Het Pioppi dieet: goede keuze voor het hart?

Eind vorig jaar was het ineens een bestseller in Nederland: het Pioppi dieet, een boek van de Britse cardioloog Aseem Malhotra en filmmaker Donal O’Neill. Meer dan 50.000 exemplaren gingen over de toonbank. Veel mensen vallen af door dit dieet, dat ook een levensverlengend effect belooft. Maar er zijn ook geluiden dat het Pioppi dieet ongezond is voor het hart. Is het Pioppi-
dieet wel of geen aanrader?

Pioppi is een piepklein Zuid-Italiaans dorpje, twee uur rijden onder Napels. Het bijzondere eraan is dat de inwoners daar vrijwel allemaal in goede gezondheid een hoge leeftijd bereiken. Over ‘Het geheim van Pioppi’ gaat het boek. Maar de directe aanleiding voor het succes van het boek was het televisieprogramma ‘Dokters van morgen’. Daarin volgden 3 deelnemers het dieet en de leefstijlrichtlijnen uit het boek, met goede effecten op gewicht, middelomtrek, bloeddruk en cholesterol. Ook werden de inwoners van Pioppi gefilmd: charmante oude Italianen die dansten en lachten.

Mediterraan eten

Pioppi is synoniem voor een gezonde leefstijl. Allereerst is er de voeding. De inwoners van Pioppi eten een klassiek mediterraan dieet: veel groenten, fruit, olijfolie, peulvruchten, vis en noten. Dit vullen ze aan met bescheiden hoeveelheden pasta, brood, zuivel en vlees. Van dit dieet is al heel lang bekend dat het gezond is voor hart en bloedvaten. Verder zijn de inwoners van Pioppi tot op hoge leeftijd actief, bijvoorbeeld door te werken in de moestuin en veel te wandelen. Ze eten nauwelijks snacks en tussendoortjes, hebben een rijk sociaal leven en heel weinig stress. Dit zijn allemaal uitstekende voorwaarden om een lang, gezond en gelukkig leven te leiden en dit zijn ook de adviezen die in het boek genoemd worden.

Kritiek

Tot zover is er niets aan de hand. Maar tóch roept het Voedingscentrum dat het Pioppidieet ongezond is. Hoe kan dat? Dat komt omdat de cardioloog Malhotra zijn eigen draai geeft aan het klassieke Mediterrane dieet. Hij is om te beginnen een fervent tegenstander van suiker. Volgens hem is er overtuigend wetenschappelijk bewijs dat suiker niet goed is voor de gezondheid. Veel artsen en diëtisten zijn het hier overigens hartgrondig mee eens. Maar Malhotra gaat nog een stap verder, want hij schrapt ook andere koolhydraten uit het dieet. Dus ook pasta, brood of rijst. Hij zegt dat hij dit doet omdat hij een verbeterde versie van het mediterraan dieet wil bieden, met veel effect op het lichaamsgewicht. Bij mensen die diabetes type 2 hebben of die insulineresistent zijn, kan het beperken van koolhydraten helpen om de bloedsuikers op het juiste peil te krijgen. En koolhydraatarm eten heeft als voordeel dat je er – zeker in het begin – goed van afvalt. Vandaar dat de deelnemers aan het programma ”Dokters van morgen” zo’n goed resultaat boekten. Het Voedingscentrum is niet tegen het schrappen van suiker, maar vindt wel dat je brood, aardappelen en pasta moet blijven eten.

Niet bang voor vet

In het Pioppi-dieet heeft vet een grote rol. Om te beginnen natuurlijk het gezonde onverzadigd vet zoals in olijfolie. Maar Malhotra is ook helemaal niet bang voor verzadigd vet, zoals in vlees, volle zuivel, kokosolie en roomboter. Hier is het Voedingscentrum ook op tegen. Ze vinden dat kokosolie niet thuishoort in een mediterraan dieet, en daar hebben ze wel een punt, want het is echt een vreemde eend in de bijt. Verder hanteert het Voedingscentrum nog steeds de richtlijn van maximaal 10 energieprocent verzadigd vet in de voeding, omdat dit het cholesterolgehalte kan verhogen. Omdat het Pioppidieet arm is aan koolhydraten, stijgt bijna als vanzelf het vetgehalte van de voeding en kom je daarmee boven die 10 procent. Is dat erg? Niet volgens Malhotra: ‘Als je in verhouding vetrijk eet en minder suikers en koolhydraten, verbeteren je bloedvetten‘. En dat is ook de ervaring van veel mensen die koolhydraatbeperkt eten.

21-dagenplan

Op de voorkant van het boek staat dat het ‘een lifestyleplan in 21 dagen’ is. Dat is opvallend, want de mensen in Pioppi eten hun hele leven zo. Juist dat is de reden dat ze zo oud worden. Waarom dan toch die 21 dagen? Malhotra zegt in een interview: ‘Omdat we op die manier mensen willen verleiden om dit dieet eens te proberen. We laten ze zien dat je al met drie weken heel veel effect bereikt met een andere voeding en leefstijl. Kijk maar naar de deelnemers uit het televisieprogramma. En als je eenmaal hebt gemerkt hoe goed je je voelt met het Pioppi-dieet, ga je door. Want natuurlijk is deze leefstijl juist gezond als je het langer volhoudt.’

Wel of niet Pioppi?

Om te beginnen: er is helemaal niks mis met het mediterraan dieet, dus dat kunt u echt met een gerust hart doen. Wilt u daarnaast ook afvallen? Dan is suiker laten staan sowieso een goed idee: geen frisdrank, koekjes, snoep en geen suiker in koffie en thee. Als u snel wilt afvallen of (pre)diabetes heeft, kunt u ook kleinere porties eten van brood, rijst, aardappelen en pasta. Het beste is het om dat te doen in overleg met een diëtist. Qua vet is het raadzaam om te kiezen voor gezond vet uit olijfolie, vette vis en noten. Een beetje roomboter of volle zuivel kan best, maar overdrijf het niet. Zo profiteert u optimaal van het beste van Pioppi!

  • Het Pioppi dieet. Een lifestyleplan in 21 dagen. Aseem Malhotra en Donal O’Neill.
  • Pioppi – het kookboek. Aseem Malhotra, Donal O’Neill en Nora French (verschijnt eind januari 2019)

voor meer artikelen over o.a leefstijl klik hier

Dr. Peyman Sardari Nia

‘De mitraalklep is de meest complexe en uitdagende klep van het hart’

Komend jaar zullen we in HartbrugMagazine de werkzaamheden gaan volgen van Dr. Peyman Sardari Nia, die als cardiothoracaal chirurg werkt in het Maastricht UMC+. In deze uitgave vertelt hij meer over zijn specialisme:
de mitraalhartklep.
Wat is een mitraalhartklep?

‘Het hart heeft vier kleppen, die een rol spelen bij de bloedsomloop. Twee van de vier kleppen (de aortaklep en pulmonalisklep) zijn uitlaatkleppen, de andere twee (de mitraalklep en tricuspidalisklep) zijn inlaatkleppen. Als het hart zich vult, gaat de mitraalklep open en als het hart samenknijpt, moet de klep weer dichtgaan. De mitraalklep ligt aan de linkerkant van het hart en regelt de bloedtoevoer van de longen naar de rest van het lichaam. De klep bestaat uit twee klepbladen die via een soort ‘koordjes’ vastzitten aan de hartkamer.’

Vanwaar uw interesse in deze klep?

‘De mitraalklep is heel complex van structuur, veel complexer dan bijvoorbeeld de aortaklep. Ook de problematiek ervan is complexer. Meestal is er een vernauwing van de aortaklep en wordt de klep vervangen. Dat is een routineoperatie van twee uur. Bij de mitraalklep is daarentegen vooral een lekkage het probleem en er zijn ook veel verschillende manieren om dit te repareren. Er komt dus meer creativiteit bij kijken, wat het voor mij uitdagender maakt. Niet dat ik ooit bewust heb besloten me toe te gaan leggen op mitraalkleppen hoor, het is als hartchirurg op mijn pad gekomen. Hoe meer operaties ik deed, hoe meer expertise ik kreeg en daardoor is geleidelijk aan daar mijn focus komen te liggen.’

Wanneer heeft iemand een mitraalklepoperatie nodig?

‘De twee klepbladen van de mitraalklep zitten zoals gezegd dus met koordjes vast aan de kamer. Als die koordjes kapotgaan of de klepbladen niet meer goed op elkaar aansluiten – bijvoorbeeld omdat het hart om een andere reden groter wordt – dan kan er een lekkage ontstaan. De meest voorkomende oorzaak van zo’n lekkage is slijtage. Waarom dit bij de ene persoon wel gebeurt en bij de ander niet, weten we nog niet precies. Een aortaklep slijt ook, maar dit heeft voornamelijk met ouderdom te maken en leidt tot vernauwing. Vernauwing aan de aortaklep zien we daarom vooral bij patiënten van zeventig- of zelfs tachtigplus. Lekkages aan de mitraalklep zien we echter in verhouding ook vaker bij jongere mensen, zelfs bij veertigers. We vermoeden dat dit te maken heeft met de complexe structuur van deze klep, waardoor er minieme verschillen tussen individuen leiden tot problemen.’

Wat doet zo’n lekkage met het hart?

‘Als de mitraalklep niet meer goed werkt, krijgt het hart het bloed niet meer goed rondgepompt (het hart pompt voor- en achteruit). Daardoor gaat het hart zich aanpassen en wordt het groter. Maar de spier groeit niet mee, dus daardoor gaat uiteindelijk de functie achteruit. Als dat blijft voortduren, wordt het hart uiteindelijk een soort grote slappe zak. De patiënt merkt dit bijvoorbeeld doordat hij vermoeider wordt en geen inspanningen meer kan doen. Tegelijkertijd zorgt het ook voor stuwing in de longen, wat resulteert in kortademigheid. Daarbij: als het hart steeds groter wordt, kunnen de klepbladen nog minder goed op elkaar aansluiten en wordt dus ook de lekkage steeds groter. Het is dus een progressief proces van hartfalen en moet daarom meestal behandeld worden.

Wat zijn de behandelopties?

‘Bij de aortaklep is vervanging eigenlijk de standaard behandeling. Bij de mitraalklep is vervanging slechts een van de mogelijkheden. Bij vervanging heb je twee keuzes: een biologische klep, die het grote nadeel heeft dat die na 10 tot 15 jaar versleten is en opnieuw vervangen moet worden. Of een mechanische klep, die als nadeel heeft dat de patiënt de rest van zijn leven bloedverdunners moet slikken. Als er sprake is van een vernauwing of een infectie, is er vaak geen andere mogelijkheid dan vervanging. Dat zien we echter maar een paar keer per jaar, in veruit de meeste gevallen is een lekkage het probleem. En in die gevallen kiezen we bijna altijd voor reparatie. Op de lange termijn doen patiënten die een reparatie hebben gehad, het namelijk gemiddeld beter dan patiënten bij wie de klep is vervangen.’

Hoe gaat zo’n reparatie in zijn werk?

‘Dat kan op honderden verschillende manieren, dat is wat dit specialisme dus zo complex maakt. Ook de benadering van de patiënt kan op verschillende manieren. De klassieke methode is door het borstbeen open te maken, de patiënt aan een hart-longmachine te verbinden, het hart stil te leggen en de klep dan te repareren.

Maar er is ook nog de minimaal invasieve methode, waarbij we via kleine sneetjes aan de zijkant van het lichaam met een camera de klep repareren waarbij we de hart-longmachine aansluiten via de lies. En dan zijn er ook nog nieuwere technieken, waarbij we de operatie uitvoeren op een kloppend hart. Alle technieken vergen veel oefening. Ter voorbeeld: om de minimaal invasieve methode te beheersen, moet je deze operatie 100 tot 150 keer hebben uitgevoerd. En een gemiddelde chirurg doet ongeveer 5 hartklepoperaties per jaar. Vandaar dat dit soort operaties voornamelijk worden gedaan door chirurgen die zich erop toegelegd hebben.’

Hartpatienten Nederland dr. Peyman Sardari Nia (hartchirurg)

 

voor meer artikelen over o.a behandeling klik hier

Winkelen? Neem je bril mee!

Hartpatiënt? Last van aderverkalking? Hoge bloeddruk of te hoog cholesterol? Medicijnen helpen niet om de oorzaak aan te pakken. U kunt echter zelf ook veel doen om uw lichaam weer in balans te krijgen. Lees om te beginnen eens de kleine lettertjes op de verpakkingen van de voedingsmiddelen in de winkel! Kunt u die zonder bril niet lezen? Neem dan een bril of desnoods een loep mee!

Huisarts voor integrale geneeskunde Sjaak Mulders (58) uit Swalmen wijst op het boek ‘Wat is nu écht gezond?’ dat hij eind oktober jl. presenteerde. Hij schreef het boek om mensen bewust te maken van wat ze zelf kunnen doen om gezond te blijven of weer gezond(er) te worden. En u kunt meer dan u denkt!

‘Mensen hebben soms last van bijwerkingen van medicijnen’, legt Mulders uit. ‘Maar wat je in de winkel koopt, met op de verpakkingen al die moeilijke onbegrijpelijke woorden – dat geeft op den duur ook bijwerkingen! We moeten leren etiketten te lezen in de winkel. Ziet u namen die u niet kunt uitspreken? Zet het snel terug in het vak! Het gaat dan waarschijnlijk om toevoegingen die het lichaam moet opruimen. Als u uw lichaam niet wil belasten, laat die producten dan achterwege!’

‘U hebt zelf de keuze. U kunt beter zelf verse groenten bereiden dan allerlei pakjes of blik te gebruiken, om maar een voorbeeld te noemen.

Ieder mens heeft een ingebouwd mechanisme in zijn lijf dat gericht is op balans. Zodra die balans wordt verstoord, grijpt het lichaam in. Hierdoor ontstaan signalen om aan te geven dat de balans is verstoord en dat ervaar je als een klacht of symptoom. Meestal komt het dan weer goed. Maar als die verstoring almaar blijft bestaan, gaat het mis.

‘In ons hoofd zit een soort controlekamer’, legt Mulders uit. ‘Als iets in ons lijf uit balans is, wordt het overlevingssysteem geactiveerd. Dan gaan de hartslag en de bloeddruk omhoog en wordt het cholesterol verhoogd. Ik heb een lijstje gemaakt van 37 mogelijkheden waardoor die controlekamer geactiveerd raakt. Bijvoorbeeld als we teveel geraffineerde granen, melkproducten met toevoegingen en bewerkte dierlijke producten eten. En te veel transvetten, fabrieksmatige toevoegingen (additieven) en alcohol gebruiken. Ook geluidsoverlast, milieuvervuiling, overmatige hygiëne, gebruik van cosmetica, afname van beweging, slaaptekort en de 24-uurseconomie kunnen dat controlecentrum activeren.’

De basis van de controlekamer, de hypothalamus, is gedurende de evolutie ontstaan. ‘We zijn afkomstig van de eerste eencelligen, 3,5 miljard jaar geleden. Onze lichaamscellen gaan nog steeds uit van hetzelfde principe: delen en vermenigvuldigen als de omstandigheden goed zijn en bij slechte omstandigheden, afwachten.’

‘Als het lichaam uit balans is en zich een gevaar of bedreiging vormt dan activeert de controlekamer in ons brein het autonome zenuwstelsel en het hormoonstelsel. De controlekamer signaleert de (on)balans en reageert hierop.  Als een onbalans te lang blijft bestaan, ontstaan er verstoringen. De controlekamer activeert de sympathicus met de daarbij behorende hormonen. Infecties, honger en dorst, de vecht-of-vluchtreactie of klimaatveranderingen zijn voorbeelden van stressoren die het lichaam weet te hanteren. Dan gaat het om processen die in vroegere dagen voor ons gevaar opleverden. Maar we leven nu in deze tijd met andere verstoorders.’

‘Onbalans betekent gevaar en dan worden de bijbehorende hormonen geactiveerd. Duurt dat te lang en blijft de verstoorder bestaan dan ontstaan de moderne westerse aandoeningen zoals hart- en vaatziekten. Op een gegeven moment raken de bijnieren uitgeput, worden mensen depressief en krijgen bijvoorbeeld fybromyalgie en noem maar op. Corrigeren is mogelijk, maar dan moeten alle uitlokkende factoren worden bekeken.’

‘Je hoort vaak zeggen dat de oorzaak van hoge bloeddruk in 95 procent van de gevallen onbekend is. Maar hoge bloeddruk, net als andere klachten, is een gevolg van een verstoorde balans.’

Mulders noemt een voorbeeld van wat mensen kunnen doen om het tij te keren. ‘Ik zie dat darmen vaak verhoogd doorlaatbaar zijn door geraffineerde granen, intoleranties voor bijvoorbeeld gluten, additieven of te veel fructose. Vaak gaat het om geraffineerde vetzuren, en daar valt zowat alles onder wat in een fles zit, zoals zonnebloemolie. Zorg er steeds voor om alles in de juiste verhouding aan onbewerkte vetzuren binnen te krijgen. Om te verhitten kunt u beter verzadigd vet nemen zoals kokosvet of roomboter. Maar wel met mate. We eten veel te veel suikers en geraffineerde koolhydraten.’

‘Te veel glucose in het bloed leidt tot verklevingen en ontstekingen. Daar komen witte bloedlichaampjes op af, maar die kunnen de schade niet repareren omdat de oorzaak van het probleem blijft bestaan. Uiteindelijk leidt dat tot plaquevorming op de meest stressvolle plekken in de slagaders, namelijk op de splitsingen van de bloedvaten en uiteindelijk leidt dit dus tot aderverkalking. Als u weet dat geraffineerde, dus in de fabriek bewerkte producten dit doen, kunt u beter kiezen voor onbewerkte voedingsbronnen. Noten en fruit bijvoorbeeld. En verse groenten zelf bereiden, niet uit pakjes. Laat geraffineerde granen een tijdje achterwege, evenals melkproducten met diverse smaken.’

Wat kunt u zelf doen om gezonder te leven? Bestel het boek ‘Wat is nu écht gezond?’ Voor 14,95 (inclusief verzendkosten) te bestellen (zolang de voorraad strekt!) via: www.eenvaardigheid.nl

voor meer artikelen klik hier

Nederlandse bieren

De feestdagen staan voor de deur en zoals het een echte december geschiedt, gaat een biertje, twee of drie er wel in. Maar waarom geïmporteerd, buitenlands bier drinken, terwijl ons land rijk is aan het gouden drankje? Een samenvatting van Nederlandse bierbrouwerijen, bieren en hun verhaal.

Een overzicht van alle Nederlandse bieren is te gretig. Waarom? Omdat Nederland maar liefst 600+ Nederlandse bierbrouwerijen (en dit zijn alleen actieve brouwerijen) rijk is. Het assortiment aan bieren is zelfs groter. Nederlanders houden van keus, dus naast het ‘standaard‘ biertje, kent elk biertje meerdere varianten. En zie daar: de Nederlandse biercultuur.

Nederlandse biercultuur

De Nederlandse biercultuur kenmerkt zich door de verschillende gebruiken rondom het brouwen en het drinken van bier. In Nederland is een veelheid aan diversiteit te vinden, onder andere door internationale invloeden. Daarnaast zijn wij er niet vies van om iets nieuws uit te proberen, vandaar de vele seizoenbieren en tijdelijke smaken, maar ook met de wijze waarop bier wordt gebrouwd, wordt geëxperimenteerd.

Boven- en ondergisting

Een manier om bier te categoriseren is naar aanleiding van het gistingsproces. Bovengisting vindt plaats bij hoge temperaturen en is een oncontroleerbaar proces. Het gist blijft op het brouwsel drijven. Daarentegen geeft het wel meer smaak mogelijkheden. Bij ondergisting zijn de temperaturen laag, is het gistingsproces controleerbaarder en zet de gist zich af op de bodem van de kuip. Tegenwoordig is het wereldwijd een veelgebruikte methode om onder andere pilsener te brouwen.

Nederlandse Brouwers

In de wereld van de bierbrouwerijen, zijn tien grote brouwers verenigd in de overkoepelende brancheorganisatie ‘Nederlandse Brouwers’. Zij zijn verantwoordelijk voor 95% van de Nederlandse bierproductie. De overige veelal ambachtelijke bierbrouwerijen produceren het overige percentage aan (speciaal)bieren. En raadt u eens… dit ‘kleine’ percentage levert 750 biermerken.

Popi-jopi

Uit het jaarlijks nationaal bieronderzoek van de Nederlandse brouwers, blijkt dat pils het meest gedronken bier is in Nederland. Speciaal-, alcoholarm- en alcoholvrij bier is in opkomst en vormt een serieuze concurrent. Het populairste bier? Heineken heeft het grootste distributieaandeel in de Nederlandse horeca- en foodservicemarkt. Provinciaal zijn er flinke verschillen. Waar Heineken in Flevoland met 63% het populairst is, is Brand in Limburg met 24% het sterkst vertegenwoordigd.

Vroeger, vroeger

Volgens het Kennisinstituut Bier is bier in 4000 voor Christus ontstaan. Bier vindt zijn oorsprong in het Midden-Oosten. Om precies te zijn in het vroegere Mesopotamië, het huidige Irak en Syrië, en is ontdekt door Soemeriërse nomaden. In de Middeleeuwen werd bier door vrouwen gebrouwd. Het was een huishoudelijke bezigheid.

Feiten & Fabels

  • Bier is een eeuwenoud product en werd vroeger (dagelijks) door iedereen gedronken, zelfs kinderen. Let wel, het vroegere bier verschilt van het bier wij nu kennen en omvatte geen tot weinig alcohol.
  • Naast vrouwen, brouwden kloosterlingen, zoals monniken en nonnen, bier om in hun levensonderhoud te voorzien.
  • Bier is een natuurproduct en wordt gemaakt van natuurlijke ingrediënten zoals water, mout en hop, maar ook gist.
  • Met deze vier basisingrediënten kunnen wereldwijd ontelbare variaties worden gemaakt.
  • Een standaard glas bier bevat +/- 100 kcal.
  • Mannen drinken vaker pils dan vrouwen: 82% versus 57%.
  • Snake Venom is een van de sterkste biertjes ter wereld. Een Snake Venom biertje heeft een alcoholpercentage van maar liefst 67,5 procent.
  • In 2012 heeft de Nederlandse brouwerij Het Koelschip uit Almere, het sterkste bier ooit gebrouwen. Mistery of Beer had een alcoholpercentage van ruim 70%.
  • Vond u dit al bijzondere namen? Wat dacht u dan van bijvoorbeeld: ‘Dikke lul 3 bier’, ‘Oh, buurman wat doet u nu!’ en ‘Flying Dutchman More Dry and Sour Than Your Mother In Law Saison’.
  • Uit het Nationaal Bieronderzoek 2018 blijkt een stijging in alcoholvrij en alcoholarm bier.
  • Pils wordt in alle seizoenen het liefst gedronken. In de zomer hebben bierdrinkers vaker een specifieke voorkeur voor een soort bier dan in de andere seizoenen.
  • Witbier en speciaal bier worden relatief vaak door hoogopgeleiden gedronken in vergelijking met laagopgeleiden. In cijfers komt het neer op 39% tegenover 15% met betrekking tot witbier, en 40% tegenover 18% wanneer het op speciaal bier aankomt.
  • Jongeren (18-29 jaar) drinken vaker fruitbier dan 50-plussers.
  • Een kwart van de bierdrinkers kiest wel eens specifiek voor een bepaald bier bij eten, bijna een op de vijf serveert wel eens passend bier bij eten.

Een biertje, of andere alcoholische versnapering op z’n tijd is toelaatbaar, maar let u op? Drink met mate. Het algemene advies van de Gezondheidsraad luidt dan ook: drink jij niet? Houden zo! Drink jij wel? Drink maximaal één glas per dag.

Mijn mooiste reis ‘Ik heb er een hele nieuwe familie bij!’

In deze rubriek vertellen mensen over de mooiste reis van hun leven. Dit keer het verhaal van Wilma Westenberg (24). Ze heeft een goedaardige, maar extreem zeldzame tumor in haar wang en reist de wereld over om lotgenoten te ontmoeten.

‘Ik ben geboren met een goedaardige tumor in mijn wang. De artsen hebben me meerdere keren geprobeerd te opereren, maar het weefsel groeide steeds weer aan. Wat het precies was, wisten ze niet. Mijn ouders stuurden brieven naar ziekenhuizen over de hele wereld, maar niemand kon een diagnose stellen. Tot april 2017: toen kreeg mijn ziekte eindelijk een naam: Facial Infiltrating Lipomatosis (FIL). Niet alleen was het fijn dat er eindelijk een einde kwam aan de onzekerheid, ik kon ook beginnen met mijn zoektocht naar lotgenoten. Hoewel FIL heel zeldzaam is, vond ik online al snel een handjevol mensen met dezelfde tumor. Voornamelijk kinderen. Waarschijnlijk zijn er ook wel meer volwassenen, maar zij hebben mogelijk, net als ik tot voor kort, nog geen diagnose.

Mijn vriend Koen en ik houden allebei erg van reizen en vooral van Amerika. Omdat hij de mogelijkheid kreeg om voor zijn werk een paar maanden naar Maryland (vlakbij Washington) te gaan, besloten we daar samen nog een rondreis aan vast te plakken. Inmiddels zat ik al een tijdje in een Facebookgroep met een aantal lotgenoten, en toevallig bleken drie van hen op rijafstand te wonen van de plek waar wij verbleven.

Ik had mijn koffer volgestopt met stroopwafels en andere Nederlandse cadeautjes voor het geval het lukte om een afspraak te maken, maar uiteindelijk had ik amper genoeg voor iedereen! Ik heb tijdens die reis namelijk niet drie, maar zelfs vijf lotgenoten ontmoet. Vier van hen waren kinderen, de ander een volwassen man.

Mini-me

Alle ontmoetingen waren bijzonder, maar de 3-jarige Vela uit San Diego heeft de meeste indruk op me gemaakt. Meteen toen ze uit de auto stapte, riep ze: ‘Kijk, ik heb ook een dikke wang’! Voor mij was het net zo gek als voor haar, ze leek wel mijn dubbelgangster! Niet alleen had ze ook blonde haren en blauwe ogen, maar ook haar tumor leek precies op die van mij. Ik noemde haar meteen mijn mini-me.

Zelf heb ik me als kind altijd heel alleen gevoeld. En nog steeds, na al die jaren, kan ik er maar niet aan wennen dat er altijd en overal naar me wordt gekeken. Sommige mensen blijven me ongegeneerd aanstaren, of ze vragen dingen als: ‘Kom je net van de tandarts?’. Vaak is het lief bedoeld en vind ik het niet erg, maar op sommige momenten kan ik er echt boos om worden. Toen ik Vela ontmoette, dacht ik: zou het verschil hebben gemaakt als ik was opgegroeid met iemand die op mij leek? Ik vermoed van wel. Ik denk niet dat ik mijn uiterlijk ooit helemaal kan accepteren. Maar dat er meer mensen zijn zoals ik, maakt het wel makkelijker. In de Facebookgroep hoor ik van sommige ouders dat hun kinderen worden gepest. Ik hoop dat het deze jongens en meisjes helpt om te zien dat ik een heel leuk leven leid – ondanks mijn tumor.

Na de Amerika-reis nam ik me voor om meer lotgenoten te gaan bezoeken. Want hoe mooi zou het zijn als ik mijn liefde voor reizen kon combineren met het ontmoeten van mijn nieuwe vrienden? Komend jaar staat Europa op de planning. Ik heb al iemand bezocht in Madrid, maar ook in Italië, Noorwegen, Denemarken, Engeland en Roemenië wonen mensen uit de Facebookgroep.

Missie

Deze nieuwe missie brengt me op plekken die ik anders nooit had ontdekt. Toevallig heb ik net een ticket gekocht naar Brazilië, waar een 5-jarig meisje met FIL woont. Normaal gesproken had ik er niet eens over nagedacht om daar naartoe te gaan, maar nu zien we het als een mooie kans om iets van een onbekend land te zien. Ook Colombia staat nog op het verlanglijstje, en Canada. Daar woont de -tot nu toe- enige andere volwassen vrouw met dezelfde aandoening als ik.

Hopelijk brengt mijn diagnose me uiteindelijk op nog veel meer mooie plekken in de wereld. We hebben de smaak van het reizen te pakken, maar ik wil voortaan niet meer ‘zomaar’ weg. Het is bijvoorbeeld een wens om nog eens de Transsiberië Express te doen, maar tot nu toe heb ik nog geen lotgenoten gevonden in Azië. Dus hopelijk lukt dat nog, zodat we dat kunnen combineren.

Ik had nooit verwacht dat, nog geen jaar na de diagnose, mijn wereld al zo anders zou zijn. Het voelt alsof ik er een hele nieuwe familie bij heb! Vooral het contact met Vela is heel speciaal voor me, we hebben echt een klik. Binnenkort gaan Koen en ik weer naar Amerika, dit keer om te trouwen in Las Vegas. En uiteraard is mijn mini-me daar ook bij.’

voor meer artikelen klik hier

Je bent nooit te oud om te leren skiën!

Met de wind door je haren van de berg afsuizen: volgens ervaren wintersporters bestaat er bijna niets mooiers dan dat. Als je niet op jonge leeftijd al hebt leren skiën, lijkt die ervaring een onhaalbare kaart. Of niet?

‘Het beste resultaat bereik je inderdaad als je van kleins af aan al leert skiën’, geeft Yuri Bartels van Snowlife toe. ‘Maar dat betekent niet dat het onmogelijk is om het op latere leeftijd nog aan te leren. Ook oudere beginners kunnen nog een prima niveau bereiken.’

Yuri heeft al tien jaar ervaring als skileraar en geeft zowel les aan kinderen als volwassenen. ‘Toevallig was mijn allereerste leerling een vrouw van een jaar of vijftig die nog nooit op de ski’s had gestaan. Dat was heel spannend, zowel voor haar als voor mij. Maar na een paar dagen privéles had ze de smaak helemaal te pakken.’

Volgens de skileraar is niemand te oud of te onervaren om voor het eerst op de lange latten te stappen. Het enige wat je nodig hebt, is een beetje zelfkennis. ‘Je moet natuurlijk wel een klein beetje conditie en aanleg hebben’, legt hij uit. ‘Vraag jezelf van tevoren af hoe gemakkelijk je over het algemeen een nieuwe sport aanleert. Als dat redelijk gaat, zul je hiermee ook weinig moeite hebben. Maar ik heb ook weleens een leerling gehad die extreem veel overgewicht had en elk kwartier langs de kant stond uit te puffen. Op de derde dag heb ik voorzichtig gezegd dat ik bang was dat het er voor haar niet inzat.’

Toch komt zoiets maar zelden voor, zegt hij. Over het algemeen leren de meeste volwassenen in drie tot vijf dagen van de blauwe piste af te kunnen dalen. Bij kinderen gaat dit nog net ietsje sneller: zij leren dit in één tot drie dagen.

Angst

Volgens Yuri is het belangrijkste verschil tussen lesgeven aan kinderen en volwassenen het gevoel. ‘Kinderen willen vooral plezier maken, zij kennen eigenlijk geen angst. Bij volwassenen is dat juist hetgeen wat hen het meeste tegenhoudt: ze zijn bang om te vallen, om te veel snelheid te maken of om iemand anders omver te skiën. Kinderen moet je daarin juist afremmen. Bij volwassenen ben ik daarom een groot deel van de tijd bezig met het wegnemen van die angst. Het is een kwestie van de knop omzetten. Natuurlijk is er een risico om te vallen, maar in de sneeuw land je toch net iets zachter dan als je op straat van je fiets valt. In de tien jaar dat ik lesgeef, is het gelukkig nog nooit gebeurd dat één van mijn leerlingen iets brak.’

Kinderen leren de techniek over het algemeen ook sneller dan volwassenen. Dat komt omdat hun brein als een spons informatie opneemt, maar ook omdat volwassenen last hebben van hun ‘levenservaring’ met andere manieren van beweging. Yuri legt uit: ‘Als je autorijdt of fietst, trap je op de rem om te stoppen. Vaak maak je daarbij automatisch een beweging waarbij je naar achteren leunt. Bij skiën is het net andersom: als je wilt remmen, moet je juist naar voren leunen. Voor veel mensen voelt dat een beetje onnatuurlijk, waardoor verkeerd remmen een van de belangrijkste fouten is die ik bij volwassenen moet corrigeren. Maar er zijn tientallen verschillende fouten die je kunt maken, ieder persoon heeft een ander aandachtspunt. Bij een groepsles ben ik dus constant bezig iedereen te helpen met iets anders. Tijdens een privéles kan ik heel specifiek werken aan een persoonlijk aandachtspunt, waardoor je de techniek iets sneller aanleert. Daarom zou ik dat volwassenen beginners zeker aanraden. Het nadeel is natuurlijk dat daar wel een prijskaartje aan vastzit: groeplessen zijn goedkoper.’

Zwarte piste

‘Volgens de skileraar komt het zelden voor dat mensen die op latere leeftijd beginnen net zulke volleerde skiërs worden als degenen die jong begonnen. ‘Maar rustig en gecontroleerd afdalen van een blauwe piste is heel goed mogelijk, en voor sommige mensen is zelfs de rode of zwarte piste haalbaar. We hebben regelmatig veertigers en vijftigers die hun eerste skiles aanvragen, dus er is niets raars aan. Ik heb zelfs een keer een dame van een jaar of tachtig gehad. Ze ging met haar kinderen en kleinkinderen op wintersportvakantie en vond dat een mooie gelegenheid voor haar eerste skiles. De blauwe piste hebben we niet gehaald, maar een beetje glijden en een rondje maken was voor haar al voldoende. Ze had de grootste lol, dat is ook voor een skileraar prachtig om te zien!’

 

voor meer artikelen klik hier

Honderdplussers op Sardinië

 

De inwoners in het noorden van Sardinië lopen tot wel 15 kilometer per dag, eten gezond en hebben een groot sociaal netwerk. Is dit waarom deze regio zoveel 100-plussers telt en relatief weinig hartpatiënten? We reizen af naar het mooie Italiaanse eiland, op zoek naar het geheim van deze eilandbewoners. Dit kunnen wij van ze leren.

In sommige delen van de wereld worden de mensen heel oud. Veel ouder dan elders. En ook nog eens met relatief weinig ouderdomskwalen. Deze ‘Blue Zones’ tellen de hoogste percentages honderdplussers ter wereld. Ook op het prachtige Italiaanse eiland Sardinië – om precies te zijn het noordelijke deel van de provincie Ogliastra – vind je zo’n Blue Zone.

We ontmoeten er wetenschapper Gianni Pes, die verbonden is aan de Universiteit van Sassari en onderzoek doet naar de leef- en eetgewoonten van de lokale bevolking. Pes ontdekte de Blue Zone zo’n twintig jaar geleden, toen hij als epidemioloog de sterfelijkheid op Sardinië bestudeerde. Hij zag dat er een veel groter deel van de bevolking aanzienlijk ouder werd dan elders op Sardinië. Deze mensen blijven tot op hoge leeftijd fit, en hart- en vaatziekten en diabetes komen relatief weinig voor.

Hij kon het eerst niet geloven, want het is een economisch achtergesteld gebied. Ook bijzonder is dat de mannen er gemiddeld net zo oud worden dan vrouwen. In de rest van de wereld worden vrouwen juist ouder. Wat precies het ‘geheim’ is van deze honderdplussers, zijn Gianni Pes en zijn onderzoeksteam nog volop aan het onderzoeken. Maar van een aantal factoren is al wel duidelijk dat ze een belangrijke rol spelen. En daar kunnen wij Nederlanders ons voordeel mee doen.

Veel bewegen

Fysieke activiteit is een van de belangrijkste factoren. ‘In dit deel van Sardinië wonen van oudsher veel schaapsherders. We hebben met activity trackers gemeten dat ze tot wel 15 kilometer per dag lopen, in gebieden met relatief grote hoogteverschillen.’ Die grote cardiovasculaire inspanning is goed voor je hart. ‘Maar’, reageert hij nuchter, ‘we kunnen natuurlijk niet allemaal gaan leven als Sardijnse schaapherders. Wel kun je veel doen om in de buurt te komen. Ik sta zelf elke dag vroeg op om zeven kilometer te snelwandelen, voor ik ga werken.’

Een gezond gewicht

Een gezond gewicht biedt geen garantie op een lang gezond leven. Maar er zijn – dat wijzen ook andere Blue Zones uit – vrijwel geen honderdplussers met zwaar overgewicht. Gianni Pes let zelf ook op de kilo’s. ‘Ik ben bijvoorbeeld radicaal gestopt met het drinken van suikerrijke frisdranken en meer gaan bewegen.’

Een rijk sociaal leven

De bewoners van de Blue Zone in Sardinië hebben ook een sterk sociaal netwerk. ‘Ouderen zijn hier niet eenzaam’, vertelt Pes. ‘Er zijn hier vrijwel geen bejaardenhuizen. Er leven soms vijf generaties in één huis.’

Een gezond, mediterraan eetpatroon

Regelmatig verschijnen er studies die aantonen dat een Mediterraan eetpatroon een beschermend effect heeft bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. Dat speelt ook zeker een rol in de Sardijnse Blue Zone. Wat opvalt is dat de bewoners veel gefermenteerde voedingsmiddelen eten, zoals een bepaald type zuurdesembrood. Gefermenteerde producten, zoals yoghurt en zuurkool, bevatten ‘goede’ melkzuurbacteriën die bijdragen aan een evenwichtige samenstelling van de bacteriën in je darmen. Ook ‘prebiotische’ groentes, zoals chicorei, artisjok, ui, knoflook en asperges, staan er veelvuldig op het menu. Die zijn eveneens goed voor de darmgezondheid.

Daarnaast eten de Sardijnen veel geitenmelkproducten. Die bevatten boterzuur: een belangrijke energieleverancier van de cellen in de wand van de dikke darm. En ze zweren bij hun dagelijkse glaasje Cannonau. Deze rode wijn heeft een hoog gehalte aan antioxidanten, al vinden we voor het gezondheidseffect daarvan geen echt wetenschappelijk bewijs.

Goede genen

Ook genen spelen een belangrijke rol bij de hoge levensverwachting. De Blue Zone in Sardinië is vroeger getroffen door malaria. Een theorie is dat overlevers van malaria beter ontstekingen kunnen onderdrukken. Dat zou helpen bij het verminderen van plaques (aderverkalking) in de bloedvaten. Hierdoor zijn de bewoners van dit gebied beter beschermd tegen hart- en vaatziekten, al is het effect hiervan lang niet zo groot als de hierboven genoemde factoren, aldus Pes.

Een doel in je leven

‘Zorg ervoor dat je altijd een doel houdt in je leven, ook als je ouder bent’, adviseert Gianni Pes. ‘Blijf nieuwsgierig, leef con passione en train zowel je lijf als je hersenen.’

Heeft de Italiaanse onderzoeker nog meer tips? Pes leunt achterover en denkt diep na. Dan, lachend: ‘Zorg ervoor dat je je humor behoudt. Lachen is gezond.’ Hij heft zijn glas en proost: ‘Akentannos!’ Een Sardijnse wens, legt hij uit. ‘Dat je maar ouder dan 100 mag worden.’

Meer lezen over de Blue Zones?

‘De Blue Zones methode’, van de Amerikaanse auteur Dan Buettner, beschrijft hoe je kunt eten en leven volgens de oudste mensen ter wereld.

Prijs: € 20,-

voor meer artikelen klik hier

Het verhaal van Paulien

Wanneer bij een pasgeborene Paulien een hartafwijking wordt gediagnosticeerd, is dat heftig. Laat staan meerdere hartafwijkingen. En wanneer daarbovenop de cardioloog ook zegt dat een toekomstige kinderwens uitgesloten is, is de klap immens. Maar als later een andere cardioloog een kinderwens niet uitgesloten acht, volgt een nieuwe klap. Paulien Lei maakte het mee. Haar verhaal…

De 23-jarige Paulien wordt geboren met ‘heel veel’ zoals zij zelf zegt, maar als mensen vragen wat zij heeft, noemt zij maar één van haar zes aangeboren hartafwijkingen: Tricuspidalis Atresie. Een hartafwijking waarvoor zij als kind een zogeheten Fontan-operatie, ook bekend als Fontan-circulatie, heeft ondergaan: ‘De overige hartafwijkingen zijn opgelost en onder controle. Maar Tricupidalis Atresie is en blijft nog steeds van invloed op mijn leven.’

Leren leven

Inmiddels heeft Paulien haar hartafwijking een plek gegeven, maar als kind was dit nog anders: ‘Vroeger als kind had ik moeite met mijn hartafwijking. En ik dacht altijd: “Waarom niet iemand anders?” Doordat ik mij moest aanpassen, voelde ik mij anders dan leeftijdsgenoten. Ik was boos en verdrietig. Op school deed ik niet mee aan alle gymlessen en ging eerder naar huis om uit te rusten. Toen we in groep acht op kamp gingen naar Schiermonnikoog, ging mijn hele klas op de fiets naar de boot (ik woon in het hoge Noorden), maar ik werd samen met mijn elektrische fiets met de auto gebracht. Buiten school wilde ik graag voetballen, maar van de cardioloog mocht ik niet op een actieve sport.’

Door haar omgeving daarentegen, is zij niet anders behandeld: ‘Mijn omgeving behandelde mij voor zover als mogelijk ‘normaal’. Ik werd niet buitengesloten op school. Wel maakte klasgenoten soms nare opmerkingen, omdat ik eerder naar huis mocht. Ik lachte het weg, maar diep van binnen dacht ik: “Je zou eens moeten weten.” Mijn ouders deden altijd hun best om mij niet ‘anders’ te laten voelen, ook al voelde ik mij een buitenbeentje. Met name door bepaalde situaties.  Zo mocht ik niet meedoen met mijn klas aan de avondvierdaagse, omdat ik simpelweg geen vijf kilometer kon lopen. Samen met mijn moeder en buurvrouw, ‘liep’ ik de avondvierdaagse alsnog. Weliswaar apart van mijn klas, en veelal in mijn rolstoel, maar ik deed mee. En aangezien sporten er niet inzat, mocht ik naar eigen keuze een muziekinstrument bespelen.’

Maar naarmate ze ouder werd, leerde Paulien met haar hartafwijking leven en meer in perspectief te zetten, mede door haar stiefzusje: ‘Rond mijn zestiende heb ik mijn hartafwijking echt geaccepteerd. Sindsdien bedek ik mijn litteken niet meer en ben ik open over wat ik heb. In de tussentijd zijn mijn ouders gescheiden. Ik kreeg een stiefzusje. Mijn stiefzusje, met wie ik vijf jaar in leeftijd scheel, heeft mij onbewust hierin geholpen. Toevalligerwijs heeft ook zij een aangeboren hartafwijking en wij hebben zelfs dezelfde cardioloog gehad. Maar naast haar hartafwijking, lijdt mijn stiefzusje nog aan andere dingen. Hierdoor besefte ik dat ik het niet slecht heb getroffen. Ik vond het wel confronterend om te zien hoe zij door de jaren heen met dezelfde dingen worstelde als ik.’

Een kinderwens

Doordat Paulien niet beter weet, ervaart zij niet of en hoe haar leven door haar hartafwijking is veranderd: ‘Doordat ik direct met een hartafwijking ben geboren, weet ik niet beter. Ik ben eerder moe, heb meer slaap nodig en moet na drukke activiteiten veel langer bijkomen in vergelijking met anderen. Maar in feite kan ik niet vergelijken, want ik heb nog nooit gevoeld hoe het is om bijvoorbeeld minutenlang achter elkaar te rennen. Ik voel mij een gezonde burger, maar wel één die het ziekenhuis van binnen en van buiten kent. Gelukkig heb ik geen nare herinneringen aan het ziekenhuis. Integendeel, ik vind het prima om daar te lopen en dan vooral op de kinderafdeling.’

Maar met het ouder worden, loopt zij wel tegen nieuwe dingen aan: ‘Het onderwerp ‘kinderen krijgen’ is iets waar ik, nu ik ouder word en al mijn broers en zussen kinderen hebben, tegenaan loop. Ik heb altijd graag moeder willen worden en heb op mijn twaalfde, het onderwerp al aangekaart bij mijn toenmalige kindercardioloog. Er werden mij meerdere redenen meegedeeld waarom ik geen kinderen mocht/kon krijgen. Het was voor mij moeilijk om aan te horen en in de daaropvolgende jaren gaf het mij geen rust. Uiteindelijk heb ik toen besloten om in de toekomst kinderen te adopteren.’

Maar op haar achttiende komt Paulien bij een nieuwe cardioloog die haar niet gelooft dat ‘kinderen krijgen’ voor haar niet weggelegd is en zij doet navraag bij haar oude cardioloog. Pauliens oude cardioloog ontkent vervolgens dat hij dit gezegd heeft: ‘Ik vond dat heel, heel naar, want waarom zou ik als kind zoiets verzinnen? De band met mijn nieuwe cardioloog is daarna beschadigd, want ik voelde mij niet serieus genomen. Wel vertelde zij mij dat ik wel zwanger mag worden en de kans dat de baby hetzelfde krijgt, minder dan een halve procent is. Gek genoeg moest ik deze informatie opnieuw verwerken, want ik had mij er al bij neergelegd.’

Blijven geloven

Inmiddels heeft Paulien wederom een nieuwe cardioloog en is zij onderzocht door een gynaecoloog gespecialiseerd in zwangere vrouwen met een hartaandoening. Hieruit is gebleken dat ondanks enkele risico’s, zij zwanger kan en mag worden, maar wel onder begeleiding. En als kers op de slagroomtaart, zit zij nu in haar derde leerjaar van haar HBO-opleiding ‘Social Work’: ‘Mijn kindercardioloog heeft gezegd dat ik een zittend beroep moest kiezen, maar ik was het daar zwaar mee oneens. Ik wilde maatschappelijk werker worden in het ziekenhuis en kinderen voorbereiden op wat zij kunnen verwachten. Maar ik dacht dat het voor mij te hoog gegrepen zou zijn, omdat ik op het VMBO-B zat. Niets is minder waar!’

voor meer artikelen klik hier

Het verhaal achter medicinale cannabis

Cannabisolie is ‘upcoming’. Tegenwoordig verkoopt zelfs de ‘ditjes en datjes’ winkel het in een bepaalde concentratie. Maar wat is cannabisolie en wat doet het? HartbrugMagazine zocht het uit.

Wat is medicinale cannabis?

First things first: cannabisolie is geen wietolie. Sterker nog, medicinale cannabisolie verschilt van de cannabisolie aangeboden in de reguliere verkoop. Maar wat is het? Cannabisolie is een van de bekendere producten van de cannabisplant. Cannabis, ook bekend als marihuana en wiet, bestaat uit gedroogde bloemtoppen van de cannabisplant (hennepplant). Hiervan zijn er meerdere soorten, maar de meest bekende is de Cannabis Sativa L.

Waar tot kort geleden cannabis gelinkt werd aan de coffeeshop en recreatief gebruik, is dat beeld inmiddels achterhaald. Cannabis uit de coffeeshop is geen medicinale cannabis, mede doordat de hoeveelheid werkzame stoffen varieert. Hierdoor is de werking niet altijd hetzelfde en is doseren moeilijk. Daarnaast laat de kwaliteit te wensen over: ziekteverwekkers, bestrijdingsmiddelen en zware metalen, maar ook groeibevorderende stoffen zijn veelvoorkomende ingrediënten in cannabis uit de coffeeshop.

Medicinale cannabis daarentegen is van farmaceutische kwaliteit. Oftewel: het voldoet aan strenge, internationale farmaceutische kwaliteitseisen. De cannabisplanten voor medicinale cannabisolie worden geteeld onder vastgestelde, gecontroleerde omstandigheden. Hierdoor bevat het geen bestrijdingsmiddelen, zware metalen en schimmels of bacteriën en heeft de cannabis altijd dezelfde samenstelling.

Maar niet iedereen mag medicinale cannabis telen. Telers met een overheidsvergunning worden door het Bureau Medicinale Cannabis (BMC) en in naam van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gecontroleerd. Zij controleren tevens de kwaliteit van de cannabis. Medicinale cannabis is beschermd en alleen op recept verkrijgbaar in de apotheek.

Hoe werkt medicinale cannabis?

De werkzame stoffen in cannabisplanten zijn cannabinoïden. Deze stoffen komen alleen hierin voor. Momenteel zijn er ruim honderd verschillende cannabinoïden bekend met THC (Tetrahydrocannabinol) en CBD (Cannabidiol) als de meest bekende. Waar THC verantwoordelijk is voor de medicinale effecten van cannabis en de gebruiker ‘high’ maakt, gaat CBD -naast de medicinale eigenschappen- de ongewenste effecten tegen die optreden bij hogere doseringen THC. Een gebruiker wordt niet high van CBD.

Stoffen die ook de ongewenste effecten van THC tegengaat, zijn terpenen. Zij komen overal in de natuur voor en geven cannabis geur en smaak. Daarnaast hebben zij een eigen medicinale werking in de vorm van antibiotica, maar ook pijnstillende of ontstekingsremmende effecten. De werking (en bijwerkingen) van cannabis worden bepaald door de verhouding tussen deze bestanddelen.

Waarvoor wordt het gebruikt?

Ook al is cannabis officieel geen geneesmiddel, het wordt door (kanker)patiënten gebruikt om klachten van hun ziekte en bijwerkingen van hun behandeling te verminderen. Zo gebruiken patiënten het bij chronische pijn (met name bij pijn ontstaan door schade of ziekte aan het zenuwstelsel) maar ook bij misselijkheid, braken en verzwakking, een verminderde eetlust en vermagering door kankerbehandelingen én bij slaapstoornissen. In hoeverre medicinale cannabis effect heeft, is moeilijk te zeggen, aangezien de kwaliteit van de uitgevoerde onderzoeken verschilt.

Verder kunnen cannabinoïden en opiaten elkaars effect versterken. Wanneer beide worden gecombineerd, is het mogelijk om de dosering van opiaten te verlagen en daardoor bijwerkingen te verminderen. Cannabinoïden geven ook bijwerkingen, maar deze zijn milder in vergelijking met bijwerkingen van opiaten. Een arts gaat over de voorschrijving en toediening van medicinale cannabis (in combinatie met opiaten). Over het algemeen wordt medicinale cannabis alleen voorgeschreven als gangbare behandelmethoden en medicijnen onvoldoende effect hebben en/of een teveel aan bijwerkingen geven.

Verschil tussen medicinale cannabisolie en wietolie

  • Medicinale cannabisolie van de apotheek is legaal. Wietolie is niet legaal.
  • Medicinale cannabisolie van de apotheek bevat altijd dezelfde bestanddelen. Bij medicinale cannabisolie weet je per druppel precies wat erin zit, zodat je goed kunt doseren. Dat geldt niet voor wietolie via internet, van coffeeshops of voor olie die zelf gemaakt wordt.
  • Medicinale cannabisolie van de apotheek bevat geen bestrijdingsmiddelen, zware metalen, schimmels of bacteriën. Wietolie wordt niet getest op de aanwezigheid van deze ziekteverwekkende stoffen.
  • Medicinale cannabisolie van de apotheek bevat bijna geen of weinig THC. Wietolie kan hoge concentraties aan THC bevatten. THC is de stof waarvan je high kunt worden bij een hogere dosering.

Bron: kanker.nl

voor meer artikelen klik hier

Het mysterie van de allergische reactie

Het aantal mensen met een allergie stijgt ieder jaar. Van de kinderen die nu geboren worden, is zelfs ongeveer de helft er gevoelig voor. En hoewel allergieën niet significant meer voorkomen bij mannen of bij vrouwen, zijn er toch flink wat verschillen tussen de beide seksen.

Zo komt pinda-allergie bijvoorbeeld veel vaker voor bij jongetjes dan bij meisjes, het verschil is zelfs 30%. Opvallend genoeg groeien jongens er wel vaker overheen dan meiden, waardoor de aantallen op 15-jarige leeftijd weer zo goed als gelijk zijn. En op 24-jarige leeftijd hadden de vrouwen de mannen zelfs ingehaald. Hoe dat kan? Daar zijn de wetenschappers nog steeds niet over uit.

Mogelijk zouden hormonen hierbij een rol kunnen spelen. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de onderzoeken over astma. Astma heeft verschillende vormen, waaronder allergisch astma. Bij deze variant worden mensen benauwd als ze aan bepaalde allergenen (zoals stuifmeel of huisstofmijt) worden blootgesteld. Vrouwen hebben twee keer zo veel kans om allergisch astma te ontwikkelen dan mannen en hebben er bovendien ook veel meer last van. Dit terwijl er in de kindertijd juist meer jongetjes met astma zijn dan meisjes.

Onderzoekers ontdekten vorig jaar dat het mannelijke geslachtshormoon testosteron ervoor zorgt dat er minder van een bepaald type afweercellen in de longen wordt aangemaakt. Hierdoor hebben mannen een kleinere kans op astma-aanvallen. Deze ontdekking is belangrijk, omdat de medicatie voor allergieën op dit moment voor mannen en vrouwen nog hetzelfde is. Als het geslacht van invloed is op de ontwikkeling en de ernst van de allergie, zal er ook meer onderzoek gedaan moeten worden naar medicatie hiervoor.

Kruiden

Maar er zijn meer opvallende verschillen tussen mannen en vrouwen. Zo blijken vrouwen bijvoorbeeld vaker allergisch te zijn voor bepaalde kruiden. Vermoedelijk komt dit doordat er steeds vaker kruiden worden toegevoegd aan cosmetica, zoals vanille in parfum of natuurlijke shampoos op kruidenbasis. En, minder opvallend: ook in veel make-upsoorten zitten kruiden, omdat dit lekker ruikt en goed is voor de huid. Hoe pittiger het kruid, hoe meer kans dat er een overgevoeligheid wordt ontwikkeld. Met name knoflook, kaneel, vanille en zwarte peper kunnen een allergische reactie opwekken. En waarschijnlijk is bij veel voedselallergieën een kruid de boosdoener.

Over voedselallergie gesproken: vrouwen hebben ook vaker last van een glutenintolerantie dan mannen. Er is echter een groot verschil tussen een intolerantie en een allergie. Bij een allergie reageert het hele afweersysteem op bepaalde allergenen, waardoor je bijvoorbeeld last krijg van niesbuien of geïrriteerde huid. Terwijl bij een intolerantie niet het afweersysteem in actie komt, maar alleen de darmen. De ernstige variant daarvan heet coeliakie. Dit is dus absoluut géén allergie. Sterker nog: een allergie voor gluten bestaat helemaal niet! In feite heeft zelfs maar ongeveer 3% van de mensen een voedselallergie, terwijl 25% denkt er één te hebben.

Hooikoorts

Nog een veelvoorkomende allergie die vaker vrouwen treft is hooikoorts, met name bij berkenpollen. Bovendien zijn de klachten bij hen ook heviger dan bij het andere geslacht. Ook bij dierenharen, de zon en metaal (vooral nikkel, dat veel in sieraden wordt gebruikt) delven vrouwen het onderspit. Zijn er dan ook nog dingen waar mannen minder goed op reageren? Toch wel. Bij hen wordt iets vaker een huisstofmijtallergie vastgesteld. Bij twintigers en zestigplussers is het verschil het grootst.

Er zal nog veel meer onderzoek nodig zijn om een beter beeld te krijgen waarom de ene persoon allergisch reageert en de ander niet. Er zijn theorieën die stellen dat borstvoeding een rol speelt, andere gaan juist weer uit van erfelijkheid of van de mate van hygiëne. De verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen verband houden met het verschil aan blootstelling (zoals met kruidenallergie en nikkelallergie), met hormonen (testosteron bij mannen versus schommelende hormoonbalans bij vrouwen) en met verschillen in het immuunsysteem. Onderzoekers zien namelijk steeds duidelijker verschillen tussen hoe het vrouwelijk immuunsysteem anders reageert, bijvoorbeeld op infecties of vaccinaties. Waarom? Dat blijft voorlopig nog een groot mysterie…

voor meer artikelen klik hier