Berichten van coronafront

ROERMOND – Hartpatiënten zijn zo bang besmet te worden dat ze klachten liever nog even aanzien dan dat ze zich bij de dokter melden. Dat is de stellige indruk van onder meer de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC), maar ook van medewerkers van de hartafdelingen van ziekenhuizen in den lande. ‘Normaal melden zich dagelijks tussen de tien en twintig mensen op de Eerste Harthulp. Sinds een paar weken zien we dat hooguit drie, soms zelfs maar één patiënt zich meldt met klachten’, zegt Marja de Klein, verpleegkundige op de hartbewaking van het Laurentius ziekenhuis in Roermond (LZR). Marja gaat tevens mee met onze mooie HartbrugReizen als verpleegkundige.

Marja de Klein

Marja denkt dat de drempel voor veel mensen met hart klachten hoger is geworden. ‘We hebben de indruk dat mensen het nog even aankijken. Veel mensen wachten af. Uit angst voor corona. Zo was er hier iemand die met forse benauwdheids klachten werd opgenomen. Hij werd vervolgens negatief getest op corona. ‘O, gelukkig, geen corona’, was zijn reactie. Maar die benauwdheid kon wel wijzen op hartproblemen.’

Cardiologie

‘We hebben op cardiologie twee weken gehad dat er bijna geen patiënten waren. Dat is zó onwerkelijk. Waar blijven al die mensen? Natuurlijk, de cardioloog heeft telefonisch spreekuur, maar veel mensen durven gewoon niet te komen, vermoed ik.’

‘Gebruik je gezonde verstand’, roept Marja mensen op. ‘Als je klachten hebt, meld je dan gewoon. We zijn er voor u. Het zou jammer zijn achteraf te moeten horen dat je een hartinfarct hebt gehad.’ En ze benadrukt: ‘Je bent veilig in het ziekenhuis. Niet iedereen heeft corona, en de corona-afdelingen zijn goed afgeschermd van de rest van de afdelingen.’

Extra diensten

Ze draait nu veel extra diensten. Vijf dagen werken, een dag vrij, dan drie dagen werken en weer een dag vrij. Normaal werken op de hartafdeling in totaal zo’n 25 zorgmedewerkers. ‘Enkele medewerkers van de hartbewaking helpen uit op de IC, hun diensten moeten we nu ook opvangen.’

Het werk op de hartafdeling is soms hectisch. ‘Iedereen die binnenkomt wordt behandeld als potentieel corona patiënt. Totdat het tegendeel bewezen is. Dat betekent dat ik bij iedere nieuwe patiënt een beschermend pak, mondmasker, bril en handschoenen moet aandoen, en dat is intensief . Daarom kunnen we ook terugvallen op extra personeel op de  werkvloer.’ In deze tijd wordt iedereen flexibel ingezet. ‘Er heerst een grote saamhorigheid,’ benadrukt Marja.

Hectiek

Marja noemt als voorbeeld van zo’n hectiek een dag in april. ‘We hadden een paar opnames tegelijk op de Eerste Harthulp. Voor deze mensen moesten we natuurlijk elke keer nieuwe beschermende kleding aandoen.’ Ook het feit dat er geen familie bij patiënten mag is extra belastend. Zeker voor de patiënt, die alleen is in zijn angst en onzekerheid. Daar wil je ook extra aandacht aan besteden.

Marja en haar collega’s draaien veel extra uren door de corona crisis. ‘Het is intensief, dus je moet zelf goed in de gaten houden of het je niet te veel wordt. Mensen die aan hun grens zitten kunnen gesprekken hebben met een psycholoog of andere gewenste opvang.’

Zij heeft veel respect voor mensen in de zwakzinnigenzorg, verpleeghuizen en de thuiszorg, die lange tijd onbeschermd juist meer blootgesteld worden aan risicopatiënten. ‘Er is nu veel aandacht voor de verpleging in het ziekenhuis, maar ook deze mensen mogen niet vergeten worden! Iedereen verdient straks een pluim als alles achter de rug is.’

Lieke

Een van die zorgwerkers is Lieke*. Zij werkt in een verpleeghuis en ziet mensen om haar heen ziek worden en sterven. Lieke werkt ’s nachts als verpleegkundige samen met twee verzorgenden op de gesloten afdeling van het tehuis met dertig bewoners. Als er iets acuuts gebeurt kan Lieke terugvallen op een hoofdverpleegkundige die ’s nachts gebeld kan worden.

‘Er is veel angst onder de bewoners. We maken gebruik van tablets voor contact met de familie, maar dat neemt lang niet alle zorgen weg.’

‘Ik heb het er erg moeilijk mee dat je de familie niet kunt ondersteunen. Tel daarbij op dat mensen met dementie niet kunnen aangeven dat ze zich niet goed voelen. Het probleem is dat de symptomen vaak anders zijn. De ene hoest niet, de andere krijgt ademnood. Er kan een punt komen dat deze ouderen geen orale vocht-/voeding-/medicatie- toediening meer tot zich kunnen nemen. Daardoor zien we dat de onderliggende ziektebeelden naar boven komen, en moet men soms acuut snel handelen. Soms moeten we samen in overleg met familie en het team onze cliënten dan palliatief behandelen.

Zuurstof

‘Als je in een ziekenhuis werkt zijn er zat mensen rondom je heen met wie je in acute situaties kunt overleggen. Ik sta er echter alleen voor, ik kan hooguit de hoofdverpleegkundige of de dienstdoend arts bellen en informeren over de toestand van de bewoner. Onlangs heb ik de hoofdverpleegkundige in één nacht drie keer moeten bellen over het verhogen van de maximale toediening van zuurstof.’

‘Ik hoorde eind maart dat er in Genk een 30-jarige verpleegster was overleden aan corona, even oud als ik dus. Zij werkte ook in een verpleeghuis, net als ik. Als ik na mijn werk thuiskom, probeer ik afstand te houden, ga ik eerst douchen voor ik mijn twee zoontjes van 2 en 5 jaar omhels. Ik vlieg ze echt niet in de armen als ik thuiskom.’

‘Ik hoop dat de epidemie snel voorbij is. Ik werk al zes jaar in het verpleeghuis en ken de bewoners best wel goed. Als je die door zo’n stom virus moet verliezen, vind ik dat heel erg!’

* Lieke is een naam die we voor dit artikel gebruiken.

Haar echte naam is bij de redactie bekend.

Voor meer artikelen over o.a corona klik hier

Wieteke van Dort: ‘Ga mediteren’

Actrice, cabaretière, zangeres en schrijfster Wieteke van Dort  (76) is vooral bekend door haar rol in vele kindertelevisieprogramma’s in de jaren ‘60 en ‘70 en het Nederlands-Indische personage Tante Lien in De Late Late Lien Show. Begin 2012 werd ze plots hartpatiënt, maar ze keerde snel terug naar het toneel: ‘Ik ben een gezegend mens.’

Begin 2012 kreeg je een hartaanval. Wat gebeurde er precies?

Het gebeurde na een reünie van ‘Oebelekinderen’. Oebele was een populair kinderprogramma rond 1970 en die kinderen zijn inmiddels boven de vijftig. Na een copieuze kaasfonduemaaltijd liep ik naar het station in Amsterdam en voelde me benauwd worden. Ik liep meteen een Turkse snackbar binnen. ‘Mag ik even zitten?’, vroeg ik. De snackbarhouder was zo zorgzaam. De ambulance kwam razendsnel en ik kreeg direct zuurstof en o, schrik, een katheter! Mijn bloeddruk was veel te hoog. Uiteindelijk kreeg ik in het OLV Gasthuis in Amsterdam drie bypasses en een hartklepreparatie. Mijn kamer was inmiddels vol bloemen en beterschapskaarten. Prachtig! Omdat ik nog af en toe benauwd was, onderging ik een longpunctie op de kamer. Een reus van een Antilliaanse dokter nam me als een baby op en ‘goot’ mijn long leeg. Wat een hoeveelheid roze gekleurd water!

Waren er achteraf gezien voortekenen geweest?

Eigenlijk waren er al voortekenen dat ik last van mijn hart had. Bij het lopen was ik snel buiten adem. Op het toneel had ik evenwel nergens last van. Mijn moeder was ook hartpatiënt en slikte van die kleine pilletjes. Omdat ze al tachtig was geweest, opereerden ze haar niet meer. Een lekkende hartklep was het, net als bij mij.

Hoe reageerden je naasten?

Mijn naasten waren erg ongerust, maar ikzelf heb nooit het gevoel gehad dat ik doodging. Ik had contact met gebedsgenezeres Jomanda, die ook reuze haar best deed om me er doorheen te slepen. Ook gelachen hoor. Aart Staartjes: ‘Wiet, je rookt niet, drinkt niet, eet vegetarisch, mediteert en nou dit!’ Ja, daar had ik geen antwoord op. Aan Joost Prinsen liet ik zien hoe mijn haar in de klit zat van het liggen. Joost: ‘Ik heb geen bloemen bij me, maar hier is twintig euro voor de ziekenhuiskapper.’

Hoe verliep het herstel?

Na mijn ontslag uit het ziekenhuis verbleef ik twee maanden in de Rudolf Steiner kliniek in Den Haag. Alle antroposofische therapieën in dat verpleeghuis spraken mij aan. Vooral het ‘nat in nat’ schilderen. Bovendien werd ik flink aangepakt door de fysiotherapeut. Sinds lange tijd heb ik al last van etalagebenen. Ik kan geen grote afstanden lopen, dan gaan mijn benen steken. Daarvoor heb ik looptherapie gedaan en ik zit nu nog op een vervolggymclub. Op het toneel merkte ik dat ik door een bepaald medicijn, Entresto, minder goed kon zingen. Dat neem ik nu pas in ná het optreden. Overigens neem ik alle reguliere medicijnen pas ’s avonds laat in, want plaspillen zijn reuze onhandig overdag.

Maak je nu nog gebruik van alternatieve geneeswijzen?

Naast de reguliere medicijnen slik ik inderdaad alternatieve dingen. Ik ga daarvoor naar natuurgeneeskundig therapeut Guido Sanen. Hij test elke keer wat ik nodig heb. Onze antroposofische huisarts Dr. P. Hutchison is het daar helemaal mee eens.

Zijn er dingen die je anders doet dan voorheen?

Ik ben wat makkelijker geworden met eten, niet meer vegetarisch. En ik drink nu ook een glaasje wijn na 22 jaar zonder alcohol. Tja, en als je minder makkelijk beweegt, word je wat dikker. Nou, dat is dan maar zo.

Je ging vrij snel weer aan het werk.

Klopt, en het is heerlijk om weer op te treden en te zingen. De thriller Enkele Reis waar ik nu in meespeel naast onder anderen Bram van der Vlugt en Trudy Labij is een feest om te doen. Er valt veel te lachen en we hebben echt succes. Na deze voorstelling treed ik als Tante Lien op in Ya, dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Ook komt er op 2 februari een boek met CD uit voor het kleuteronderwijs: Lawaaipapegaai. Dat heb ik geschreven met Evelyn en Molly,  twee vriendinnen van de kleuterkweek. De liedjes van het gelijknamige AVRO-programma, dat ik jarenlang samen met Burny Bos presenteerde, vormen de basis voor het boek. Verder hebben we er opzegversjes en verhalen bij gezocht en geschreven.

Heb je tips voor andere hartpatiënten?

Ik zeg vaak: ga mediteren. Het maakt je zo rustig. Alles is makkelijker te incasseren. Elke vorm van meditatie is goed, als je het maar iedere dag doet.

Als je hart opspeelt, drink dan eerst water, leg je handen op je hart en zeg de volgende affirmatie: ‘Mijn hart klopt rustig en regelmatig, krachtig en gelijkmatig.’

Voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Wereld op z’n kop

Linda Bosman (54) staat middenin het leven en geniet van haar drie kinderen welke zoals zij zelf zegt ‘The music in my heart’ zijn. En met haar echtgenoot onderneemt zij graag afwisselende activiteiten in hun vrije tijd. Maar dan doet zich een zomerse augustusdag aan die zij nooit meer vergeet: ‘Ik kreeg een acuut, zwaar en complex hartinfarct.’

Op de bewuste zomerdag lijkt er geen vuiltje aan de lucht. ’s Middags geniet Linda nog van een lunch met collega’s en afgezien van wat moeheid is het een dag zoals alle anderen: ‘Ik was die dag moe en ging na het avondeten naar bed. Tegen tien uur werd ik wakker met pijn tussen mijn schouderbladen. Dat kan, dacht ik, want ik werkte achter een bureau en ervoer stress vanwege de gezondheidssituatie van mijn man. Maar de pijn zakte niet, ook niet na een paracetamol. Na een reeks aan klachten die urenlang aanhielden zoals zweten, gevoelsverlies in mijn armen en overgeven, wuifde ik de gedachte ‘Buikgriep’ weg en ging Googelen. Ik kwam uit op een hartinfarct. Ik belde mijn jongste zoon, maar die was al onderweg. Hij trof mij bovenaan de trap aan; lijkbleek en grauw. De ambulance kwam en alle toeters en bellen gingen af. In het ziekenhuis aangekomen waren mijn oudste zoon en dochter al gearriveerd. Gelukkig, want ik vond het fijn om ze nog te zien voordat ik geopereerd werd. Ik was heel rustig en zó moe en dacht: dit is het, nu ga ik.’

Het herstel

Maar Linda gaat niet, al was het wel kantje boord. Want als het een uur later was geweest, had zij het niet gehaald. Haar drie aderen blijken verstopt en Linda’s pompfunctie bedraagt nog maar 10%. De diagnose? Chronisch hartfalen naar aanleiding van het acute hartinfarct. Vanwege de daarbij horende verzwakte hartspier, verminderde pompfunctie en daarmee een vergroot risico op een fatale hartritmestoornis, krijgt zij ook een ICD. Maar het daadwerkelijke besef komt later: ‘Ik ondervond geen voorsignalen. Althans, in mijn optiek. Maar de moeheid en de pijn tussen de schouderbladen gedurende het hartinfarct, voelde ik bij inspanning in de maanden daarvoor. Bij het lopen en het fietsen, al trok het altijd weer weg. Nu plaats ik dat, toen niet. Daarnaast kampte ik met een genetisch, verhoogd cholesterol en kreeg de lente voorafgaand aan mijn hartinfarct een verhoogde bloeddruk. Ik ben op de eerste hulp terechtgekomen. Met medicijnen is mijn bloeddruk gestabiliseerd. Tevens is een ECG en longfoto gemaakt, maar helaas ben ik niet verder onderzocht. De dienstdoende artsen dachten aan migraine vanwege zware hoofdpijnen, welke ik ook plots twee jaar voor mijn hartinfarct kreeg.’

Met het besef, begint ook het herstel. Een opgave, maar wel één waarin de zorgzame echtgenote en moeder overduidelijk volhardend is: ‘Mijn wereld stortte in. Ik was angstig, moe en depressief. En toen ik de vooruitzichten hoorde in combinatie met hoe ik mij voelde, dacht ik: ik word nooit beter. Vier weken ben ik onder de dekens gekropen en heb veel gehuild, want ik was down. De acceptatie is het moeilijkst. Nu heb ik het enigszins een plekje gegeven. Want ook al ben ik af en toe nog down en moedeloos, het overheerst niet meer. Daarnaast erken ik hetgeen is voorgevallen, maar aanvaarden doe ik het (nog) niet. Stapje voor stapje wordt het beter, mede doordat ik sterk ben met een positieve instelling. Ik kan mezelf altijd weer opladen en daarmee komt er een kracht naar boven. En wat de situatie ook is: ik vecht mijzelf er weer uit. Daarnaast sta ik ook anders in het leven; ik probeer me niet meer druk te maken om de kleine dingen, kijk naar wat nog wél kan in plaats van niet meer en omring mijzelf met mensen die mij positieve energie geven.’

Zij vervolgt: ‘Een chronische ziekte gaat nooit weg, maar de kunst is om ermee om te gaan en de energie die ik wel heb, te verdelen. Structuur aanbrengen in de dag en een doel hebben, is evengoed belangrijk voor de eigenwaarde. Doordat ik ziek werd, ben ik mijn baan verloren en ondanks dat ik het begreep, voelde het als een stomp in mijn maag. Ik wil graag weer wat doen en meedoen in de maatschappij. Recent heb ik mij ingeschreven bij een vrijwilligersorganisatie, binnenkort hebben wij een gesprek om te kijken of wij iets voor elkaar kunnen betekenen. Daar kijk ik naar uit, want ik verlang er ook naar om over andere dingen te praten. Ik wil mijzelf niet altijd ziek voelen. Na mijn ziekenhuisopname ben ik direct opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord. Zij hebben mij een zetje gegeven en zonder hen was ik nooit zover gekomen. Tijdens de revalidatie ben ik begonnen met sporten: zwemmen, fietsen en de loopband, maar ook fitness. Fitness doe ik nog steeds tweewekelijks binnen mijn eigen grenzen, onder begeleiding van een fysiotherapeut. Het geeft mij een veilig gevoel en sporten met lotgenoten geeft verbinding, want iedereen heeft iets.’

Leef vandaag

Ondanks haar diagnose en de vooruitzichten is Linda vastberaden om door te blijven gaan: ‘Ik wil veel leuke dingen doen en er op uitgaan. Doorgaan met sporten en alles van me afpraten bij de psycholoog. Mijn prognose is ongunstig, onder andere vanwege een momentele pompfunctie van 16%. Ik heb daarover -en over mijn opties indien het niet gaat- een eerlijk gesprek gehad met mijn cardioloog. Maar ik loop niet op de zaken vooruit. Ik ben er heel verdrietig over geweest, maar uiteindelijk gaat de knop toch weer om en ga ik ervoor. Ik ga en wil de uitzondering zijn en de verwachtingen overtreffen. En daarbij is mijn dagelijkse motto: koester gisteren, droom over morgen, maar leef vandaag!’

Voor meer artikelen over o.a hartaandoeningen klik hier

Grip op je eigen gezondheid

Leefstijl interventies als basis om je gezondheid terug in eigen hand te nemen.

We horen het steeds meer, je levensstijl aanpassen om je gezondheid te verbeteren. De genoemde zaken klinken bijna als een cliché; meer bewegen, gezonder eten, niet roken, minder drinken. Voor de hand liggend zou je zeggen. Toch lukt het ons vaak niet om aanpassingen door te voeren en de discipline op te brengen.

De gemakseconomie

In de afgelopen 50 jaar is onze levensstijl zo enorm veranderd, dat onze lichamen niet de tijd hebben gehad om de drastische wijzigingen bij te benen. Zo zijn we van actief werk naar passief werk achter een bureau gegaan. Als we iets willen hebben, hoeven we de deur niet uit, want je kan het gewoon online bestellen. En gezond eten, mijn specialiteit, wordt ons bepaald niet gemakkelijk gemaakt. Producten die aangeprezen worden als gezond, blijken dit geheel niet te zijn, en vice versa. Ons leven anno 2020 is ingericht op gemak, maar als je een aandoening hebt of niet optimaal gezond bent, neemt de noodzaak toe om je eigen gezondheid prioriteit te geven boven het gemak.

Een investering in jezelf

We zijn gewend om naar de dokter te gaan en ons medicatie voor te laten schrijven als we ziek zijn, ‘een pleister te plakken op de wond’. In feite sta je al op een achterstand zodra je naar de dokter moet, geef je de regie uit handen. Door kritisch naar je levensstijl te kijken, kun je jouw gezondheid gedeeltelijk of geheel terug in eigen hand nemen.

Hoe mooi is het om te kunnen voorkomen dat je ziek(er) wordt, of als je al ernstig ziek bent, je kwaliteit van leven te verbeteren. Ga op onderzoek uit en kijk waar jij de meeste gezondheidswinst kan behalen. Je investeert hiermee in jezelf, in je eigen toekomst, die van je kinderen en kleinkinderen.

Voeding als kickstart voor je gezondheid

Als we kijken naar leefstijl, dan is voeding misschien wel het belangrijkste onderdeel. Zoals Hippocrates schreef: ‘Let food be thy medicine, and let medicine be thy food’. Hij sloeg de spijker op de kop, maar hoe moet je in deze tijd van verleiding en gemak nou gezond eten? Het begint eigenlijk bij de natuur: je eet onbewerkt en wat van het land of de zee komt. Komt het uit een fabriek? Heeft het een label met vele ingrediënten? Dan is het waarschijnlijk minder gezond.

Een populaire leefstijlkeuze is tegenwoordig koolhydraatarm eten, een voedingspatroon gebaseerd op onbewerkt eten. Veelal gericht op mensen met diabetes, maar veel hartpatiënten hebben ook baat bij deze eetwijze en leefstijl. Uit onderzoek** blijkt dat onder andere de LDL en triglyceriden verlagen, de HDL verhoogd wordt, wat een perfect cholesterolbeeld geeft. Mensen die enige tijd koolhydraatarm eten, ervaren een toename in energie en een verbetering van concentratie. Ze voelen zich algeheel gezonder, en dat is ongeacht je eetpatroon uiteindelijk waar het om draait.

Koolhydraatarm eten is uiteraard niet de enige manier waarop je jouw gezondheid terug in eigen hand kan nemen. In het volgende artikel zal ik verder inhoudelijk ingaan op verschillende leefstijlinterventies, waaronder koolhydraatarm eten.

** Bron: https://www.hsph.harvard.edu/nutritionsource/carbohydrates/low-carbohydrate-diets/

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

‘Gezondheidseffecten voeding zijn niet te onderschatten’

Gezonde mensen zijn het gelukkigst, is het motto van Iris Heuer. Daarom kookt zij als ‘healthy chef’ zo veel mogelijk met biologische natuurlijke producten en is ze dagelijks bezig met het optimaliseren van voedingspatronen voor mensen met diëten en allergieën. ‘De invloed die voeding kan hebben op je gezondheid intrigeert me.’

De nieuwsgierigheid naar gezond eten en leven is voor Iris Heuer voortgekomen uit haar persoonlijke motivatie. De Eindhovense ‘gezonde kok’ kon ondanks aanhoudende lichamelijke klachten niet geholpen worden door een dokter, dus ging ze zelf op zoek naar een oplossing. ‘Ik had vaak migraine, eczeem en andere vage klachten’, vertelt Heuer. ‘Toen ik een voedingsdagboek ben gaan bijhouden, kwam ik erachter dat het de suikers in mijn voedingspatroon waren die de migraine triggerden. Ik ben toen een aantal jaren suikervrij gaan eten en merkte toen pas hoe groot de impact van voeding op de algehele gezondheid kan zijn. Het motiveerde me om dieper te graven; niet alleen naar de effecten op mijn eigen gezondheid, maar ook naar wat gezond is voor andere mensen.’

Die zoektocht resulteerde voor Heuer in 2015 in de opening van een restaurant dat zich richtte op gezond eten voor mensen met allerhande aandoeningen, allergieën en diëten. ‘In de twee jaar dat ik dit restaurant runde heb ik ontzettend veel ervaring en kennis opgedaan op het gebied van gezonde voeding en leefstijl. Ik heb alles geprobeerd: ik kookte veganistisch, vegetarisch, glutenvrij en uiteindelijk bleef ik hangen bij koolhydraatarm koken, om te kijken welke invloed een dergelijk voedingspatroon heeft op de gezondheid.’

In die periode liepen de meningen over wat gezond is en wat niet behoorlijk uiteen, vertelt Heuer. Die meningen heeft ze in de afgelopen jaren steeds dichter naar elkaar toe zien groeien. ‘In toenemende mate is men georiënteerd op plantaardig eten en zo dicht mogelijk bij de natuur koken. Dat is ook mijn focus, in combinatie met koolhydraatarm of ketogeen eten. Bij laatstgenoemd voedingspatroon verruil je koolhydraten voor goede, verzadigde vetten en daarmee dus suikerverbranding voor vetverbranding. Het bijproduct dat uit die verbranding ontstaat, ketonen, dienen vervolgens als brandstof voor het lichaam.’

Bij haar eigen moeder zag Heuer de positieve effecten van het koolhydraatarm dieet al snel: ‘Mijn moeder heeft stevige indicaties voor hartproblemen, ze heeft een hoge bloeddruk en problemen met haar cholesterol. Sinds een maand of vier eet zij nu koolhydraatarm, en ze staat op het punt naar de huisarts te stappen om te vragen of ze haar medicatie kan afbouwen. Haar bloeddruk ligt binnen de ‘normale’ marges, haar cholesterol is verbeterd en ook haar problematische nierfunctie speelt geen rol meer in haar dagelijks leven. Heel mooi om te zien!’

Naast haar werk als chef-kok is Heuer veel bezig met het educatieve aspect van haar vak. Ze geeft kooklessen en cursussen en verzorgt daarnaast vanuit haar initiatief GreenTwist een gezonde oplossing voor catering en horecagelegenheden. De komende tijd diept Heuer in HartbrugMagazine een aantal leefstijlinterventies uit, om meer grip op de eigen gezondheid te krijgen. In de volgende editie leest u alles over koolhydraatarm/ketogeen eten.

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

Angela Maas meest invloedrijke vrouw

Cardiologe Angela Maas timmert al decennia aan de weg, en heeft vooral een groot hart voor vrouwen. Die zijn volgens haar namelijk lange tijd onderbedeeld in het cardiologenwereldje, dat toch vooral een mannenaangelegenheid is. Vrouwen worden te vaak bekeken door een mannenbril. En dat terwijl vrouwen vaak andere klachten hebben bij hart- en vaatproblemen dan mannen.

Feministisch tijdschrift Opzij riep de 63-jarige cardiologe Maas in december uit tot meest invloedrijke vrouw van Nederland. ‘Ze is onze eerste cardiofeministe en strijdt al ruim dertig jaar om het vrouwenhart op de kaart te zetten’, schrijft het blad. ‘De man was de norm, hartklachten bij vrouwen waren vager en werden door mannelijke artsen afgedaan als óf overgangsklachten óf gezeur’, aldus Maas in Opzij.

Angela Maas is de eerste hoogleraar vrouwen cardiologie en haar spreekuur is druk bezet. Het begon allemaal in het Isala ziekenhuis in Kampen, waar ze als cardioloog werkte. De Hartbrug, voorloper van dit magazine, interviewde haar toen al, en ook toen brak ze een lans voor meer aandacht voor vrouwen en het vrouwenhart.

Toen al ergerde ze zich erover dat de mannelijke patiënt de norm was voor artsen, waardoor typisch vrouwelijke ziektebeelden op de achtergrond raakten. In Kampen begon ze in 2003 met een vrouwenspreekuur. Daar is haar opmars in het mannelijke cardiologiebolwerk begonnen. Aanvankelijk met veel tegenwerking. Nu, 17 jaar later, is er door haar toedoen eindelijk meer aandacht voor het vrouwenhart.

In 2012 kreeg ze een leerstoel aan Radboud in Nijmegen, waar ze sindsdien hoogleraar cardiologie voor vrouwen is. Ze wil vrouwen vooral haar eigen verhaal laten vertellen.

Hartpatiënten Nederland steunt Maas in haar streven een nieuwe pil voor vrouwen met druk op de borst in Nederlandse apotheken te krijgen. Ze wil dat deze pil, ranolazine, vergoed wordt. In landen als België en Duitsland krijgen vrouwen met pijn op de borst dat medicijn wel, waarom hier dan niet? Omdat het Zorginstituut er niets in ziet. Het Zorginstituut beslist welke medicijnen worden toegelaten en vergoed. Hartpatiënten Nederland heeft er bij het Zorginstituut op aangedrongen ranolazine toe te laten en voor vergoeding in aanmerking te laten komen. Lees meer hierover in het interview met Angela Maas in HartbrugMagazine.

Voor meer artikelen over o.a … klik hier

Angela Maas op de bres voor vrouwen

Angela Maas is een bekende Nederlander. Dat was wel eens anders. Toen zij in 2003 in het Isala ziekenhuis in Kampen begon met een vrouwenspreekuur, kwamen er aanvankelijk niet meer dan twee of drie vrouwen op af. Huisartsen en cardiologen weigerden vrouwen door te sturen.

Ze zagen niks in Maas’ bewering dat hartproblemen bij vrouwen totaal anders dan bij mannen kunnen uitpakken. Nu, zo’n 17 jaar later, is Angela Maas een gevierd cardiologe, en hebben vele duizenden vrouwen de weg naar haar gevonden. En passant werd ze in 2019 door het feministische blad Opzij uitgeroepen tot meest invloedrijke vrouw van Nederland. Hartbrug Magazine sprak met haar.

Canada

‘In 2000 bezocht ik in Canada het eerste wereldcongres over hart- en vaatziekten bij vrouwen’, vertelt Angela Maas. ‘Ik leerde er dat er in Canada allerlei vrouwenhartcentra waren, en dacht: die wil ik ook in Nederland!’

‘In 2003 besloot ik mij helemaal toe te leggen op het helpen van vrouwen. Ik stopte met het consult voor mannen, kortom. En zo begon ik dat jaar in Isala in Kampen met een wekelijks spreekuur voor vrouwen. Maar de huisartsen zagen me niet staan. Ik kreeg mails in de trant van: we zullen ervoor zorgen dat deze gril over een jaar weg is.

In het begin kreeg ik maar twee of drie patiënten per spreekuur. Daar zat ik dan een hele ochtend voor. Ik heb toen een oproep geplaatst in huis-aan-huis blad De Peperbus. Vrouwen konden langskomen om bloeddruk en cholesterol te laten meten. Nadat het blad huis aan huis in de bus gevallen was, stonden er ’s ochtends opeens 700 vrouwen op de stoep voor mijn spreekuur. Een gigantische toeloop! Dat was een signaal: vrouwen willen zelf weten wat hun risicofactoren zijn.’

Eigen verantwoording

Het waren andere tijden dan nu. Destijds was het de arts, wiens woord wet was. Hij zei hoe het gesteld was met de gezondheid van de patiënt. De patiënt was van die informatie afhankelijk. ‘Nu kunnen patiënten zelf hun bloeddruk en cholesterol meten’, gaat Maas verder. ‘We zijn mede hoeders geworden van onze eigen gezondheid. Die ligt niet meer uitsluitend onder verantwoording van een arts.’

De vrouwenspreekuren van Maas, waaraan destijds ook de Hartbrug (de voorloper van dit Magazine) aandacht besteedde, verwierven gaandeweg steeds meer naamsbekendheid. Dat resulteerde in 2012 in een leerstoel voor Maas aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar ze sindsdien een internationaal gevierd onderzoekster is naar hart- en vaatziekten bij vrouwen.

Hart voor vrouwen

‘Al sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw verschijnen er in toenemende mate publicaties over vrouwen met hart- en vaatziekten. De laatste vijf jaar zie ik op dat gebied een versnelling. Het is inmiddels voor iedereen duidelijk dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen op het gebied van hart- en vaatziekten en oorzaken daarvan. Ik schreef er in 2019 een boek over, ‘Hart voor Vrouwen’ (te bestellen via www.hartpatienten.nl/boeken). Inmiddels is de achtste druk daarvan al bijna uitverkocht, wat aangeeft hoezeer vrouwen hun eigen gezondheid aan het hart gaat. Ik schreef het boek zo, dat het goed leesbaar en begrijpelijk is voor de patiënt. Ik hoor het terug van vrouwen, die bijvoorbeeld zeggen: ‘Dit boek gaat over mij!’. Het is herkenbaar. Ik zie de afgelopen vijf jaar ook bij cardiologen een voortschrijdend inzicht. Het vrouwenhart krijgt bij hen een steeds grotere plek. Zelfs internationaal verandert er veel.’ Overigens vindt Angela Maas dat het vrouwenhart verplicht onderdeel moet zijn in de opleiding tot cardioloog.

Nog even over het boek: in 2011 schreef Maas een handboek voor huisartsen over het vrouwenhart. ‘Dat is heel goed ontvangen’, zei ze. In 2017 volgde een Engelstalig handboek voor cardiologen dat vrij goed verkocht werd. ‘Daarna dacht ik: de tijd is rijp voor een boek dat voor iedereen begrijpelijk is.’ Wie het nog wil lezen, wees er snel bij, het is bijna uitverkocht! Interesse? Ga naar www.hartpatienten.nl

Kransvaten

‘Over een paar maanden komt er een nieuwe internationale richtlijn over spasmen in de kransvaten. Die richtlijn houdt veel meer rekening met vrouwen dan tot nog toe. Het gaat om een ziektebeeld waarbij vrouwen tussen 40 en 70 jaar verhoogde risico’s lopen. Meer dan vernauwing, want die doen zich gemiddeld pas veel later en in mindere mate voor. Een ziektebeeld dat duidelijk verschilt van het gemiddelde beeld bij mannen.’

‘Ik krijg steeds meer verwijzingen van cardiologen. De weerstand is afgenomen. Het is ook belangrijk om te beseffen dat je niet alle vrouwen over één kam kunt scheren. Vroeger werd “de hartpatiënt” als een groep gezien en benaderd. Nu weten we dat iedere patiënt anders is, en de hulp aan haar of hem om maatwerk vraagt. Mijn leerstoel is ook bedoeld voor onderzoek naar de vraag waarom de ene vrouw anders is dan de andere. Zo zijn er vrouwen met een hoger risico dan andere vrouwen, bijvoorbeeld vrouwen die zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Zij lopen meer risico’s op hart- en vaatziekten en beroertes, en al op jongere leeftijd. In bestaande risicokaarten komen deze vrouwen niet tot hun recht omdat alle vrouwen op een hoop gegooid worden. We moeten dus meer verschil maken tussen de ene en de andere patiënt. We moeten als arts meer bovenop hoog-risicovrouwen zitten, meer dan bij vrouwen met een lager risico. Gelukkig leren we steeds beter finetunen.’

Stress

‘Wat ik ook steeds meer zie is vrouwen met een scheur in een kransvat. Iets wat vooral voor komt bij vrouwen tussen 40 en 60 jaar. Uit onderzoekt blijkt dat met name chronische stress de boosdoener is. Het gaat hier dus niet om dichtslibbende vaten, maar om een plotse scheur. Je kunt deze vrouwen niet met een stent helpen of dotteren, dat is meestal niet nodig en heeft een hoger risico. Gelukkig is er voor deze vrouwen ook steeds meer aandacht. Binnenkort komt voor hen een Europese registratie tot stand. 40 procent van deze vrouwen heeft ook bindweefselaandoeningen, zoals in de bloedvaten naar de nieren en de hersenen. We dachten vroeger dat dit zeldzaam was, maar het komt vaker voor en we herkennen het nu ook beter.’

Haarvaten

‘Diabetes veroorzaakt bij vrouwen een tweemaal zo hoge sterfte als bij mannen. Het schadelijke effect op de bloedvaten en de hartspier is namelijk sterker dan bij mannen. Een chronische ontsteking van de haarvaten van de hartspier, het microvasculaire systeem, zien we veel bij vrouwen rond en na de overgang en leidt eerder dan bij mannen tot hartfalen met een verstijving van de hartspier. Daar hebben we helaas nog geen goede medicijnen voor.’

Ranolazine

Angela Maas maakt zich al jaren sterk voor het toelaten en vergoeden van het medicijn ranolazine. Dat medicijn wordt in andere Europese landen voorgeschreven aan vrouwen met pijn op de borst door spasme en microvasculair lijden. Alleen in Nederland wordt dit middel niet voorgeschreven en ook niet vergoed. Dat moet anders, vindt Maas.

‘Vrouwen tussen de 40 en 70 jaar lopen risico op angina pectoris als gevolg van spasmen in de kransvaten. Daar komt binnenkort een richtlijn voor. Vorig jaar zijn we begonnen met  spasmetesten in kransvaten. We zijn overdonderd door de hoeveelheid patiënten, vooral vrouwen, die dit hebben als oorzaak voor hun klachten. Veel meer dan gedacht! De spasmen komen zowel bij mannen als bij vrouwen voor, maar er is een heel belangrijk accentverschil: ‘slechts’ 10 procent van de patiënten met spasme is man, tegenover maar liefst 90 procent  vrouwen.’

‘Voor de behandeling van spasmen bestaat een stappenplan. Ranolazine maakt daarvan onderdeel uit. Als andere medicijnen onvoldoende werken, is ranolazine een mogelijke  goede oplossing. Maar de beroepsgroep moet het ondersteunen. En dan hebben we nog een overheid die niet zit te wachten op nieuwe medicijnen. En zeker niet zolang een meerderheid van de cardiologen het niet wil.

Voor meer artikelen over o.a Bners en aandoeningen klik hier

 ‘Zorg is in dertig jaar tijd drastisch veranderd’

Professionele zorg, persoonlijke aandacht en een nauwkeurig begeleidingstraject zijn tegenwoordig de standaard, als u in Nederland een medische ingreep moet ondergaan. Dat was voor Teuny van Wijngaarden (70) wel anders, toen zij in de jaren ’70 werd geopereerd aan haar hart. Ze doet haar verhaal.

‘Het was in Zuid-Afrika, in 1974, toen bij mij voor het eerst ruis op het hart werd geconstateerd. Mijn man werkte voor een baggermaatschappij en als hij naar het buitenland werd uitgezonden ging ik altijd met hem mee. Zo ook in ’74, het jaar waarin ik zwanger raakte van mijn tweede. Ik kreeg hoe langer hoe meer klachten: mijn oren suisden continu en als ik voor langere tijd moest staan, zakte ik door mijn voeten. Als kind stond ik altijd al bekend als het meisje dat makkelijk flauwviel; dat werd toegeschreven aan mijn postuur. Ik was tamelijk lang en zou te mager zijn. Daar werd verder nooit wat achter gezocht. Een hartspecialist in Durban deelde mij mede dat hij geen aanvullend onderzoek naar mijn klachten kon doen zolang ik nog zwanger was. Medici konden toen nog niet zoveel als nu. Maar, zo verzekerde de specialist mij, met de klachten die ik had zou ik gemakkelijk honderd jaar oud kunnen worden.

Drie maanden na de bevalling verhuisden we terug naar Nederland en vrij snel daarna vertrokken we op wintersportvakantie. Daar ging het mis: ik belandde in een ziekenhuis in Innsbruck en moest met een ambulance gerepatrieerd worden. In Nederland werd ik dan toch eindelijk gekatheteriseerd. Na afloop zette de hoofdcardioloog een stoel bij mijn bed en vroeg me of ik niet ontzettend moe was. Ja, dat was ik wel, maar ik was eigenlijk van jongs af aan niet anders gewend. Vervolgens kwam de mededeling die voor mij ontzettend veel verklaarde: ik had een gat in de boezem van mijn hart dat de omtrek had van een middelvinger. Een aangeboren afwijking, zo werd mij verteld. Normaliter sluit dit gat na de geboorte, maar bij mij was dit nooit gebeurd. Mijn hart was dus al mijn hele leven niet voldoende in staat geweest het bloed goed rond te pompen, waardoor ik bovengemiddeld vaak licht in mijn hoofd werd en dus flauwviel.

Ik werd geopereerd, op vrijdag 13 oktober, maar gelukkig was ik niet bijgelovig. Toen ik wakker werd bleek alles goed te zijn gegaan. Ik had wel pijn en hoge koorts, maar het gat was gedicht en mijn hart had direct een goed ritme. Wat was ik opgelucht! In die tijd was dat natuurlijk nogal wat: zo’n ingrijpende operatie als jonge vrouw. Ik was ontzettend blij dat ik het overleefd had en dat ik terug kon naar mijn man en twee kinderen van 5 en 1,5 jaar oud. Toen een arts en verpleegkundige mij echter los begonnen te koppelen van alle apparatuur, bleek er een probleem: een dun slangetje dat in mijn borstkas was ingebracht, kwam niet los. Niets lukte en toen de arts en verpleegkundige zelfs ruzie kregen, hakte de arts de knoop door. ‘Laat een OK klaarmaken’, beval hij. Toen knapte er iets in mijn hoofd. Nóg een operatie? Dat kon zomaar niet! Knip dat slangetje dan maar gewoon af, dacht ik. Natuurlijk was dat geen optie, maar op dat moment kon ik niet meer helder denken. Ik was ontzettend bang om weer onder narcose te moeten. Niemand vertelde mij wat dat slangetje daar deed, waarom het niet loskwam en wat er tijdens een eventuele operatie zou gaan gebeuren. Ik tastte volledig in het duister en om me te kalmeren werd me ook nog eens een spuit toegediend. Het gesprek aan mijn ziekenhuisbed verliep óver mij, niet mét mij.

Toen ik weer bijkwam, met gelukkig mijn man aan mijn bed, had ik nog niet kunnen voorzien hoe lang het revalidatietraject was dat mij te wachten stond. Het slangetje was eruit, maar de dubbele narcose had een enorme impact op mij gehad. Ik was zo verzwakt dat ik maandenlang tot minimale inspanningen in staat was. Het was een ontzettend zware periode, met twee kinderen die gevoed en verzorgd moesten worden en een man die veel van huis was voor zijn werk. Van nazorg vanuit het ziekenhuis was geen sprake: het gat was immers toch gedicht? Niemand heeft ooit nog met een woord gesproken over wat er die dag met mij gebeurd is – het woord ‘revalidatie’ bestond voor mij niet eens. Op eigen houtje ben ik langzaamaan weer opgekrabbeld en kreeg ik mijn kracht terug. Door mijn verhaal te doen hoop ik dat Nederlanders zich realiseren hoe goed we het tegenwoordig hebben. Er is begrip, uitleg, begeleiding en nazorg: zaken waar ik in de jaren ’70 zoveel behoefte aan had, maar nooit kreeg. Gelukkig ben ik tot op de dag van vandaag gezond en functioneert mijn hart geheel naar behoren. Daar ben ik dankbaar voor.’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Kwaliteit voeding en beweging zeer belangrijk.

Gepassioneerd, chaotisch en creatief: zo zou Jacqui van Kemenade (53) zichzelf omschrijven. Al bijna 20 jaar is de Bredase huisarts, die getrouwd is en drie kinderen heeft, bezig met voeding en leefstijl en sinds twee jaar is ze ook gespecialiseerd in diabetes. Onlangs bracht ze haar eerste boek uit: Leefstijl op recept.

Al zo lang als ze zich kan herinneren, heeft ze een passie gehad voor leefstijl. Haar allereerste baan als arts was in Australië. Daar werd ze geconfronteerd met een explosie aan diabetes en obesitas. ‘In Australië was dat zichtbaarder dan in Nederland. Ik begon dan ook te letten op hoe mensen daar aten, en mijn passie voor leefstijl groeide alleen maar meer.’ Ze keerde na een aantal jaar terug naar Nederland en nam daar in 2006 een huisartsenpraktijk over. Ze herinnert zich dat ze in de praktijk mensen zag afvallen, maar vaak ook weer snel zag aankomen. ‘Als huisarts heb je meestal niet zoveel kaas gegeten van leefstijl en voeding. Je denkt vooral dat patiënten hun best moeten doen, harder moeten werken om af te vallen. Toch leerde ik mensen kennen waarvan ik dacht: dit kan toch niet alleen een gebrek zijn aan doorzettingsvermogen?’

Totaalplaatje

Jacqui keek meer en meer naar de leefstijl van haar patiënten. Drie jaar terug besloot ze zelfs te stoppen met de praktijk en zich volledig te gaan richten op haar eigen leefstijlpraktijk. Nog steeds is ze regulier arts, maar dan met nog meer aandacht voor leefstijl. ‘Ik vind dat ik pas een goede dokter ben als ik ook kijk naar dingen waar de patiënt in eerste instantie niet voor kwam. Het totaalplaatje dus. Waarom pas iets aanpakken als het al is geëscaleerd? Mijn patiënten stelden me veel vragen, en met dat als inspiratie ben ik zo’n vier jaar geleden stilletjes aan mijn boek gaan schrijven. Telkens een hoofdstukje meer, en langzaamaan werd het een heel boekwerk.’

Resultaat

Niet alleen haar patiënten, maar ook haar zoon, liet haar inzien dat gezondheid heel waardevol is. ‘Mijn zoon heeft drie jaar geleden een ongeluk gehad en een jaar moeten revalideren. Dan word je echt even geconfronteerd met de waarde van gezondheid; als dokter en als moeder. Ik denk dat die gebeurtenis iets heeft gedaan met hoe ik als dokter naar mijn patiënten kijk. Bij mijn zoon heb ik heel erg de kracht van een gezonde leefstijl gezien, net als bij mijn patiënten met diabetes type twee en de stichting waarbij ik betrokken ben: Je Leefstijl als Medicijn. Toen ik patiënten op de reguliere manier en met medicijnen behandelde, zag ik niet altijd resultaat. Door te kijken naar leefstijl, zie ik dat vaak wél.’

Kwaliteit van voeding en beweging

Die resultaten inspireren Jacqui enorm. ‘Op een gegeven moment zie je dat er een kwartje valt bij patiënten. Door het opstellen van een concreet plan weten ze meer grip te krijgen op hun gezondheid. Zo kijk ik naar medicatie en of we dat kunnen afbouwen. Ook andere factoren zijn belangrijk. Hoe ga je bijvoorbeeld om met stress en slaap? Stress zorgt voor hoge suikers en ook weinig slaap is een destabiliserende factor. Door al die dingen aan mijn patiënten te vragen, kom ik tot de wortel van de aandoening en geef ik ze inzichten in welke factoren invloed hebben. Niet het moeten afvallen, maar kijken naar de kwaliteit van voeding en beweging. Dat zorgt voor ongelofelijke resultaten, wat mij dan weer ontzettend motiveert. Blije gezichten: dat is voor mij een hele belangrijke factor.’

Voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

 Leefstijl als medicijn

Tot vier jaar terug kampte Wim Tilburgs (59) met een zware vorm van PTSS, diabetes en een burn-out. Zijn medicijnen hielpen niet en Wim werd ondertussen steeds zieker. Tot hij dit, na het aanpassen van zijn voeding en leefstijl, wist om te keren. Zijn klachten zijn verdwenen, en inmiddels heeft hij met zijn Stichting Je Leefstijl als Medicijn al honderden diabetespatiënten geholpen.

Het is dat Wim zich zélf is gaan verdiepen in voeding en leefstijl, maar anders was de oplossing voor zijn klachten waarschijnlijk nog ver te zoeken. Hij kreeg steeds meer medicijnen en zijn gewicht nam alleen maar toe. Min of meer tegen het advies van zijn dokter in, gooide hij het roer om. ‘Ik ben in 2015 begonnen met koolhydraatarm eten en de koolhydraten gaan vervangen door vetten. In vijf maanden tijd viel ik veertig kilo af. Ik was toen een van de eersten die kon genezen van diabetes. Ook van mijn PTSS en burn-out ben ik af. Ik voelde op dat moment vooral boosheid, want ik dacht: waarom is mij dit niet verteld? Waarom heb ik dit zelf moeten uitvinden?’

Coaching groep

Wim begon zich meer en meer in het onderwerp leefstijl te verdiepen. Hij greep studies aan en richtte een Facebookgroep op, die al snel uitgroeide tot een groot platform. Hij maakte kennis met verschillende medestanders, waaronder hoogleraar diabetologie Hanno Pijl. Met hem startte Wim lezingen. Later begon hij zijn Stichting Je Leefstijl als Medicijn. Samen met Jacqui van Kemenade, huisarts en auteur van het boek ‘Leefstijl op Recept’, zet hij zich vrijwillig in voor een gezondere en gelukkigere wereld. ‘Met Jacqui ben ik twee jaar geleden een coaching groep begonnen voor mensen met diabetes. Inmiddels begeleiden we er ruim vijftienhonderd. Elke week geven deze mensen onder andere de stand van hun buikomvang en nuchtere suiker door. Dat houden we al twee jaar bij. Gemiddeld verliezen ze acht tot negen kilo per jaar en er zijn er inmiddels al honderden van hun diabetes af.’

Leefstijl gerelateerde aandoening

Uit enquêtes binnen zijn groep blijkt dat 80% van deze diabetespatiënten ook hartpatiënt is. Zijn stichting en Hartpatiënten Nederland zetten de komende tijd dan ook samen in op leefstijl. ‘We zijn er inmiddels achter dat zestig procent van de bezoeken aan een arts te maken heeft met leefstijl. Hierbij hebben we het in Nederland over ongeveer acht miljoen mensen. Diabetes is een leefstijl

gerelateerde aandoening en is echt om te keren door het aanpassen van je leefstijl. Heel veel producten die wij eten staan stijf van de suiker. Naast chronische stress en medicijnen hebben geraffineerde suikers veel invloed op  diabetes. Échte voeding komt van de boer, een akker, heeft recentelijk nog geleefd. Dat komt niet uit de fabriek, zeggen wij altijd. De zwaar bewerkte voeding vol snelle koolhydraten en industriële vetten heeft ons behoorlijk ziek gemaakt.’

Alzheimer diabetes type 3

Ook veel psychische aandoeningen houden volgens Wim verband met leefstijl. ‘Ik eet geen brood, rijst en pasta meer en ben genezen van mijn diabetes. Toch moet ik mijn leefstijl wel blijven volhouden, want anders komen mijn diabetes en PTSS hoogstwaarschijnlijk gewoon weer terug. Het is inmiddels bewezen dat als je suikers hoog zijn, je het grootste risico op een hartaanval hebt. Daarnaast wordt Alzheimer bijvoorbeeld al diabetes type drie genoemd. Leefstijl kan hierin ontzettend veel betekenen, net als voor verschillende vormen van kanker. Borstkanker en longkanker zijn sowieso erg leefstijl gerelateerd. Maag-darmkanker, leverkanker en alvleesklierkanker zijn door de jaren heen ontzettend toegenomen. Dat heeft een reden.’

Ziek zijn is topsport

Wims drijfveer is laten zien dat wat hem is overkomen, ook andere mensen kan helpen. ‘We hebben in Nederland meer dan een miljoen diabeten en elke week komen er duizend bij. Door mijn ervaring besefte ik dat ik de oplossing in handen had. In het begin was ik één geval en nog redelijk ongeloofwaardig, maar inmiddels ben ik een van de velen. Ik wil dat Nederland het eerste land ter wereld wordt waar het aantal mensen met diabetes daalt. Ziek zijn is een topsport, zeg ik altijd. Je hebt een zware tegenstander en die moet je zien te verslaan. Het gaat om mindset. Het is niet: ik mág niet meer, maar ik wíl niet meer.’

Baas over eigen gezondheid

Wim beseft dat het nog vele jaren gaat duren, maar hij gelooft dat er uiteindelijk een omslag zal komen. ‘Als je zes jaar geleden tegen me had gezegd dat het aanpassen van mijn voeding en leefstijl de oplossing was voor mijn klachten, had ik je waarschijnlijk voor gek verklaard en gezegd dat je mij gewoon mijn leven moest laten leiden. Maar als ik nu zie hoe gelukkig ik ben en hoe fit en jong ik me voel, dan denk ik: dit had nooit zo ver moeten komen. Ik kon niet meer lopen, maar doe nu zeker drie keer in de week crossfit. We moeten met z’n allen om: dat is mijn missie. We moeten stoppen met de ziekenzorg en over naar gezondheidszorg. Onze leefstijl veranderen, en ook de manier waarop we onze maatschappij hebben ingericht. Met onder andere voorlichting willen we die bewustwording als stichting creëren; anderen inspireren om weer baas te worden over hun eigen gezondheid. Met die missie sta ik elke morgen vol goede moed en plezier op.’

Voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier