De verkiezingen voorbij, wat nu?

De keuzes zijn gemaakt, we hebben een nieuwe Tweede Kamer, links en rechts likken kiezers hun wonden, al naar gelang de uitslag hen wel of niet bevalt. Wat opvalt is dat met name de absolute nieuwkomer NSC goed gescoord heeft, ofschoon niemand weet wat die partij nu eigenlijk wil en hoelang het duurt voor ook deze nieuwkomer afbrokkelt. Een verschijnsel dat we immers maar al te goed kennen uit de parlementaire geschiedenis van de afgelopen twee decennia. Te snel groeiende partijen worden topzwaar en zijgen op enig moment ineen. We zagen het bij de LPF, die uiteenspatte in allerlei fracties, en recent bij Forum, die ook versplinterde in onder meer Ja21. Die op zijn beurt ook weer uiteenviel. Als los zand hangen deze fracties vaak aan elkaar, met alle gevolgen van dien.

Smaak

De tijd zal ons leren hoe het verder gaat. Wat betekent de uitslag nu eigenlijk voor ons, hartpatiënten? Dat is op het moment waarop deze Hartbrug door uw handen glijdt, nog koffiedik kijken. Laten we daarom eerst even kijken wat er allemaal beloofd is – waarbij geldt: garantie tot aan de voordeur, dat wil zeggen de dag na de verkiezingen. Want dan moet elke partij liters water bij de voor andere fracties vermoedelijk te sterke wijn doen, en wat over blijft is niet naar ieders smaak. Ook niet naar die van degenen, die hun partij zagen groeien in de Kamer, en vervolgens met een kater achterblijven als ze zien welke concessies gedaan zijn om aan het pluche te kunnen plakken.

Dit overzicht is niet volledig, maar een eerste indruk van wat de partijen zeiden te willen. Hiervoor hebben we gekeken naar de Geldgids van de Consumentenbond, themanummer verkiezingen 2023.

En nog een kanttekening: een aantal partijen, waaronder BBB, SP en NSC, heeft het eigen programma niet laten doorrekenen. Wat dan van alle verkiezingsbeloftes overblijft, is zeer de vraag. Het risico van loze beloftes (“gratis bier”) is dan wel erg groot.

Thema’s

Wat is voor ons van belang in de partijprogramma’s? Laten we enkele thema’s eruit pikken die voor ons van belang kunnen zijn.

Eigen risico: Dat varieert. D66 en VVD willen eigen risico per behandeling, onder meer GroenLinks/PvdA, PVV, SP, Partij voor de Dieren, Volt en BBB willen afschaffing op termijn van het eigen risico.

Het openbaar vervoer (ov) zou aanzienlijk aantrekkelijker moeten worden, vinden vooral linkse partijen. De SP wil gratis ov, GroenLinks/PvdA, Partij voor de Dieren en D66 willen een aanzienlijk goedkoper ov.

De pensioengerechtigde leeftijd zou volgens VVD en CDA desgewenst ook later moeten ingaan, zodat mensen als ze dat willen langer door kunnen werken. De PVV en de SP willen die leeftijd juist weer verlagen naar 65 jaar, ook de Partij voor de Dieren vindt dat mensen minder lang moeten kunnen werken als ze dat willen.

De tandarts in het basispakket, dat willen onder meer de ChristenUnie, PVV en BBB.

De kostendelersnorm afschaffen willen Partij voor de Dieren, Volt, SP en CDA. VVD, en D66 willen die “aanpassen”. De Partij voor de Dieren wil ook het afschaffen van de sollicitatieplicht voor 60-plussers, en de partnertoets schrappen.

Veel met name linkse partijen zoals de Partij voor de Dieren, maar ook de ChristenUnie willen dat de AOW omhooggaat.  Betere en meer verpleeghuiszorg willen onder meer de ChristenUnie en BBB.

De mantelzorg. CDA, VVD en BBB willen meer steun voor mantelzorgers, ChristenUnie wil dat mantelzorg en vrijwilligerswerk met behoud van uitkering gedaan moeten kunnen worden. De Partij voor de Dieren wil financiële steun voor mantelzorgers en betaald mantelzorgverlof.

Grasduinend:

De VVD wil het eigen risico per behandeling, en meer steun voor mantelzorg. GroenLinks/PvdA wil het eigen risico op termijn juist afschaffen en de kostendelersnorm afschaffen. Ook wil deze partij de bieb gratis maken en ervoor zorgen dat je voor 49 euro per maand met het ov mag reizen. NSC wil meer preventie om zorg te voorkomen, en de energierekening verlagen door een lagere belasting. BBB en PVV willen terug naar het oude pensioenstelsel. De BBB wil het eigen risico liefst afschaffen of verlagen, mondzorg en fysio in het basispakket en huisartsen helpen aan woonruimte. Met name voor 60-plussers zou wonen in recreatieparken toegestaan moeten worden. Er zouden meer woonzorgcentra moeten komen en “moderne” bejaardenhuizen. Ook wil de partij meer steun voor mantelzorgers. Net als de VVD wil D66 het eigen risico per behandeling afrekenen, de kostendelersnorm aanpassen en mantelzorgers helpen, en voor een vaste lage prijs in daluren met het ov reizen. Net als de VVD wil het CDA de AOW desgewenst later laten ingaan. Verder wil de partij de schenkbelasting verhogen, meer steun voor mantelzorgers en afschaffing van de kostendelersnorm voor familie. De ChristenUnie wil dat de AOW omhooggaat, meer heffingskorting voor AOW-ers, de BTW op groenten en fruit verlagen, een inkomensafhankelijke premie zorgverzekering vanaf 50 euro/maand, de tandarts in het basispakket, mantelzorg met behoud van uitkering, meer verpleeghuiszorg en woningen voor ouderen.

Tekst: Henri Haenen
Beeld: Djanko

Opzoek naar lotgenotencontact? Check ons forum of onze besloten FB-groep.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Leefstijlprogramma’s: check of jouw verzekering deze vergoedt!

Er valt veel te halen uit een basiszorgverzekering. Uit een aanvullende zorgverzekering al helemaal. Maar vaak weten wij dat niet. Zonde! Want vergoedingen waar je recht op hebt blijven liggen. Leefstijlprogramma’s die vergoed worden uit de basisverzekering zijn daar één van. Maar wat is het en wat valt ermee te winnen? HPNLmagazine zocht het uit!

De zogeheten gecombineerde leefstijlprogramma’s, ook wel bekend als gecombineerde leefstijlinterventies (GLI’s), zijn in het leven geroepen om een blijvende gedragsverandering en een gezonde leefstijl op lange termijn teweeg te brengen. De vier erkende GLI-programma’s zijn de ‘BeweegKuur’, ‘SLIMMER’, ‘Cool’ en ‘Samen Sportief in Beweging’. Vanuit de basisverzekering worden deze programma’s vergoed door zorgverzekeraars. Maar wat zijn de voorwaarden?

Voor wie

In de GLI’s ligt de focus op drie punten, namelijk: beweging, voeding en gedragsverandering. Het doel? Een betere lichamelijke fitheid, net zoals een betere kwaliteit van leven en gewichtsverlies. Elke deelnemer krijgt begeleiding van meerdere specialisten, waaronder een diëtist, fysiotherapeut en leefstijlcoach of oefentherapeut. Welke programma’s beschikbaar zijn, hangt af van het aanbod in de regio.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Vanaf nu definitief onderdeel van zorgaanbod: via app hartritme meten en analyseren

Zorgverzekeraar VGZ en het Maastricht UMC+ hebben afspraken gemaakt over de vergoeding van het meten en analyseren van hartritmestoornissen op afstand. Daarmee is nu ‘TeleCheck-AF’, waarmee hartritme op afstand gemeten en geanalyseerd wordt, definitief onderdeel van de zorg voor patiënten met hartritmestoornissen. Een belangrijke stap in de toepassing en bekostiging van digitale zorg.

Digitale zorg ontwikkelt zich in grote vaart, mede versneld door de coronacrisis, die medici dwingt om hun patiënten meer op afstand te behandelen. Tot op heden bleef de toepassing van methodes voor zorg op afstand echter overwegend experimenteel, deel van onderzoeksprojecten en zonder structurele afspraken over vergoeding door zorgverzekeraars.

Facultatieve prestatie

Voor ‘TeleCheck-AF’, met behulp van een app hartritme meten rondom een teleconsult, is nu wél een afspraak gemaakt over vergoeding. Zorgverzekeraar VGZ en het Maastricht UMC+ zijn namelijk akkoord over een zogenaamde facultatieve prestatie. Dit is een lokale afspraak tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar over de vergoeding van deze zorg. De NZa heeft deze afspraak gehonoreerd (zie beschikking) waardoor andere ziekenhuizen, net als het MUMC+, ook eenvoudig afspraken kunnen maken met de zorgverzekeraar(s) over deze vorm van digitale zorg.

TeleCheck-AF

Sinds april 2020 hebben de cardiologen in het MUMC+ TeleCheck-AF ontwikkeld. Inmiddels wordt deze vernieuwende aanpak standaard toegepast om het hartritme te monitoren van patiënten met atriumfibrilleren en andere supraventriculaire hartritmestoornissen. Met een smartphone-app kunnen de patiënten zelf een meting van het hartritme uitvoeren. De gegevens komen bij hun cardioloog terecht, die ze beoordeelt en op afstand een behandeladvies geeft. Dat kan via een teleconsult (telefonisch of beeldbellen) plaatsvinden, waardoor een ziekenhuisbezoek niet meer nodig is. Lees bijvoorbeeld het verhaal van patiënt August van Wilgenburg (59).

Meer gemak voor patiënt

Tot nu toe maakten ongeveer 1400 patiënten van het MUMC+ gebruik TeleCheck-AF, met de app Fibricheck. Hierdoor nam het aantal ECG’s en holteronderzoeken per zorgtraject substantieel af en kwamen teleconsulten in de plaats van fysieke afspraken in het ziekenhuis. Dit betekent een besparing van kosten en tijd. Ook levert het door minder CO2-uitstoot een bijdrage aan de duurzaamheid van de zorg. Belangrijker is dat dit voor veel patiënten meer gemak betekent, omdat ze niet of in ieder geval minder vaak naar het ziekenhuis hoeven te reizen en eenvoudig met hun behandelaar kunnen communiceren.

Van experiment naar standaard aanbod

Dominik Linz, cardioloog in het Maastricht UMC+: ‘De ontwikkeling en toepassing van TeleCheck-AF is het grootste project op het gebied van digitale zorg in de coronacrisis in Europa. Op dit moment doen 41 centra – met meer dan 4000 patiënten mee – en gebruiken daarvoor de app Fibricheck. Het MUMC+ is initiatiefnemer en kartrekker, maar nu ook het eerste ziekenhuis van Europa dat definitieve afspraken heeft over de financiering, met dank aan de goede en nauwe samenwerking met VGZ. Ik ben ontzettend blij dat zorg op afstand daardoor geen experiment meer is, maar écht onderdeel is geworden van ons werk. Dat kan ook niet anders, want ik merk dagelijks dat patiënten er behoefte aan hebben. Ik hoop dat andere ziekenhuizen in Nederland en heel Europa snel zullen volgen.’

Potentiële besparing: €24 miljoen

Landelijk zijn er circa 142.000 patiënten die jaarlijks een cardioloog bezoeken en in aanmerking komen voor het gebruik van TeleCheck-AF. Als alle andere ziekenhuizen TeleCheck-AF toepassen is een besparing van circa €24 miljoen aan zorgkosten mogelijk, zo becijferden het MUMC+ en VGZ. Nils van Herpen, Innovatiemanager Zorg bij VGZ: ‘De door MUMC+ ontwikkelde werkwijze is een heel mooi voorbeeld van digitale zinnige zorg en zien we daarom ook als een “good practice”. Door deze stap en dankzij de nauwe samenwerking van MUMC+ en VGZ kan de werkwijze verder opgeschaald worden naar andere ziekenhuizen en kunnen in de nabije toekomst nog meer van onze leden gebruik maken van deze innovatieve zorg.’

Bron: Maastricht UMC+

Stamceltherapie bij angina pectoris

Na een serie ingrepen aan zijn hart kreeg Jan Veenhuijzen (84) uit Middenbeemster te horen dat er niets meer voor hem gedaan kon worden. Als echte levensgenieter nam hij daar niet zomaar genoegen mee. Al googelend stuitte hij op een nieuwe, nog vrij onbekende stamceltherapie in het LUMC (Leiden).

‘Ik heb al bijna 25 jaar hartproblemen. In 1998 heb ik een bypass operatie ondergaan, waarna het een tijdje goed ging. Maar na tien jaar kreeg ik opnieuw problemen en daarna bleef ik doorsukkelen. Diverse keren werd ik per ambulance met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Ik kreeg een pacemaker en er werden twaalf stents geplaatst, waaronder een zogenaamde ‘reducer stent’, speciaal voor uitbehandelde patiënten. In 2018 ben ik nog een keer gedotterd. Daarna zeiden de artsen dat ze helaas niets meer voor me konden doen, ik moest er maar mee leren leven. Ook al was ik inmiddels de tachtig al gepasseerd; daar was ik het niet mee eens! Op dat moment kon ik amper honderd meter lopen en was ik constant moe. Maar ik was er nog lang niet aan toe om eruit te stappen.

Ik ben best handig op de computer en ben een beetje gaan googelen of er écht geen andere mogelijkheden meer waren. Zo las ik op een gegeven moment over een experimentele therapie die in het LUMC werd gegeven, waarbij stamcellen in de hartspier worden geïnjecteerd. Ik heb dit aan mijn cardioloog voorgelegd, die nog nooit van de methode had gehoord. Aanvankelijk was hij een beetje sceptisch. ‘Zou je dat nu wel doen?’, vroeg hij. Er zitten immers ook risico’s verbonden aan zo’n nieuwe methode. Maar wat had ik te verliezen? Het was óf blijven doorsukkelen, óf een risico nemen.

In overleg met mijn familie en mijn cardioloog heb ik me opgegeven en na een reeks onderzoeken werd ik toegelaten tot het experiment. Op 5 december 2018 was de grote dag. ’s Ochtends werden stamcellen uit mijn beenmerg afgenomen en ’s middags zouden die in de hartspier worden gespoten. Natuurlijk was dat wel even spannend, ik realiseerde me goed dat het ook fout kon gaan. Daar moest ik ook voor tekenen. Maar gelukkig verliep alles zonder problemen en mocht ik al snel weer naar huis.

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en de verbetering is aanzienlijk. Ik loop inmiddels weer dagelijks een rondje door het dorp, wat vóór de ingreep onmogelijk was. En dan houd ik ook nog genoeg energie over om mijn vrouw te helpen in het huishouden en mijn kinderen en kleinkinderen te zien. Ik heb een achterkleinzoon van 2, die ik gelukkig nog kan zien opgroeien. Wie weet hoe ik eraan toe was geweest als ik niet bij toeval op die methode was gestuit? Daarom vertel ik bewust nu mijn verhaal in Hartbrug, in de hoop dat meer mensen met dezelfde klachten weten dat deze optie er is, en dit voorleggen aan hun cardioloog. Hopelijk krijgen andere mensen die uitbehandeld zijn zo, net als ik, een nieuwe kans.’

(kader)
Cardiale celtherapie
De behandeling in het LUMC is geschikt voor mensen met onbehandelbare pijn op de borst door vernauwingen in de kransslagvaten (angina pectoris). De patiënten die ervoor in aanmerking komen hebben reeds alle medicijnen die ze kunnen verdragen en laten op de nucleaire doorbloedingsscan een beeld van verminderde doorbloeding van de hartspier zien.

Bij de ingreep worden er cellen uit het eigen beenmerg in de hartspier geïnjecteerd, waaronder stamcellen. Uit experimenten met dieren en onderzoeken bij patiënten is gebleken dat injectie van lichaamseigen beenmergcellen in het hart kan leiden tot een verbeterde doorbloeding en hartfunctie, afname van het zuurstoftekort en een vermindering van de klachten van pijn op de borst.

De methode wordt sinds 2003 toegepast en is sindsdien meer dan 300 keer uitgevoerd. De resultaten zijn vooralsnog positief te noemen en inmiddels wordt de ingreep ook vergoed door de zorgverzekeraar. Omdat de behandeling nog steeds relatief nieuw is, wordt er nog steeds wetenschappelijk onderzoek gedaan.

Dat de methode zo nieuw is en ook alleen in het LUMC wordt toegepast, heeft als gevolg dat veel cardiologen in andere ziekenhuizen nog niet op de hoogte zijn van deze mogelijkheid. Dr. Douwe Atsma, die de behandeling in het LUMC uitvoert: ‘We publiceren natuurlijk wel onze resultaten, en via wetenschappelijke literatuur kunnen andere artsen er ook mee in aanraking komen. Aangezien het om een kleine groep patiënten gaat, is de behandeling momenteel alleen in het LUMC beschikbaar. Op die manier houden we voldoende expertise. Andere ziekenhuizen zouden het, in overleg met ons, wel kunnen oppakken.’ De risico’s zijn volgens Atsma gelijk aan die van een hartkatheterisatie. ‘Het bloedvat in de lies moet natuurlijk weer goed dichtgaan en er kunnen eventueel stolsels vanuit de grote lichaamsslagader naar het hoofd schieten. Deze kans is ongeveer 0,8% in onze groep.’

Kijk voor meer informatie over de behandeling op www.hartlongcentrum.nl/behandelingen/stamceltherapie of overleg met uw cardioloog.

Tekst Marion van Es

Voor meer artikelen over o.a hartproblemen klik hier

Kan ik nog veilig op reis?

Hoe om te gaan met angst voor aanslagen

Het Goede Doel bezong het al in 1982: ‘Waar kan ik heen?’ Nu, 36 jaar later, is het lied nog steeds actueel. En, anders dan de conclusie van Henk Westbroek, is zelfs België geen utopie meer. Ook dáár zijn immers terroristische aanslagen gepleegd. Is er nog een plaats tussen de sterren waar we heen kunnen gaan, zonder angst

Hoe graag we het ook anders zouden willen zien: terreurdreiging is een akelige dagelijkse realiteit geworden. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) publiceert elk kwartaal het actuele dreigingsniveau in Nederland, en dat staat op dit moment op schaal 4 van 5. Dit houdt in dat er in Nederland een reële kans op een aanslag is, maar dat hiervoor geen concrete aanwijzingen zijn.

Hoewel ons land tot nu toe de dans ontsprongen is, geldt dit niet voor alle landen in Europa. En dat heeft effect op onze keuzes voor vakantiebestemmingen. Uit recent onderzoek van het CBS blijkt dat bijna de helft van de mensen sommige landen vermijdt in verband met angst voor terreur en 7 procent wil zelfs helemaal niet meer met het vliegtuig reizen om die reden. Maar liefst dertig procent is bang om zelf slachtoffer te worden van een aanslag.

Reisadvies

Uit onderzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken komt naar voren dat bijna de helft van de Nederlanders de kans op terreurdreiging meeweegt bij het kiezen voor een vakantiebestemming. Dit vinden zij belangrijker dan de gezondheidssituatie ter plaatse, de mate van criminaliteit of het risico op natuurgeweld, terwijl dit vaak reëlere gevaren zijn. Het Ministerie houdt op haar website voor elk land een actueel reisadvies bij. De laatste jaren is het aantal mensen dat dit advies raadpleegt flink gestegen, maar toch gaat nog steeds 94 procent op vakantie zonder het laatste reisadvies te checken.

Veel mensen baseren hun informatie over de situatie in een land dus op wat ze in het nieuws zien. Sinds in Turkije na de mislukte coup in 2016 de noodtoestand is uitgeroepen, zijn de relatief goedkope vakanties aan de Turkse badplaatsen en all-inclusive resorts bijvoorbeeld aanzienlijk minder in trek bij toeristen. Ook naar Egypte, waar in het hele land een verhoogd risico op aanslagen is, wordt minder vaak afgereisd.

Dichter bij huis waren er aanslagen in Spanje, Frankrijk, Duitsland, Engeland en België. RTL Nieuws liet vorig jaar onderzoeken welk effect dit had, waaruit bleek dat 60 procent van de Nederlanders steden als Parijs, Londen, Brussel en Berlijn probeerde te vermijden. Van deze groep bleef 1 op de 10 liever helemaal thuis. De rest ging wel, maar gaf aan de voorkeur te geven aan een stad waar nog geen aanslag is geweest. Toch blijft 3 op de 4 mensen nuchter, en zegt geen rekening te willen houden met terreurdreiging, omdat aanslagen overal kunnen plaatsvinden.

Aanslag-vrije landen

En dat is in principe ook zo. Hoewel het soms lijkt alsof overal in Europa bommen ontploffen, gaat het in werkelijkheid maar om enkele plaatsen. Op een camping in de Dordogne is het risico op een aanslag immers vele malen kleiner dan in hartje Parijs. Wie per se een aanslag-vrij land wil opzoeken, kan terecht in bijvoorbeeld Italië, Portugal, Griekenland, Oostenrijk en Kroatië. Maar ook daar kan natuurlijk niemand garanderen dat het rustig blijft, evenals hier in Nederland. We leven nu eenmaal in een roerige tijd, waarin angst voor terreur een deel van ons leven is geworden. De vraag is alleen in hoeverre die angst terecht is. Hoewel het in het nieuws aan de orde van de dag lijkt, is de kans om betrokken te raken bij een aanslag in werkelijkheid nihil. Experts hebben het berekenend op 1 op ongeveer 1,9 miljoen. Ter vergelijking: de kans op een hartaanval is 1 op 23… De kans dat u daadwerkelijk slachtoffer wordt van een aanslag, is ongeveer net zo waarschijnlijk als dat u geraakt wordt door de bliksem. En onthoud: dat u bang wordt, is precies wat terreurorganisaties willen bereiken. Een van de weinige dingen die u dus wél kunt doen tegen terrorisme, is doorgaan met uw leven!

Wat kunt u wél doen?

  • Check voor u op vakantie gaat altijd het meest recente reisadvies voor uw bestemming op www.nederlandwereldwijd.nl. U kunt hier ook eventueel uw gegevens achterlaten, zodat u een bericht krijgt als de situatie plotseling wijzigt. Daarbij kunt u sneller worden bereikt in geval van een crisissituatie.
  • Ga goed voorbereid op reis. Zorg dat u op de hoogte bent van de lokale wetten, regels en gebruiken. Zorg dat uw reisdocumenten en gezondheidsvoorzorgsmaatregelen als vaccinaties en medicijnen op orde zijn.
  • Wees extra alert op plekken waar veel toeristen samenkomen. Probeer plaatsen waar oproer kan ontstaan te vermijden, zoals demonstraties.
  • Verlies de meer realistische gevaren op vakantie niet uit het oog. Smeer bijvoorbeeld goed met zonnebrandcrème, gebruik muggenwerende producten, wees alert op zakkenrollers en op ongelukken in het verkeer. Allemaal zaken waar u meestal wél controle over heeft.
  • Denk eraan dat angst wordt gevoed door gedachten. Als u voor vertrek constant negatieve nieuwsberichten over aanslagen leest, is de kans dat u ontspannen op vakantie gaat kleiner. Maak liever leuke plannen en denk aan de heerlijke tijd die u voor de boeg heeft.

Voor meer artikelen klik hier

Met een hartprobleem de auto in: waar moet u op letten?

U zou er misschien niet meteen bij stilstaan. Maar als u een hartprobleem heeft, kan dat invloed hebben op uw rijvaardigheid. Daarom is het goed om te weten met welke regels u te maken krijgt als u met hartklachten de auto in stapt en op welke manier u kunt beoordelen of uw rijvaardigheid  nog voldoende is.

Autorijden na een hartoperatie

Een hartoperatie is een heftige ingreep die nog een tijd klachten kan geven, zoals duizeligheid, vermoeidheid en pijn in uw spieren, nek en rug. Als u plotselinge bewegingen moet maken of hard moet remmen geeft dat bovendien een extra belasting op uw litteken en borstbeen. Hoe lang u na een hartoperatie niet mag autorijden is niet bij wet vastgelegd. Vaak zal de specialist u erover adviseren.  Vier à zes weken de auto laten staan is het meest gebruikelijke advies. Zo krijgt uw lichaam de kans om voldoende te herstellen en brengt u zichzelf en anderen niet nodeloos in gevaar.

Maar als die periode na de operatie voorbij is, kunt u dan weer met een gerust hart autorijden? Niet altijd. In sommige gevallen moet onderzocht worden of u na die eerste periode weer de auto in kunt. Gelukkig zijn de regels soepeler geworden. Voor het jaar 2000 mocht u na het plaatsen van bijvoorbeeld een ICD nooit meer autorijden. Inmiddels is dat anders. Om te mogen rijden met een ICD,  moet deze twee maanden na implantatie geen elektrische schokken hebben afgegeven. Een steunhart moet twee maanden na implantatie geen complicaties hebben opgeleverd. Als dat allemaal niet het geval is, dan kunt u in principe gewoon rijden voor privégebruik en beperkt zakelijk gebruik. Daarvoor is net als bij een pacemaker wel een gezondheidsverklaring nodig en een rapportage van de cardioloog die beide worden overgelegd aan het CBR. Aan de rapportage van de cardioloog zijn kosten verbonden. Die variëren, maar u kunt rekenen op ongeveer € 150,-.

De gehele procedure kan enige tijd in beslag nemen. Het CBR hanteert een maximale termijn van vier maanden.

Overige hartproblemen

Er zijn ook andere hartproblemen, zoals een ritmestoornis, of hartfalen, die u kunnen doen twijfelen aan uw eigen rijvaardigheid. Het CBR beoordeelt bij gezondheidsproblemen. Het heeft daarvoor de eerder genoemde gezondheidsverklaring opgesteld. Een vragenlijst die u kunt invullen om te achterhalen of uw rijvaardigheid nog in orde is en niet teveel wordt beïnvloed door eventuele gezondheidsproblemen. Die vragenlijst invullen kost € 34,80. Maar voor u daarmee aan de slag gaat kunt u het beste eerst overleggen met uw arts. Wellicht is het niet eens nodig en maakt u zich voor niets zorgen. Als u hem wel invult wordt daarna meteen duidelijk of nader onderzoek, bijvoorbeeld door een specialist, of een rijtest door het CBR nodig is. Een rijtest is geen rij-examen. Er wordt alleen gekeken naar of u in staat bent de auto veilig te rijden. U legt de rijtest meestal af in uw eigen auto en de test is gratis.

Bij zorgen begint het dus met overleggen met uw eigen arts over het invullen van de  gezondheidsverklaring. Deze verklaring vindt u op de site van het CBR, nadat u heeft ingelogd met  uw DigiD.

Als u door het CBR geschikt bent verklaard om auto te rijden is deze verklaring soms voor een beperkte duur geldig.

Wat als ik niet (meer) mag autorijden?

In sommige gevallen mag u niet meer autorijden. Bij ernstige hartritmestoornissen bijvoorbeeld. Het kan een pijnlijke boodschap zijn als u hiervan per brief door het CBR op de hoogte bent gesteld. U kunt geen rijbewijs aanvragen of vernieuwen. Het CBR maar ook het RDW zijn ervan op de hoogte dat u niet geschikt bent om te rijden, evenals uw gemeente. Uw rijbewijs wordt ongeldig. Als u gewend was om veel gebruik te maken van de auto, betekent het een behoorlijke omslag in uw manier van leven. Maar als u het niet eens bent met de beslissing kunt u ofwel een hernieuwde keuring aanvragen of bezwaar maken (niet allebei). Het kan ook zijn dat het na een tijdje een stuk beter met u gaat. Dan kunt u de gezondheidsverklaring opnieuw invullen en zo opnieuw laten beoordelen of u inmiddels weer wel in staat bent om auto te rijden. Niet meer autorijden is dus niet zo definitief als het lijkt.

Voor meer artikelen klik hier

Solliciteren als hartpatiënt(e)

Jij bent hartpatiënt: feit. Maar ben je tijdens een sollicitatieprocedure verplicht om jouw chronische ziekte te benoemen? Young & Yearning zet jouw rechten en plichten op een rij. Maar er is meer! Onder het mom van ‘gratis en voor niets’: vrijblijvende bonusadviezen.

Rechten & plichten

  • Over rechten gesproken… volgens de wet ben jij niet verplicht om in een sollicitatiebrief of tijdens een sollicitatiegesprek melding te maken van je huidige gezondheidssituatie en ziekteverleden.
  • Sterker nog: de ‘Wet op de Medische Keuringen’ (WMK), verbiedt werkgevers naar je gezondheid of ziekteverzuim bij vorige werkgevers te vragen. Oftewel, vragen over jouw hartaandoening en de behandeling daarvan zijn uit den boze.
  • Om het te verduidelijken… in de sollicitatiecode van de ‘Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling‘ (NVP), staat: ‘De arbeidsorganisatie stelt alleen vragen over aspecten die voor de functie en/of voor de functievervulling relevant zijn.’
  • De bedrijfsarts heeft recht om te informeren naar jouw medische situatie, maar mag vanwege zijn beroepsgeheim geen medische informatie doorgeven aan de werkgever.
  • Of jij in combinatie met jouw medische situatie in staat bent om bepaalde werkzaamheden met betrekking tot de desbetreffende functie uit te voeren, is wél een legitieme vraag.
  • Net zoals de vraag of en in hoeverre de te verrichte arbeid door de hartaandoening kan worden beperkt.
  • Komt jouw hartaandoening niet ter sprake, maar beperkt het jou in je functioneren?
  • Jij bent verplicht om beperkingen die van invloed zijn op jouw arbeids(on)geschiktheid met betrekking tot het uitoefenen van de functie te melden.
  • Indien jij deze mogelijke, belemmerende informatie achterhoudt en tijdens ziekteverzuim diezelfde beperkingen aan het licht komen waarvan jij al op de hoogte was ten tijde van de sollicitatie, dan heeft de werkgever het recht om jouw loon stop te zetten. In het uiterste geval volgt ontslag op staande voet. Hierdoor is het verkrijgen van een WW-uitkering onmogelijk.
  • Check, check, dubbel check: als sollicitant ben jij niet verplicht inzage te geven in jouw complete medische dossier. Maar mogelijke belemmeringen betreffende de functie waarna jij solliciteert mogen niet worden verzwegen.
  • Tot slot: een medische keuring mag alleen plaatsvinden indien een baan medische eisen stelt.

Sollicitatieadviezen

  • First things first… heb zelfvertrouwen! Een hartaandoening (of chronische ziekte) betekent niet per definitie dat je niet kunt werken. Laat jouw hart je niet tegenhouden om de kans te wagen.
  • Wees kritisch en ga voor jezelf eerlijk na wat jij wel en niet aankunt.
  • Benoem in jouw sollicitatiebrief niet dat jij een hartpatiënt(e) bent. De uitzondering hierop kan zijn als je solliciteert op een functie waarin jouw hartaandoening juist van pas komt, bijvoorbeeld als ervaringsdeskundige.
  • Ga in de sollicitatiebrief in op de functie en benadruk waarom juist jij hier de geschikte kandidaat voor bent.
  • Heb je een ‘gat’ op jouw CV al dan niet naar aanleiding van jouw medische situatie? Wees voorbereid op vragen hierover tijdens het sollicitatiegesprek.
  • Uitgenodigd op een sollicitatiegesprek? Ga voor jezelf na wat jij wilt vertellen over jouw hartaandoening en de mogelijke, daarbij horende beperkingen. Maar ook in welke mate je de beperkingen hebt.
  • Ben jij in staat om de functie naar volle tevredenheid te vervullen ondanks je hartaandoening? Jouw hartaandoening hoeft dan niet ter sprake te komen. Keep in mind, geef geen onnodige informatie prijs!
  • Kan jij de gevraagde functie vervullen, maar in aangepaste vorm vanwege jouw beperkingen en zijn enige aanpassingen vereist? Vraag hierom! Werkgevers zijn verplicht om te onderzoeken of aanpassingen realiseerbaar zijn in de vorm van maatwerk.
  • Komt jouw hartaandoening ter sprake? Turn the spinning wheel en geef een positieve draai aan het woord hartpatiënt(e). Benoem positieve eigenschappen die des te meer tot uitdrukking zijn gekomen en van positieve invloed zijn op jouw werk, zoals wilskracht, doorzettingsvermogen en vastberadenheid. Zelfkennis is van grote waarde!
  • Is jouw toekomstige werkgever huiverig om in zee te gaan met een hartpatiënt(e)? Werkgevers die chronisch zieken (arbeidsgehandicapten) in dienst nemen genieten financiële voordelen in de vorm van het afdekken van de risico’s door subsidies en premiekorting. Wijs diegene gerust hierop.
  • Zenuwachtig voor het sollicitatiegesprek? Haal de druk van de ketel en oefen het sollicitatiegesprek door middel van een rollenspel met iemand anders.

Hierover doorpraten of een ander onderwerp aansnijden? Bezoek het forum van Hartpatiënten Nederland (www.hartpatienten.nl/forum) en kom in contact met lotgenoten van jouw leeftijd!

Vergeet onze Facebookpagina (www.facebook.com/HARTvrienden) niet te liken en blijf op de hoogte van de laatste ins & outs. 

Good to know

  • Wist jij dat het wettelijk verboden is om tijdens een sollicitatiegesprek vragen te stellen met betrekking tot geslacht, seksualiteit en burgerlijke staat? Maar ook vragen over etnische afkomst, nationaliteit, godsdienst, levensovertuiging en politieke voorkeur.
  • Vragen naar een kinderwens, is indirect onderscheid maken op grond van geslacht en behoort tot de ongewenste vragen.
  • (On)bewust gediscrimineerd tijdens een sollicitatiegesprek? Meld dit bij het ‘College voor de Rechten van de Mens’ en dien een verzoek in. Zij vellen een oordeel over de situatie.

In gevecht met het UWV

Stel: u lijdt aan een waslijst met hartaandoeningen en komt met moeite de dag door, maar het UWV staat erop dat u werkt. De 57-jarige Pieter Meijer is verwikkeld in een welles-nietes discussie met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Zijn verhaal…

In 2002 begint Pieters strijd met de kloppende motor van het lichaam: zijn hart. Een aaneenschakeling van hartritmestoornissen, hartfalen en beroertes volgt. Hij vecht en blijft dagelijks doorvechten. Maar dat is niet zijn enige strijd. Pieter, een geboren Arnhemmer, is al jarenlang in gevecht met het UWV, ‘Ik hield het niet voor mogelijk.’

Doorzetten

Van een hardwerkende vastgoedbeheerder, tot dagelijks hijgen, puffen en zuchten. Zijn kortademigheid en verloren conditie naar aanleiding van zijn hartaandoeningen, neemt hij voor lief. Maar de dagelijkse moeheid breekt hem op, ‘Ik ben moe. Continu. Altijd. En met de dag wordt het erger.’ Desondanks wilde hij na vaststelling van zijn hartaandoeningen zo snel mogelijk weer aan de slag, ‘Ik ben een echte werker, een doorzetter. Als ik niet lopend vooruit kom, dan kruip ik gestaag verder. Echter, het lukt me niet meer.’

Pieter Meijer

Het besef dat Pieter een stap terug moet doen, valt hem zwaar, maar valt in het niet bij hetgeen wat hem staat te wachten, ‘Het is voor mij ongelofelijk moeilijk dat mijn lichaam niet meer doet wat ik wil. Mijn inspanningsniveau is laag en de dag deel ik op om deze door te komen. Desalniettemin maak ik mijn dagindeling vaak niet af, het lukt niet. Hierdoor ben ik kort van stof en houd ik er een kort lontje op na. Maar het wennen aan de noodgedwongen omschakelingen in mijn privéleven – de beperkingen in mijn doen en laten – zou ik gemakkelijker kunnen verdragen, als ik niet verwikkeld was geraakt in het ellenlange gevecht met het UWV.’

Hij vervolgt, ‘In mijn verhaal met betrekking tot de strijd met het UWV en mijn hartaandoeningen, zit veel frustratie. Logisch. Inmiddels ben ik jarenlang bezig om aan het UWV te bewijzen hoe ziek ik ben. Het kost mij schandelijk veel energie. Het is verloren energie die ik graag in mijn herstel had gestopt. Ik heb weleens gedacht, ‘Ik gooi de handdoek in de ring!’ Maar het onrecht blijft aan mij knagen. Omdat ik rechtmatig gelijk probeer te krijgen, zet ik door en geef niet op. Ik pleit ervoor om naar het individu te kijken, want iedereen ervaart een ziekte of aandoening anders. Het is frustrerend dat men niet wordt gehoord, omdat het om (afkeurings)percentages draait. Het gevolg daarvan is dat je in een vooraf opgesteld hokje wordt gestopt, maar waar ben ik, de persoon, daarin?’

Vechten

De ‘vechtscheiding’ waar Pieter middenin zit heeft te maken met het vastgestelde afkeuringspercentage. Pieter is het daarmee oneens, ‘Tot op heden ben ik niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt verklaard (IVA-uitkering) waardoor ik geen recht heb op minstens 75% aan inkomsten van mijn laatstgenoten loon tot aan mijn pensioengerechtigde leeftijd. Ik strijd daarvoor in de rechtbank. Veertig jaar heb ik de longen uit mijn lijf gewerkt en sinds het noodlot heeft toegeslagen, ben ik aan het vechten voor mijn inkomen. Via allerlei kanalen doe ik mijn verhaal. Ik ben niet op zoek naar medelijden, maar put steun uit andermans ervaringen. Het is mijn manier om te dealen met het onbegrip vanuit het UWV.  Zij – mijn vrienden, buren en lotgenoten – snappen niet dat iemand die lichamelijk op is, toch zo wordt gepusht.’

De langdurige procedures binnen het UWV, vergen veel van Pieter, ‘Sterker nog, het maakt mij kapot. Door de ontstane onrust door het UWV, verslechtert mijn situatie aanzienlijk. Sinds 2002 ben ik hartpatiënt. Door de jaren heen is het steeds moeilijker geworden. Hierdoor ben ik banger geworden voor de toekomst. Ik hoop en bid dat mijn ziektebeeld niet verder achteruitgaat. Ondertussen ben ik onder behandeling van een psycholoog en houd via de huisarts de sociaalpsychiatrische verpleegkundige een vinger aan de pols. Om te voorkomen dat ik gekke dingen ga doen.’

Volgens Pieter is rust hetgeen wat nodig is om zijn gevecht te beëindigen. ‘Ik wil geen nieuwe keuringen en vervelende herkeuringen meer. Geen dagen, maanden en jaren in spanning leven terwijl ik ondertussen aan het afwachten ben. Ik wil tot rust komen, aan mijn herstel werken voor het zover dat mogelijk is en mijn hartaandoeningen een plekje geven. Ik wil leven.’

Oneens met het UWV

Zit u midden in een procedure met het UWV en bent u het oneens met de beslissing? Maak bezwaar. U doet dit via een bezwaarschrift. Heeft u reeds bezwaar gemaakt? Tegen een officiële, schriftelijke beslissing kunt u in beroep gaan.

Heeft u te maken met het UWV? Deel uw positieve en/of negatieve ervaringen op het forum van Hartpatiënten Nederland. Op www.hartpatienten.nl/forum vindt u een luisterend oor in de vorm van vele ervaringsdeskundigen. Heeft u zelf tips? Deel deze met lotgenoten.

Mobiele telefoons: wat is (niet) verzekerd?

Mobiele telefoons: wat is (niet) verzekerd?

De mobiele telefoon is niet meer weg te denken uit het alledaags straatbeeld. Schade, vermissing en diefstal eveneens. Maar in hoeverre is uw toestel verzekerd? HartbrugReizen over mobiele telefoons en verzekeringen.

Een ongeluk zit in een klein hoekje en voordat u er erg in heeft is uw mobiele telefoon beschadigd, vermist of gestolen. Gelukkig bent u verzekerd. Maar waarvoor bent u verzekerd en wat dekt welke verzekering? Een wisselwerking tussen een inboedel- en opstalverzekering (woonverzekering), buitenhuis(ongevallen)verzekering en kostbaarheden(buitenshuis)verzekering, maar ook een aansprakelijkheidsverzekering en een eventuele telefoonverzekering, zijn het antwoord op de vraag. Ziet u door de spreekwoordelijke bomen het bos niet meer? Wij hebben de belangrijkste, overlappende punten voor u op een rij gezet. Een gedetailleerd overzicht? Lees uw polisvoorwaarden na en check wat voor u geldt in de genoemde situaties.

Inboedel- en opstalverzekering / In en rondom het huis

Ligt uw mobiele telefoon binnenshuis of rondom uw woning en slaat het noodlot toe? De inboedel- en opstalverzekering dekt schade aan uw mobiele telefoon, maar niet altijd.

  • Brand-, inbraak- en diefstalschade vallen onder een inboedelverzekering, terwijl de meest voorkomende schades bij mobiele telefoons zoals stoot-, val- en waterschade over het algemeen buiten de boot vallen.
  • Gaat u voor ‘all or nothing’? Verzekeringen bieden een All Risk-dekking aan. Hiermee verzekert u schade die u zelf per ongeluk veroorzaakt aan uw woning en spullen, waaronder uw mobiele telefoon, in uw woning.
  • Door een inboedel- en opstalverzekering uit te breiden met een aanvullende dekking zoals een buitenshuis(ongevallen)- en kostbaarheden(buitenshuis)verzekering, is uw mobiele telefoon buitenshuis verzekerd.
  • Niet alle verzekeraars bieden de buitenshuis(ongevallen)- en kostbaarheden(buitenshuis)verzekering als een aanvullende dekking op de inboedel- en opstalverzekering aan, maar als een op zichzelf staande verzekering.
  • Zowel bij een inboedel- en opstalverzekering, als bij een buitenshuis(ongevallen)- en kostbaarheden(buitenshuis)verzekering, is schade aan uw mobiele telefoon tot een bepaald maximumbedrag gedekt. Benieuwd naar het bedrag? Check hiervoor de verzekeringsvoorwaarden.
  • Vindt u het maximumdekkingsbedrag te laag? Informeer naar een uitbreiding van het dekkingsbedrag, maar voorkom dubbel verzekeren.
  • Daarnaast is een buitenshuis(ongevallen)verzekering en kostbaarheden(buitenshuis)verzekering uitermate geschikt voor personen die veel buitenshuis onderweg zijn en waardevolle spullen meenemen zoals een mobiele telefoon en andere elektrische apparatuur. In vergelijking met een reisverzekering is uw waar in eigen land verzekerd.

Reisverzekering / Op vakantie

Ontspannen op vakantie totdat uw telefoon schade treft, vermist is of wordt gestolen?

  • Met een reisverzekering haalt u opgelucht adem, want uw mobiele telefoon is voor het grootste gedeelte gedekt.
  • Afhankelijk van uw verzekering, wordt valschade van uw mobiele telefoon op vakantie door uw reisverzekering gedekt.
  • Schade geleden? Meld de schade zo snel mogelijk bij uw verzekering.
  • Hoe geavanceerder de mobiele telefoon, des te duurder de reparatiekosten.
  • Indien de reparatiekosten duurder uitvallen dan de telefoonwaarde, dan wordt de mobiele telefoon total loss verklaard. Houdt u wel rekening met het vastgestelde, maximaal uit te keren bedrag door u verzekeraar.
  • Wist u dat mobiele telefoons een zogeheten eigen risico met zich meedragen? Het eigen risico staat los van uw premie en betaalt uzelf met betrekking tot de reparatiekosten of wordt in mindering gebracht bij een total loss verklaring.
  • Denkt u eraan om de opgemaakte offerte in verband met een reparatie of total loss verklaring te bewaren totdat uw case is afgesloten?
  • Heeft u geen schuld aan de ontstane schade, maar een ander? U kunt de desbetreffende persoon aansprakelijk stellen op diens aansprakelijkheidsverzekering. De dekking is hierbij wel van invloed.

Telefoonverzekering

U koopt een nieuwe mobiele telefoon en de verkoper biedt u een telefoonverzekering aan. Is hier sprake van dubbel verzekeren of heeft een telefoonverzekering zin?

  • Een telefoonverzekering dekt een technisch effect, maar alvorens u deze afsluit houdt u de wettelijke garantieregeling van de mobiele telefoon van minimaal twee jaar in uw achterhoofd?
  • Gebeurt er iets met het toestel binnen het tijdsbestek van de garantieregeling en is het buiten uw schuld om, dan heeft u recht op vervanging of reparatie van het toestel.
  • Sluit een telefoonverzekering niet direct af bij de aankoop van een nieuwe mobiele telefoon. Vraag om schriftelijke informatie en lees het thuis rustig na.
  • Kijk na welke dekking onder uw inboedel- en opstalverzekering valt en/of buitenhuis(ongevallen)verzekering.
  • Onthoud dat het merendeel aan schades gedekt is door een inboedel- en opstalverzekering, buitenhuis(ongevallen)- en kostbaarheden(buitenhuis)verzekering of reisverzekering.
  • Verzeker hetgeen wat u zelf niet kunt of wilt dragen.
  • Kiest u voor een telefoonverzekering? Vraag naar de mogelijkheden tot overzetten of beëindigen bij aankoop van een nieuw toestel.

Gouden tip

Het spreekt voor zich: bewaar uw aankoopbewijs, facturen en overige. Zonder desbetreffende papieren heeft u geen zaak en neemt een verzekeringsmaatschappij uw case niet in behandeling.

Anti schade- en diefstaltips

  • Wanneer het op schade aankomt, is de grootste boosdoener het beeldscherm. Voorzie uw touchscreen van een screenprotector. De allernieuwste screenprotectors zijn van gehard glas gemaakt en voorkomen krassen en beschermen tegen stoot- en valschade: zij vangen de klap op.
  • Vergeet daarbij een bescherminghoes niet voor rondom uw telefoon.
  • En wat dacht u van een waterdichte telefoonhoes?
  • Het zekere voor het onzekere? Schaf een goedkoop toestel aan en gebruik deze buitenshuis.
  • Mobiele telefoon gestolen? Op afstand kunt u het toestel traceren (indien de GPS-locatie aanstaat), de simkaart blokkeren en alles gegevens van uw toestel wissen. Vergeet geen aangifte bij de politie te doen!

 

Een levensreddende reis naar Houston en Londen

 

Het waren barre tijden. Vijftig jaar geleden overleden er dagelijks meer dan vijftig Nederlanders aan ziekten van de kransslagaders. Jawel, u leest het goed: dagelijks! Het aantal hartpatiënten nam sterk toe, evenals de wetenschappelijke inzichten om deze mensen te helpen. Maar de capaciteit om al deze mensen te helpen en te behandelen, groeide niet mee. De Leidse hoogleraar prof. dr. J. Groen sprak in 1969 in dit verband zelfs van ‘een noodtoestand’. Het Rotterdamse Dijkzigtziekenhuis had destijds een wachtlijst van zo’n 150 hartpatiënten, waarvan er slechts één per week kon worden geopereerd.

 

Het was in die dagen dat de toen 39-jarige Brabantse hartpatiënt Henk Fievet het initiatief nam voor de oprichting van de toenmalige vereniging voor Nederlandse Hartpatiënten, de voorloper van Hartpatiënten Nederland. ‘Ik ben door de minister ter dood veroordeeld’, liet Fievet op 25 mei 1970 in de Telegraaf optekenen. ‘Ik ben dan ook tot de slotsom gekomen dat ik mijn huid duur ga verkopen en die van vele anderen met mij!’ Het citaat staat in het boek ‘Als het hart hapert’, geschreven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van onze belangenorganisatie.

 

De vereniging groeide als kool: duizenden, vele tienduizenden hartpatiënten meldden zich aan. Fievet trok hieruit de enig mogelijke conclusie: ‘Ik heb besloten de zwijgende massa van 2000 op wachtlijsten staande patiënten voor hartchirurgie, en al die andere duizenden mensen met hartklachten, een stem te geven. Wij (ik ben inmiddels niet langer alleen) hebben besloten een vereniging van en voor hartlijders op te richten en ons eerste doel is om via directe politieke actie duizenden en nog eens duizenden reacties op het Binnenhof te bezorgen.’

 

Ondanks acties van de vereniging, zoals een opzienbarende bezetting van de Tweede Kamer in 1974, bleef de capaciteit om hartpatiënten een levensreddende operatie te geven ver onder de maat. Er kwamen geen nieuwe hartchirurgische centra bij. Talloze hartpatiënten stierven, terwijl ze op ellenlange wachtlijsten stonden.

 

Eind maart 1976 was Fievet het zat. Hij kondigde een hartbrug aan naar Houston, Texas, waar men bereid was om maandelijks tientallen hartpatiënten uit Nederland te opereren. Alleen moesten de verzekeringen dat wel betalen. Om dat mogelijk te maken speelde Fievet blufpoker en zette de onwillige verzekeraars het mes op de keel.

 

De ziekenfondsen vreesden een uittocht per luchtbrug van Nederlandse hartpatiënten naar de VS. Zij durfden echter geen besluit te nemen en schoven het bordje door naar staatssecretaris Hendriks van Volksgezondheid. Fievet reageerde woedend en liet strijdvaardig weten dat de eerste 25 hartpatiënten ‘binnenkort’ naar Houston zouden vertrekken. Hij dreigde ermee de ziekenfondsen aansprakelijk te stellen wegens dood door schuld. ‘Gevallen genoeg in ons dossier’, fulmineerde hij. ‘Wij bereiden harde acties voor, maar misschien zijn die niet nodig’.

 

Hij blufte dat de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging zich garant zou stellen voor de operaties in Houston, hoewel de vereniging zoveel geld in de verste verte niet had. Blufpoker dus. Daarin slaagde hij, want de publieke opinie steunde hem. Eind juni 1976 werden de eerste zeven (mannelijke) hartpatiënten in Houston geopereerd. Met succes. In Nederland was men laaiend enthousiast. Levens waren gered!

 

De hartbrug was een feit. Drie jaar lang vertrok elke veertien dagen een vliegtuig met 20 tot 25 hartpatiënten naar het St. Lukes Hospital in Texas. Een jaar later ging een tweede hartbrug open, dit keer naar het St. Anthony’s Hospital in Londen. Dat gebeurde omdat veel hartpatiënten moeite hadden met een verblijf ver van huis. Eenzaamheid en heimwee kwamen hun herstel niet ten goede, Londen was beter bereikbaar.

 

De levens van vele duizenden Nederlanders werden via een hartbrug gered. Later werd naast Londen en Houston nog een luchtbrug naar Genève georganiseerd. De hartbruggen werden afgebouwd toen de operatiecapaciteit van de Nederlandse ziekenhuizen geleidelijk aan weer op stoom was gekomen.

 

Ook cardiologen werkten mee aan de luchtbruggen van de vereniging. Ze stuurden patiënten bewust door naar Houston en later naar Londen. Zoals cardioloog dr. Pluim in Sittard, die zijn patiënt Zef Lemmens door verwees. Dit omdat hij geen hoge pet op had van de Nederlandse hartcentra. De toen 50-jarige Lemmens onderging in Houston een openhartoperatie met vijf omleidingen. Chirurg was dr. Denton Cooley, de wereldbekende hartchirurg. ‘De operatie is heel voorspoedig verlopen’, herinnert Lemmens zich.

 

‘Toen ik de eerste keer mijn ogen opende, had ik het gevoel dat ik er weer tegenaan kon gaan, en het herstel verliep gelukkig heel voorspoedig’, gaat hij verder. ‘De  tijd in Amerika was een geweldige ervaring. De voertaal was Engels, maar dat was geen probleem. Medepatiënten die geen Engels spraken hebben we geholpen.’

 

Het was geen sinecure om ‘even’ zo ver van huis te gaan om je in een onbekend ziekenhuis te laten opereren. Mensen die zich die tijd nog kunnen herinneren spreken zonder uitzondering over ‘zenuwen’, angst en onzekerheid. Het was hun laatste strohalm, dat wisten ze wel. Je liet vaak ook wat achter, en wist niet of je nog zou terugkeren. Lemmens herinnert zich die tijd nog goed. ‘Ik had drie opgroeiende kinderen en een eigen onderneming die in mijn afwezigheid gelukkig goed werden opgevangen door het personeel. Na enige tijd kon ik mijn werk langzaamaan weer oppakken. Mijn vrouw heeft me toen heel goed bijgestaan en dankzij haar werd ik weer de oude.’

 

Lemmens was niet de enige die met angst en beven aan de reis begon. De trip naar Londen was ook voor de toen 62-jarige mevrouw Bertens, moeder van veertien kinderen, ‘een angstige ervaring’, herinnert haar dochter, mevrouw G. van der Klundert-Bertens zich. Op reis gaan naar een vreemd land en een vreemd ziekenhuis, dat was niet tof, vertelt ze. ‘Het was wel veilig genoeg met begeleiding’, weet ze. ‘Mijn moeder en de andere patiënten gingen een uiterst onzekere tijd tegemoet.’ Mevrouw Bertens werd begeleid door haar man en twee gezinsleden. ‘Dat was niet omdat het leuk was, maar omdat het hard nodig was. Ter ondersteuning, en voor het geval er iets ergs gebeurde.’ Bertens werd op 31 oktober 1977 geopereerd. Met succes.

 

‘Er zat niet anders op’, herinnert de heer Smits zich, die in 1979 in Londen werd geopereerd. ‘Maar leuk was het niet.’ In het ziekenhuis was het soms behelpen. Alles ging er in het Engels, aldus Smits. Wel was er soms een tolk. Gelukkig werden de patiënten in die tijd begeleid door Lei Backes en Anneke Weiman van de hartpatiënten vereniging, herinnert Smits zich. De hele familie was bij zo’n operatie in het verre buitenland betrokken. ‘In de familie werd er veel over gesproken. Er moest immers veel geregeld worden. We hadden twee kinderen, een van 11 en een van 9 jaar.’

 

Jan Breeman werd in 1991 in Londen geopereerd. ‘In eigen land moest ik zes maanden op een operatie wachten’, vertelt Breeman. ‘Te lang.’ Hij vroeg voorzitter Jan van Overveld van Hartpatiënten Nederland om hulp, en kon vervolgens snel naar Londen. De toen 39-jarige Breeman werd geopereerd door de Maastrichtse hartchirurg Kees Prenger, die speciaal mee overgevlogen was en vijf omleidingen aanbracht. ‘Vakwerk’, aldus Breeman. ‘Ik ben geen dag meer ziek geweest, tot op de dag van vandaag!’

 

Breeman herinnert zich onder meer het prima eten, de uitstekende verzorging, en de aandacht die hij dagelijks kreeg van een Engelse hartchirurg, de heer Smit, die elke dag een half uurtje met hem praatte. De in februari dit jaar overleden Piet Schoenmakers van Hartpatiënten Nederland begeleidde hem in Londen. Helaas sprak Schoenmakers geen Engels, herinnert Breeman zich. Gelukkig kon Breeman zichzelf goed redden in de Engelse taal. De operatie was een succes: tot zijn prepensioen op 61-jarige leeftijd heeft Breeman kunnen doorwerken. Niet zonder slag of stoot, overigens. ‘Het GAK deed moeilijk daarover en wilde mij afkeuren alsof ik invalide was. Ik ging gewoon aan het werk en heb dat zonder onderbreking 22 jaar lang gedaan!’

 

Dat Engels was voor veel patiënten toch wel een handicap. Gelukkig ging met hartpatiënt Ad van Zandbeek uit Vught, naast toenmalige voorzitter Piet van Overveld, ook een verpleegkundige mee, die Engels sprak. De toen 46-jarige Van Zandbeek heeft in Londen twee omleidingen gehad. Hij herinnert zich nog een aardige anekdote: ‘Mijn vrouw en ik spreken noch verstaan Engels’, vertelt hij. ‘Er ontstond ondanks alles een leuke situatie. Iemand uit de keuken vroeg: Do you want to eat chicken? Mijn vrouw snapte er niets van. De andere vrouw begon te kakelen en te springen als een kip. Ja hoor! Ik lust wel een kip….’

 

Veel publiciteit kreeg de luchtbrug eind juli 1976, toen de 3-jarige René Pascal Boeren met zijn ouders naar Houston ging. Daar kreeg het ventje een levensreddende hartoperatie. Het jongetje was in eigen land ten dode opgeschreven, leed aan toenemend zuurstofgebrek en was daardoor blauw geworden. ‘In Nederland kon niemand hem helpen’, vertelt zijn vader Cor Boeren. ‘Uiteindelijk heeft kinderarts De Villeneuve van het Sofia ziekenhuis gezorgd voor een operatie in Houston.’ De reis was georganiseerd door de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. De operatie was succesvol. Kranten en tijdschriften stonden er wekenlang vol van. In de eerst volgende uitgave van HartbrugReizen staat een uitvoerige reportage over deze levensreddende reis.

Hoe was het om met een gezelschap van lotgenoten op reis te gaan naar een vreemd land en een vreemd ziekenhuis? De een vond het spannend, de ander beangstigend, weer anderen vertellen ons dat het heel erg mee viel. Toch voelde iedereen zich erg onzeker, en waren mensen blij met de begeleiding van de vereniging, die mensen niet alleen een luisterend oor bood, maar ook hielp waar dat nodig was. In de begindagen in de jaren ’70 van de vorige eeuw, ging onder meer dr. Peter van der Schaar mee. Deze hartchirurg zette zich toentertijd enorm in voor het verbeteren van de hartoperaties en de capaciteit van de hartcentra in ons land. Hij kreeg hier echter te maken met erg veel tegenwerking. Peter van der Schaar zat ook in het vliegtuig, vanaf voorjaar 1976, toen de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging ruim drie jaar lang elke twee weken een luchtbrug naar Houston regelde voor 20 tot 25 Nederlandse hartpatiënten. Een jaar later werd een tweede luchtbrug geopend, naar het toentertijd door nonnen bestierde St. Anthony’s Hospital in Londen. Ook konden mensen vlak daarna voor een operatie in Genève kiezen. Iemand die ook vaak mee ging was onze adviseur en dotterdeskundige cardioloog Hans Bonnier van het Catharina ziekenhuis in Eindhoven, evenals Piet van Overveld, sinds 1977 voorzitter van de Nederlandse Hartpatiënten Vereniging. Later was ook diens zoon en opvolger Jan van Overveld een welkom begeleider op de levensreddende reizen naar Londen.

 

Veel patiënten van toen onderhouden niet alleen goede herinneringen aan de tijd rond de operatie, maar ook een goed contact met elkaar en de stichting Hartpatiënten Nederland. ‘Piet van Overveld heeft veel voor ons betekend’, laat Ad van Zandbeek weten. Er wordt onder meer gewag gemaakt van een reünie van mensen die in den vreemde geopereerd zijn, in Oisterwijk. Hartpatiënten Nederland is trots op het koene en dappere initiatief dat de oprichters en voormalige roergangers van de toenmalige vereniging hebben genomen dat duizend mensen het leven heeft gered! Ook zijn we trots op de vele begeleiders, die op vrijwillige basis mee zijn gegaan om de doodzieke patiënten te begeleiden. En tenslotte zijn we heel veel dankbaarheid verschuldigd aan mensen als dr. Denton Cooley zaliger, die talloze Nederlanders het leven heeft gered.