Fitte mensen hebben minder kans op overlijden

 

Achtduizend zitdoden per jaar. Dat schrikbarende aantal moet omlaag, vindt hoogleraar fysiologie Maria Hopman. En dat kan maar op één manier: meer bewegen.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim achtduizend mensen aan de gevolgen van inactiviteit, ofwel: aan te weinig bewegen. ‘Zitdoden’, noemt Maria Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud, deze onfortuinlijke mensen. De afgelopen twintig jaar deed Hopman onderzoek naar de relatie tussen inactiviteit en chronische ziekten, met in het bijzonder hart- en vaatziekten. Tijdens de Nacht van de Gezondheid op 7 juni jl, georganiseerd door gezondheidsblad GezondNu, deelde ze haar bevindingen.

 

Om te beginnen: voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten. ‘Het aantal patiënten met hart- en vaatziekten daalt niet, ondanks betere medicatie en meer kennis en voorlichting. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat wij massaal te weinig bewegen. Meer dan dertig chronische ziektes zijn te relateren aan een te grote inactiviteit.’

Een belangrijk gevolg van te weinig bewegen is dat mensen te dik worden. ‘Vooral een dikke buik vormt een groot risico. Er is een direct verband tussen de buikomvang en chronische ziektes. Dat komt doordat vetcellen heel actief zijn en allerlei stofjes produceren. Zoals cytokines – stofjes die ons immuunsysteem reguleren – en hormonen. Deze stofjes spelen ook een rol bij het ontstaan van suikerziekte .

 

Toch is overgewicht niet het meest bepalend: onvoldoende fitheid vormt een nog groter risico voor hart en vaten. ‘In Amerikaans onderzoek, de Cooper Clinic, is een groep mensen jarenlang gevolgd. Daaruit blijkt dat niet fitte, slanke mensen meer ziek zijn en eerder sterven dan fitte mensen met overgewicht.’

 

Bewegen, bewegen, bewegen, is het adagium. Volwassenen een half uur per dag, kinderen een uur. ‘Meer dan de helft van de Nederlanders haalt dat niet. Als je alle voordelen van lichaamsbeweging in een pilletje zou stoppen, was dit waarschijnlijk het beste medicijn ter wereld.’  Volgens Hopman hoef je echt niet in een strak pakje naar een fitnessclub. ‘Juist de activiteiten in het dagelijkse leven zijn belangrijk. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van een lift. Traplopen is heel goed voor je gezondheid, want het prikkelt het hart en de longen en is goed voor de spierkracht. Reis je met een bus, stap dan een halte eerder uit. En plan op het werk afspraken met collega’s bij hen in, in plaats van in het eigen kantoor.’

 

Hartpatiënt bedwingt Alpe d’Huez

 

Twee keer bedwong hij in juni met de fiets de Alpe d’Huez. En hij haalde daarmee bijna 5.000 euro op voor het Koningin Wilhelmina Fonds. Hartpatiënt Stefan Teunis uit Oldenzaal liet zich ondanks tegenslag en verdriet niet uit het veld slaan.

 

Teunis was een van de velen die de berg beklommen. Hij deed zodoende mee aan het gevecht voor de overwinning op kanker. Zo’n 8000 mensen beklommen op woensdag 6 en donderdag 7 juni de majestueuze berg in het Franse Alpenland.

 

Deze massale sponsoractie Alpe d’HuZes 2012 heeft rond de 30 miljoen euro opgebracht. Hiermee is de opbrengst van 2011, bijna 21 miljoen euro met 4300 deelnemers, ruimschoots overtroffen.

 

‘In november besloot ik mee te doen aan de beklimming’, vertelt Stefan. ‘Tijd zat om je voor te bereiden, zou je zeggen. Toch heb ik maar twee maanden kunnen trainen. Mede daardoor was de beklimming een grote opgave voor mij.’

 

‘Alpe d’Huzes is opgezet met als doel de onmacht die door kanker ontstaat om te zetten in kracht. Ik besloot om mee te doen, want mijn moeder lijdt aan kanker, en ook in mijn zakelijke omgeving hebben mensen deze ziekte.’

 

Het was geen eenvoudig besluit dat hij in november nam. Een half jaar eerder, in april 2011, onderging Stefan wegens een aangeboren hartafwijking een hartoperatie. Daarbij werd een hartklep vervangen en een stent geplaatst in zijn longslagader. ‘Ik heb de afgelopen dertig jaar maar één long kunnen gebruiken. De stent was een oplossing, waardoor ik beide longen weer volledig zou kunnen benutten. Maar de stent werd niet goed geplaatst of is verschoven. Daardoor is de vernauwing in de longslagader weer terug. Met als gevolg dat ik 80 procent van een van de longen niet kan gebruiken. Dat betekende tijdens de beklimming dat de spieren onvoldoende zuurstof kregen en snel verzuurd raakten. Dat was een tegenslag, ik had gerekend op meer lucht tijdens de klim.’ De berg telt 21 haarspeldbochten. De klim tussen die bochten is het zwaarst. Maar het zware ademhalen was niet de enige tegenslag voor Stefan.

 

Stefan heeft slechts twee maanden kunnen trainen. Hij had een langere trainingsduur voorgenomen. Maar het noodlot achtervolgde hem. In januari kon Stefan niet trainen wegens een ontsteking in zijn lies. Begin februari kreeg zijn vader te horen dat hij longkanker had. Enkele weken later, op 29 februari, overleed zijn vader na een kort ziekbed. ‘Vervolgens moest ik mijn moeder ontlasten met de administratieve rompslomp. Bij mijn moeder werd vorig jaar borstkanker geconstateerd. Dat was ook de reden om mee te doen met de klim. Toen ik dat besluit nam, wist ik natuurlijk niet van de ziekte van mijn vader. Het verwerken van zijn overlijden bleek een zware emotionele belasting te zijn tijdens de fietstocht op de Alpe d’Huez. Tijdens de tocht naar boven had ik als gevolg daarvan hele zware momenten!’

 

‘Ik had me voorgenomen de Alpe d’Huez zes keer te beklimmen. Op zondag 3 juni ben ik de berg op gefietst om te oefenen. Alles ging prima, ik had een cadans van 60, een hartslag van 161. Maar de klim ging niet met twee vingers in de neus. En dus besloot ik mijn doel naar beneden bij te stellen, de berg geen zes, maar drie keer te beklimmen.’

 

‘Op donderdag 7 juni was de grote dag. Om 6.45 uur sprong ik op mijn fiets voor mijn Alpe d’Huzes. Halverwege begaf de batterij van mijn fietscomputer het. Daardoor wist ik niet meer hoe snel ik fietste en wat mijn cadans is. Vervelend want daar had ik op getraind. Gelukkig werkte de hartslagmeter nog. Niet lullen, Teunis, dacht ik bij mezelf, beenstukken omlaag, jasje uit en knallen maar. Ik mikte op drie beklimmingen. Eerst twee achter elkaar, dan uitrusten en ’s middags de derde.’

 

‘De bochten bleken zwaarder dan tijdens het oefentochtje de zondag ervoor. Ik ben gestopt om te checken of mijn remmen soms vastliepen want ik kwam steeds langzamer vooruit. Vlakbij de top stonden mijn vriendin Arnelien, mijn vrienden Mark, Anja en Lotte me op te wachten voor een figuurlijk steuntje in de rug. Ik haalde de top in twee uur. Na de afdaling even stoppen voor wat eten en tien minuten later trapte ik alweer op de pedalen voor de tweede beklimming.’

 

‘Na de derde bocht kwam ik achter een groep langzame fietsers te zitten. Ik werd gedwongen daar achter te blijven hangen. Dat kostte me veel energie, en dus stopte ik even. Dat bleek een foute beslissing, want de vermoeidheid sloeg me vol in de benen! Ik had veel last van de zon, het was meer dan 30 oC. Vanaf bocht dertien was mijn lichaam er helemaal doorheen. Mijn hartslag wilde maar niet dalen, ook al stopte ik onderweg. Voor mij als hartpatiënt geen goed teken. Ik werd licht in mijn hoofd en mijn benen waren als gelei. Doorzetten, dacht ik, maar het werd een drama. Ik besloot van de derde klim af te zien. Ik wilde mezelf niet de vernieling in fietsen. Ik was lichamelijk gesloopt, had geen energie meer. Bovendien speelde het verlies van mijn vader steeds door mijn hoofd. Ik zette alles op alles om althans de tweede klim tot een goed einde te brengen. Na een behulpzaam duwtje in de rug ging het de laatste kilometers wat beter. Gelukkig stonden mensen me langs de kant aan te moedigen om door te gaan. Dat gaf mijn benen vleugels! Ik genoot van de zegetocht over de finish. Na twee uur en twintig minuten fietsen stapte ik geëmotioneerd af, nam het applaus in ontvangst en bleef zitten met een dubbel gevoel. Ik was teleurgesteld dat ik geen drie klimmen heb gemaakt, maar tegelijkertijd trots dat ik de berg twee maal bedwongen had. De rest van de dag heb ik aan de kant gestaan om de anderen aan te moedigen. Want ik weet hoe belangrijk dat is. En ’s avonds hebben we na weken zonder patat of junkfood een heerlijk hamburgermenu besteld met een dubbele portie friet. Beviel prima!’

 

Eind juni werd Stefan opnieuw geopereerd aan zijn longslagader. Er werd een nieuwe stent ingebracht om de vernauwing op te heffen. Zodat Stefan bij een volgend fietsavontuur meer lucht heeft!

 

 

door: Henri Haenen, fotografie aangeleverd door: Stefan Teunis

 

‘Yoga is niet zweverig’

 

Yoga helpt ontspannen, verlaagt de bloeddruk en verlicht hartklachten. Bovendien is het voor hartpatiënten een verantwoorde manier van bewegen. De ervaren yogadocenten Annemieke Post en Pascal Poell over de voordelen van yoga voor hartpatiënten.

Het regelmatig beoefenen van yoga is gunstig bij een hoge bloeddruk, zo concluderen Amerikaanse deskundigen na bestudering van twaalf studies naar de effecten van yoga. Uit ander Amerikaans onderzoek blijkt dat hartpatiënten die een yogaprogramma volgden minder klachten hadden dan de controlegroep, die alleen medicijnen kreeg.

 

De ervaren yogadocenten Annemieke Post (71) en Pascal Poell (45) kijken er niet van op. Met respectievelijk ruim veertig en dertig jaar ervaring, weten ze als geen ander wat yoga kan betekenen voor lichaam en geest. Beiden beoefenen de uit India afkomstige Iyengar-yoga. Hierbij ligt de nadruk op het ontwikkelen van kracht, uithoudingsvermogen en een correcte lichaamshouding. Pascal: ‘Het zorgt voor meer lenigheid en een diepere ontspanning. Maar ook tot een groter zelfvertrouwen. Dat is bijvoorbeeld prettig als je na een hartinfarct kampt met angstklachten. Je gaat minder ‘in je hoofd’ zitten en dat leidt je aandacht af van de angsten.’

 

Daarnaast biedt yoga een manier van bewegen die mensen met hartklachten prima aankunnen. ‘Bij sporten als joggen of tennis kunnen patiënten last krijgen van bijvoorbeeld kortademigheid of pijn op de borst. Yoga-oefeningen voer je heel gedoseerd en beheerst uit, waardoor je die klachten beperkt.’

 

Wel is het, zeker voor hartpatiënten, belangrijk dat zij zich laten begeleiden door een ervaren docent, die van yoga echt z’n vak heeft gemaakt, benadrukt Annemieke. ‘Bij een gedegen yoga-opleiding ligt een zwaar accent op kennis van anatomie en fysiologie. Een beginnende docent heeft vaak onvoldoende ervaring om daar goed inzicht in te hebben. ’

 

Zo zijn bepaalde yoga-oefeningen niet geschikt voor hartpatiënten, vooral als ze net beginnen met yoga. ‘Ik adviseer om oefeningen waarbij het lichaam ondersteboven staat over te slaan’, zegt Pascal. ‘Net als oefeningen waarbij je de armen ver boven het hoofd strekt. Na verloop van tijd kun je die vaak wel in liggende houding doen.’

 

Zowel Annemieke als Pascal bieden speciale medische lessen aan, voor mensen met lichamelijke klachten. Annemieke: ‘Een verschil met gewone lessen is dat je bijvoorbeeld wat meer liggende oefeningen doet, of meer gebruik maakt van ondersteuning van hulpmiddelen of de muur. Ook is er uitgebreidere  aandacht voor de individuele leerling. Is iemand bijvoorbeeld net geopereerd, dan geef je als docent aangepaste oefeningen.’

Zweverig is yoga allerminst, daar zijn beiden het met klem over eens. ‘Yoga is juist anti-zweverig, het zorgt er voor dat je beter kunt aarden.’

 

 

Ook yoga proberen?

Kijk voor een ‘voorproefje’ op Hartpatienten.nl. Bij de meeste yogascholen kunt u vrijblijvend een proefles volgen. Een gekwalificeerde yogaleraar vindt u onder meer op www.iyengaryoga.nl.

door: Heidi Klijsen

Pfff, wèg met de stress… Nu DE LENTE lonkt!

 

ROERMOND – Eurocrisis, noodfonds, reddingspakket, recessie, omvallende banken, toenemende werkloosheid…

Begrippen als deze staan inmiddels bij velen model voor een soort maatschappelijke moedeloosheid. Het is zoiets als krampachtig op je tenen achteruit lopen. Een situatie, die we in onze hoogconjunctuur van de afgelopen decennia niet echt gewend meer waren.

 

Het week in week uit, soms dagelijks, via de nieuwskanalen worden geconfronteerd met sombere berichten van de euromarkt, blijkt veel stress te veroorzaken bij mensen. Dat signaleren psychologen inmiddels in hun dagelijkse praktijk.

 

Heb ik straks nog wel werk? Of word ik vervroegd de laan uitgestuurd? Hoe is
mijn financiële situatie? Wat blijft er over van mijn pensioen…? Hoe en waarop moet ik besparen? Kan ik in mijn koophuis blijven wonen? Of, hoe betaal ik de huur?

 

Wèg is de relatieve ontspanning. Verdreven door de spanning. Negatieve stress dus. Vooral als die lang aanhoudt blijkt het een opmaat naar allerlei gezondheidsellende, zoals bijvoorbeeld overspannenheid, burn-out, bloeddrukproblemen en hartklachten.

Maar gelukkig – even een rustmomentje in dit verhaal – er is een niet te beïnvloeden lichtpuntje: de Lente komt eraan! Het Voorjaar lonkt.

Beter weer, een vrolijker zicht op de omgeving, meer mogelijkheden om naar buiten te gaan. Krokussen en narcissen in de verschraalde bloemperken, ontluikende bloesem aan de bomen, de eerste jonge dieren dartelen in de wei. Het klinkt wel erg clichématig, maar velen zien inmiddels verlangend uit naar dergelijke, bijna banale zekerheden. Wij hebben zo’n periode met enig perspectief nodig. Het begin van ontkiemend leven revitaliseert ons en versterkt ons immuunsysteem.

 

Het is welhaast hunkeren naar enig optimisme. ‘Met korte perioden van stress kunnen we nog wel omgaan, maar langdurige stress, zoals aanhoudende economische malheur, kan ernstige gezondheidsproblemen met zich meebrengen, bevestigt de vooraanstaande Britse gezondheidspsycholoog professor Gary Cooper.

 

Ongezonde stress wordt de laatste jaren steeds vaker waargenomen bij werknemers. ‘Logisch!’, vindt Cooper. ‘Aangezien we in een economische recessie zitten, hebben werknemers minder werkzekerheid’, stelt hij. ‘Stress is voor de 21ste eeuw het equivalent van de Zwarte Dood’, zoals de pestplaag die zo’n 700 jaar geleden door Europa raasde en miljoenen trof, werd genoemd.

 

De afgelopen jaren blijkt in Groot-Brittannië het gebruik van antidepressiva met maar liefst 28 procent toegenomen, meldt de Nederlandse GGZ op zijn site ggznieuws.nl . Volgens de Britse depressievereniging is de toename te wijten aan de economische problemen van de voorbije tijd.

 

Voor daar en hier geldt: dat aangekondigde lentezonnetje hebben velen dan ook nodig. De dip van de wintermaanden lijkt te verdwijnen, zodra de eerste zonnestralen door het wolkendek breken. De werkelijke problemen zijn natuurlijk niet weg. Toch maakt het voorjaarszonnetje een mens zichtbaar positiever, het is goed voor het geheugen, stimuleert de creativiteit en ontlast de druk op het hart, blijkt uit Amerikaans onderzoek.

 

Een Nederlands onderzoek toont aan dat 64 procent van de mensen zich zorgelozer voelt wanneer het weer na de winter verbetert. Er valt ons bijna letterlijk een last van het hart. Bijna zeven van de tien Nederlanders genieten van de eerste zonnestralen het liefst in eigen tuin of op een terras. De lente begint volgens 63 procent pas echt wanneer de dagen lengen.

 

De Amerikaanse psycholoog professor Matthew Keller van de Universiteit van Colorado stelt dat een mens het beste dagelijks ten minste een half uur buiten kan doorbrengen om zijn humeur na de winterstop weer op te kalefateren. De wetenschapper zegt dat het humeur negatief wordt beïnvloed wanneer iemand te veel uren binnenshuis doorbrengt terwijl het buiten mooi weer is.

 

Perspectief wordt dus gevonden in het naar buiten gaan, de stad in, de natuur in. Wandelend – heel goed voor de algehele conditie – of fietsend.

 

Fietsen blijkt volgens onderzoekers gezonder dan gedacht. Het werkt ter voorkoming van ziekten als diabetes en hart- en vaataandoeningen, en het remt de ontwikkeling van reeds begonnen ziekteprocessen. Nu het voorjaar gloort is er dus alle reden om te gaan fietsen. Aldus dokter Annabelle Slingerland van het Leids Universitair Medisch Centrum in het AD.

 

Regelmatig fietsen verbetert de samenstelling van het bloed en de stroming ervan, stelt Annabelle, naar eigen zeggen een fietsfanaat. ‘Het  is ook goed voor de flexibiliteit van de bloedvaten en de toestand van de vaatwanden. Door beweging worden afvalstoffen beter afgevoerd en neemt de kans op dichtslibbende vaten af. Een half uur fietsen per dag is voldoende, maar als de vaatwanden al zijn aangetast, is het beter elke dag een uur te fietsen.’

 

[ Voorjaarszonnetje ontlast de druk op het hart ]

 

Hartgenoot Bianca: Wennen aan hartpatiënt zijn

 

Ze was 37 jaar toen ze – naar maanden later bleek – een hartinfarct kreeg. Nog steeds moet Bianca er aan wennen om hartpatiënt te ‘zijn’. ‘Er zou veel meer gedaan moeten worden aan de begeleiding van hartpatiënten’, vindt ze. ‘Om terugval in oude levenspatronen te voorkomen. Hartgenoten.nl heeft me laten zien hoe belangrijk langdurige begeleiding en revalidatie zijn voor inzicht in je levenspatroon rond hartfalen.’

 

Het begon op een maandagochtend in september van 2010, toen Bianca de huisarts belde. ‘Het hele weekend ervoor voelde ik me regelmatig heel raar en duizelig worden, voor ik het werkelijk doorhad’ vertelt Bianca Wilting. ‘Ik was niet bang en dacht al helemaal niet aan een infarct, pas zaterdagnacht toen ik er wakker van schrok en het nu ook pijn deed. Wéér die zware arm, pijn in mijn polsen alsof iemand de aderen dichtkneep, die druk midden op mijn borst en mijn hart bonsde in mijn keel. En toen was het weer voor even weg.’

 

‘Zondag ben ik gewoon mijn gang gegaan ik ben zelfs nog naar een feestje geweest. Uiteindelijk heb ik mijn moeder toch maar verteld dat ik me soms echt niet goed voelde. Zij drukte me op het hart, dat ik de dokter moest bellen.’

 

‘Zo gezegd, zo gedaan. Maar de assistente die maandag de telefoon opnam, zei enkele in mijn ogen vreemde dingen. Ik hoefde niet zelf te komen, de dokter kwam naar mij. Binnen een kwartier belde de huisarts bij me aan, onderzocht me en vertelde me dat dit de syptomen van een hartinfarct waren. Lachend heb ik alles beleefd, een ambulance? Voor mij? Mijn hart? Maar na de onderzoeken en een scan in het Canisiusziekenhuis in Nijmegen bleek dat ik een ernstige vernauwing in de kransslagader had. De dag erop werd ik gedotterd en kreeg ik een stent. Zeven dagen ziekenhuisopname!’

 

‘Dat vat je gewoon niet, opeens lig je op de hartbewaking, drie, vier dagen lang’, toont Bianca zich nog steeds verbaasd. ‘Ik wist wel dat er iets niet goed zat. Maar toch viel het kwartje niet.’

 

‘Op de hartbewaking stond ik met al mijn snoeren naast mijn bed, ik hielp andere patiënten op de gewone afdeling. Eenmaal thuis dacht ik alles weer op te kunnen pakken, huishouden, hond Nikey uitlaten, mijn ding doen. Ik had ‘iets’ gehad en na alle aandacht moest het wel weer goed zijn. Dat viel me zwaar op mijn dak.’

 

Na enkele weken ging de revalidatie van start. Dat behelsde tweemaal per week sport en spel op de cardiologie-fysio. ‘Daar ging ik met plezier heen’, herinnert Bianca zich. ‘Ik was de jongste en de enige vrouw. Op één ander na was iedereen boven de 50. Wat hebben we daar een lol gehad! Het leek wel of ons kwajongensgedrag weer boven kwam. Ik kwam daar helemaal los, het klikte daar echt tussen mij en de anderen, het contact was prima en ik kwam er vol goede moed vandaan.’

 

‘Na wat weken volgde een gesprek over mijn conditie en die was flink verbeterd. Dat gesprek liep af met een domper: mijn begeleidsters vonden het niet nodig mij door te sturen naar een vervolggroep. That’s it!’

 

‘Dat is nou waar ik moeite mee heb. Voor je hart gá je, maar de stap naar een sportschool of club is mij te groot. Ik had ook thuis-werk-schema’s mee kunnen krijgen en controles in conditieverbetering. Of het inzicht in het belang van contact met lotgenoten. Dat heb ik allemaal zelf uitgezocht. Goddank ben ik zodoende op Hartgenoten.nl terecht gekomen. Vergeleken met wat ik daar allemaal lees, is mijn stentje niets. Hartpatiënten in het algemeen hebben zeker een intensievere begeleiding nodig dan een paar maanden, is mijn conclusie.’

 

‘Na maanden kwam ik voor het eerst bij de cardioloog op bezoek. Die vertelde mij even tussen neus en lippen door dat ik een infarct had gehad – iets wat de cardioloog mij nog niet eerder verteld had. Ook wist hij mij te vertellen, dat vrouwen met hartfalen meestal met vage klachten aankomen. Dubbel beduusd ging ik er vandaan. Nu heb ik een andere cardioloog, die mij serieus neemt en de tijd neemt voor zijn patiënten. Komende echo zal uitwijzen of mijn hart is beschadigd. Had ik mezelf serieuzer genomen als ik had geweten dat ik een infarct had gehad?’

 

‘Mijn levenservaring vertelt mij, dat bij elke diagnose tijd nodig is, van herkennen tot erkennen, accepteren, leren en begrijpen. En wel zo lang tot je een manier vindt om er in liefde voor jezelf mee te leven. Begeleiding is nou juist hartstikke belangrijk hierbij. Maar gelukkig voor mij ontmoette ik mijn David, drie maanden na mijn infarct. Sindsdien delen en leven wij samen. Dit nieuwe leven is mijn revalidatie!’

fotografie: Anthoney Fairley

Artsen waarschuwen steeds vaker voor sportstress

 

‘Tegengoal of verlies slecht voor het hart’

 

ROERMOND – Dat sport gezond is, was heel lang een onomstreden pleidooi. Voor de actieve sportbeoefening geldt deze aanbeveling nog steeds! Bewegen – individueel of in groepsverband – strekt tot aanbeveling. ’Het is goed voor lichaam en geest en een sociale verrijking.’

 

De medische wereld plaatst internationaal echter steeds meer kanttekeningen bij de gezondheidseffecten van sport. Vooral de passieve sportbeoefening moet het steeds nadrukkelijker ontgelden. Het thuis met nootjes of chips op de bank sporttelevisie kijken, of in het stadion of langs de sportvelden aanwezig zijn wanneer de wedstrijd zich ontrolt, kan grote consequenties hebben voor bloeddruk en hart, waarschuwen artsen.

 

Een wetenschapper: ‘We zijn er altijd van uitgegaan dat letsel kan ontstaan door actieve sportbeoefening. Ook, maar niet alleen! Door naar sport te kijken gebeurt er soms iets in de hersenen dat het lichaam kan schaden.’

Of zoals de Nederlandse hersenwetenschapper prof. dr. D. Swaab eerder verklaarde: ‘Door te denken aan een overwinning voor Oranje, maken de hersenen van velen de stof dopamine aan. Dit stimuleert het beloningscentrum in de hersenen. Scoort Nederland, dan heeft de dopamine die vrijkomt bij een voetbalfan een vergelijkbaar effect als een shot heroïne. Echter, denken aan een tegengoal of verlies veroorzaakt stress.’

 

Niet zelden ervaren fanatieke sportliefhebbers bij forse opwinding duizeligheid, maagpijn, hoofdpijn, misselijkheid, zijn ze lichtgeraakt of ontstaan er hartkloppingen. Er zijn voetbalfans die het heetst van de strijd mijden en een blokje omlopen tijdens de wedstrijd. Om enigszins tot rust te komen…

 

Al in 1999 vroeg de Zuid-Afrikaanse arts Jon Patricios, president van de SA Sports Medicine Association aandacht voor de stressfactor die sport kan zijn voor het hart.

 

Tijdens het WK Voetbal in 2006 stelde de Duitse prof. Gerhard Steinbeck vast dat tv-kijkende mannen op de dagen dat hun team speelde drie keer zoveel risico liepen op een hartaanval dan gewoonlijk. Steinbeck, deskundig op het terrein van de elektrofysiologie van het hart en verbonden aan de Ludwig Maximilians Universität in München, hield 4.000 mannen tegen het licht om de relatie tussen hartproblemen en voetbalspanning te meten.

 

De meeste noodgevallen traden enige uren na de start van een voetbalwedstrijd op. Volgens de onderzoekers lopen vooral mannen risico die al gevoelig zijn voor hartkwalen. Bij zes van de zeven wedstrijden van het Duitse elftal bleek het aantal Duitsers dat zich met hartproblemen meldde danig toe te nemen. Vooral bij een wedstrijd die eindigde met penalty’s kwamen meer fans in het ziekenhuis terecht.

 

In gloednieuw onderzoek van de Universiteit van Southern Californië worden Steinbecks bevindingen goeddeels bevestigd. Een verloren sportwedstrijd kan hartbeschadigend of zelfs fataal uitpakken voor fans, stelt de vooraanstaande Amerikaanse cardioloog-onderzoeker dr. Robert Kloner, expert op het gebied van hoge bloeddruk en hartziekten. Hij bestudeerde de gezondheidsgevolgen van The Super Bowls uit 1980 en 1984. The Super Bowl is een jaarlijks Amerikaanse sportevenement waar miljoenen fans wekenlang van in de ban zijn.

 

De uitkomsten van Kloners onderzoek zijn ronduit zorgwekkend: verlies van hun favoriete sportploegen tijdens een belangrijke wedstrijd blijkt onder bepaalde omstandigheden een aanslag op het hart van grote groepen supporters. De kans dat mensen overlijden aan een hartziekte, ligt in de twee weken na het debacle gemiddeld 20 procent hoger dan in een stressvrije periode. Oudere supporters zijn nog slechter af: hun kans op een fatale hartaandoening loopt op met ruim 22 procent.

 

‘Artsen en patiënten zouden zich ervan bewust moeten zijn’, zegt dr. Kloner, ‘dat stressvolle sporten of spellen zo veel emoties kunnen losmaken dat zij een hartprobleem kunnen veroorzaken.’

 

Het zíjn van supporter in hart en nieren betekent veel meer dan slechts genieten van een spelletje. ‘Fans krijgen een emotionele binding met hun team,’ stelt Robert Kloner. ‘In het bijzonder voor de échte fans wordt het team onderdeel van hun familie. En als er iets naars gebeurt in de familie dan levert dat emotionele stress op.’

 

[ Patiënten en dokters moeten zich bewust zijn van ‘cardiospanning’ ]

[ Nieuw onderzoek naar gezondheidseffecten van The Super Bowl ]