Naar buiten bij koud weer: altijd sjaal om en jas aan!

Naar buiten bij koud weer: altijd sjaal om en jas aan!

 

ANTWERPEN – Het lijkt een boerenwijsheid: loop niet in je shirt de kou in. Je kunt er namelijk meer dan alleen een griepje of verkoudheid van oplopen. Het risico op een hartinfarct wordt snel groter wanneer je uit je warme huis, kantoor of winkel de koude buitenlucht in loopt. Sjaal om en jas aan, is het devies van prof. Dr. Marc Claeys uit Antwerpen.

Claeys is adjunct-diensthoofd cardiologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Hij heeft de afgelopen vier jaar een uitgebreide studie verricht onder 14.000 Belgische patiënten die in het ziekenhuis terecht kwamen met een acuut hartinfarct en daarbij een stent kregen. ‘Daarbij keken we naar welke factoren het hartinfarct hebben getriggerd’, legt Claeys uit. ‘De oorzaak is vaak aderverkalking, waardoor er een scheurtje kan ontstaan in een zwakke wand in de kranslagader, en dat kan leiden tot een hartinfarct. Maar onduidelijk was waarom en wanneer mensen zo’n scheurtje oplopen. Daarbij speelt een aantal factoren een rol, zoals stress, voeding, te veel alcohol, en mogelijk ook chronische luchtverontreiniging. Naar dat laatste zijn wij gaan kijken.’

 

‘We hebben statistische gegevens opgevraagd, en de gegevens van zo’n zeventig meetstations in België. We keken daarbij bijvoorbeeld naar fijnstof, maar ook naar de vochtigheidsgraad van de lucht, de temperatuur en zwarte rook. Daaruit concludeerden we al gauw, dat pieken in de concentraties fijnstof niet van grote invloed waren op het krijgen van een acuut myocardinfarct. Heel anders was dat bij de temperatuur! Hoe lager de temperatuur, des te meer infarcten. Hoe hoger de temperatuur, des te minder hartinfarcten. We stelden dus vast dat de belangrijkste factor bij het krijgen van een infarct de temperatuur is, veel belangrijker dan bijvoorbeeld fijnstof. Voor elke tien graden lagere temperatuur is er een relatieve risicostijging van zeven procent voor het ontwikkelen van een hartinfarct. We hebben het hier over factoren die hele bevolkingspopulaties treffen. Iedereen is immers aan temperaturen blootgesteld.’

‘Het grootste aantal infarcten vindt daarom in de winter plaats, maar we zagen ook een duidelijk verband in de herfst en het voorjaar. Dus het gaat niet om de absolute temperatuur, maar ook om relatieve temperatuursveranderingen bij het naar buiten gaan uit een warme ruimte. Om het verschil tussen binnens- en buitenshuis, kortom.’

Wat gebeurt er als je vanuit een warme ruimte een relatief koudere ruimte in wandelt? ‘De huid vangt op dat het kouder wordt. Receptoren in de huid brengen dan een cascade aan mechanismen in werking, waarbij een aantal stofjes geactiveerd wordt die aanleiding kunnen geven tot samentrekken van de bloedvaten en verhoogde klontering van het bloed. Dat voorkom je door de huid minder bloot te stellen aan relatieve koude.’

 

Het onderzoek werd gepresenteerd tijdens een groot internationaal cardiologisch congres in Amsterdam, dat plaats
vond van 31 augustus tot en met 4 september j.l. Maar Claeys wil het breder trekken. ‘De komende weken halen we er gegevens bij over infecties en griepepidemieën en van zaken als de invloed van ozon. En de daarop volgende stap is heel belangrijk: de mensen moeten het wéten. Jas aan, sjaal om, pet op!’

 

Vijf Vrijetijdsbestedingen

Vijf Vrijetijdsbestedingen

Omdat ‘ontspanning à la hartpatiënt’ meer dan geraniums kijken is

 

Je bent hartpatiënt en daarmee ‘beperkt’. Tenminste, dat roept men te pas en te onpas. Niets is minder waar! HartbrugReizen bewijst het tegendeel en brengt een reeks van bezigheden waarin dit duidelijk wordt. Per nummer een onderwerp. We steken de kop af met vijf vrijetijdsbestedingen.

 

De zomervakantie ligt achter ons en de herfst heeft zijn intrede gedaan. Met de typische Nederlandse plensbuien en frisse briesjes voor de deur hangt een depressieve bui in de lucht, maar er is meer. De natuur brengt ons gratis en voor niets levensechte schilderijen in warme tinten. Met daarnaast het aangename herfstzonnetje dat af en toe ook van zich laat zien, is het plaatje compleet. The magic words; loslaten, durven en doen!

 

  1. Wandelen in onbekend gebied

De typische wandeling is bij Jan en alleman bekend, maar in plaats van het vertrouwde rondje om het blok wagen we ons als echte avonturiers op onbekend terrein. Hoe? Lukraak een punaise aanstippen op een ouderwetse Nederlandse landkaart.

 

  1. Dagje ‘Picasso-en’

Zoek je het liever dichter bij huis? Pak de schildersezel uit de kast en laat je gaan. Is het uiteindelijk een wirwar van kleuren? Geen paniek! Jezelf creatief laten gaan zorgt voor een heldere geest en een uitgerust lichaam.

 

  1. Zen momenten

Na al dat gewandel en geschilder is het tijd voor ontspanning. De sauna laten we verstek gaan, maar een paar baantjes heen en weer trekken in het zwembad kan prima.Of wat dacht je van een exotische massage?

 

  1. Geven in plaats van nemen

Eenmaal opgefrist en opgeknapt zijn we weer in staat om ons van onze beste kant te laten zien. Vrijwilligerswerk is het ideale antwoord daarop. Inderdaad, want iets voor anderen betekenen is nog steeds mogelijk. Eveneens een goede reminder voor jezelf; je kan nog zoveel!

 

  1. Hutje op de hei

Combineer je het liefst al deze bezigheden in één? Kamperen it is! Wil je het iets minder drastisch? Kies dan voor een hutje op de hei. Onbekend, ‘Picasso-inspiratie ten over’, zen in overvloed en de plaatselijke boer zal het enorm waarderen als je even zijn bladeren aanharkt.

Helma Verhoeven: ‘Kop op en zet je schouders eronder!’

Helma Verhoeven: ‘Kop op en zet je schouders eronder!’

Je bent 48 en staat midden in het leven. Tal van dromen staan er nog op je ‘To Do-lijstje’, maar wanneer en óf je ze volbrengt is een onbeantwoorde vraag, want je bent ongeneeslijk ziek. Dit is de harde realiteit voor Helma Verhoeven. Zij vecht al haast haar hele leven tegen het Marfan1 en Ehlers-Danlos-Syndroom (EDS2) en ze heeft daarnaast epilepsie. Desalniettemin blijft ze strijden, want vechten om te leven is haar drijfveer: ‘Ik probeer er alles uit te halen wat erin zit!’

 

In de pubertijd begint Helma met dokteren. Op haar twintigste krijgt de Cuijkse te horen dat zij het Marfan syndroom heeft en kort daarna wordt ook de diagnose EDS gesteld. Tevens twee zusteraandoeningen van elkaar: ‘Epilepsie heb ik al sinds mijn vijftiende, maar met deze twee syndromen erbij vertelde een professor in het ziekenhuis dat ik ongeneeslijk ziek ben en niet oud word. Ik moest gaan genieten, want je kunt nog zo gezond willen leven, maar Marfan houdt daar geen rekening mee.’

Ondanks alle klachten die de ziektes met zich meebrengen, probeert Helma een zo normaal mogelijk leven te leiden. Voor haarzelf, maar nog meer voor haar 20-jarige dochter die ook EDS blijkt te hebben: ‘Onze ziektes hebben invloed op ons hele gezin, want wij zijn samen ziek. Het scheelt dat wij heel erg open zijn, want goed communiceren is het belangrijkste. Hiermee steunen wij elkaar elke dag en overal. Als ervaringsdeskundige kan ik haar veel bieden, maar zij is zichzelf goed bewust van het feit waar ook zij mee moet (leren) leven. Vroeger is mijn dochter veel gepest, omdat de aandoeningen niet zichtbaar zijn en zij door vermoeidheid niet altijd mee kon komen op school. Gelukkig gaat het als volwassene stukken beter.’

 

Helma vervolgt: ‘Ik probeer de eigenschap van het sterk zijn aan haar door te geven, want uit deze eigenschap kan iedereen heel veel kracht halen. Vanzelfsprekend wil ik een goed voorbeeld voor mijn dochter zijn. Naar mijn mening lukt dat aardig. Ik sta altijd positief in het leven en geniet van elke dag en dat laat ik haar al twintig jaar zien en voelen. Immers, ik weet dat het leven snel voorbij kan zijn en probeer er alles uit te halen wat erin zit. Kop op en je schouders eronder zetten; dat heb ik geleerd van mijn ouders. Je krijgt het leven niet cadeau, je moet het zelf doen. Ik geloof erg in het zelfgenezend vermogen van een mens. Je bent veel sterker dan je zelf vaak denkt!’

 

Met volle kracht vooruit

De uitgesproken woorden dat Helma ongeneeslijk ziek is, hakken er aardig in, maar desondanks heeft zij zich nooit uit het veld laten slaan: ‘In eerste instantie was ik boos en verdrietig, omdat je geen enkele regie meer denkt te hebben over je leven. Op een gegeven moment krijgt het een plaatsje en groeit het besef dat het niet anders is. Ondanks alle boosheid en verdriet kwam de strijdlust in mij weer naar boven. Gelukkig heb ik een ontzettend lieve en zorgzame man die mij hierin helpt en steunt. Wij kennen elkaar al vanaf de puberteit. Hij wist waar hij voor koos. Wij vormen samen een goed team en dat verbindt ons alleen maar meer. Ik voel me rijk, want ik heb een maatje voor het leven en samen kunnen wij de hele wereld aan. Mijn wereld is klein en bestaat niet uit alleen maar meer willen en een groot sociaal netwerk om mij heen. Het is uniek én daarmee prima voor mijn naasten en mij.’

 

Vanzelfsprekend kent ook deze levensvechtster moeilijke momenten, maar Helma laat die momenten niet haar leven bepalen: ‘Het moeilijkste aan het ziek zijn en alles wat daarbij komt kijken vind ik de eenzaamheid. Mijn wereld is beperkt als gevolg van energiegebrek, alles vooraf plannen en niet kunnen doen wat ik wil. Maar ik sleep mijzelf er altijd weer doorheen, want het ziek zijn heeft ook mijn leven ‘verrijkt’. Het heeft meer gebracht dan alleen ellende, want ik kan genieten van hele kleine momenten in het leven en vooral ook van het samen zijn. Met elkaar proberen wij zoveel mogelijk eruit te halen wat erin zit en kijken niet te ver vooruit. Wij plukken de dag en werken aan mijn ‘To Do-lijstje’, waaronder de Hellumstocht.’

 

De Hellumstocht

De Hellumstocht is een wandeltocht van tien wandeldagen vanuit Helma’s woonplaats Cuijk naar Den Haag. Een tocht van 250 kilometer waarmee zij aandacht wil vragen voor een vergeten probleem; het weigeren van mensen met hulphonden in openbare gelegenheden: ‘Aan het einde van de tocht bied ik een petitie aan, omdat dit een onderkend probleem is in heel Europa. Zeker wanneer je een niet zichtbare beperking hebt en in mijn geval Banios er niet uitziet als een alom bekende hulphond. Als ik mijn braces en spalken niet draag zie ik er niet ziek uit.  Samen vormen wij een vreemd stel en worden meestal geweigerd. Zelfs mijn officiële legitimatie neemt men niet serieus.’

 

Maar Helma doet het niet alleen voor zichzelf: ‘Ik ga overal waar ze mij toelaten in twaalf dagen officiële Europese stickers plakken zodat iedereen met een hulphond vanuit heel Europa kan zien waar zij welkom zijn met hun hond. Daarbij gaat mijn wandeltocht nog een stapje verder. Iedereen mag met mij meelopen en een bedrag doneren. Dat geld wil ik in zijn geheel schenken aan Stichting BultersMekke Assistance Dogs. Zij hebben mij geholpen om Banios op te leiden tot hulphond. Er zijn steeds meer mensen met een beperking die geen hulphond vergoed krijgen door de bezuinigingen van de zorgverzekeraars. Met de donatie kan er weer voor iemand anders een hulphond opgeleid worden door de stichting.’

 

Tijdens het drukken van deze Hartbrug-Magazine moest Helma nog aan de tocht beginnen. De Hellumstocht heeft plaatsgevonden van 31 augustus tot en met 11 september. Benieuwd naar hoe het is verlopen? Check dan haar site: www.hellumstocht.nl.

 

1Marfan syndroom: Het marfansyndroom is een aangeboren en erfelijke aandoening van het bindweefsel en kan afwijkingen aan hart, bloedvaten, ogen, skelet en longen veroorzaken.

Bron: Contactgroep Marfan Nederland.

2Ehlers-Danlos-syndroom: EDS is een zeldzame chronische ziekte met als belangrijkste kenmerk een erfelijke stoornis in de aanleg van het bindweefsel.

Bron: Vereniging van Ehlers-Danlos patiënten.

 

 

Speurtocht naar oervorm van liefdeshart

Speurtocht naar oervorm van ‘liefdeshart’

 

ROERMOND – Anatomisch beschouwd klopt er helemaal niets van: het hart in het beeldmerk van Hartpatiënten Nederland, uw belangenorganisatie voor hartaangelegenheden, lijkt nergens op.

 

Nou ja, het ziet er leuk en speels uit, in frisse kleuren – hulde aan de ontwerpers! -, maar welbeschouwd is het natuurlijk geen weergave van de werkelijkheid.

 

Het hart uit ons vignet staat ver af van het kloppend hart dat ons allen in leven houdt – zij het soms met vallen en opstaan. Het toont volkomen anders, en toch zal iedereen onmiddellijk weten waarover het gaat.

 

Een illustrator vergeleek onlangs de echte vorm van het menselijk hart met een ‘pijporgeltje of een gedeukte doedelzak. Vooral vanwege die aorta met zijn vertakkingen en de longslagader. Wel vernuftig, dat menselijk hart, maar niet gemakkelijk om te tekenen.’

 

De vorm van ons logo-hart, en dat van vele andere gestileerde harten, hebben eerder met de liefde (of met liefdesverdriet…) te maken dan met de werking van het humane hart of met ziekten en andere ellende van onze centrale bloedpomp.

 

Waar dan komt die vereenvoudigde hartvorm vandaan? Dat hart met de twee boogjes van boven, gescheiden door een inkeping, en naar beneden uitlopend in een glooiende punt. In wezen vrouwelijk gevormd, en vooral door meisjes al op heel jonge leeftijd getekend? Een vorm die ook door de commercie al sinds mensenheugenis is omarmd en overal ter wereld wordt herkend. In de vorige editie van Hartbrug-Magazine stonden wij uitvoerig stil bij de historische achtergronden van Valentijnsdag, waarin het gestileerde hart symbool staat voor deze dag van de liefde.

 

Zoekend naar de oorsprong van het ‘symboolhart’ menen sommige harthistorici dat er een zekere overeenkomst schuilt in het Egyptische hiëroglief dat voor ‘hart’ staat. In het oude Egypte was het hart van de overledene zó
belangrijk dat het als enige orgaan ín het lichaam bleef wanneer de dode werd gebalsemd. Het hart werd als deel van de ziel beschouwd. Het werd dan ook veel ‘besproken’ in de hiërogliefen.

 

 

Overigens speelt het hart ook een belangrijke rol in mythologische vertellingen uit het oude Egypte. Op een wereldberoemde papyrus-rol, beter bekend als de Papyrus van Hunefer, die vandaag de dag nog altijd wordt bewaard in het British Museum in Londen, is zichtbaar hoe het hart van de schrijver Hunefer (ca. 1300 v.Chr.) wordt gewogen met als contragewicht ‘de veder der waarheid’. Was het hart lichter dan de veer, dan oordeelden de goden dat het lichaam in het hiernamaals mocht verder leven.

Er zijn meer veronderstellingen over de herkomst van de hartvorm, die wij elke dag in ontelbare uitvoeringen tegenkomen – op tv, in kranten en tijdschriften, als icoontje tijdens het chatten via internet, op allerhande producten in zeer uiteenlopende winkels, van mode- tot souvenirshops… Dát hartje lijkt sprekend op de zaden van een geneeskrachtige plant: de Silfium, een thans uitgestorven venkelsoort die groeide in Cyrene, een kuststreek in het huidige Libië. ‘Deze plant was belangrijk als exportproduct voor Cyrene’, meldt een botanisch-historicus. ‘En de plant zelf, evenals het zaadje werden afgebeeld op munten. Het zaadje lijkt op een romantisch hartje.’

 

De Silfium of Silphium werd gebruikt als groente en als kruid, maar had volgens de Griekse historicus-geograaf Strabo ook heilzame kenmerken. Bovendien meldt de Romeinse historicus Plinius de Oudere (23 n.Chr.) in zijn geschriften dat deze venkelsoort werd gebruikt bij ongewenste zwangerschappen. Zó zou, zeggen geschiedkundigen, de link met de liefde zijn ontstaan.

 

De oude Grieken wisten veel van de anatomie van het menselijk lichaam, omdat zij het inwendige van doden grondig  bestudeerden. De Griekse filosoof en natuuronderzoeker Aristoteles (384-322 v.Chr.) was ervan overtuigd dat zich tussen de twee hartkamers een derde kamer bevond, die hij prompt ook zijn eigen naam gaf. De Grieks-Romeinse arts Claudius Galenus (geboren 131 n.Chr., gestorven tussen 201 en 216 n.Chr.) weersprak dit echter later met zijn waarnemingen. Volgens Galenus, die een belangrijke rol zou spelen in de ontwikkeling van de westerse geneeskunst, waren er hooguit twee kamers. Evenwel bevatte de rechterkamer een extra holte, de zogenoemde ‘fovea’.

 

Speurend in de tijd naar de herkomst van de gestileerde hartvorm worden de sporen het duidelijkst in de veertiende eeuw. Vanaf 1320 wordt het hart steeds vaker afgebeeld, zoals wij het vandaag nog kennen: als symbool van de liefde (‘love’), als teken van verliefdheid en romantiek, als uiting van iets liefs, iets aandoenlijks…

 Lilian: ‘Ik hou te veel van het leven om op te geven’

Twee kleine ‘onderkruipsels’ zoals de Almeerse Lilian Gerrissen haar hondjes noemt, lopen vrolijk rond in de kamer. Af en toe laten zij hun kleine lichaam tegen je been aan rusten, net zoals de kat. Buiten sneeuwt het, maar binnen hangt een warme sfeer. Lilian kijkt op en lacht. Zij houdt intens van haar dieren, maar nog meer van het leven én daarom blijft de 54-jarige hartpatiënte na veel operaties en tegenslagen lachen. Het leven is haar dierbaar.

Lilian wordt geboren als hartpatiënt. Als ze acht maanden oud is, ontdekt haar toenmalige huisarts een aangeboren hartafwijking; het Atrium Septum Defect (ASD)1 . Op haar twaalfde volgt een openhartoperatie om het gat te sluiten, maar complicaties blijven niet uit: ‘Tijdens de operatie ben ik bijna overleden. Dat heb ik als kind heel bewust gevoeld en dat vergeet ik nooit. Diezelfde dag ben ik weer opengemaakt, want ik had een embolie. Na de operatie bleef er een klein lekje over, maar al met al is de operatie voor die tijd, goed geslaagd.’

De mentale klap

Sindsdien is het ziekenhuis een vertrouwd begrip in het leven van Lilian. Ziekenhuis in, ziekenhuis uit; het hoort bij het dagelijks leven. Ondertussen gaat het leven door. De puberende Lilian rondt haar school af, krijgt een vriend en trouwt. Twee kinderen volgen en het hartpatiënt zijn laat de jonge moeder op zijn beloop. Het prille geluk is van korte duur, want als ze 33 is, komt de mentale klap: ‘Ik had jarenlang gevochten en net gedaan of het goed ging, maar ik was depressief. Als je ziek bent, besef je dat je niet onsterfelijk bent.’

Lilian gaat vrij snel daarna in therapie: ‘Tijdens de therapie heb ik ontdekt dat mijn depressie met een angststoornis de som is van alle onverwerkte ellende in het ziekenhuis. Een eyeopener, want toen pas kon ik het na al die jaren gaan verwerken. In de twee maanden dat ik als kind in het ziekenhuis lag, is er alleen naar mijn lichaam gekeken. De psychische zorg voor kinderen was destijds nul. Ik had besef van de situatie, maar het besef, dat ik besef hád, kwam pas later. Als kind absorbeer je het en onderga je het; that’s it.’

Door de therapie is Lilian een heel ander mens geworden; de mens die zij nu nog steeds is: ‘Vanaf de tijd dat ik in therapie was, heb ik de bewuste keuze gemaakt om dingen te doen die ik leuk vind. Ik heb een opleiding gevolgd en werk nu al een jaar of twintig, twee dagen in de week als preventieassistente bij een grote tandartspraktijk. Maar bovenal ben ik meer van mijzelf gaan houden. Mijn man heeft daaraan moeten wennen, want sindsdien ben ik ook veel assertiever. Dit heb ik allemaal geleerd door de ellende van vroeger en uiteindelijk ben ik er beter van geworden, maar als ik het over zou moeten doen, dan liever niet zo.’

Van voor af aan

Lilian blijft in de tussentijd onder controle. Als verjaardagscadeau voor haar vijftigste verjaardag neemt Lilian’s dochter haar mee naar Barcelona. Wat begon als een leuke trip, eindigt met een nare ervaring. Lilian krijgt weer hartklachten: ‘In Barcelona voelde ik voor het eerst dat er iets veranderde. Ik was kortademig, hield vocht vast en kon niet meer rennen. Eenmaal terug heb ik gelijk actie ondernomen.’

Na onderzoek blijkt dat Lilian sinusbradycardie2 heeft: ‘Dat was echt verschrikkelijk, maar mijn cardioloog destijds wilde er niets aan doen. Dat voelde niet goed en daarom ging ik – in goed overleg met mijn cardioloog – voor een second opinion naar het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Ik vond dat mijn hart meer medische en gespecialiseerde hartzorg verdiende. De cardioloog daar heeft in 2009 gezegd dat wij niet gaan wachten tot ik alleen nog maar op de bank zit, maar dat we actie gaan ondernemen, terwijl ik nog fit ben.’

Het wachten blijkt van erg korte duur. Niet lang daarna gaat Lilian met klachten naar de eerste hulp in Almere, haar klachten worden van tafel geveegd waarna zij zich naar Amsterdam haast. Daar is zij welkom en wordt direct opgenomen. Lilian heeft nog maar escaperitmes3 van 26 slagen per minuut en sinusarresten5 van vijf seconden: ‘Mijn hart stond gewoon stil.’ Na vijf dagen verlaat ze het ziekenhuis, maar nu met een pacemaker.

Maar ook hiermee zijn Lilian’s problemen niet opgelost. Vrij snel daarna krijgt zij last van boezemfibrilleren en allerlei ritmestoornissen. Bètablokkers helpen niet. Een lange ablatie5 in 2010 volgt, maar mag ook niet baten. Na alle ingrepen duurt dit herstel lang: ‘Ik voelde me net een halve invalide.’ Ondertussen gaan Lilian’s kleppen weer lekken: ‘Na zoveel gesodemieter en gehannes was ik er heel slecht aan toe in 2011. Ik kon niet meer functioneren.’ Volgens de cardioloog past haar geest niet meer bij haar lichaam.

De geschiedenis herhaalt zich

Een cardioloog – gespecialiseerd in aangeboren hartafwijkingen – uit het Universitair Medisch Centrum in Utrecht (UMC) komt naar het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC) om Lilian te opereren. Door de tricuspidalisklep6 loopt haar pacemakerdraad, waardoor die standaard lekt. Haar Mitralisklep7 wordt gerepareerd in plaats van vervangen. Maar daarbij blijft het niet: ‘Omdat ik toch al open lag hebben ze een MAZE-ablatie8 uitgevoerd en daarnaast mijn pacemakerdraden vastgezet, want die lagen los. Eenmaal na de operatie zat ik er echt doorheen.’

Twee weken later gaat het alweer mis. Klachten spelen op en Lilian vertrekt weer naar het AMC. Ze treft een arts-assistent die haar klachten niet serieus neemt en wegschuift met: ‘Dit hoort erbij.’ Tijdens de pacemakercontrole twee dagen later in haar eigen ziekenhuis blijkt dat Lilian zes liter vocht vasthoudt. Vastberaden als zij is, zet ze door en begint tijdens haar revalidatie te trainen voor een persoonlijk doel: het hardloopevenement City Run. De doorzetster krijgt veel steun en dat doet haar goed, maar de echte adrenalinekick krijgt zij bij de finish na het renne nvan zeven kilometer.

Over de klachten tijdens de training houdt Lilian haar mond, maar al snel daarna blijkt dat het rennen niet meer gaat. Door alle stress die het lichaam heeft ondergaan is haar schildklier getriggerd en dat brengt de nodige klachten met zich mee die met hartmedicatie worden behandeld. Lilian’s beide hartkleppen lekken weer en haar mitralisklep moet worden vervangen. Het wachten is nu hierop.

Patiënten gaan een operatie in met een bepaald verwachtingspatroon. Voor Lilian is daar weinig van terecht gekomen. Ook al is haar potje met moed een beetje op, ze gaat in de tussentijd niet bij de pakken neerzitten: ‘Het zit in mijn genen om ondanks alles te blijven lachen. Ik ben positief ingesteld en een knokker en ik beschik over een grote winnaarsmentaliteit. Ik hou veel van het leven en dat geeft mij een boost om door te gaan, hoe ziek ik ook ben.’

Lilians positiviteit zorgt er ook voor dat zij niet lang blijft hangen in negatieve gedachten: ‘Vanzelfsprekend is het een constant gevecht, maar ik blijf niet lang hangen in een dip. Piekeren doe ik alleen, mijn omgeving ontlast ik. Daarnaast heb ik altijd mijn beschermengel bij me, dat is mijn moeder. Niet iedereen die makken heeft kan er zo mee omgaan, maar dit is één van de manieren en voor mij werkt het. Als het even niet gaat, denk ik altijd aan mijn lijfspreuk: ‘Life isn’t about waiting for the storm to pass. It’s about dancing in the rain.‘

1 Atrium Septum Defect: Het ASD is een hartafwijking waarbij er een gaatje in het tussenschot van de boezems in het hart zit. Vroeger werd het gaatje gedicht met openhartoperatie, tegenwoordig volstaat een hartkatherisatie waarbij een zogeheten parapluutje het gat wordt ingeschoven.

2 Sinusbradycardie: Bij een sinusbradycardie liggen het aantal slagen van de sinusknoop onder de zestig slagen per minuut. Hierdoor ontstaat een te laag hartritme en hiermee mogelijke hartritmestoornissen.

3 Escape-ritme: Het hart beschikt over een ‘vangnet’ voor te trage ritmes, dat kan voorkomen dat het hart volledig stil valt. Het zogeheten escape-ritme ontstaan vanuit de hartkamers en ligt lager dan het normale hartritme.

4 Sinusarrest: Een sinusarrest of sinuspauze wordt gedefinieerd als de afwezigheid van P toppen op het ECG die meer dan 20 seconden tot enkele minuten aanhoudt.

5 Ablatie: Ablatie is het wegbranden van cellen in de hartwand om een afwijking in het prikkelgeleidingsysteem te behandelen.

6 De tricuspidalisklep is een van de kleppen in het hart. Deze klep bevindt zich (in tegenstelling tot de mitralisklep aan de linkerkant) tussen de rechterboezem en de rechterkamer en voorkomt dat bloed uit de rechterkamer terugloopt naar de rechterboezem.

7 Mitralisklep: De mitralisklep is de hartklep tussen linkerboezem en linkerkamer. Ze is dus één van de twee atrio-ventriculaire kleppen.De klep sluit tijdens de systole om te voorkomen dat het bloed weer teruggepompt wordt, de longaders in.

8 MAZE-ablatie: Bij deze ablatie worden met behulp van een ablatiekatheter ‘lijntjes getrokken’ rondom de longaders, op de plaats waar deze uitmonden in de linker boezem. Om in de linker boezem te komen wordt vanuit de rechter harthelft een klein gaatje geprikt in het boezem-tussenschot.

Lilian met haar “2 kleine onderkruipsels”

Hoge bloeddruk? Pas uw leefstijl aan

Hoge bloeddruk? Pas uw leefstijl aan

 

Bloeddrukverlagende medicijnen zijn effectief, maar kennen vaak wel bijwerkingen. Patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten ontkomen er meestal niet aan, maar er zijn ook andere – soms effectievere – manieren om aan uw gezondheid te werken.

 

Vooropgesteld: een hoge bloeddruk is geen ziekte. U voelt zich waarschijnlijk ook niet ziek. Maar het is wel verraderlijk, want het verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Een ideale bloeddruk heeft een waarde van 120 (bovendruk) /80 (onderdruk). Is de bovendruk hoger dan 140 dan spreken we doorgaans van een hoge bloeddruk.

 

Een arts kan dan medicijnen voorschrijven, zoals plaspillen, ACE-remmers, Calciumblokkers of Bètablokkers. Deze geven regelmatig vervelende bijwerkingen, zoals droge hoest, duizeligheid, koude handen en voeten en seksuele problemen. Mede daarom moeten artsen patiënten met een verhoogde bloeddruk in de eerste plaats leefstijladviezen geven. Dat staat in de richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, die artsen moeten volgen (zie kader).

 

Bloeddrukverlagers zouden ze in principe alleen aan patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten moeten voorschrijven. Een hoge bloeddruk is daarvoor niet alleen bepalend. Andere belangrijke risicofactoren zijn roken, hart- en vaatziekten in de familie, een verhoogd cholesterol, overgewicht, te weinig lichaamsbeweging, een ongezond voedingspatroon, te hoge alcoholconsumptie en teveel stress. Ook als u lijdt aan diabetes type 2  of reumatoïde artritis, of als u eerder een hart- of vaatziekte heeft gehad, loopt u een hoger risico.

 

Nooit zomaar stoppen

Wie bloeddrukverlagers slikt, moet daar nóóit zonder overleg met de arts mee stoppen. Dat houdt grote risico’s in.  Maar het is wel zinvol met uw arts eens naar uw totale risicoplaatje te kijken. Zeker als dit eerder nooit goed in kaart is gebracht. Een aantal simpele ‘ingrepen’ in uw leefstijl, zoals stoppen met roken, gezonder eten, een paar kilo afvallen en wat meer bewegen, zijn vaak al heel effectief om uw bloeddruk te verlagen.

 

De effecten van een andere leefstijl treden al snel op. Dit ondervond Frans Kok, hoogleraar voeding en gezondheid aan Wageningen Universiteit. Voor het boek Gezond eten, gewoon doen, dat hij samen met wetenschapsjournalist Broer Scholtens schreef, deed hij een opvallend experiment. Een maand lang at hij ‘verkeerd’, met onder meer witbrood en volvette kaas, ongezonde margarine, veel tussendoortjes en vet vlees en weinig groente.  Ook bewoog hij te weinig. Daarna leefde hij een maand lang strikt de officiële voedingsrichtlijnen na en bewoog hij ook meer.

 

Frans Kok: ‘In de ongezonde maand steeg de bloeddruk, terwijl mijn fitheid afnam. Ik kwam meer dan twee kilo aan. Met name in de buikstreek, wat zeer ongezond is.’ Ook de concentratie cholesterol – een andere belangrijke risicofactor op hart- en bloedvaten – steeg. In de gezonde maand daalden de bloeddruk en cholesterolwaarden en kwam zijn gewicht weer in de buurt van het oude niveau. Het experiment is wetenschappelijk opgezet, maar er kunnen volgens Kok geen wetenschappelijke conclusies aan worden verbonden. ‘Meetresultaten van één persoon kunnen immers op toeval berusten.’ Maar veelzeggend is het wel.

 

Geleidelijk

Frans Kok adviseert om vooral geleidelijk af te vallen en niet met een crashdieet, zoals dat van dr. Frank of Sonja Bakker. ‘Een paar kilo doet vaak al veel voor uw gezondheid. Kunt u dat niet zelf, schakel dan de hulp van een diëtist in.’  Het basispakket van de zorgverzekering vergoedt maximaal drie uur dieetadvies. Of u recht heeft op meer vergoeding hangt af van uw eventuele aanvullende verzekering. In 2013 heeft het kabinet ook stoppen-met-rokenprogramma’s weer in het basispakket teruggebracht. U hoeft het dus niet helemaal alleen te doen.

 

De belangrijkste leefstijlmaatregelen:

  • Stop met roken. Dit is bij rokende hoge bloeddrukpatiënten veruit de belangrijkste maatregel.
  • Voldoende bewegen: minstens vijf dagen per week, een halfuur per dag.
  • Gezond eten. Beperk het gebruik van roomboter, harde margarines, vet vlees en vette melk-producten en tussendoortjes. Eet twee porties vis per week, waarvan één keer vette.
  • Eet niet meer dan zes gram zout per dag. Voeg zelf geen zout toe aan voeding en gebruik zo
    min mogelijk kant-en-klare en/of bewerkte voedingsmiddelen die veel zout bevatten.
  • Beperk het gebruik van alcohol.
  • Zorg voor een optimaal gewicht.
  • Voorkom en beperk stress, onder meer door voldoende te ontspannen.


Bron: Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement

door: Heidi Klijsen

Angst om huis te verlaten na infarct vereenzaamt patiënten

 

‘Bijna voor altijd kluizenaar’

 

ROERMOND – ‘Wetend dat je het weer aankunt, aandurft… Het bleek een geweldige zelfoverwinning na een lange periode van twijfel, waarin ik mijzelf eigenlijk al had afgeschreven voor dergelijke activiteiten.’

 

Peter in ’t Veld* uit Utrecht – ‘47 jaar, werkzaam in de ICT, getrouwd met Annemie*, geen kinderen’ – is weer op reis geweest. Eindelijk, dat is een felicitatie waard. ‘Naar Beieren, niet al te ver weg’, zegt Peter bescheiden. Dat was goed voor hem en heerlijk voor haar. Daardoor is Peters gevoel van eigenwaarde weer gegroeid en Annemie’s verlies van vrijheid een beetje teruggedrongen. ‘Dit biedt perspectief’, glimlacht zij wijs.

 

Belangrijk was dat korte uitstapje van vijf dagen, omdat na forse hartklachten Peters zelfvertrouwen hem behoorlijk in de steek had gelaten. Ofwel, wát een korte vakantietrip met HartbrugReizen, de reistak van patiëntenbelangenorganisatie Hartpatiënten Nederland, al niet teweeg kan brengen in een opkrabbelend mensenleven.

 

‘Na mijn hartinfarct van 2009’, zegt Peter, ‘zag ik mezelf nooit meer op reis gaan. Ik was bang geworden dat die ongelooflijke dreun, die álles zwart maakte, me opnieuw kon overkomen en dat ik dan te ver van medische hulp verwijderd zou zijn.’

 

Een kluizenaar… dat was het beeld dat hij over zichzelf leek af te roepen. ‘Thuis was ik altijd op mijn werkkamer. Ik was wel weer aan het werk, maar voortdurend binnen. Alleen voor een bezoek aan de huisartsenpost of de specialist in het ziekenhuis verliet ik het huis nog. Zeker, het was angst, pure bangheid dat me iets zou overkomen.’

 

Peter in ’t Veld was aan het vereenzamen, hij beseft dat nu eens te meer. Naar vrienden ging hij niet langer, als zij bij hem thuis kwamen – prima! Maar als ze hem vroegen op hún verjaardag te komen, of zomaar voor een etentje, dan vond hij altijd wel een excuus om er onderuit te komen.

 

‘Het begrip voor mijn toestand verkruimelde beetje bij beetje’, vertelt Peter. ‘Tótdat een zeer goede vriend van mij me bij mijn lurven greep. Ik kreeg ongenadig op mijn sodemieter. ’Bén jij nou helemaal…!’, riep hij en ik schrok me te barsten. ’Wat ben je nou eigenlijk aan het doen met je leven?!’ zei hij. ’Je bent nog een jonge vent die iets aan zijn hart heeft gehad. Hartstikke rot, zeker. Maar… Mán, nu ben je pas echt je leven aan het verzieken, door binnen te blijven en je van alles en iedereen te vervreemden. Dat moet stoppen!’ En zijn stemverheffing was niet mals.’

 

De boezemvriend had het beste met hem voor, zo bleek. Luuk* probeerde Peter’s isolement te doorbreken. En dat was, zoals gezegd, hard nodig. Want nog even en hij zou de aansluiting met het leven buiten voorgoed verliezen. Hij zou zo bang en onaangepast raken, dat hij niet langer de confrontatie met de wereld buiten zijn huis zou aandurven. Vriend Luuk had dat haarscherp gezien en in Peters gedragingen die van zijn eigen vader herkend.

 

‘Ik heb je dat nooit verteld, Peter, maar ook mijn vader was hartpatiënt, en ook hij neigde naar eenzame opsluiting door zijn hartziekte. Ik wil niet dat jou dit overkomt…’

Luuk, bekend met het initiatief HartbrugReizen van onze organisatie, zette Peter achter de computer en tikte in: www.hartpatienten.nl/reisverhalen.

Gekscherend: ‘Kijk, jonge vriend met je hartproblemen, hier… dit zijn allemaal hartcollega’s van je, lotgenoten… allemaal mensen zoals jij met hartproblemen. En wat doen ze? Ze gaan de deur uit, ze gaan op reis. Dat zou jij ook eens moeten doen. En wel een beetje vlug graag.’

 

Peter in ’t Veld lacht: ‘Nu weet ik waar een mens vrienden voor heeft. Luuk had me flink te pakken. Natuurlijk had Annemie mij dit ook allemaal al gezegd, maar ja… Ik heb alle reisverhalen van Hartpatiënten Nederland gelezen. En ik moet zeggen: het gaf me vertrouwen te zien hoe mensen, zoals ik, met problemen zoals ik, de stap gezet hebben om eropuit te gaan. Onder medische begeleiding. Ik ben weliswaar niet zo’n groepsmens, maar die trip naar Beieren was hartstikke leuk. Niet onmiddellijk was ik óm, vond het doodeng eerst, had vooraf goed gekeken waar de ziekenhuizen op onze route lagen. Maar van de busbegeleiders hoorde ik later dat in alles was voorzien. Geloof me, ik vond het jammer dat de trip erop zat en ik weer naar huis moest…’

*De namen van Peter, Annemie en Luuk zijn op hun verzoek gefingeerd.

Fitte mensen hebben minder kans op overlijden

 

Achtduizend zitdoden per jaar. Dat schrikbarende aantal moet omlaag, vindt hoogleraar fysiologie Maria Hopman. En dat kan maar op één manier: meer bewegen.

In Nederland overlijden jaarlijks ruim achtduizend mensen aan de gevolgen van inactiviteit, ofwel: aan te weinig bewegen. ‘Zitdoden’, noemt Maria Hopman, hoogleraar Integratieve Fysiologie aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud, deze onfortuinlijke mensen. De afgelopen twintig jaar deed Hopman onderzoek naar de relatie tussen inactiviteit en chronische ziekten, met in het bijzonder hart- en vaatziekten. Tijdens de Nacht van de Gezondheid op 7 juni jl, georganiseerd door gezondheidsblad GezondNu, deelde ze haar bevindingen.

 

Om te beginnen: voldoende bewegen verkleint de kans op hart- en vaatziekten. ‘Het aantal patiënten met hart- en vaatziekten daalt niet, ondanks betere medicatie en meer kennis en voorlichting. Een belangrijke oorzaak daarvan is dat wij massaal te weinig bewegen. Meer dan dertig chronische ziektes zijn te relateren aan een te grote inactiviteit.’

Een belangrijk gevolg van te weinig bewegen is dat mensen te dik worden. ‘Vooral een dikke buik vormt een groot risico. Er is een direct verband tussen de buikomvang en chronische ziektes. Dat komt doordat vetcellen heel actief zijn en allerlei stofjes produceren. Zoals cytokines – stofjes die ons immuunsysteem reguleren – en hormonen. Deze stofjes spelen ook een rol bij het ontstaan van suikerziekte .

 

Toch is overgewicht niet het meest bepalend: onvoldoende fitheid vormt een nog groter risico voor hart en vaten. ‘In Amerikaans onderzoek, de Cooper Clinic, is een groep mensen jarenlang gevolgd. Daaruit blijkt dat niet fitte, slanke mensen meer ziek zijn en eerder sterven dan fitte mensen met overgewicht.’

 

Bewegen, bewegen, bewegen, is het adagium. Volwassenen een half uur per dag, kinderen een uur. ‘Meer dan de helft van de Nederlanders haalt dat niet. Als je alle voordelen van lichaamsbeweging in een pilletje zou stoppen, was dit waarschijnlijk het beste medicijn ter wereld.’  Volgens Hopman hoef je echt niet in een strak pakje naar een fitnessclub. ‘Juist de activiteiten in het dagelijkse leven zijn belangrijk. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van een lift. Traplopen is heel goed voor je gezondheid, want het prikkelt het hart en de longen en is goed voor de spierkracht. Reis je met een bus, stap dan een halte eerder uit. En plan op het werk afspraken met collega’s bij hen in, in plaats van in het eigen kantoor.’

 

Pfff, wèg met de stress… Nu DE LENTE lonkt!

 

ROERMOND – Eurocrisis, noodfonds, reddingspakket, recessie, omvallende banken, toenemende werkloosheid…

Begrippen als deze staan inmiddels bij velen model voor een soort maatschappelijke moedeloosheid. Het is zoiets als krampachtig op je tenen achteruit lopen. Een situatie, die we in onze hoogconjunctuur van de afgelopen decennia niet echt gewend meer waren.

 

Het week in week uit, soms dagelijks, via de nieuwskanalen worden geconfronteerd met sombere berichten van de euromarkt, blijkt veel stress te veroorzaken bij mensen. Dat signaleren psychologen inmiddels in hun dagelijkse praktijk.

 

Heb ik straks nog wel werk? Of word ik vervroegd de laan uitgestuurd? Hoe is
mijn financiële situatie? Wat blijft er over van mijn pensioen…? Hoe en waarop moet ik besparen? Kan ik in mijn koophuis blijven wonen? Of, hoe betaal ik de huur?

 

Wèg is de relatieve ontspanning. Verdreven door de spanning. Negatieve stress dus. Vooral als die lang aanhoudt blijkt het een opmaat naar allerlei gezondheidsellende, zoals bijvoorbeeld overspannenheid, burn-out, bloeddrukproblemen en hartklachten.

Maar gelukkig – even een rustmomentje in dit verhaal – er is een niet te beïnvloeden lichtpuntje: de Lente komt eraan! Het Voorjaar lonkt.

Beter weer, een vrolijker zicht op de omgeving, meer mogelijkheden om naar buiten te gaan. Krokussen en narcissen in de verschraalde bloemperken, ontluikende bloesem aan de bomen, de eerste jonge dieren dartelen in de wei. Het klinkt wel erg clichématig, maar velen zien inmiddels verlangend uit naar dergelijke, bijna banale zekerheden. Wij hebben zo’n periode met enig perspectief nodig. Het begin van ontkiemend leven revitaliseert ons en versterkt ons immuunsysteem.

 

Het is welhaast hunkeren naar enig optimisme. ‘Met korte perioden van stress kunnen we nog wel omgaan, maar langdurige stress, zoals aanhoudende economische malheur, kan ernstige gezondheidsproblemen met zich meebrengen, bevestigt de vooraanstaande Britse gezondheidspsycholoog professor Gary Cooper.

 

Ongezonde stress wordt de laatste jaren steeds vaker waargenomen bij werknemers. ‘Logisch!’, vindt Cooper. ‘Aangezien we in een economische recessie zitten, hebben werknemers minder werkzekerheid’, stelt hij. ‘Stress is voor de 21ste eeuw het equivalent van de Zwarte Dood’, zoals de pestplaag die zo’n 700 jaar geleden door Europa raasde en miljoenen trof, werd genoemd.

 

De afgelopen jaren blijkt in Groot-Brittannië het gebruik van antidepressiva met maar liefst 28 procent toegenomen, meldt de Nederlandse GGZ op zijn site ggznieuws.nl . Volgens de Britse depressievereniging is de toename te wijten aan de economische problemen van de voorbije tijd.

 

Voor daar en hier geldt: dat aangekondigde lentezonnetje hebben velen dan ook nodig. De dip van de wintermaanden lijkt te verdwijnen, zodra de eerste zonnestralen door het wolkendek breken. De werkelijke problemen zijn natuurlijk niet weg. Toch maakt het voorjaarszonnetje een mens zichtbaar positiever, het is goed voor het geheugen, stimuleert de creativiteit en ontlast de druk op het hart, blijkt uit Amerikaans onderzoek.

 

Een Nederlands onderzoek toont aan dat 64 procent van de mensen zich zorgelozer voelt wanneer het weer na de winter verbetert. Er valt ons bijna letterlijk een last van het hart. Bijna zeven van de tien Nederlanders genieten van de eerste zonnestralen het liefst in eigen tuin of op een terras. De lente begint volgens 63 procent pas echt wanneer de dagen lengen.

 

De Amerikaanse psycholoog professor Matthew Keller van de Universiteit van Colorado stelt dat een mens het beste dagelijks ten minste een half uur buiten kan doorbrengen om zijn humeur na de winterstop weer op te kalefateren. De wetenschapper zegt dat het humeur negatief wordt beïnvloed wanneer iemand te veel uren binnenshuis doorbrengt terwijl het buiten mooi weer is.

 

Perspectief wordt dus gevonden in het naar buiten gaan, de stad in, de natuur in. Wandelend – heel goed voor de algehele conditie – of fietsend.

 

Fietsen blijkt volgens onderzoekers gezonder dan gedacht. Het werkt ter voorkoming van ziekten als diabetes en hart- en vaataandoeningen, en het remt de ontwikkeling van reeds begonnen ziekteprocessen. Nu het voorjaar gloort is er dus alle reden om te gaan fietsen. Aldus dokter Annabelle Slingerland van het Leids Universitair Medisch Centrum in het AD.

 

Regelmatig fietsen verbetert de samenstelling van het bloed en de stroming ervan, stelt Annabelle, naar eigen zeggen een fietsfanaat. ‘Het  is ook goed voor de flexibiliteit van de bloedvaten en de toestand van de vaatwanden. Door beweging worden afvalstoffen beter afgevoerd en neemt de kans op dichtslibbende vaten af. Een half uur fietsen per dag is voldoende, maar als de vaatwanden al zijn aangetast, is het beter elke dag een uur te fietsen.’

 

[ Voorjaarszonnetje ontlast de druk op het hart ]

 

De keerzijde van  KERSTMIS

 

ROERMOND – Dít zijn de dagen om extra op uw gezondheid te passen. Kerstmis, Oud en Nieuw… ze naderen in onze beleving weer veel sneller dan de meesten van ons kunnen bijhouden. Dat betekent dus: hals over kop plannen, haasten, stressen om álles op tijd klaar te krijgen voor de feestelijkheden in uw familie- of vriendenkring.

 

Feestdagen, het blijft keer op keer een heel georganiseer!

En toch zijn dit de dagen waarnaar velen soms al maanden reikhalzend uitzien. Vanwege het vooruitzicht van sfeer en gezelligheid, het samen zijn met geliefden en vrienden, de rijkelijk gevulde tafel, en sluimerende sentimenten bij wijn en kaarslicht die je doen mijmeren.

 

Anderen vrezen juist het Kerstfeest, vanwege de herinnering aan dierbaren en het verdriet door het verlies van geliefden. Maar de alom gevoelde keerzijde van Kerstmis heet: de voorbereiding. Volgens wetenschappers van de Universiteit van Oost Londen brengen personen hun gezondheid in gevaar door ‘onder tijdsdruk in overvolle binnensteden mensenmassa’s te trotseren teneinde hun kerstinkopen te doen.’

 

Het in een lange rij staan voor de kassa, de ene na de andere winkel of warenhuis afstruinen op zoek naar juist dat ene cadeau van het wensenlijstje, het nog net voor sluitingstijd binnen rennen van de giftshop… Bij veel mensen lopen bloeddruk en hartslag op dat soort momenten meer op dan wenselijk is.

 

De onderzoekers, onder aanvoering van psycholoog dr. John Turner, lieten enige tientallen vrouwen en mannen gedurende vijf kwartier (kerst)boodschappen doen op het hoogtepunt van de dag in de drukste winkelcentra in het oostelijk deel van de Britse hoofdstad. Wat aanvankelijk een ontspannen activiteit leek, ontaardde in een tot hartkloppingen leidende heksenketel.

 

Turner: ‘Wat onze studie aantoont is, dat een ogenschijnlijk onschuldige activiteit als inkopen doen voor Kerstmis een zo schadelijk effect kan hebben op iemands fysiologisch en psychologisch welzijn. Zeker voor mensen bij wie al sprake is van hoge bloeddruk of die meer dan gemiddeld gevoelig zijn voor stress, kan het doen van kerstinkopen een riskante of zelfs gevaarlijke bezigheid zijn.’

 

Mannen bleken in het Britse onderzoek dubbel zo gestresst te zijn als voor zij met winkelen begonnen. Vrouwen kregen tijdens het shoppen de overbelasting driedubbel om de oren. De onderzoekers signaleerden bij beide groepen een sterk oplopende bloeddruk (in ruim de helft van de gevallen) en een hartslag die met gemiddeld tien procent toenam. Bij enkelen liep de spanning zó hoog op dat er voor hen een reëel gevaar bestond voor het ontstaan van hartklachten, een beroerte dan wel nierproblemen. Tevens waren er bij sommige deelnemers symptomen van hyperventilatie, al na een half uurtje winkelen. Als ook: opkomende hoofdpijn en migraine bij maar liefst 47 procent van de deelnemers.

 

Advies: ontloop drukke winkelstraten en vooral koopavonden die vlak vóór de feestdagen staan gepland.

 

Rob Barnes, hoogste baas van de supermarkt Shopping en medefinancier van de studie, zei: ‘Zeven van de tien mensen in de grote(re) steden ervaren het doen van inkopen voor de feestdagen als druk tot zeer stressvol. De meesten vinden desondanks dat het gedaan moet worden. Wat je wèl ziet is dat mensen die niet goed tegen die druk bestand zijn de stress mijden door  te shoppen via internet. Dat is niet alleen rustgevender, maar er zijn daar ook steeds meer winkelsites met kerstcadeaus te vinden. Het internet kan ook in dit opzicht een oplossing bieden, alhoewel het minder gezellig is.’

 

Al eerder werden peilingen gedaan naar wat feestdagen betekenen voor onze stressniveaus. Onder meer door de website vrouwonline.nl. Daaruit blijkt dat gezondheidsklachten als hoofdpijn, slapeloosheid, maag- en buikpijn vaker voorkomen rondom de feestdagen. Andere klachten die werden genoemd zijn: vermoeidheid, ‘allergie’ voor opgeklopte verplichte gezelligheid, aankomen in gewicht, zenuwen, futloosheid, hoge bloeddruk, katers, hyperventilatie, wisselende stemmingen en een lege portemonnee.

‘Gelukkig heeft het gros van de invulsters (67 procent) nergens last van’, verzucht vrouwonline.nl.

 

Wat te doen tegen die feestdagenstress? ‘Genoeg rust pakken’ is dé remedie tegen kerstgejakker voor bijna de helft van de ondervraagden. Ruim een vijfde wacht rustig af tot de klachten vanzelf overgaan. En een kleine minderheid van 7 procent let op wat zij eet of neemt een toevlucht tot medicijnen.

 

Of toch… een ‘zen’momentje inlassen, in bad met een goed boek en even de emoties de vrije loop laten.

Veilige feestdagen toegewenst!