Inspectie grijpt in bij cardiologie Nijmeegs ziekenhuis CWZ

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft hard ingegrepen bij het Nijmeegse Canisius-Wilhemina Ziekenhuis (CWZ). Dat maakte De Gelderlander bekend. De krant sprak van “ongekend strenge maatregelen”. De inspectie eist dat er veel meer professionele begeleiding moet komen van mensen die op de hartafdeling werken.

Vorige week maakte de krant bekend dat het CWZ van plan is om een maatschap van vijf cardiologen nog dit jaar aan de kant te zetten. Dit na jarenlange ruzies over wat cardiologen willen verdienen.

De Inspectie voert al twee jaar gesprekken met het ziekenhuis over de steeds hoger oplopende conflicten met de cardiologen, maar ook over de kwaliteit van de zorg voor de hartpatiënten. De Inspectie maakt zich daarover grote zorgen.

Wachttijden

Zo zouden hartpatiënten pacemakers hebben gekregen zonder dat de cardiologen daarbij betrokken waren. Ook klaagden huisartsen dat ze vaak geen of onvoldoende informatie kregen over patiënten die ze doorverwezen. Verder moesten patiënten na doorverwijzing door de huisarts soms wel tien maanden wachten, terwijl het CWZ het deed voorkomen dat de wachttijd maar drie maanden zou zijn.

Patiënten die na een ingreep ter controle terug hadden gemoeten, kregen “heel vaak” geen oproep daarvoor, aldus de krant. Ook konden volgens de Gelderlander mensen met acute hartproblemen vaak niet in het CWZ terecht, maar werden voor spoedhulp overgebracht naar andere ziekenhuizen.

Verbeterplan

Het ziekenhuis stelde weliswaar een verbeterplan op, maar volgens het CWZ werkten de cardiologen daaraan niet of onvoldoende mee. Het ziekenhuis heeft twee tijdelijke cardiologen aangesteld om de druk te verlichten.

Naast de lange wachttijden van inmiddels driehonderd dagen ziet de inspectie ook dat handelingen die personeel op de hartafdeling uitvoert onvoldoende worden begeleid door hartspecialisten. Dat leidt volgens de Inspectie tot grote risico’s voor de patiëntveiligheid.

Inspectie grijpt in

En dus grijpt de Inspectie in: elke week moet het ziekenhuis laten zien hoe het gaat met de vooruitgang rond het plan van aanpak. De wachttijd moeten binnen een maand aantoonbaar verkort zijn. Anders moet de spreekuurcapaciteit aanzienlijk worden uitgebreid.  Daarnaast moeten mensen die acute zorg nodig hebben ook daadwerkelijk in het CWZ geholpen worden. Doorsturen mag niet meer.