default-header
HomeNieuwsGerstekorrel of padscheet

Gerstekorrel of padscheet

Columns

woensdag 12 oktober 2011, door Hartpatiënten Nederland

Ik zie ze eigenlijk nooit meer: padscheten. Komt u nog wel eens iemand tegen die aan snotvruut lijdt? Maar mooie woorden zijn het nog steeds. Ik kwam ze laatst tegen in een krantenartikel uit 1929. De schrijver pleit daarin voor ‘beschaafder spraak’, maar ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat hij die volksnamen voor allerlei aandoeningen toch ook wel leuk vond. Hij stort ze in één adem over de lezer uit: ‘padscheet, leepoog, snotvruut, prutlip, scheurbek, krentenbaard, kletskop’. Allemaal ongemakken die zich in je gezicht voltrekken. Met uitzondering misschien van die kletskop. Dat lijkt me de oude naam voor kaalheid. Dus dat komt er dan nog eens bovenop. Verklaringen geeft de schrijver er niet bij, dat laat hij liever over aan ‘de medici’. Je zit bij de huisarts met ontstoken talgkliertjes van je ooghaartjes, en die zegt dan dat je hordeolum hebt. Op een of andere manier klinkt dat veel erger dan ‘gerstekorrel’, en om je helemaal gerust te stellen zegt hij glimlachend: een ‘strontje’. Beide staan in Van Dale, maar de padscheet niet. In een oud dialectwoordenboek van het Antwerps las ik dat ‘padscheet’ voortkomt uit het volksgeloof: als je langs de openbare weg (pad) je gevoeg deed, was de wege- of padscheet je straf. Geloofden ze dat vroeger werkelijk? Ik denk dat het eerder een opvoedkundig bangmakertje is geweest. Ik herinner me hoe mijn moeder ons waarschuwde: een padscheet zou je krijgen als je door een sleutelgat loerde. Het gekke was dat wij kinderen dat heel logisch vonden.

Streven naar beschaafder spraak is uiteraard een nobel doel, maar de duidelijkheid en de plastiek van de volkstaal lijkt me toch ook wat waard. Gewoon zeggen wat je ziet. Geen loopneus maar snot. Prut die uit een lip komt. En scheurbek in plaats van scheurbuik, want het gaat tenslotte om je tandvlees en niet om scheuren in je navel. De schrijver somt al die aandoeningen op, zegt hij, om ons ‘schrik en afkeer’ van de onbeschaafde taal in te boezemen. Ik was niet overtuigd. Op één punt na. Je moet er niet aan denken. Dat je dat allemaal tegelijk hebt!

Column door: Ed Schilders


Geef een reactie