default-header
HomeNieuwsWandeldingen

Wandeldingen

Columns

donderdag 22 april 2021, door Hartpatiënten Nederland

Daar zitten we weer. In een nieuwe lockdown. Net als in het voorjaar proberen we er het beste van te maken. Met veel Netflix, soms een avondje uit eten thuis en veel wandelingen.

Als we met vrienden afspreken, dan doen we dat meestal buiten. Wandelen op afstand is iets wat iedereen nu lijkt te doen. En als je mij vier maanden geleden had verteld dat ik elke dag een korte wandeling zou maken, dan had ik je uitgelachen. Ik had altijd een hekel aan wandelen zonder doel. Ik wilde wel graag meer bewegen door elke dag een ommetje te maken, maar ik deed het nooit. Inmiddels voel ik me schuldig als ik niet buiten ben geweest.

Onlangs waren we met een ander gezin naar een bos. Een bos met hier en daar heuvels. Tussendoor stopten we weleens, maar dat was vooral vanwege een losgeraakte veter van een peuter, een drinkpauze of even overleggen over de richting. Geen rustmomenten op banken of na een heuvel, zoals we normaal doen. Ik let dan altijd op hoe het met mijn man gaat. Dit keer was ik niet met hem bezig, maar hield ik vooral onze zoon in de gaten die zich op zijn loopfiets als een snelheidsmaniak ontpopte.

M’n man wandelde vrolijk mee, maar daarna was hij uitgeput. Vanaf het moment dat we in de auto stapten, was het mis. Hij kwam tot rust en de moeheid sloeg toe. Ongemerkt hadden we 2 uur rondgelopen! Heel de avond lag hij voor pampus op de bank. Zoveel als hij in de middag leek aan te kunnen, zo weinig gebeurde er daarna. Ook de volgende dag was hij niet vooruit te branden.

En dat allemaal door een gezellige wandeling. Een groot contrast met zijn wandelavonturen voor zijn hartaanval. Op zijn bergschoenen zit inmiddels een laag stof, want wandelen door de bergen in Zwitserland zit er niet meer in. Eigenlijk kan tegenwoordig een uurtje maar net. Niet in een hoog tempo. Dat bleek laatst maar weer tijdens een ommetje. Meestal hou ik rekening met hem, maar dit keer was ik met mezelf bezig. Hij trok aan de bel. Ik liep te hard. Natuurlijk deed ik gelijk een stap terug, maar vanbinnen wilde ik juist vooruit.

Cilla Schot


Geef een reactie