default-header
HomeHartverhalenMijn geïmplanteerde beschermengeltje
Hartverhaal

Mijn geïmplanteerde beschermengeltje

donderdag 1 januari 1970, door h.slagternwl

2 December 2010. Een prachtige wintermorgen met de nodige sneeuw. Ik heb een afspraak om bij een vriendin een kop koffie te gaan drinken en besluit te voet te gaan. Een wandelingetje van een klein half uur maar toch wel heel vermoeiend, niet alleen vanwege de sneeuw maar ook omdat mijn rikketik niet helemaal doet wat ik zou willen. Mijn cardioloog had me de dag ervoor zullen bellen. Ik had de poli gebeld met de vraag of ik de Sotalol zou mogen verhogen. Ondanks de 2 ablaties die ik in 2009 had ondergaan waren mijn klachten sinds een paar maanden weer terug. Zit ik lekker te genieten van een bakkie leut belt de cardioloog op mijn mobiel. Tja, in een tijd van de draadloze telefonie ben je 24/7 bereikbaar. Hij vraagt of ik mijn koffertje wil inpakken en me bij de 1e Harthulp wil melden, hij wil me gaan opnemen. Vanwege het verloop van mijn hartritmestoornissen, en waarvan steeds verondersteld was dat die onschuldig waren, vond men (op)nieuw onderzoek gewenst. Mijn man haalde me met de auto op. Thuis gauw met een doekje over het sanitair, wasje in de machine, even in bad en ik was klaar om naar het AZM te gaan. Ik werd opgenomen en kreeg telemonitoring. Er volgden opnieuw onderzoeken: echo van het hart, MRI-scan, het nodige gejudas om bloed af te nemen en een inspanningstest op de lopende band. Op de functieafdeling van het hart trof ik bij de inspanningstest weer de vriendelijke verpleegkundige die de test al een paar keer eerder bij me had afgenomen. De laatste keer belandde ik op de grond doordat ik geen tijd had gehad te zeggen dat ik licht in mijn hoofd werd met alle gevolgen van dien. Behalve een heel erg geschrokken verpleegkundige en de nodige blauwe plekken bij mij heb ik er verder niets aan over gehouden. Deze keer moest er een cardioloog bij aanwezig zijn. De uitslagen van al deze onderzoeken deden vermoeden dat de ritmestoornissen niet zo onschuldig waren. Na overleg met de cardio-geneticus is besloten een ICD te implanteren. De verdenking viel op ARVC omdat ik hiervan een aantal minor criteria vertoonde. Er is toen ook bloed afgenomen voor DNA onderzoek. 10 December is bij mij de ICD geïmplanteerd. Het mag dan een relatief kleine ingreep zijn, de pijn erna is me vies tegengevallen. 12 December ben ik ontslagen uit het ziekenhuis. Ik kwam thuis, mijn man en kinderen hadden de kerstboom opgezet met bijbehorend kribje. Dit voelde als een warme deken. De eerste tijd heb ik veel met de gedachte gezeten of de ICD terecht geïmplanteerd was. Misschien toch een beetje een ontkenningsfase? Uiteindelijk ben je wel even met je sterfelijkheid geconfronteerd geweest. ARVC kan namelijk de oorzaak zijn van plotselinge hartdood. In april heb ik de uitslag van het DNA onderzoek gekregen waarin het vermoeden van ARVC bevestigd is. Vanaf dat moment beschouw ik de ICD als mijn ingebouwde beschermengeltje. Ik wil niet bezig zijn met de gedachte wat er had kunnen gebeuren. Het is gewoon mijn tijd nog niet geweest. Hopelijk mag ik nog lang de echtgenoot, moeder, gezinsmanager en mantelzorger zijn.

‘Hartendief’.


Geef een reactie