaar voor het leven. Die dankbaarheid gaat ook uit naar de artsen op mijn pad. Ze namen cruciale beslissingen. Dankzij cardioloog Arthur Wilde van het AMC ben ik toch naar de Olympische Spelen gegaan, terwijl anderen het vanwege mijn broers dood afraadden. Wilde heeft echt zijn nek voor me uitgestoken. Zijn drukke agenda maakte hij vrij om mijn casus met de beste artsen ter wereld te bespreken. Zonder die actie had mijn leven er echt anders uitgezien, zonder zilveren medaille. Met cardioloog Rutger Haest in Geldrop gebeurde iets vergelijkbaars. Door hem werd de vernauwing in de kransslagader ontdekt. Eerdere testresultaten waren negatief geweest, maar hij had toch besloten tot een CT-scan. Het merendeel van de artsen had dat niet gedaan, er leek immers niets aan de hand? Maar Haest kende mij persoonlijk en ook mijn broers casus. Als sporter ken je je lijf goed en Haest heeft naar mij geluisterd. Dat was mooi. Door alle gebeurtenissen doe ik nu beter mijn best te genieten van het leven, me niet te druk te maken. Het is belangrijk om te kijken of de dingen die je doet ertoe doen, je met mensen omgaat die ertoe doen. Met vrienden naar de kroeg of een cabaretier gaan is achteraf gezien een betere keuze dan het bijwonen van de Champions League omdat je toevallig BN’er bent.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?
Ik kan niet inschatten hoe een ander zich voelt. Ik heb geen hartinfarct gehad en ook geen schade aan het hart. Toch zeg ik: wees dankbaar dat je er nog bent. Natuurlijk was je liever geen hartpatiënt, maar nu het wel zo is, is het beter om stil te staan bij wat die diagnose je heeft gebracht. Je staat bewuster in het leven.

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Sandra reanimeerde haar eigen man

Op 17 februari dit jaar kreeg Sandra’s (56) man Gert-Jan (66) een hartstilstand. Op zijn verjaardag. Sandra moest die dag haar eigen man reanimeren. Hij overleefde het, maar Sandra krijgt dat beeld van haar levenloze man maar niet van haar netvlies.

Gert-Jan en zijn kleinzoon

Sandra ging die bewuste dag al eerder naar bed, terwijl Gert-Jan de hond nog even uitliet. Niet veel later schoof hij bij haar in bed. Ze vroeg hem of het goed ging. Hij antwoordde dat het niet lekker ging. ‘Gert vertelde dat hij een druk op zijn borst voelde. Hij kon het niet goed duiden, maar voelde zich raar. We zijn op dat moment naar beneden gegaan om even wat te drinken.’ Eenmaal beneden ging het niet beter. Zijn bloeddruk was niet extreem hoog, maar toch zei Gert-Jan dat hij zich echt niet goed voelde en dat ze hulp moest inschakelen. ‘Ik belde meteen de dokter. Hij vertrouwde het niet, dus werd er een ambulance gestuurd. De ambulancebroeders sloten een kastje bij Gert aan en zagen het al snel: hij had een hartinfarct.’

Van de wereld

Vlug ging Sandra naar boven om even wat anders aan te trekken voor ze mee moesten met de ambulance. Op dat moment zakte Gert-Jan ineens van zijn stoel. ‘Hij ging onderuit en was plotseling helemaal van de wereld. De ambulancebroeders vroegen me of ik kon reanimeren, zodat de ene broeder bij het hoofd van Gert kon blijven staan en de andere de AED kon klaarmaken. Dat kan ik, want ik heb zestien jaar BHV-ervaring. Maar ik dacht: ‘Waarom moet ik dit bij mijn eigen man doen?’ Toch ben ik direct begonnen. Ik had geen idee of ik het goed deed; ik ben gewoon gaan pompen. Ondertussen bleef ik maar roepen dat hij bij me moest blijven. Ik was wanhopig. Uiteindelijk kwam zijn lichaam overeind van de keukenvloer en was hij weer bij ons.

Door een hel

Sandra kon op dat moment alleen nog maar uitbrengen dat haar man dood was geweest. De adrenaline gierde door haar lijf en haar hart zat in haar keel. Haar hele lichaam deed pijn: van de schrik, het huilen en de kracht die ze had gestopt in het reanimeren van haar eigen man. ‘Gert begon weer praatjes te krijgen, maar ik ging echt door een hel. Ik was zó bang dat hij het niet zou overleven. Ook die rit naar het ziekenhuis was voor mij heel beangstigend. Midden in de nacht kwamen we daar aan. Het ziekenhuis was donker en verlaten, en het voelde alsof ik met mijn kinderen zat te wachten in een rouwkamer.’ Een tijd later mocht ze naar Gert-Jan, die inmiddels was geopereerd en drie stents had gekregen. ’Zelf had Gert het gevoel dat hij even geslapen had; hij had niks meegekregen van de ernst van de situatie. Ik daarentegen heb dat afschuwelijke beeld van dat hij dood was. Het bleken maar twee minuten geweest te zijn, maar naar mijn idee duurde het een eeuwigheid.’

Alarmfase
Hoewel Sandra goed begrijpt dat alle aandacht op dat moment naar Gert-Jan ging, vindt ze dat er na zo’n gebeurtenis ook meer aandacht mag zijn voor de partner. ‘De ambulancebroeders hebben tegen me gezegd dat het heel waardevol was dat ik kon reanimeren, maar niemand heeft vervolgens gevraagd hoe het mij ging, of hulp aangeboden. Terwijl ik nog altijd heel bang ben om hem te verliezen. Het voelt alsof ik constant in de alarmfase zit. Als ik nu naast hem in de tuin lig, check ik telkens of hij nog ademt. Als we een lange wandeling maken, vraag ik me af of hij niet te veel doet. Als hij slaapt, check ik een paar keer per nacht of ik echt nog iets hoor of voel. Het heeft een enorme impact op je als je ernaast hebt gestaan, laat staan op mensen die ook nog eens zonder ambulancebroeders hebben moeten reanimeren.’

Gefocust op herstel

Met Gert-Jan gaat het momenteel gelukkig goed. ‘Gert zegt zich beter dan ooit te voelen, ondanks dat zijn herstel vanwege corona nu een soort doe-het-zelf revalidatie is geworden. Hij valt nu ook nog eens binnen een risicogroep. Gert is in ieder geval erg gefocust op zijn herstel en heeft gelukkig geen last van bijvoorbeeld geheugenverlies of concentratieproblemen. Hij fietst elke dag en traint zijn borstkas. Uiteraard slikt hij ook medicijnen. Dat is best confronterend, omdat dat waarschijnlijk de rest van zijn leven zo zal zijn. Hoe dan ook doet hij weer van alles, zoals muziek maken. Dat is in ieder geval heel positief.’

Hulp

Sandra zelf heeft inmiddels hulp gezocht. ‘medelijden is niet wat ik wil, maar wel mijn verhaal bij iemand kwijt kunnen. Ik ga niet liegen: ik vind het gewoon best wel zwaar, Ik wil sterk en positief zijn, maar eigenlijk hangt er voor mij sinds 17 februari één grote zwarte wolk over alles heen. Zeker deze periode is lastig. Wie mag er langskomen en wat kan wel en niet? En kan ik weer werken of is dat dan een risico voor Gert? We proberen te doen wat verstandig is, en dat is in mijn geval nu ook hulp zoeken. Met deze gebeurtenis om leren gaan. Een tip voor anderen is in ieder geval: leer reanimeren of verdiep je erin, en neem vermoeidheidsklachten serieus.’

Voor meer artikelen over o.a reanimeren klik hier

Dit artikel verscheen in het HPNL magazine. Interesse? Vraag hier het HPNLmagazine aan.

Mediterrane leefstijl

Ze heeft samen met haar zus Janine al twee mediterraan getinte kookboeken geschreven, en in augustus komt het derde uit. Cardioloog Annemieke Jansen is een groot voorstander van het mediterrane eetpatroon, dat bekendstaat om zijn preventieve werking op het gebied van hart en bloedvaten.

Het gezonde mediterrane eetpatroon kent diverse componenten die ervoor zorgen dat we de juiste voedings- en bouwstoffen tot ons nemen. Het gezonde karakter van de mediterrane keuken is door tientallen onderzoeken wetenschappelijk onderbouwd, en houdt concreet in: veel volkoren producten, vis, groente, olijfolie, vers fruit, peulvruchten, noten en matige hoeveelheden zuivel. Producten als verse groente, noten, olijfolie en kruiden zorgen ervoor dat lichaamscellen langer behouden blijven. Volgens de wetenschap en dus ook de twee zussen is het mediterrane eetpatroon dé manier om langer te leven.

Impact hart- en vaatziekten

Eén onderdeel van deze leefstijl is het eten van meer vis en minder vlees. Kan er dan worden aangenomen dat dierlijke eiwitten slechter zijn dan plantaardige? Dat is een moeilijke vraag, zo zegt Annemieke. ‘Wat we weten, is dat het goed voor je hart is om dierlijke eiwitten regelmatig te vervangen door plantaardige eiwitten. Dat verlengt je leven en verbetert de kwaliteit ervan. Plantaardig eten in het algemeen verlaagt het risico op hart- en vaatziekten; dat is wetenschappelijk aangetoond. Wat ook vaststaat, is dat vlees impact heeft op hart- en vaatziekten. Maar of dierlijk dan per se slechter is dan plantaardig? Dat is niet bewezen.’

Herkomst en kwaliteit

Wat volgens Annemieke wél met zekerheid kan worden gezegd, is dat dierlijke producten slechter zijn als ze zijn bewerkt. ‘Neem bijvoorbeeld ham, bacon of worstjes: allemaal producten die veel uit zout en transvetten bestaan. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat ze langer houdbaar zijn, maar ze doen ons lichaam geen goed. Daarnaast is aangetoond dat je, als je veel rood vlees eet, een verhoogde kans hebt op darmkanker.’ Minder vlees eten is volgens de cardioloog dan ook beter. En als je het wel eet? Kijk dan naar waar het vandaan komt en wat de kwaliteit van het product is. ‘Herkomst is zeker van belang. Kijk bijvoorbeeld naar hoe het dier heeft geleefd. Als een dier zijn hele leven plantaardig heeft gegeten, bevat z’n vlees waarschijnlijk meer onverzadigde vetten. Dit zijn de goede vetten voor ons lichaam. Vlees van zo’n dier heeft dan ook niet per definitie een slechte invloed op ons cholesterol en heeft geen directe relatie met hart- en vaatziekten.’

Vegetarisch vlees

Als je overstapt op plantaardig, heeft dat volgens Annemieke duidelijk een positief effect op cholesterol en ziekten. Echter wil dat niet zeggen dat alle vervangende vleesproducten automatisch goed zijn: ook daarbij moet je letten op de hoeveelheid zout en vetten die erin verwerkt zijn. ‘Omdat ook deze producten langer houdbaar moeten zijn, worden ze soms volgestopt met bijvoorbeeld zout. Vegetarisch vlees is dus niet altijd beter. Het is tegenwoordig eigenlijk bijna hogere wiskunde: je moet alles op de etiketten nakijken. Dat is niet makkelijk. Transvetten, oftewel slechte vetten, zijn in zulke producten maar moeilijk te herkennen. Maar wat je kunt onthouden: een product dat als mager verkocht wordt, bevat vaak meer toegevoegde suiker en zout voor de smaak.’

Omega 3

Wat vlees betreft is het volgens Annemieke goed om maximaal 500 gram per week aan te houden en één of twee keer in de week vis of vegetarisch te eten. Aan te raden is om, op een dag mét vlees, te gaan voor wit vlees in de vorm van gevogelte. Natuurlijk is een gerecht met vis ook zeker een optie. ‘Vis heb je nodig voor omega 3, wat je vooral in de echt vette vis vindt, zoals zalm, tonijn, haring, makreel en sardientjes. Deze onverzadigde vetzuren zijn goed voor ons lichaam. Je kunt hier dan ook vrij veel van eten.’ Echter zit in schaaldieren relatief veel cholesterol. Hoe dit zich uit, is per lichaam verschillend. ‘Dat ergens veel cholesterol in zit, wil niet zeggen dat het zich meteen negatief vertaalt in je eigen cholesterol. Dit hangt af van je metabolisme en van wat je daarnaast eet.’

Suiker

Natuurlijk heeft niet alleen vlees invloed op hart- en vaatziekten, maar bijvoorbeeld ook suiker. Minder suiker tot je nemen verlaagt de kans op hart- en vaatziekten met maar liefst 30 tot 35 procent, vertelt Annemieke. ‘Het eten van veel suiker is een constante aanval op je aderen, dus voor mensen met hart- en vaatziekten zeker geen goed idee. Ik denk dat het belangrijk is om je een aantal keer per dag te realiseren wat je eet, de manier waarop je eet en wat je met het voedsel doet. Zo heeft de manier waarop je een product bereidt een groot effect op hoe gezond een product is. Iets kapot koken of op hoge temperaturen frituren, zorgt ervoor dat je minder voedingsstoffen overhoudt.’

Vezels essentieel

Wat Annemieke daarnaast wil benadrukken, is dat je bij de mediterrane leefstijl niet de hele dag ‘nee’ hoeft te zeggen. ‘Met een dieet geef je aan dat je bepaalde dingen niet mag. Dat geldt niet voor deze leefstijl; je moet je hierbij vooral realiseren dat bepaalde producten niet goed voor je zijn. Verder mag je een heleboel. Er zijn genoeg lekkere en gezonde producten. Ook is het van groot belang om te leren hoe je groente en ander gezonds lekker kunt bereiden. Het is keihard aangetoond dat hoe meer je je aan de mediterrane leefstijl houdt, hoe langer je leeft. Beperk suiker, eet twee stuks vers fruit per dag, gebruik veel olijfolie, eet dagelijks een handje ongebrande en ongezouten nootjes en eet geregeld verse vis. En niet te vergeten: zorg dat je voldoende vezels binnenkrijgt. Die zijn hoogst essentieel voor hart en bloedvaten.’

Anemieke en haar zus Janine

Meer weten? Annemieke bracht onlangs een boek uit met antwoorden op allerlei vraagstukken: Hart voor je lijf. Leefstijladviezen van een cardioloog.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

 

Samen zijn we sterk!                                                                    

Iedere patiënt met (pre)diabetes, overgewicht of een (risico op)hart- en vaatziekte heeft recht op optimale zorg door de juiste professionals. De vraag is echter wie de juiste professional is? Is dat een huisarts, een POH, een coach, of, nog beter, een ervaringsdeskundige? De Gecombineerde Leefstijl Interventie oftewel de GLI is een groepsinterventie waar onder begeleiding van een leefstijl coach een kleine groep mensen (10 tot 15 deelnemers) actief samen komt met als doel samen de leefstijl te verbeteren. In die groep zitten dus minimaal 10 ervaringsdeskundigen.

Mijn eerste ervaring als huisarts met een groepsprogramma begon reeds 10 jaar geleden. Na een screening was mijn praktijk opeens gezegend met 80 nieuwe patiënten met botontkalking (osteoporose). We besloten economisch te werk te gaan en in groepen van 10 de nieuwe patiënten van uitleg en advies te voorzien. We hebben toen mogen ervaren wat de echte magie van een groep is. Niet mijn ‘kundige’ aanwezigheid, niet de vertrouwde persoon van de zuster. Nee, na 5 minuten werd het gesprek overgenomen door Mien en werd Ans haarfijn uitgelegd dat haar botten echt wel heel bros waren en dat medicatie of botversterkende oefeningen nodig waren

Verschillende studies laten zien dat met name de oudere, chronisch zieke patiënt, het goed doet in een leefstijl georiënteerd groepsprogramma. Het succes van een groepssessie ligt enerzijds in het feit dat er een multidisciplinaire aanpak is van gezondheid en welbevinden. Coaching op fysieke activiteit, voeding, emotionele gezondheid en slaap kwaliteit, indien samen aangeboden, nemen deelnemers mee in geleidelijke, doch blijvende leefstijlveranderingen. Het leren van anderen blijkt echter de ware magie. In de veilige omgeving kan men goede en slechte momenten samen delen, elkaar ondersteunen en aanmoedigen. Dit geeft onder de teamleden een gevoel van saamhorigheid. Men geeft elkaar het vertrouwen om daadwerkelijk de mogelijkheid in huis hebben om eigen gedrag te veranderen. Deelnemers rapporteren een beter gevoel van welbevinden, een toegenomen kennis, kunde en vertrouwen in de eigen mogelijkheden om een actief en gezond leven te leiden.

Een Amerikaanse studie, Finse studie, en Chinese studie lieten zelfs na tien tot twintig jaar nog zien dat goede groepsprogramma’s ook na lange tijd effect hebben en de kans op het krijgen van diabetes of hart- en vaatziekten kan verminderen (succescijfers variëren tussen de 27 procent en 43 procent).

Het doel van veel leefstijlinterventies is duurzame gewichtsvermindering. Een gewichtsvermindering van 5 tot 10% geeft al een aanzienlijke gezondheidswinst. Echter het blijkt moeilijk dit doel te behalen, en dan te behouden. Een recente studie van de Tilburg University laat zien dat gewichtsafname bij patiënten met overgewicht beperkt is na een één op één behandeling bij een diëtist: driekwart van de patiënten met overgewicht behaalt niet de aanbevolen gewichtsafname van 5% (of meer) van hun startgewicht. Uit dit onderzoek blijkt dat veel patiënten vroegtijdig stoppen met de behandeling bij een diëtist. Het hebben van overgewicht is voor veel mensen een gevoelige kwestie. Veel patiënten ervaren schuld en schaamte na een consult, maar ook een gevoel van falen. Dit negatieve gevoel is geheel weg als je ziet dat anderen tegen dezelfde zaken aanlopen. Cliché maar waar: samen ben je sterk.

Een programma zoals COOL (coaching op leefstijl) dat recent wordt aangeboden binnen de eerstelijns, focust op voeding, bewegen, slaap, stress, sociale context en gedrag. De GLI wordt nu meer dan een jaar vergoed door de zorgverzekeraar in Nederland. Er zijn echter nog steeds hobbels. De leefstijlcoach moet bijvoorbeeld haar best doen om gezien te worden door de lokale huisarts en zorg-community. De manier van zorg verlenen vergt een cultuuromslag. We zijn als huisarts erg gewend om te denken in persoonlijke consulten. We klagen vaak dat we de kar alleen moeten trekken, maar tegelijkertijd vinden we het moeilijk om de touwtjes uit handen te geven. Toch worden onze patiënten dagelijks geconfronteerd met uitdagingen die een gezonde leefstijl ondermijnen. Overal liggen de verleidingen van suikerrijke snacks op de loer, zelfs in de winkels en in de bioscoop. In een 24-uurs maatschappij slapen we gemiddeld een uur minder dan in de jaren zeventig en zijn er steeds meer mensen die last hebben van chronische stress. We zijn ons te weinig bewust van de impact die slaapgebrek heeft op onze gezondheid. Zo kijken we verbaasd op als we horen dat zelfs door het ene uur slaap dat we inleveren bij het verzetten van de winterklok, er 24% meer mensen op de SEH komen met een hartinfarct. Slaaptekort activeert je stress- en vluchtzenuwstelsel en verhoogt je kans op o.a. hoge bloeddruk, diabetes, hartinfarcten en overgewicht.

We hebben het nodig om goed gedrag over te nemen van anderen die ons voorgegaan zijn. Beklim je een berg aan de hand van een gids die alle kaarten heeft, maar zelf nog nooit geklommen heeft? Of beklim je de berg aan de hand van een ervaringsdeskundige, die alle hobbels, kloven en afgronden kent, en die zelf met succes zijn of haar diabetes type 2 heeft doorbroken en terug is op een gezond gewicht? We hebben anderen nodig die ons niet alleen vertellen hoe het moet maar, hebben laten zien dat het kan. Ervaringsdeskundigen dus. En dit is wat de GLI ons biedt. Er is uitvoerig bewijs dat een leefstijlinterventies de potentie heeft om ziekten in remissie te brengen en medicatie (deels) overbodig te maken. Laten we onze leefstijl dus aanpakken want het werkt! En laten we dit met hulp doen van er ervaring van anderen die ons voorgegaan zijn, samen zijn we sterk, samen in een groep.

Jacqui van Kemenade, huisarts en kaderarts Diabetes, Auteur; Leefstijl op Recept (verschenen oktober 2019)

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen en studie klik hier

Zelfmetingen: minder doktersbezoeken

Angst bij het idee een arts te moeten bezoeken: veel mensen hebben daar last van, en door de coronacrisis is deze drempelvrees alleen nog maar groter geworden. Bovendien heeft een aanzienlijk deel van de reguliere (cardiologische) zorg stilgelegen door Covid-19. Gelukkig is het lang niet altijd noodzakelijk om voor routinecontroles of voorspelbare klachten naar een huisarts of specialist te gaan. Zelfmetingen kunnen een artsbezoek deels ondervangen en zorgen ervoor dat hartpatiënten meer regie kunnen voeren over hun eigen gezondheid. In dit artikel meer over de mogelijkheden.

Al jarenlang pleiten wij bij Hartpatiënten Nederland voor meer zorg op afstand. E-mail- en videoconsults kunnen wat ons betreft veel soelaas bieden aan patiënten van wie de zorgvraag op dat moment wél belangrijk is, maar niet zo urgent dat hij of zij per se een huisarts of specialist hoeft te zien. Vaak duurt het dagen of soms zelfs weken voordat een patiënt fysiek terecht kan, terwijl ervaring leert dat een consult op afstand vaak op kortere termijn ingepland kan worden. Aan deze oproep werd tot nu toe, mede door verzekeringsdrempels, nog maar mondjesmaat gehoor gegeven. Dankzij de coronacrisis is het urgentiebesef van deze vorm van zorg, als geluk bij een ongeluk, gegroeid. Mooi nieuws, wat ons betreft, want dit alles is in het belang van de patiënt.

In het verlengde daarvan ligt de toenemende aandacht voor zelfmetingen, oftewel thuismonitoring. In de afgelopen jaren is het aantal apps, gadgets en devices waarmee hartpatiënten zelfmetingen kunnen uitvoeren van bijvoorbeeld hun bloeddruk, hartslag en gewicht gegroeid. Steeds meer ziekenhuizen en klinieken omarmen innovaties en stellen patiënten in staat om te experimenteren met thuismonitoring. Zodoende houden patiënten meer regie over hun eigen leefstijl en gezondheid, en hoeven ze als gevolg daarvan minder op fysiek consult te komen.

Aanpassingen leefstijl

Hoe dat kan? Omdat een gezonde leefstijl van sterke invloed kan zijn op het leven van hartpatiënten, kunnen zij dankzij thuismonitoring grip op hun gezondheidsontwikkeling krijgen en hier ook tijdig op anticiperen. Door bijvoorbeeld regelmatig hun bloeddruk, suikerwaarden en de buikomvang op te meten met speciale thuismonitoring-apparatuur, en vervolgens de waarden te vergelijken met die van de vorige meting, kunnen ze eenvoudig en snel zien of er (grote) afwijkingen zijn. Patiënten kunnen hun waarden vervolgens noteren in een app, waarna ze geautomatiseerd worden verzonden naar hun eigen huisarts of cardioloog. Omdat deze direct inzicht heeft in de gezondheidsontwikkeling van de patiënt, kan er op tijd aan de bel getrokken worden en indien nodig een (online) consult worden ingepland. In een consult kunnen vervolgens behandelplannen worden besproken, of de specialist kan de patiënt advies geven over leefstijl- of medicatie-aanpassingen, die de waarden weer op gezonder niveau zouden moeten brengen. Mocht de arts het na dit consult alsnog nodig achten om bijvoorbeeld een hartfilmpje te laten maken, dan is een fysieke afspraak alsnog zo gemaakt. Een win-win-situatie voor zowel arts als patiënt, want met deze manier van zorgen wordt veel tijd bespaard en houdt de patiënt veel meer regie over de eigen gezondheid.

Gezond eten en bewegen

Voor een hartpatiënt kunnen een gezond en gebalanceerd eetpatroon, voldoende beweging en een rookvrij leven namelijk van grote invloed zijn op het verloop van het ziektebeeld. ‘Grip op je gezondheid’: het is niet voor niets een belangrijk thema van Hartpatiënten Nederland. Wij benadrukken al jarenlang het belang van gezonde leefstijl en zijn ervan overtuigd dat zelfmetingen hier een positief effect op hebben. Ook voor hartpatiënten die diabetes hebben – een gecombineerd ziektebeeld dat vaak voorkomt – zijn er grote voordelen. Door zelfmonitoring kan een patiënt zeer nauwkeurig bijhouden wat de effecten zijn van bepaalde voeding, beweging of andere activiteiten op de suiker- en bloedwaarden. Wanneer deze even niet onder controle zijn, kan dit dan ook direct geconstateerd worden, waarna insuline kan worden ingespoten of een aanpassing kan worden gedaan in het voedingspatroon. Voeding kan hierin veel doen. Zoveel zelfs, dat er al ontzettend veel gevallen bekend zijn van patiënten die, door hun leefstijl aan te passen, hun medicatie-inname sterk omlaag hebben gebracht, of zelfs helemaal konden stoppen.

Veel mogelijkheden

En zo zijn er nog meer mogelijkheden voor het afnemen van zelftests of het gebruiken van zelfmetingsapparatuur. Zo kun je ook zelf je nierwaarden meten; belangrijk voor patiënten van wie de nierwaarden na een hartinfarct achteruit is gegaan; en ook cholesterolwaarden kunnen met zelfmetingen geregistreerd worden. Met een simpele druppel bloed op een meetstrip, kan de cholesterolwaarde in het bloed worden aangetoond en doorgestuurd worden naar een laboratorium.

De aanschaf van zelfmetingsapparatuur is even een investering, maar wel een investering die zich op de lange termijn terugbetaalt. Wij adviseren wel dat u zich eerst goed inleest, voor u overgaat tot aanschaf van apparatuur. Het aanbod is groot en het is belangrijk dat u apparatuur gebruikt die bij u past.

 

Bij (het risico op) hart- en vaatziekten is het van belang cholesterol, glucose en bloeddruk regelmatig te meten. Dat kan heel goed thuis.

Door daarnaast actief aan de leefstijl te werken en het juiste te koken en te eten, kunnen risico’s op hart- en vaatziekten aanzienlijk worden verkleind. Ook kunnen patiënten meer grip op hun gezondheid krijgen, maar ook op het gebruik van medicijnen. Vaak kan die verminderd worden of zelfs achterwege blijven.

Hartpatiënten Nederland staat patiënten met raad en daad bij voor goede zorg. Vandaar dat wij een samenwerking zijn aangegaan met Diabetescentrale.nl. Hierdoor kunnen onze donateurs hier diverse producten en pakketten tegen een aantrekkelijke prijs bestellen, met donateurskorting. Veel door Diabetescentrale.nl geleverde artikelen komen in aanmerking voor vergoeding door zorgverzekeraars. Advies: overleg dit alvorens te bestellen.

 

Interesse? Ga naar www.hartpatienten.nl/zelfmeting

zelfmetingen

Voor meer artikelen over o.a corona klik hier

Onderzoekers stellen met kloppende 3D-minihartjes oorzaak hartspierziekte vast

Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) zijn erin geslaagd om een minihartje te kweken met volwassen kloppende hartcellen. Ze laten met dit model zien dat een genetische fout in de bindweefselcellen medeverantwoordelijk is voor de hartspierziekte aritmogene cardiomyopathie (ACM). De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Cell Stem Cell. De publicatie is online te lezen op de website van Cell Stem Cell.

“Het is moeilijk om volgroeide en volwassen kloppende hartcellen, oftewel cardiomyocyten, te krijgen”, legt prof. dr. Christine Mummery, van de afdeling Anatomie en Embryologie, uit. “Het is namelijk vaak te ingrijpend om hiervoor een hartbiopt van een patiënt te gebruiken.” Het doel van het onderzoek was om hartcellen, gekweekt uit menselijke stamcellen, meer te laten lijken op die in een volwassen hart.

Mummery deed het onderzoek samen met dr. Valeria Orlova, dr. Milena Bellin en PhD-student Elisa Giacomelli. “Onze hypothese was dat de hartcellen, om volwassen te worden, in een 3D-structuur moesten groeien en in het bijzijn van andere celtypen, namelijk bindweefselcellen (fibroblasten) en bloedvatcellen (endotheelcellen).” Dezelfde genetische achtergrond

En dat bleek te werken. “Zelfs beter dan verwacht”, vertelt Mummery. De minihartjes bestaan dus uit cardiomyocyten, fibroblasten en endotheelcellen. Al deze cellen zijn gemaakt van stamcellen van dezelfde persoon. Dat betekent dat alle cellen dezelfde genetische achtergrond hebben. Mummery: “Hierdoor is het veel makkelijker om te zien wat de consequenties zijn van een genetische fout in een van de celtypen van het hart.”

Dader en slachtoffer

De onderzoekers hebben het minihart gebruikt om de oorzaak van de aangeboren hartspierziekte ACM vast te stellen. Delen van het hart van deze patiënten worden op den duur vervangen door vet- of bindweefsel. “We wisten niet welke cellen hiervoor verantwoordelijk waren. Nadat we  hartfibroblasten, afkomstig uit stamcellen, in de minihartjes hadden vervangen door fibroblasten van een ACM-patiënt, gingen de minihartjes hetzelfde gedrag vertonen als een ACM-hart.” De onderzoekers zien dit als bewijs dat niet de kloppende hartcellen, maar juist de bindweefselcellen kunnen bijdragen aan deze ziekte.
Mummery: “In de toekomst kunnen we mogelijk aantonen welke celtypen de oorzaak zijn bij andere aandoeningen. We kunnen dan de ‘dader-’ en de ‘slachtoffercellen’ in het hart identificeren.” In dit geval is de fibroblast de dader en de kloppende hartcel het slachtoffer.

Regeneratieve geneeskunde

De groep van Mummery is van plan om bij metabole ziektes de cellen die verantwoordelijk zijn voor hartfalen te identificeren. “Als we weten welke cellen de fout bevatten die deze ziektes veroorzaken, kunnen we wellicht gentherapie inzetten.” Hiermee wordt de fout in de cellen hersteld en zou de aandoening mogelijk te verhelpen zijn.
Maar dit is voor Mummery en haar collega’s nog toekomstmuziek. Ze focussen zich nu volledig op hun onderzoek naar minihartjes. Zo gaan ze samenwerken met de afdeling Cardiologie om van de bindweefselcellen uit hartbiopten van patiënten minihartjes te kweken waarmee ze de oorzaak van verschillende ziektes willen vaststellen.

 

Voor meer artikelen klik hier