Koffie en het hart

Koffie; het immens populaire drankje sinds jaar en dag. En koffie is upcoming onder de jongere generaties, want koffie is allang niet meer alleen maar zwart, het is veel meer. Het ontspant, verbindt en laadt op. Hoogste tijd om koffie in het zonnetje te zetten en de uitwerking op het hart toe te lichten. Dus ben jij achttien jaar of ouder? Zet een kopje en geniet van jouw Young & Yearning-moment!

Gedurende de geschiedenis hebben meerdere heersers in verschillende landen, van Constantinopel tot Marokko en Zweden, koffie verboden om uiteenlopende redenen. Maar uiteindelijk kwamen zij allen tot dezelfde conclusie: het is geen narcotica en heeft ook geen negatieve, economische effecten (true story; in 1677 bande de Duitse Frederik de Grote koffie uit Duitsland, omdat hij bang was voor de economische gevolgen vanwege Duits geld welke buiten de landsgrenzen werd uitgegeven aan koffie). Tegenwoordig wordt koffie zowaar gebruikt als schoonheidsproduct en huishoudmiddel (grootmoeders huishoudtips in overvloed!) en blijkt het zelfs mogelijke gezondheidsvoordelen te hebben; verantwoordelijke koffieconsumptie blijkt van positieve invloed op hart- en vaatziekten. So what about coffee?

Koffie, gezondheid én het hart

Jouw gezondheid en hart gaan voor, dus wat is het algemeen geldende advies vanuit het Voedingscentrum? Volgens hen is een verband tussen twee tot vier koppen per dag en circa 10% lager risico op hartziekten. Eveneens zorgt het zelfde aantal koppen koffie per dag voor ongeveer 10% lager risico op een beroerte. Én zij refereren naar bewijs waarin vijf koppen koffie per dag (in vergelijking met geen koffie), in verband worden gebracht met een 30% lager risico op diabetes type 2 (cafeïne of decaf; het verband is vergelijkbaar).

Maar het Voedingscentrum wijst ook op de wijze waarop koffie wordt gezet, want de bereiding is namelijk relevant. Dus hoe beter gefilterd, des te minder van de zogeheten stoffen ‘Cafestol’ en ‘Kahweol’ welke voor een verhoging van het LDL-cholesterol zorgen. Te veel LDL-cholesterol blijft aan de binnenkant van de bloedvaten plakken en vergroot de kans op een hartaanval of beroerte.

Het Voedingscentrum advies luidt dan ook: ‘Koffie zonder suiker past in een gezond eetpatroon met de Schijf van Vijf. Alleen kookkoffie en koffie met een cafetière staan niet in de Schijf van Vijf, omdat er veel cafestol inzit. En vanwege het cafestol geldt het advies om maximaal drie kopjes espresso of koffie van cups te drinken. Ook gelden er beperkingen vanwege cafeïne in koffie. Gezonde volwassenen kunnen ongeveer vier kopjes koffie per dag drinken zonder dat er negatieve effecten te verwachten zijn. Voor zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en kinderen, maar ook jongeren gelden andere adviezen.’

Note: Er is veel (tegenstrijdig) onderzoek naar koffie en de uitwerking op de algemene gezondheid en hart- en bloedvaten. Algemene adviezen zijn niet op iedereen toepasbaar, dus overleg altijd (bij twijfel) met jouw behandelaar over hetgeen op jou van toepassing is.

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…

Koffie is hét in schoonheidsland en wordt groots ingezet, want van koffie gaan wij stralen! Een gezichtsmasker van koffie zorgt voor een versnelde bloeddoorstroming en dat zorgt voor een natuurlijke glow. Daarnaast stimuleert de cafeïne uit koffieprut de bloedcirculatie en laat wallen verdwijnen, dus smeren maar! Brunette? Kleur jouw haar met koffie door het onder te dompelen in sterke koffie en laat het -onder bijvoorbeeld een douchemuts- een paar uur inwerken. Het resultaat? Een diepere en intensere kleur.

Koffiedik in en rondom het huis

Van plantenbemesting, tot gootsteenontstopper en kledingverf; koffie is the key! Hoe? Simpel…

  • Koffiedik is rijk aan fosfor, kalium en koper, maar ook magnesium en daardoor ideaal als compost voor planten. Maar koffiedik en sinaasappelschillen werken ook tegen honden en katten die hun behoefte in jouw tuin doen. Een kwestie van de tuin besprenkelen. En heb jij hortensia’s en ben jij gek op de blauwe kleur? Voeg koffiedik aan de aarde toe waardoor de pH-waarde verandert en daarmee de kleur. Daarnaast helpt koffiedik tegen ongewenste insecten binnenshuis; besprenkel plekken waar mieren zich verzamelen en slakken, vlooien en wormen. En door ongemalen koffie aan te steken blijven wespen weg, zij zijn namelijk geen liefhebbers van koffiegeur.
  • De gootsteen ontstoppen (en het toilet) doen wij eveneens met koffiedik. Laat het intrekken en vervolgens naspoelen met kokend water. Plaats ook een bakje met koffiedik in de koelkast; geuren worden geabsorbeerd en een neutrale geur blijft over. En doe ondertussen vette pannen af met koffiedik en een sponsje.
  • Toch bezig? Maak de openhaard schoon zonder opstuivend as. Strooi vochtig koffiedik over de afgekoelde kolen en laat het een kwartier intrekken en schep de as vervolgens weg. Bewaar een restante koffiedik voor krassen in houten meubels. Koffiedik, water en een wattenstaafje maken de kras minder zichtbaar. En wil jij echt alles uit koffiedik halen? Verzamel koffiedik en meng met heet water in een emmer. Na tien minuten is het water donker en klaar voor gebruik om als verf te dienen! Vergeet voor het verven niet het koffiedik eruit te halen!

Bronnen: Fortune Coffee-koffieboekje & Voedingscentrum

[ Koffiegezichtsmasker à la minute: mix koffiedik met water en (kokos)olie et voilà! ]

[ Naar het schijnt is de beste tijd voor een kop koffie tussen 10.00 en 12.00 of 14.00 en 17.00, omdat het hormoon cortisol dan laag is. ]

Beautiful Young Woman Surfing the Internet Online on Laptop, Drinking Coffee, Sitting on the Sofa in Living Room

 

voor meer artikelen over o.a het hart klik hier

Fysiotherapie en hartproblemen

Ben jij weleens naar een fysiotherapeut geweest vanwege een doorverwijzing of uit jezelf? En weet jij hoe een fysiotherapeut kan helpen? HartbrugMagazine ging in gesprek met de 37-jarige Jasmin Pekarić, fysiotherapeut, manueel therapeut én docent Fysiotherapie, over zijn vak, de werkvloer en hetgeen een fysiotherapeut kan betekenen voor hart- en vaatpatiënten.

Wanneer Jasmin zijn opleiding Fysiotherapie aan de Hogeschool Utrecht succesvol volbrengt, besluit hij de studie Pedagogische Wetenschappen te volgen. Een bewuste keuze, want hij wil ook graag het onderwijs in: ‘In eerste instantie wilde ik een master Kinderfysiotherapie doen vanwege mijn interesse voor kinderrevalidatie, maar ik wilde ook graag het onderwijs in. En in het onderwijs is het niet alleen belangrijk om studenten iets te leren over een beroep, want docent zijn is veel meer dan kennisoverdracht; het is eveneens het begrijpen van groepsdynamiek, net zoals de ontwikkeling van studenten, maar ook werken met verschillende leerstijlen. Immers, het continu toepassen van leerstrategieën om het leerproces te optimaliseren is part of the daily job. Tijdens mijn studie Pedagogische Wetenschappen heb ik de kans gekregen om mijzelf te verdiepen in de ontwikkeling en psychologie van kinderen en jongvolwassenen. Daarnaast heb ik ook veel kennis opgedaan over leerstrategieën waardoor ik ook over de nodige vaardigheden bezit om mijzelf optimaal als docent te presenteren en te blijven ontwikkelen.’

Hart- en vaatpatiënten

Maar Jasmin zit niet stil, want naast deze twee opleidingen, volgt hij eveneens een specialisatie tot manueel therapeut en gaat hij aan de slag als zogeheten ’Hoofd kennisdomein Respiratoire en Cardiovasculaire – Aandoeningen (RCA)’, oftewel aandoeningen aan de longen, de vaten en het hart: ‘Fysiotherapie kent vele specialisaties. Een van die specialisaties is het behandelen en begeleiden van mensen met een hart- en vaatziekte en/of longziekte. Deze aandoeningen komen veelal voor in combinatie met elkaar en zijn doorgaans chronisch van aard. Onder andere vanwege de vergrijzing en  inadequate leefstijlgewoontes van burgers, nemen deze ziekten toe, helaas. Gedurende de jaren volgde ik diverse cursussen, nam deel aan verscheidene specialistische netwerken en ging ik steeds meer hart- en vaatpatiënten begeleiden. Toen een omslag volgde binnen de opleiding Fysiotherapie en docenten rondom een specialisatie werden georganiseerd, ben ik als hoofd van die afdeling gekozen, zowel vanwege mijn kennis en ervaring, alsook wegens de betrokkenheid in het werkveld. Ik werk samen met een team van ongeveer vijftien docenten en wij ontwikkelen het onderwijsprogramma én onderwijzen de studenten.’

En juist het onderwijzen en de studenten spreken de duizendpoot op de werkvloer aan: ‘Heel veel spreekt mij op dagelijkse basis aan, maar het onderwijzen van studenten en hun ontwikkeling volgen -van jonge student tot volwaardige professional-, is met name bijzonder.’ Maar ook het praktijkwerk: ‘Tot afgelopen juli heb ik vijftien jaar praktijkwerk gedaan en al deze jaren heb ik eerdergenoemde patiëntengroep behandeld. Het voornaamste verschil met ‘reguliere’ patiënten, is dat hart- en vaatpatiënten, maar ook longpatiënten, veelvuldig een chronische aandoening hebben. De uitdaging bij deze patiënten is om hen ondanks de chronische ziekte zo te begeleiden en behandelen dat participatie in de maatschappij voor zover mogelijk genormaliseerd wordt. Bovendien zien fysiotherapeuten deze patiënten over het algemeen voor een langere periode en hierdoor ontstaat eveneens een open en vertrouwde relatie; heel waardevol.’

Daarnaast geeft de ondernemende Jasmin aan dat een fysiotherapeut over het algemeen veel meer voor hart- en vaatpatiënten kan betekenen dan dat er gebruik van wordt gemaakt: ‘Een fysiotherapeut is in staat om iedere patiënt vanuit diverse invalshoeken te ondersteunen. Door het nastreven van een gezonde leefstijl, waaronder voldoende (en op juiste wijze!) bewegen, is het mogelijk om complicaties en mogelijke terugvallen te voorkomen. Een patiënt met bijvoorbeeld suikerziekte heeft hierdoor naast bovenstaande eveneens een verminderde kans op andere aandoeningen. Én door het nastreven van een gezonde leefstijl in combinatie met verantwoord bewegen, is het zelfs mogelijk om de medicatie positief te beïnvloeden. Dat geldt ook voor andere patiënten waaronder hart- en vaatpatiënten.’

Gespecialiseerde fysiotherapie

Tot slot is zelfinitiatief volgens Jasmin enorm belangrijk, want indien jij ondanks de benodigde medicatie alsnog belemmeringen in het dagelijkse functioneren ervaart, is het tijd om aan de bel te trekken: ‘Overweeg een bezoek aan een (gespecialiseerde) fysiotherapeut. Wellicht is het momenteel een investering, zowel qua tijd als geld, maar op lange(re) termijn scheelt het juist mogelijk veel tijd en geld, maar bovenal: de levenskwaliteit kan aanzienlijk verbeteren. En soms is alleen al een gesprek of een professioneel advies voldoende. Uiteraard zeg ik eerder gezegde niet om fysiotherapeuten de hemel in te prijzen, maar omdat ik zowel vanuit de wetenschap en praktijk inmiddels voldoende kennis en ervaring heb opgedaan om te weten dat een (gespecialiseerde) fysiotherapeut ontzettend veel kan betekenen!’

voor meer artikelen over o.a … klik hier

Testen op erfelijke hartspierziekte

Veel familieleden van mensen met een erfelijke hartspierziekte laten zich niet testen. Ten onrechte, zegt hoogleraar cardiogenetica Peter van Tintelen van het UMC Utrecht. Het kan het verschil maken tussen leven en dood.

‘We hebben onderzocht hoe vaak broers, zussen, ouders of kinderen van iemand met een erfelijke hartspierziekte zich laten controleren of zij een risico lopen. Dat is best weinig: slechts 40 procent van deze eerstegraads familieleden van patiënten met een hartspierziekte laat DNA-onderzoek naar de mutatie in de familie doen. Zestig procent dus niet’, zegt Van Tintelen. ‘Door mensen met dit foutje in het DNA eens in de paar jaar cardiologisch te controleren, advies te geven en zo nodig te behandelen is bijvoorbeeld een plotselinge hartdood vaak te voorkomen.’

Leefstijl

Bij een hoog risico kun je dat met een ICD-implantatie voorkomen, weet de hoogleraar. Daarnaast zou je de leefstijl kunnen aanpakken. ‘Want als je een bepaalde fout in je DNA hebt, zijn de bekende risicofactoren voor hart- en vaatziekten nog belangrijker. Niet roken, zorgen voor een goede bloeddruk, bewegen en geen overgewicht verkleinen de kans op ernstige gevolgen aanzienlijk.’

Koud watervrees

Maar waarom melden zich zo dan weinig mensen voor een controle? Koudwatervrees? ‘Het kost geld, bijvoorbeeld de eigen bijdrage’, legt Van Tintelen uit. ‘Sommigen vrezen problemen met de levens- of arbeidsongeschiktheidsverzekering. Dat valt overigens best wel mee, blijkt uit onderzoek. Weer anderen steken gewoon de kop in het zand. Wat niet weet, wat niet deert. Jonge mensen denken: het zal zo’n vaart niet lopen, ik ben met andere dingen bezig. Ze komen er niet toe. Maar ook om religieuze redenen willen mensen zich niet laten onderzoeken.’

Eigen keuze

‘We kunnen mensen niet verplichten’, gaat Van Tintelen verder. ‘Je moet zelf kiezen voor een erfelijkheidsonderzoek. Wij willen dat mensen die keuze kunnen maken op basis van goede informatie, bijvoorbeeld door een gesprek met een klinisch geneticus die verstand van zaken heeft.’

Hartspierziekten kunnen ertoe leiden dat de hartspier verdikt of te wijd is, of delen vervangen worden door vet- of bindweefsel. Hartspierziekten zijn dus anders dan ‘gewone’ hartziekten zoals aderverkalking, ritmestoornissen of klepafwijkingen.

Erfelijk

Het is niet zo dat hartspierziekten altijd erfelijk zijn. Als het wel om een erfelijke vorm gaat, is het risico voor de eerstegraads familieleden maar liefst 50 procent. De manier waarop de ziekte zich uit, verschilt van persoon tot persoon. ‘Iemand van 20 kan plots dood neervallen op het voetbalveld, terwijl zijn oma van 80 met deze ziekte er geen last van heeft’, weet Van Tintelen. ‘Als je de aanleg hebt betekent dat niet automatisch dat je hetzelfde lot tegemoet gaat. Ook binnen de familie kan dat variëren.’

Brief

‘Wij geven onze patiënten een brief mee voor de familie. Van hen meldt zich dus uiteindelijk 40 procent. Uit eigen onderzoek blijkt dat de brief in 90 procent van de gevallen aankomt bij de familieleden. Van hen besluit 60 procent om níét te komen.’ Als iemand een erfelijke hartziekte heeft, dan weten familieleden meestal dus wel dat er een erfelijke hartziekte in de familie speelt.

Polikliniek

Elk academisch ziekenhuis heeft een polikliniek voor erfelijke hartziekten. Ook veel regionale ziekenhuizen hebben die. ‘We zien in de academische ziekenhuizen in Nederland tussen de 6000 en 8000 patiënten per jaar die een mogelijk erfelijke hartziekte hebben of waar het in de familie voorkomt. Een derde van deze patiënten worden naar schatting onderzocht in regionale ziekenhuizen. Je ziet ook steeds vaker dat patiënten via de computer op een digitaal spreekuur komen, op afstand dus.’

Milieufactoren

Intussen doet Van Tintelen in het UMC Utrecht ook onderzoek naar factoren die maken dat de ernst van een hartspierziekte kan variëren. Mogelijk spelen factoren van buitenaf, zoals milieufactoren, een rol. ‘We willen beter in kaart brengen welke factoren bijdragen waarom iemand ziek wordt of niet’, legt de hoogleraar uit. ‘Bijvoorbeeld veel sporten is ongunstig als je een bepaald type hartspierziekte hebt, net als ‘gewone’ risico’s zoals roken en ongezond eten of drinken. Bij het zoeken van een antwoord op de vraag wat iemand ziek maakt kijken we ook naar waar iemand gewoond heeft, of daar veel milieuvervuiling is of geluidsoverlast. Zo kunnen we wellicht nagaan wat de belasting van buitenaf is geweest.’

Risico

‘Als we weten welke factoren bijdragen aan de ernst van de hartziekte, dan kunnen we daarop anticiperen. Je kunt dan berekenen hoe groot het risico is op ernstige gevolgen. Nu komt iedereen met deze fout in het DNA eens in de paar jaar op controle. Voor mensen met een relatief laag risico is wellicht eens in de vijf tot tien jaar voldoende. Terwijl je anderen ieder jaar zou willen zien, om zo nodig tijdig een behandeling te starten.’

U ook?

‘Als iemand die dit verhaal leest denkt (of vreest) een erfelijke hartspierziekte te hebben kan hij of zij dat bespreken met de eigen cardioloog of huisarts. Die kan vervolgens doorverwijzen. Ook cardiologen realiseren zich niet altijd dat een hartspierziekte erfelijk kan zijn, weet Van Tintelen. Mocht de cardioloog het even niet weten, dan kan hij bellen of op internet zoeken via www.erfelijkehartziekten.nl – op die site is een speciale verwijstool te vinden.

Peter van Tintelen van het UMC Utrecht

voor meer artikelen over o.a aandoeningen klik hier

Betere bloeddruk

Van een hoge bloeddruk merk je zelf meestal niet zoveel. Maar het is wel een belangrijke risicofactor is voor het krijgen van hart- en vaatziekten. Daarom is het een mooi streven de bloeddruk zo goed mogelijk te houden. Hoe hoog je bloeddruk is hangt samen met een heleboel factoren. Aan sommige daarvan kun je zelf iets doen. Ga aan de slag met deze factoren: misschien wel met allemaal.

Wat is bloeddruk?

Gemiddeld heeft 31% van de Nederlanders van 30 tot en met 70 jaar hypertensie (hoge bloeddruk). Die bloeddruk heeft alles te maken met het hart. Als het hart samentrekt en weer ontspant pompt het bloed door de bloedvaten. De druk die hierdoor in de bloedvaten ontstaat noemen we de bloeddruk. De bloeddruk bestaat uit de bovendruk en de onderdruk. De bovendruk (systolische druk) is de druk op het moment dat het hart samentrekt. De onderdruk (diastolische druk) is de druk in de bloedvaten tussen 2 slagen in, dus als het hart zich ontspant. Als de bovendruk hoger is dan 140 of de onderdruk hoger dan 90, spreken we van hypertensie. De bloeddruk is dan verhoogd.

Bloeddruk in mm kwik (mmHg) Normaal Licht verhoogd Hypertensie
Bovendruk Tot 120 120-140 > 140
Onderdruk Tot 80 80-90 > 90

 

Factor 1: natrium

Natrium is een mineraal dat belangrijk is voor het regelen van de bloeddruk. Maar je hebt er niet veel van nodig. 400 mg per dag is het advies. Dat komt overeen met 1 gram zout, aangezien natrium een bestanddeel is van zout. Een hoeveelheid tot 6 gram zout is volgens de Gezondheidsraad nog gezond. Nederlanders gebruiken gemiddeld wel 9 gram per dag. Als je hypertensie hebt, kan je bloeddruk met 5 mmHg dalen als je dagelijks 5 gram zout minder gebruikt dan je gewend bent. Dit kun je vooral bereiken door geen kant-en-klaarmaaltijden en zakjes en pakjes te gebruiken, maar zelf te koken. Zonder veel zout toe te voegen. Ook in pizza, kaas, vleeswaren, snacks, zoetzure producten als augurk en zilveruitjes zit veel zout. Let ook op met smaakmakers als ketjap, sojasaus, bouillonblokjes: die staan bol van het zout. Maak je maaltijden liever op smaak met verse kruiden en specerijen. Of fruit een uitje of wat knoflook mee.

Factor 2: kalium

Voor de bloeddruk is het mineraal kalium haast net zo belangrijk als natrium. Deze 2 mineralen werken samen om de bloeddruk op peil te houden. Maar kalium is een mineraal dat de bloeddruk juist verlaagt. Het zit vooral in groente, fruit (zoals banaan), aardappelen, noten en peulvruchten. Neem hier dus ruime porties van. Ook in koffie zit kalium. Als je groenten of aardappelen kookt in ruim water, gaat er kalium verloren. Gebruik dus zo min mogelijk water bij het koken en kook zo kort mogelijk, roerbak ze of eet groenten rauw.

Factor 3: glycyrrhizine

Drop en zoethoutthee bevatten glycyrrhizine, een stof waarvan je vocht kunt vasthouden en waardoor de bloeddruk stijgt. Normaal gesproken kunnen volwassenen ongeveer 20 dropjes of 3-4 kopjes zoethoutthee per dag nemen (of een combi daarvan). Als je (aanleg) hebt voor een hoge bloeddruk behoor je tot een risicogroep en adviseert het Voedingscentrum om het gebruik verder te beperken. Een exacte hoeveelheid wordt niet gegeven.

Factor 4: roken

Nicotine vernauwt de bloedvaten en zorgt voor een hogere bloed druk. Van 1 sigaret is de bovendruk gedurende een uur al met 10 mmHg verhoogd. Stoppen? Informatie, tips en hulp kun je vinden op ikstopnu.nl. Of vraag advies aan je arts.

Goed om te weten: medicijnen tegen hypertensie werken minder goed als je rookt.

Factor 5: alcohol

Waarschijnlijk is alcohol de boosdoener bij 1 op de 10 mannen met hoge bloeddruk. Hoe meer je drinkt, hoe groter het risico. Alcohol verhoogt de bloeddruk vanaf 2 glazen per dag. Het is het beste om geen alcohol te drinken. Wil je toch iets drinken? Beperk het dan tot 1 glas per dag.

Factor 6: gewicht

Overgewicht vormt een flinke belasting voor je lichaam: het hart moet het bloed harder rondpompen, wat nadelig is voor je bloeddruk. Bij overgewicht geeft iedere kilo minder al winst voor de bloeddruk. De systolische en diastolische bloeddruk dalen met gemiddeld 1,6 en 1,3 mmHg bij iedere kilo die je verliest. Tel uit je winst als het je lukt om 5 tot 10 kilo kwijt te raken.

Factor 7: bewegen

Door meer te gaan bewegen kan je bloed druk ook iets dalen. Daarnaast heeft beweging een gunstige invloed op je lichaamsgewicht en helpt het ontspannen. Zo sla je meer vliegen in één klap. De beweegrichtlijn voor volwassenen:

Bewegen is goed, meer bewegen is beter.

Doe minstens 150 minuten per week aan matig intensieve inspanning, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.

Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.

En: voorkom veel stilzitten.

De DASH-studie (zie factor 10) laat zien dat beweging kan zorgen voor 4-9 mmHg daling van de bloeddruk.

Factor 8: stress

Heb je veel last van stress? De nieren maken dan extra stresshormonen aan: adrenaline en cortisol. Deze verhoogde hormoonspiegels hebben invloed op de werking van je organen en op je bloeddruk. Als het je lukt stress te minderen, kan je bloeddruk dalen. Zoek de oorzaak van de stress en pak deze aan, bijvoorbeeld met hulp van mensen uit je directe omgeving of een coach. Zorg ook voor voldoende ontspanning. Een wandeling, een warme douche, rustige muziek en een goed boek kunnen helpen.

Factor 9: thee en koffie

Cafeïne kan acuut even de bloeddruk verhogen. Nu een kop koffie, geeft dus snel daarna een korte verhoging van de bloeddruk. Maar op de lange termijn verhoogt cafeïne de bloeddruk niet. Als je tot 4 kopjes koffie (400 mg caffeïne) per dag neemt, of minder, verhoogt dat de bloeddruk op lange termijn niet. Mogelijk heeft het zelfs een positief effect op de gezondheid van hart en bloedvaten.

In tegenstelling tot zoethoutthee zijn zwarte en groene thee juist goed voor je bloeddruk. De Gezondheidsraad adviseert er daarom dagelijks 3-5 koppen van.

Factor 10: een voedingscombi

Amerikaanse voedingswetenschappers hebben het DASH-dieet ontwikkeld. DASH staat voor ‘Dietary Approaches to Stop Hypertension’, dus aanpassingen in de voeding om de bloeddruk te verlagen. Het dieet bestaat uit veel fruit (4-5 porties per dag), groenten (meer dan 300 gram per dag), volkorengraanproducten en magere zuivel (2-3 porties per dag) en een beperking van rood vlees, zout en gezoete voedingsmiddelen en dranken. Op www.dash.org lees je er meer over. Verschillende onderzoeken hebben al laten zien dat het DASH-dieet werkt. Gemiddeld daalt de bovendruk met 11 mgHG en de onderdruk met 7 mmHg door het DASH-dieet.

voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

Effectief reanimeren

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Thea Voordouw, die verpleegkundig centralist is bij Ambulance Oost.

‘Het beroep van verpleegkundig centralist is relatief onbekend. Zelf stuitte ik in 2007 bij toeval op de functie, toen ik na jaren als verpleegkundige in het ziekenhuis te hebben gewerkt, op zoek ging naar iets anders. In de meldkamer mis je het fysieke contact met de mensen, maar geestelijk is het misschien nog wel zwaarder. De uitdaging in het werk van een centralist zit ‘m met name in de snelheid: als er een telefoontje binnenkomt, moet je binnen zeer korte tijd cruciale beslissingen nemen. En terwijl je iemand bijstaat aan de telefoon, moet je tegelijkertijd via je computerscherm en portofoons ook contact onderhouden met de verschillende hulpdiensten. Dat kan heel stressvol zijn.

We krijgen op de meldkamer allerlei soorten zorgvragen binnen, bijvoorbeeld van huisartsenposten, verloskundigen, GGZ-medewerkers of ziekenhuizen die ritten voor ambulances aanvragen. Telefoontjes van 112 gaan uiteraard altijd voor. Naast mijn verpleegkundige opleiding heb ik de vervolgopleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg gedaan, waarin je onder andere leert de telefonische triage te doen. Oftewel: door middel van vragen inschatten hoe ernstig een situatie is. Mensen die het alarmnummer bellen zijn er soms zelf van overtuigd dat ze een ambulance nodig hebben, maar dat is niet altijd het geval. Soms volstaat een bezoek aan de huisartsenpost ook, of kan het wachten tot de volgende dag. Klachten van pijn op de borst kunnen bijvoorbeeld ook passen bij maagproblemen of een longontsteking. Het is dus de kunst om goed door te vragen, zodat ik zelf het plaatje helder heb. Ik vraag bijvoorbeeld of iemand bij bewustzijn is, maar ook óf iemand nog ademt en hóe iemand ademt. Gaat de borstkas nog op en neer? Voor leken is dit soms lastig te beoordelen. Soms vraag ik daarom of ze de telefoon bij de mond willen houden, aan het geluid van de ademhaling kan ik namelijk al heel veel afleiden. De kleur van het gezicht is ook heel belangrijk. Als iemand grauw of blauw ziet, is  dat een alarmerend signaal.

Locatie

Om een ambulance op pad te kunnen sturen, moet je uiteraard ook weten waar iemand precies is. Mensen die buiten zijn als ze bellen, weten dat vaak niet exact. Gelukkig zijn er tegenwoordig steeds meer technische hulpmiddelen om dat te achterhalen. Smartphones kunnen bijvoorbeeld de locatie weergeven, maar alleen als de beller die functie aan heeft staan en niet iedereen weet hoe dat moet. Als centralist moet je daarom ook goede kennis hebben van de regio. Ik weet bijvoorbeeld in het buitengebied waar populaire fiets- en wandelroutes zijn en welke kenmerkende herkenningspunten er allemaal in de omgeving zijn. Daardoor heb ik vaak – ook met weinig informatie – toch wel een idee waar iemand zou kunnen zijn. En terwijl de ambulance onderweg is, kan ik die gegevens nog concreter bijstellen.

Terwijl de ambulances – in het geval van een reanimatie altijd twee – en politie rijden, ligt er een belangrijke taak voor de centralist. Ik vertel de melder dat er eventueel vreemde mensen kunnen langskomen: de burgerhulpverleners, die ook door mij gealarmeerd zijn. Als de situatie kritiek is, vraag ik of de melder zelf geschoold is om reanimaties uit te voeren. Als dat niet zo is, laten we de mond- op mondbeademing achterwege, behalve in het geval van kinderen en drenkelingen. Maar ook als iemand geen ervaring heeft, probeer ik diegene stapje voor stapje te begeleiden in wat ze wél kunnen doen: de patiënt in de juiste houding leggen bijvoorbeeld en beginnen met de hartmassage. Mensen roepen vaak dat ze dat niet kunnen, maar dan zeg ik: ‘U kunt het niet verkeerd doen!’. Melders handelen misschien niet exact naar wat ik instrueer, maar ze doen in ieder geval iets. En met de juiste aanwijzingen, geloof ik dat iedereen effectief kan reanimeren. Al moet je soms ook accepteren dat het voor iemand echt te veel gevraagd is, bijvoorbeeld bij hoogbejaarde mensen. Dan probeer ik de melder gerust te stellen en te vertellen hoe lang het nog duurt voor er iemand komt, want ik kan de ambulances volgen via een van mijn computerschermen.

Zinvol

We blijven meestal aan de lijn tot de ambulance of politie ter plaatse is. Meestal hoor ik tijdens de dienst nog wel of de persoon naar het ziekenhuis wordt vervoerd of niet.

Als iemand wél is vervoerd – dit kan al reanimerend zijn of misschien wel met hartslag en eigen ademhaling, vraag ik later vaak nog wel een terugkoppeling aan de bemanning. Zelf hoor je als centralist zelden iets terug van de familie of het slachtoffer. Dat is ook niet zo gek, want de ambulancemedewerkers zijn de gezichten die de mensen bijblijven, van mij horen ze alleen een stem. Heel af en toe krijg je een kaartje of berichtje van iemand die onze hulp heel prettig vond. Dat is eerlijk gezegd toch wel leuk om te horen.

Meldingen waarbij ik mensen aan het reanimeren moet krijgen vind ik altijd best pittig, daar moet ik echt wel even van bijkomen. Die tijd is er niet altijd, want de telefoon rinkelt meteen weer door. Maar als ik dan later van de bemanning hoor dat de omstanders goed bezig waren toen de ambulance arriveerde, geeft dat me een bevredigend gevoel. Dat maakt mijn werk zinvol.’

voor meer artikelen over o.a reanimeren klik hier

Wim en Amandus over hun reiservaringen

Met elke Hartbrugreis is de groepssamenstelling weer een verrassing; ‘nieuwelingen’, reizigers die net aan hun tweede reis beginnen of reizigers die al veelvuldig mee zijn gegaan. Evenals de reizigers zelf. Van partners tot vrienden en alleenstaanden; iedereen is welkom. Wim en Amandus, beide weduwnaar en onbekenden, troffen elkaar in het voorjaar tijdens de reis naar Zuid-Beieren in Duitsland. Omdat zij beiden perse meewilden met deze mooie vakantie, maar de eenpersoonskamers al vergeven waren, besloten zij een kamer te delen. De goedlachse heren delen hun reiservaringen.

Zuid-Beieren is een populaire vakantiebestemming in Duitsland. Het is onder Nederlanders geliefd en eveneens bij HartbrugReizen. Een terugkerende reis welke binnen de kortste keren is volgeboekt. De reis naar Zuid-Beieren in het voorjaar was eveneens geen uitzondering. Wim Coppens en Amandus van der Sluijs wilden beiden alsnog graag mee, maar er waren geen eenpersoonskamers meer. De enige optie was om een kamer te delen en zij besloten om hiermee akkoord te gaan. Spannend, vooral voor Wim, want het was eveneens zijn eerste vakantie met HartbrugReizen: ‘Sinds kort ben ik weduwnaar en ik heb het moeilijk. Ondanks het grote verlies, ben ik mij ervan bewust dat het leven doorgaat en probeer ik zoveel mogelijk te genieten. Ik wilde op vakantie, maar mijn dochter vond het geen fijne gedachte dat ik alleen ging, onder andere vanwege mijn hartaandoening. Zodoende kwam ik bij HartbrugReizen uit, georganiseerde reizen met medische begeleiding; een geruststellende gedachte.’

Reis- en kamergenoten, maar ook lotgenoten

Amandus maakte samen met zijn echtgenote diverse HartbrugReizen, iets wat hij besloot voort te zetten: ‘De eerste Hartbrugreis van mijn vrouw en mij was naar Parijs. Na haar overlijden bleef ik maar treuren, logisch, totdat ik een column van de voorzitter van Hartpatiënten Nederland, Jan van Overveld, in HartbrugMagazine las, over zijn verlies. Hij schreef over het leven weer oppakken als nabestaande en ik dacht ‘Hij heeft gelijk!’ en daarna besloot ik het reizen weer op te pakken. Uiteraard was de eerste keer ‘alleen’ op vakantie ongewoon. Het doet ietwat raar aan, vooral omdat wij samen reisden, maar tegelijkertijd ervaar je nieuwe dingen en leer je bij.”

Inmiddels is Amandus al acht keer meegegaan op reis, maar deelde recentelijk voor het eerst een kamer met Wim: ‘Uiteraard was het spannend, want ik kende Wim niet en andersom ook. Dus wie tref ik? Maar net zo goed: wie treft mijn kamergenoot en wat staat ons te wachten? We raakten in gesprek, en hij was een half jaar voor de reis weduwnaar geworden, een lotgenoot.’ Uiteindelijk viel het Amandus en Wim mee. ‘Hij snurkte niet!’, grapt Amandus over zijn kamergenoot Wim, terwijl hij vertelt over hun ontmoeting en het delen van een kamer.

Ook Wim is te spreken over zijn kamergenoot en zegt dat zij samen heel veel hebben gelachen, maar ook over de reis an sich: ‘Het is  een geweldig team, sterker nog een gouden team! En alles is tot in de puntjes geregeld. De reisleiding bestaande uit de reisleider, verpleegkundige en chauffeur, is een echte drie-eenheid en samen geven zij de reis een persoonlijk tintje.’

Gedeelde smart

Het gegeven dat Wim en Amandus het delen van een kamer als positief hebben ervaren, blijkt nogmaals uit het feit dat de twee reisgenoten in het najaar wederom beiden op reis gaan en vrijwillig een kamer delen. De reis gaat naar het Sauerland. Voor Wim wordt deze reis zoals hij het zelf zegt een uitdaging: ‘Ik heb jarenlang in diezelfde omgeving met mijn vrouw vertoefd.’ Maar gelukkig is Amandus daar. En net alsof het zo heeft moeten zijn, heeft Amandus ook gevoelige herinneringen aan het Sauerland waardoor de kamergenoten elkaar een hart onder de riem kunnen steken: ‘Het Sauerland ligt enigszins gevoelig, want mijn vrouw en ik zouden enige jaren terug deze reis samen maken. Helaas is het er niet van gekomen. Uiteindelijk besloot ik de reis alsnog te maken, ter herinnering aan haar.’

Hotels hebben steeds minder 1-persoonskamers beschikbaar en de aangeboden kamers zijn duurder. HartbrugReizen dient hierdoor toeslagen te hanteren voor 1-persoonskamers. Maar indien u een kamer wilt delen met iemand van het gelijke geslacht, hoeft u geen toeslag te betalen. Veel singles delen met plezier een kamer waardoor zij niet afhankelijk zijn van de beperkte 1-persoonskamer en doen eveneens nieuwe ervaringen en contacten op.

Ook reizen met HartbrugReizen? Kijk op www.hartbrugreizen.nl  Boek nu en ga binnenkort nog op vakantie of kies alvast uw reisbestemming uit!

voor meer artikelen over o.a reizen klik hier

Plotselinge hartoperatie

Hoe beleven naasten het als een van hun familieleden een plotselinge hartoperatie moet ondergaan? Een week tussen hoop en vrees.

‘Schrik niet,’ zegt mijn vader door de telefoon. ‘Er is iets ergs met Anneke.’ Anneke is de vrouw van mijn vader, die hij ontmoette toen ik negentien was. Mijn moeder, zijn eerste vrouw, overleed jong, toen ik tien was. Anneke is niet alleen de vrouw van mijn vader, maar ook de oma van mijn kinderen.

Ongunstig

Ik ga zitten en hoor over hoe ze plots ineenzakte op de bank. Niet meer aanspreekbaar was, alleen kon gebaren dat ze enorm veel pijn had. Hoe mijn vader de ambulance belde die er oneindig lang over leek te doen. Hoe ze op dit moment wordt geopereerd aan een gescheurde aorta. Toen de borstkas werd opengemaakt klopte haar hart al nauwelijks meer. De vooruitzichten zijn ongunstig. Weinig patiënten overleven de operatie en een groot aantal van die overlevenden overlijdt in de weken erna alsnog. Door zuurstofgebrek kunnen allerlei beschadigingen optreden, zoals aan de nieren of erger nog, aan de hersenen.

Wakker

Mijn vader is gelukkig niet alleen in het ziekenhuis. Haar dochter is er ook. Die is zwanger en alleenstaand, Anneke zou bij de bevalling zijn. Haar zoon woont in Australië. Na het gesprek tuimelen de gedachten door mijn hoofd. Het is dinsdagavond. Morgen zullen mijn kinderen er zijn, voor wie ik de zorg samen met mijn ex deel. Op woensdag komen Anneke en Paul, mijn vader, oppassen. Ik realiseer me opnieuw wat een belangrijke rol zij voor ons allemaal heeft gekregen. Mijn vader is een denker. Zij is juist is zorgzaam, praktisch en georganiseerd. Ze zou het in zo’n situatie allemaal regelen. Nu is ze zelf getroffen. Ik hoef niks af te bellen omdat ik tussen twee banen in zit. Morgen zal ik mijn kinderen zelf opvangen. Voor hen is het ook een schok dat oma zo ziek is. Mijn oudste komt laat uit school, de jongste om twaalf uur.

Midden in de nacht laat mijn vader weten dat de operatie geslaagd is. Het is een gemengd bericht. Opgelucht durf ik nog niet te zijn. Ik lig lang wakker en besluit om met mijn jongste van tien de volgende dag op bezoek te gaan. Dan kan ik mijn vader steunen en kan ze haar oma nog zien, mocht zij toch nog overlijden. Ik ga niet met allebei tegelijk, omdat dat te druk kan zijn. Donderdag zal ik met de oudste van vijftien gaan.

Kwetsbaar

Als ik de volgende dag met Mileyn aankom, schrikt die van haar oma. Die oogt wit en kwetsbaar en er zitten allemaal slangen aan haar vast. Ze komt langzaam bij uit de narcose, maar zakt ook steeds weer weg. Ze herkent ons maar kan niets zeggen omdat ze beademd wordt. Ze lijkt in niets op de doortastende aanpakker die ze meestal is. Mileyn wordt bleek rond haar neus en zegt: ‘Ik wil weg mama.’ Ik til haar op en knuffel haar. We blijven maar kort.

Moed inpraten

Ondertussen is Anneke’s zoon vanuit Australië onderweg. We maken ons allemaal zorgen. Mijn broer en ik ook om mijn vader. Zal hij nu weer een vrouw verliezen? Mijn vader zelf blijft optimistisch. ‘Anneke is een sterke vrouw,’ zegt hij steeds geruststellend, als wij alle scenario’s bespreken. Ik denk: je zit jezelf moed in te praten, want de meeste mensen komen hier niet goed uit. Maar ik zeg niets.

De volgende dag ga ik met Sandrine, mijn oudste dochter. Anneke is nu meer aanspreekbaar. Er blijkt wat schade aan de nieren, maar die kan herstellen. Ze kan zich alles herinneren tot vlak voor het moment dat ze in elkaar zakte. Dat is een goed teken. We krijgen voorzichtig hoop dat mogelijke hersenschade mee zal vallen.

Zweertje

Anneke kan na drie weken naar huis. Ze herstelt snel. Aan geen enkel orgaan is blijvende schade veroorzaakt. Als mijn vader niet naast haar had gezeten op de bank, maar bijvoorbeeld boven op zijn werkkamer was geweest, had ze het niet overleefd. Toch is ze is niet extra bang of bezorgd geworden. ‘Ik heb het niet meegemaakt,’ zegt ze. ‘Jullie wel.’

Enkele maanden later is ze als voorheen. Zorgend, organiserend en behulpzaam. Uit nader onderzoek blijkt dat haar aorta verder schoon is en ze geen extra risico loopt. Op de fatale plek heeft een zweertje gezeten, iets wat iedereen kan overkomen.

Mijn vader heeft gelijk gekregen. Anneke en mijn vader zijn inmiddels de trotse opa en oma van een derde kleinkind: een jongetje. En Anneke was erbij toen hij geboren werd.

voor meer artikelen over o.a operaties klik hier

Burgerhulpverlening reanimatie

Jaarlijks vinden er ongeveer 7000 tot 8000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis. Dat is uiteraard ingrijpend voor de slachtoffers en hun naasten, maar ook de hulpverleners die de reanimatie uitvoeren gaat het meestal niet in de koude kleren zitten. In de komende edities van HartbrugMagazine laten we deze laatste groep aan het woord. Dit keer het verhaal van Leonie Scholte, die als burgerhulpverlener aangesloten is bij HartslagNU.

‘Ieder mens reageert verschillend op een noodgeval: pas als het je overkomt, weet je of je iemand bent die vlucht, verstijft of handelt. Inmiddels weet ik van mezelf dat ik tot de laatste categorie behoor. Toen ik 12 was, zag ik buiten een oudere man lopen die heel grauw oogde. Ik vertrouwde het niet en vroeg of hij even binnen wilde komen. Toevallig was ik op dat moment net even alleen thuis. Terwijl ik in de woonkamer 112 belde, kreeg de man een hartstilstand. Meteen ben ik begonnen met reanimeren, puur op basis van wat ik in televisieseries had gezien en aanwijzingen van de meldkamer. Blijkbaar was dat voldoende, want de meneer heeft het gered.

Die ervaring heeft ertoe geleid dat ik mijn EHBO-diploma heb gehaald en me ieder jaar laat bijscholen. Aangezien ik in het onderwijs werk – ik geef momenteel les op een praktijkschool – leek me dat ook wel handig. Ik woon in de Achterhoek, waar de dekkingsgraad van ambulances laag is. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis is 25 minuten rijden, dus het is in geval van een reanimatie bijna onmogelijk om snel ter plaatse te zijn. Toen ik daarom in 2017 hoorde van het burgernetwerk, heb ik me meteen aangemeld.

Taken verdelen

Sinds die tijd ben ik acht keer opgeroepen, waarvan ik vijf keer ook daadwerkelijk heb kunnen gaan. De ene keer krijg je de melding dat je een AED moet halen, de andere keer is het een oproep voor een reanimatie. Alle beschikbare burgerhulpverleners worden gealarmeerd in een straal van 750 meter hemelsbreed. De ene keer krijg je de melding om eerst een AED op te halen, de andere keer is het een oproep om direct naar het reanimatieadres te gaan en te starten met de reanimatie. Ik hoor vaak dat mensen zich niet durven inschrijven omdat ze bang zijn dat ze dan alles alleen moeten doen, maar die kans is relatief klein. Meestal zijn er al snel meerdere mensen en kun je de taken onderling verdelen. Voor iedereen is wel wat te doen: niet alleen het reanimeren zelf, maar bijvoorbeeld ook het ontvangen van de ambulance, het opvangen van de familie of het tegenhouden van het verkeer. Iedere schakel is even belangrijk, je bent echt met z’n allen iemands leven aan het redden.

Ik heb een speciale ringtone ingesteld voor de noodmeldingen. Als die afgaat, weten mijn man en kinderen van 7, 10 en 12 precies wat ze moeten doen en kan ik meteen vertrekken. Ook op mijn werk hebben ze er begrip voor dat ik kan worden opgeroepen. En dat vind ik ook niet meer dan logisch: een mensenleven gaat toch altijd voor?

Nachtmerrie

De laatste keer dat ik een oproep kreeg, stond ik net met mijn autosleutels in de hand om naar mijn werk te gaan. Daardoor was ik al binnen een paar minuten ter plaatse. Samen met een andere vrijwilliger ben ik de trap opgerend, waar we in de slaapkamer een vrouw aantroffen die haar eigen man aan het reanimeren was, naast het bed. Daar was nauwelijks ruimte, wat de situatie extra lastig maakte. Normaal ben ik iemand die graag de leiding neemt, maar in dit geval was ik opgelucht dat er al snel een paar sterke mannen binnenkwamen, die de man konden verplaatsen en de reanimatie van me overnamen. Ik heb me toen ontfermd over zijn echtgenote, die natuurlijk ook in een nachtmerrie terechtgekomen was.

Het duurde denk ik wel een kwartier voor de ambulance er was, wat voor je gevoel een eeuwigheid is. De tijd lijkt in zo’n noodsituatie veel trager te gaan. Bij andere oproepen kon ik vaak al na een minuut of tien weer weg, hier ben ik bijna anderhalf uur bezig geweest. Dit kwam ook omdat meneer niet met de ambulance is meegegaan. Voor mij was dit de eerste keer dat ik meemaakte dat het slecht afliep, wat natuurlijk best een impact heeft. Natuurlijk ben je daar op voorbereid, maar ik zou liegen als ik zei dat het me niets doet. Toch voelt het als een schrale troost dat je je in deze situatie iets voor iemand hebt kunnen betekenen. De ambulance horen in je straat en alleen maar machteloos kunnen toekijken, is naar mijn mening nog veel erger.

Kaartje

Ik heb een paar dagen later nog een condoleancekaartje in de brievenbus gedaan, om te laten weten dat de mevrouw me altijd mocht bellen als ze daar behoefte aan heeft. Ik kan me goed voorstellen dat ze nu andere dingen aan haar hoofd heeft, maar stel dat ze over een paar jaar alsnog vragen krijgt, heeft ze in ieder geval gegevens van de mensen die er bij waren. Zelf kan ik er gelukkig ook goed over praten met mijn man en collega’s, maar in dit geval heb ik het ook gebruikt in mijn les. Na de melding ben ik namelijk alsnog naar mijn werk gegaan, waar ik mijn leerlingen heb verteld waarom ik later was. Voor mij een stukje verwerking, maar voor hen een leerzame kennismaking met het burgernetwerk. Ik hoop dat het halen van je EHBO-diploma ooit standaard wordt op scholen en dat meer mensen zich registreren als hulpverlener. Zelf zie ik het als mijn plicht: als iets heel normaals dat er bij hoort in het leven om je medemens te helpen.’

 

reanimatie

voor meer artikelen over o.a reanimaties klik hier

Ben Cramers nuchtere houding

Zanger, acteur en musicalster Ben Cramer (72) kreeg vorig jaar maart een hartaanval vlak na de vervanging van een hartklep. Een paar maanden later stond hij alweer samen met de Toppers te zingen in de Ajax ArenA. Met plezier én moeiteloos.

Wat gebeurde er precies? Je lag dus al op de operatietafel vanwege hartklachten.

Ja, in 1996 was ik al eerder aan mijn rechterhartklep geholpen. Hij werkte niet zoals het hoorde om het bloed te laten terugvloeien, maar sloeg door. Er is toen een ring voor de klep geplaatst om hem tegen te houden, de klep zelf werd ingekort. De artsen hadden al voorspeld dat ik waarschijnlijk weer eens onder het mes zou moeten. De gerepareerde hartklep werd in de loop der jaren steeds stijver. Hij ging nog maar een beetje open en dicht. Daarom werd besloten tot de nieuwe operatie. Maar de nieuwe hartklep werd te strak en te dicht bij mijn kransslagader dichtgenaaid. Mijn kransslagader kreeg urenlang veel te weinig bloed. Op de IC kreeg ik daardoor een hartaanval. De artsen plaatsten toen direct een stent, na een week nog een tweede.

Pas na een half jaar werd de schade van het hartinfarct goed duidelijk. Er is toen een ICD, een inwendige defibrillator, onder mijn sleutelbeen gemonteerd.  Het ziekenhuis leest het uit. Twee draden elektroden leiden naar het hart, eentje erin, de ander erop. Bij een hartstilstand krijg ik direct stroomstoten toegediend. Alsof er een paard tegen je borst trapt. Eigenlijk ben ik beter beveiligd dan jij.

Waar sta je nu met medicatie en revalidatie?

Ik slik zeven pillen, inclusief een bloedverdunner, een plaspil en een maagbeschermer. De pompfunctie van het hart is door dat hartinfarct achteruit gegaan. Bij een gezond hart wordt steeds 55% van het bloed van de ene in de andere hartkamer gepompt. Bij mij is dat maar 35-37% waardoor er minder zuurstof in mijn bloed komt en er eerder vermoeidheidsverschijnselen optreden. Aan revalidatie heb ik niet meegedaan. Ik houd mijn conditie met dagelijkse dingen zoals fietsen en de auto wassen op peil. Ik werk vrij intensief in de tuin. Anders dan vroeger stop ik tussendoor een kwartiertje om uit te rusten. Ik loop af en toe met de hond. Tijdens het zingen heb ik overigens geen enkele last. Ik kan moeiteloos twee uur doorgaan.

Zit hartfalen in de familie?

Helaas bleken die minder goed werkende hartkleppen erfelijk. Mijn een-na-oudste broer kreeg ruim twintig jaar terug al een nieuwe hartklep. Mijn vijf kinderen zijn allemaal onderzocht. Logisch. Twee dochters hebben hetzelfde als ik. Een ervan wacht nu op een oproep voor een klepreparatie.

Doe je nu iets anders dan voorheen? Qua levensstijl?

Er is niets veranderd. Ik eet nog hetzelfde. Rond de operatie ben ik wel 9-10 kilo afgevallen. Niet erg, want ik was iets te zwaar. Er is nu weer 5 kilo bij, ik ben zo mooi op gewicht.

Je bent ook weer aan het werk

Vorig jaar mei stond ik met de Toppers in de Ajax ArenA. Dat was mijn allereerste optreden na de operatie. Ik word nog steeds gevraagd, zo’n 4-6 keer per maand. Op mijn leeftijd sta ik natuurlijk niet meer in een discotheek. Dat is ook prima. Morgen heb ik een privéoptreden. Ik stop niet, omdat ik zingen voor publiek nog niet wil missen. Komt er een leuk nummer voorbij, dan ga ik weer de studio in.

De clichévraag: kijk je nu anders tegen het leven aan?

Ik ben 72, het is anders dan vroeger. Dat heeft niks met het hart te maken, maar mensen vallen weg. Vroeger stond je daar niet bij stil, maar het is confronterend. Je leeft daardoor wel bewuster, ik ben erg actief. Er zijn echter ook momenten dat ik denk: ik ga zitten, alles kan me nu gestolen worden. Een beetje verandering is er dus wel, maar het is moeilijk aan te geven in hoeverre dat aan de hartziekte of aan de leeftijd te wijten is.

Wat zou je tegen andere hartpatiënten willen zeggen?

In de aanloop naar de operatie weet je dat je de controle kwijt zult zijn. Ik ben een nuchter iemand. Ik maakte me geen zorgen. Er stonden zeven artsen rond de operatietafel. Een ervan zei dat ze hun uiterste best zouden gaan doen. Ik antwoordde dat ik daar het volste vertrouwen in had. En dat als ik niet meer wakker werd, ik er niets van zou merken. Zo is het, zei de arts. Je kunt jammeren dat je dan je kinderen niet meer ziet, maar dat heeft geen enkele zin. Het geeft alleen spanning en nervositeit. Laconiek zijn hoeft ook niet, maar met zo’n opstelling help je jezelf én je familie.

voor meer artikelen over o.a BNers klik hier

Voeding en leefstijl

Een ketogeen dieet of Atkins? Of toch een leefstijlprogramma van Voeding Leeft of een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI)? Er is een groot aanbod voor mensen die hun voeding en/of leefstijl willen aanpassen. Zie jij door de bomen het bos nog? Wij zetten verschillende mogelijkheden voor je op een rij:

‘Keer Diabetes2 Om’ van Stichting Voeding Leeft

Dit is het: een multidisciplinair leefstijlprogramma voor mensen met diabetes. Het zet voeding, beweging en ontspanning in als medicijn. Zelfzorg is hierbij het sleutelwoord.

Uitleg groepsprogramma: je gaat aan de slag in een groep van maximaal 20 personen. Speciaal hiervoor opgeleide verpleegkundigen, coaches, diëtisten en programmacoördinatoren begeleiden de groep. Deze professionals werken samen met je eigen huisarts (die hoofdbehandelaar blijft) en praktijkondersteuners. Het programma duurt 6 maanden en start met een tweedaagse bijeenkomst. Na een, drie en zes maanden zijn terugkomdagen. Daarnaast wordt 1,5 jaar nazorg geboden.

Inhoud voedingsadvies: de nadruk ligt op onbewerkte en verse voeding. Andere pijlers zijn minder koolhydraten, volle zuivel, producten met enkelvoudig of meervoudig onverzadigd vet. De voedingsadviezen die ‘Keer Diabetes2 Om’ geeft, vallen binnen de voedingsrichtlijn van de Nederlandse Diabetes Federatie. Daarnaast bouw je op verantwoorde wijze je diabetesmedicatie af.

Vergoeding: zorgverzekeraars VGZ, Univé, IZZ, IZA, UMC, ZEKUR, Zorgzaam, SZVK, Bewuzt en Caresque vergoeden deelname aan het programma. Daarnaast betaal je een eigen bijdrage.

Meer informatie: www.keerdiabetesom.nl

Goed om te weten: dit jaar ontwikkelt Stichting Voeding Leeft het ‘Vitaal Hart’ programma voor mensen met hart- en vaatziekten. Je leest er meer over op www.voedingleeft.nl/vitaal-hart.

GLI

Dit is het: GLI staat voor gecombineerde leefstijlinterventie. GLI gaat uit van het verminderen van overgewicht en werken aan een gezondere leefstijl via gezonder eten, meer bewegen en gedragsverandering. De GLI wordt aangeboden door diëtisten, fysiotherapeuten, oefentherapeuten en leefstijlcoaches die aan bepaalde eisen voldoen. Zij kunnen dat individueel of in teamverband doen.

Uitleg groepsprogramma’s: er zijn 3 programma’s die het RIVM beoordeeld heeft als voldoende effectief. Deze programma’s duren 2 jaar. Gestart wordt met een basisprogramma van individuele sessies en groepsbijeenkomsten, gevolgd door een onderhoudsfase met terugkomdagen.

Vergoeding: zorgverzekeraars kunnen alleen de erkende programma’s ‘De Beweegkuur’, ‘CooL’ en ‘SLIMMER’ vergoeden via de basisverzekering. Meer over deze programma’s en waar je ze kunt volgen, lees je op www.loketgezondleven.nl/leefstijlinterventies/gecombineerde-leefstijlinterventie/erkende-gli-basisverzekering

Meer informatie: niet iedereen komt in aanmerking voor deze interventie. Overgewicht in combinatie met hart- en vaatziekten is een indicatie.

Paleo

Dit is het: eten zoals je verre voorouders (de jagers en verzamelaars) aten.

Inhoud voedingsadvies: Eten als een oermens betekent dat je zuivel, granen (brood, pasta, rijst), peulvruchten, suiker, aardappelen en bewerkte producten weglaat uit je voeding. Het uitgangspunt is dat je geen pakjes en zakjes meer koopt en daardoor krijg je automatisch minder zout binnen. Het liefst eet je zo puur en onbewerkt mogelijk, producten uit het seizoen en liefst van eigen bodem. Op het menu staan groenten, fruit, knollen (zoals knolselderij en pastinaak), noten, pitten en zaden, vlees, vis, eieren en olie.

Het is belangrijk dat het paleo-dieet goed samengesteld is zodat tekorten voorkomen worden. Het is slim je te laten begeleiden door een diëtist.

Meer informatie: via de boeken Het Paleodieet (Loren Cordain), Het Oerdieet (Remko Kuipers), Oergezond (Remko Kuipers), Oergezond met Oerdis (Angela Severs en Karine Hoenderdos), Oergondisch genieten (kookboek, Ria Penders en Yvonne van Stigt).

Ketogeen dieet

Dit is het: een dieet waarbij je voeding heel weinig koolhydraten bevat. Niet iets om op eigen houtje te volgen. De koolhydraatbeperking is niet altijd levenslang nodig. Als je je streefgewicht hebt bereikt, kan de hoeveelheid koolhydraten meestal weer wat omhoog. De maximale hoeveelheid koolhydraten zonder weer in gewicht toe te nemen, varieert van persoon tot persoon.

Inhoud voedingsadvies: bij een ketogeen dieet ligt de inname van koolhydraten tussen de 20 en 50 gram per dag. Ter vergelijking: een gemiddelde volwassen vrouw eet ongeveer 225 gram koolhydraten per dag. Je gebruikt dus heel weinig koolhydraatbronnen zoals brood, aardappelen, pasta, rijst, koek, snoep, frisdrank en fruit. Om aan voldoende energie te komen, schakelt je lichaam over van koolhydraatverbranding op vetverbranding. Hierbij komt een restproduct vrij: ketonen. Het ketogeen dieet geeft meer gewichtsverlies dan een vetarm dieet. Bij een vetarm dieet daalt je ruststofwisseling waardoor je minder energie verbruikt op een dag. Dit gebeurt nagenoeg niet bij een ketogeen dieet. Dit dieet volg je bij voorkeur onder begeleiding van een diëtist.

Goed om te weten: Je zou het misschien niet verwachten van een dieet dat veel vet en verzadigd vet bevat, maar het ketogeen dieet lijkt ook de vetsamenstelling in het bloed te verbeteren en de bloeddruk te laten dalen.

Atkins

Dit is het: een koolhydraatarm dieet, uitgedacht door de Amerikaanse cardioloog Robert Coleman Atkins

Inhoud voedingsadvies: je beperkt de inname van koolhydraten en gebruikt eiwitten en vetten als belangrijkste brandstof. Door het minderen van koolhydraten haalt je lichaam de energie niet meer uit de overtollige koolhydraten maar uit (overtollig) lichaamsvet. Het dieet bestaat uit 4 fases. Jouw persoonlijke doel bepaalt in welke fase je het beste kunt starten. Bij iedere fase hoort een andere koolhydraathoeveelheid en horen andere producten. Met het doorlopen van de fases mag je steeds wat meer eten en heb je meer keuze. Fase 1 start bijvoorbeeld met slechts 20 gram koolhydraten, in fase 2 neem je, met stappen van een week, dagelijks 5 gram koolhydraten meer.

Kosten: via nl.atkins.com kun je je gratis inschrijven. Je ontvangt onder andere menu’s, recepten en tips en kunt deelnemen aan een online community. Als je speciale Atkins-producten gebruikt, kost het uiteraard geld.

Meer informatie: https://nl.atkins.com/

Leefstijl als medicijn

Wat is het: een platform, opgericht door ervaringsdeskundige Wim Tilburgs, om anderen te adviseren, te inspireren en te motiveren. Doelgroep: iedereen met diabetes type 2. Tilburgs heeft hierbij een deskundig team om hem heen verzameld.

Uitleg online community: de (besloten) Facebookgroep is een gepassioneerde community van mensen die leefstijl als beste medicijn zien en zelf de regie terug willen pakken over de eigen gezondheid. Binnen deze community krijg je steun, informatie en advies van lotgenoten over hoe je diabetes type 2 via leefstijl kunt verbeteren.

Inhoud voedingsadvies: Het advies dat in de besloten Facebookgroep gegeven wordt, heeft als uitgangspunt koolhydraatarm en vetrijk. Naast een gezonde voeding zijn ook meer bewegen, stress verminderen, een gezond bioritme, een goede mindset en liefdevolle relaties belangrijk.

Kosten: deelname aan de Facebookgroep is gratis. De groep is alleen toegankelijk voor mensen met diabetes type 2.

Meer informatie: www.jeleefstijlalsmedicijn.nl

voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier