Re:Aan mijn lijf geen polonaise
Home › Forums › Orgaantransplantaties › Aan mijn lijf geen polonaise › Re:Aan mijn lijf geen polonaise
Tja, ik wil de laatste zijn om te komma-en, maar Sjarel maakt hier toch wel wat erg grote stappen mijnsinziens. Zullen we ze efkes gekscherend ‘deductiesprongen’:lol: noemen om maar eens dezelfde soort retoriek te hanteren als Henri/Sjarel. Ik zit dan toch nog met wat vragen.
In antwoord op mijn vraag met betrekking waarop je de quantumtheorie inzet vraag ik me ten eerste toch af of je niet wat al te makkelijk de stap maakt van een waarnemer en waargenomene die een wezenlijk onderdeel van de theorie zelf uitmaken naar het waarnemen met betrekking tot de verschaffing van toegang tot het onderzoeksobject?
Bij gebrek aan meer uitleg ga ik er even van uit dat dit die verbinding zou moeten maken:
“Wetenschappers ontdekten dat ze invloed hadden op hetgeen ze waarnamen. Het object van hun waarneming ging zich plots subjectief gedragen, werd zowel golf als deeltje, of was dat misschien al. Dat betekende dat de waarnemer niet langer onbetrokken waarnemer was of is, maar actief deelgenoot in een nieuw proces. Dus het driedimensionale werd opeens vierdimensioneel. En de waarnemer kon nooit meer beweren objectief te zijn, omdat zijn aanwezigheid als subjectieve persoonlijkheid het gebeuren beïnvloedde. ”
Ik ben zeer benieuwd naar ziggurats reflectie hierop. Maar mij dunkt ondanks mijn beperkte kennis over het onderwerp dat je hier toch spreekwoordelijke en natuurlijke dimensies inwisselbaar inzet. Daarnaast heb ik het idee dat je nogal generaliserend te werk gaat in je benoeming van de wetenschapper als actief onderdeel van het proces. Dat je in de quantummechanica tegen het probleem aanloopt dat je door pogingen om aspecten van deeltjes te meten diezelfde aspecten beinvloedt, wil mijnsinziens nog niet zeggen dat het hele idee van experimenteren dmv herhaalbaarheid, geisoleerde velden en verwisselbare subjecten gereduceerd kan worden tot dezelfde onzekerheden waar je tegenaanloopt bij theorien die niet te falcificeren zijn. Daarnaast doet het mij vanuit de andere hoek bekeken zelfs een tikje scientistisch aan. Alsof non-empirische theorien geen eigen intrinsieke interesses/belangen met zich meebrengen.
Zoals je psychoanalyticus Jung erbij haalt (weer een nieuw wetenschapsveld) maakt er nog een grotere collage van.Zo kunnen we wel door blijven gaan, bijvoorbeld door plato’s reeds bestaande wereld van de concepten of heideggers aarde ertegeaan te gooien en beweren dat die schoonheid van de natuur alleen zo mooi is omdat dat de manier is waarop wij ze waarnemen. En zo het cirkeltje wel compleet maar niet passend maken door te zeggen dat de concepten altijd al bestaan hebben voordat wij ze benoemd hebben. Persoonlijk vind ik dat niet meer echt productief maar afijn, ieder zijn eigen meug.
En dan de volgende quotes:
“Wat je vervolgens ziet gebeuren is het volgende. Het verband eenmaal gelegd schiet een deel van de mensen die reageren in de stress, en ontkent het bestaan van een ziel, of koppelt de ziel helemaal los van het lichaam. Doet er verder ook niet toe, maar de ziel is aanwezig in de discussie, en dat is toch wat Henri heeft willen bereiken, neem ik aan.”
Wat je nu doet is volgens mij wat iemand hier zou noemen, de wereld op zijn kop zetten. Volgens mij stonden de meningen van mensen die de ziel ‘loskoppelen’ van het lichaam of het bestaan een ziel ontkennen reeds vast voor henri’s opgegoooide balletje. Ook een beetje vreemd om te beweren dat mensen hun mening zouden vormen nadat ze in een gesuggereerde stress zouden raken. Als er al mensen in de stress raakten,
(ik weet dat niet aangezien ik niet over telepatische gaven beschik, noch dat uit hun posts kon deduceren, maar afijn) zou je toch mogen geloven dat de enige, aldanniet onbehoorlijke, reden daarvoor zou kunnen zijn dat ze geconfronteerd zouden worden met iets dat hun mening in het geding brengt. Dan heb ik persoonlijk denk ik toch een iets hogere pet op van de gemiddelde poster. En misschien geloof ik daarnaast ook nog iets minder stevig in de mate waarin Henri’s suggestie de ideen van anderen in het geding brengt.
Ik verbaas me wel weer in de mate waarin je je opstelt als autoriteit op het gebied van: ‘wat henri bedoelt’. (Je gaat daarin voor de tweede keer namelijk echt verder dan slechts jouw lezing van zijn tekst te benoemen). Aan de andere kant lijk je het wel bij het juiste eind te hebben want henri maakt er zeker geen bezwaar tegen. Dus wellicht ben je goed in het lezen van de bedoelingen en/of doelen van mensen. Of van specifiek henri.
“BDE’s zijn daarom zo belangrijk omdat ze het bestaan van een onsterfelijke ziel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aantonen (dus niet ,,bewijzen”).”
Bewijzen en aantonen verhouden zich tot elkaar als synoniemen. Slechts met betrekking tot andere contexten dekken ze allebei nog een andere lading. Zo kan iemand zich bijvoorbeeld bewijzen, maar zich niet aantonen (of daar zou in elk geval zeker niet hetzelfde mee bedoeld worden). En het zinsdeel ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ is mijnsinziens toch echt behoorlijk tendensieus. Daar lijkt meer het eigen paradigma (misschien niet helemaal het juiste woord met betrekking tot het onderwerp, maar vooruit) van waaruit je redeneert naar voren te komen dan de gesuggereerde ‘aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid’ waar je over hebt. Net zoals uit de volgende opmerking:
“Het staat me echter tegen dat mensen, met name wetenschappers, in toenemende mate god gaan spelen, zoals nu gebeurt. Maar dat terzijde.”
Het is jouw ‘paradigma’ dat in eerste instantie al bepaalde handelingen indeelt als zijnde in het ‘gebied van god’ waar wij als mensen vanaf zouden moeten blijven of in het gebied waar wij nietige mensen wel aan zouden mogen prutsen. Door mensen vooraf aan te vallen met het idee dat ze zich richting een gebied zouden begeven waar ze van af zouden moeten blijven kan net zo makkelijk omgedraaid worden. Oftwel wie ben jij om vanuit een religieuze gedachte te bepalen dat de mensheid zich niet bezig hoort te houden met bepaalde zaken?
Wel moet ik u geven dat ge heel creatief bent in het leggen van verbindingen tussen wat ik ervaar als nogal divergente onderzoeksvelden. Persoonlijk vind ik daar meer retorische dan tehroetische kracht van uit gaan, maar dat maakt het niet minder knap. Dus chapeau Sjarel!