Meer bijwerkingen, vaker in het ziekenhuis

 

De studie die dit najaar start, wordt met € 169.000 gesubsidieerd door ZonMw. Projectleider is dr. Loes Visser, ziekenhuisapotheker en epidemioloog. Ze legt uit: "Aanleiding voor het project zijn aanwijzingen dat vrouwen vaker bijwerkingen hebben dan mannen.” Ze geeft een sprekend voorbeeld uit de Verenigde Staten: “Bij acht van de tien geneesmiddelen die door de FDA tussen 1997 en 2000 van de markt werd gehaald, was sprake van meer bijwerkingen bij vrouwen."

 

 

Vooralsnog ontbreekt echter systematisch farmaco-epidemiologisch onderzoek naar het verschil in bijwerkingen bij mannen en vrouwen in de dagelijkse praktijk. Voor het onderzoek gaat het team van Visser gebruikmaken van het PHARMO Database Network. Dat bevat gegevens van ruim drie miljoen geanonimiseerde patiënten, met aflevergegevens over het geneesmiddel uit openbare apotheken, ziekenhuisopnames, huisartsgegevens en klinische laboratoriumwaarden.

 

 

De prevalentie en incidentiedichtheid van geneesmiddel-gerelateerde ziekenhuisopnames bij mannen en vrouwen wordt vastgesteld met de zogeheten HARM+lijst. Visser. "Dat is een lijst met combinaties van geneesmiddelen en uitkomsten, die volgens een team van experts mogelijk geneesmiddel-gerelateerd zijn. Als duidelijk is om welke bijwerkingen het gaat en bij welke geneesmiddelen er man-vrouwverschillen optreden, kan een vervolgstudie naar de oorzaken worden gedaan en kunnen geslachtspecifieke behandelrichtlijnen worden ontwikkeld."

 

 

De studie is geslaagd als die eindigt met een 'boodschappenlijstje' van bijwerkingen en (groepen) geneesmiddelen waarbij er evidente sekseverschillen in ziekenhuisopname worden gevonden, verklaart Visser: "Als we weten om welke bijwerkingen en geneesmiddelen het gaat, dan willen we daarbij de diepte in om achter de oorzaak te komen. Door uit te gaan van ernstige bijwerkingen, die leiden tot ziekenhuisopname, hopen we een eventueel verschil in rapportage tussen mannen en vrouwen zo klein mogelijk te laten zijn. Als je achter de oorzaak bent, kun je vervolgens concrete geslachtspecifieke behandelrichtlijnen opstellen."

 

Bron:  Erasmus mc