Columnbundel Jan Chin: Uit het hart geschreven!

Jan Chin is voor de lezers van HartbrugMagazine geen onbekende. Al vele jaren verzorgt Jan een column in ons blad. Daarin probeert hij de lezer duidelijk te maken dat we meer zijn dan alleen een lichaam. En dat om gezond te zijn, ook onze geest gezond moet functioneren. Hartpatiënten Nederland brengt nu een verzameling uit van de columns van Jan Chin. Alle reden dus voor een gesprek met hem.

Je was vroeger cardioloog, en zeer geliefd bij je patiënten. Wat heb je daar vooral geleerd?

Patiënten willen serieus genomen worden. Ze komen met een klacht bij de dokter en verwachten dan terecht, dat er goed naar ze geluisterd wordt. Wat je als dokter op dat moment ook aan je hoofd hebt, je dient je dan toch volledig te focussen op de patiënt. Een mens is meer dan zijn lichaam en dus veel meer dan het te onderzoeken orgaan, in mijn geval destijds dus het hart. De hele mens is belangrijk om de klacht, waarmee de patiënt komt, te beoordelen.  

In 2009 stopte je met je werk als cardioloog. Wat was daarvan de reden?

Er ging teveel tijd zitten in vergaderen, administratie en protocollen uitwerken. Dat ging ten koste van de tijd die je hebt voor de patiënt. Daarbij komt dat een individuele benadering van die unieke patiënt, die voor je zit, nauwelijks nog mogelijk is.

Je begon een praktijk als acupuncturist. Waarom juist acupunctuur?

Dit had te maken met mijn interesse voor het Daoïsme en andere oosterse filosofieën. Vanwege het feit dat ik van Chinese afkomst ben, én arts, én het feit dat de Chinese geneeskunst zich al duizenden jaren bewezen heeft en altijd naar het unieke individu in samenspel met zijn omgeving kijkt, maakte het voor mij bijna vanzelfsprekend om acupunctuur te gaan bestuderen.

Tegenwoordig lijkt alles om medicijnen te draaien. Wat vind je daarvan?

Ik ben geen tegenstander van medicijnen, mits op individuele basis en met zuivere intenties voorgeschreven. Ik heb wel grote vraagtekens bij het klakkeloos protocollair voorschrijven van medicijnen. De geneesmiddelen industrie zit mijns inziens in een enorme spagaat. Artsen en patiënten willen goede nieuwe medicijnen zien, terwijl anderzijds de aandeelhouders winst willen zien. Hierdoor worden medicijnen sterk gepromoot, terwijl het algemeen welbevinden van de mens weinig aandacht krijgt.

Wat zou je lezers willen adviseren: niet meer naar de dokter gaan, liever naar jou? Of zijn er grijstinten? Kun je dit antwoord toelichten?

Ik zou patiënten zeker niet adviseren om de westerse geneeskunde de rug toe te keren. Zowel de reguliere zorg als de acupunctuur hebben hun sterke kanten, die we beide kunnen benutten. Zelf spreek ik liever van complementaire geneeskunst. De reguliere zorg is vooral goed in de acute zorg als het nodig is om levens te redden en verbetert zich nog steeds verder op dat gebied. Kijk maar naar de ontwikkelingen binnen de cardiologie in de laatste decennia. De preventieve zorg binnen de reguliere zorg vind ik echter minder sterk, omdat deze vaak niet holistisch is en de onderzoeken naar preventieve maatregelen vaak bekostigd worden door de geneesmiddelenindustrie. Zelf denk ik dat ‘goed in je vel zitten’ de beste preventieve maatregel is die er bestaat. Dat is iets waarbij de combinatie acupunctuur en gesprekjes over levenskunst van waarde kunnen zijn. Verder zit de kracht van de acupunctuur vooral ook in de behandeling van chronische klachten, ook omdat er geen dure medicijnen nodig zijn en patiënten vaak liever geen chronische medicatie gebruiken. Maar ook bij de chronische klachten vind ik het wel belangrijk dat ernstige ziekten regulier zijn uitgesloten, voordat ik aan acupunctuur begin.

Wat wil je met je columns in het HartbrugMagazine bereiken?

Wat ik de mensen vooral wil duidelijk maken met mijn columns is dat we vaak moeite doen om het leven naar onze hand te zetten, maar dat dat een vergeefse strijd is. Eigenlijk komt het er op neer dat we alleen gelukkig kunnen zijn als we het leven volledig accepteren zoals het is. Met andere woorden, we kunnen het leven niet veranderen, maar wel hoe wij er zelf in staan. Mijn streven is om dit inzicht aan zoveel mogelijk mensen mee te geven.

Voor meer artikelen klik hier

Geen gelijke kansen voor mannen en vrouwen?

‘Reanimatie bij vrouw niet anders dan bij man.’

Amerikaans onderzoek wijst uit dat vrouwen minder kans hebben om gereanimeerd te worden dan mannen, wanneer zij een hartaanval krijgen. Mogelijk zijn omstanders bang om de borsten aan te raken. Hoe terecht is deze angst?

In Nederland vinden jaarlijks tussen de 7.000 en 8.000 reanimaties plaats buiten het ziekenhuis, blijkt uit cijfers van de Hartstichting. Meestal is het slachtoffer dan thuis, maar in 30% van de gevallen vindt de reanimatie plaats op straat of in een openbare gelegenheid. Als er binnen 6 minuten wordt gestart met reanimeren en er een AED wordt gebruikt, zijn de overlevingskansen het grootst. In de kostbare minuten voor de ambulance arriveert, kunnen omstanders dus het verschil maken tussen leven of dood.

Daarom is het dus essentieel dat zo veel mogelijk mensen kunnen reanimeren. Volgens het Rode Kruis heeft driekwart van de Nederlanders hiervoor echter onvoldoende kennis. Ook weten de meeste mensen niet hoe ze een AED, een automatische defibrillator, moeten gebruiken. Gelukkig heeft Nederland, als eerste land ter wereld, wel een netwerk van 170.000 burgerhulpverleners die zo snel mogelijk in actie kunnen komen als iemand een hartstilstand krijgt.

Hoe belangrijk adequate kennis over reanimatie is, blijkt wel uit de schokkende resultaten van een recent onderzoek uit de VS. Wetenschappers onderzochten bijna 20.000 gevallen van reanimaties buitenshuis. Daarvan werd 45% van de mannen door een omstander gereanimeerd, ten opzichte van 39% van de vrouwen. De gereanimeerde mannen hadden ook 23% meer kans om de reanimatie te overleven. De onderzoekers vermoeden dat dit grote verschil verklaard kan worden doordat omstanders bang zijn om de borsten van de vrouw te ontbloten of aan te raken. Bij de mensen die binnenshuis – in de meeste gevallen dus door bekenden – werden gereanimeerd, werd er namelijk wél even vaak ingegrepen bij vrouwen als bij mannen.

Mannentorso

De Amerikaanse Hartstichting concludeerde dat er bij reanimatiecursussen meer aandacht besteed moet worden aan het reanimeren van vrouwen, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van vrouwelijke poppen. Bij de meeste cursussen wordt immers gewerkt met een mannentorso.

Jan Franssen, instructeur bij Stichting Reanimatie Limburg, heeft al 46 jaar ervaring met reanimeren. Hij was ruim twee decennia ambulanceverpleegkundige en werkt momenteel op de Spoedeisende Hulp van het Laurentius Ziekenhuis te Roermond. Daarnaast geeft hij al ruim 30 jaar reanimatie- en AED-trainingen, zowel voor ziekenhuismedewerkers als particulieren. ‘Voor mij heeft het bij een reanimatie nooit uitgemaakt of de patiënt een man of een vrouw is’, zegt hij. ‘Ik denk dat dat voor alle professionals geldt. Door het Amerikaanse onderzoek heb ik me echter wel gerealiseerd dat het voor omstanders die weinig of geen ervaring hebben met reanimeren, wellicht anders kan zijn.’

Bij de cursussen van Stichting Reanimatie Limburg wordt een vrouwelijke pop gebruikt met (kleine) borsten. Dit is puur toeval, legt Franssen uit. ‘We leggen in de cursus namelijk geen nadruk op het verschil tussen mannen en vrouwen. Heel af en toe vraagt een cursist er wel naar, en dan leg ik uit dat reanimatie bij vrouwen precies hetzelfde gaat als bij mannen. De borsten hoeven ook niet te worden aangeraakt, want de druk moet juist op het borstbeen in het midden worden gelegd. Als de patiënt op de rug ligt, vallen (grote) borsten automatisch naar de zijkant. Zeker als het om oudere mensen gaat, die doorgaans slappere borsten hebben.’

Afschermen

‘Bij een reanimatie met de hand is het niet per se nodig om de bovenkleding uit te trekken, maar een AED moet wel op de blote huid gebruikt worden’, vervolgt hij. ‘Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die schroom hebben om een vrouw in het openbaar te ontkleden. Zelf probeer ik de patiënt altijd af te schermen van kijkers, maar dit doe ik ook bij mannen. Bij mensen met een islamitische achtergrond, die we sowieso al weinig zien op de cursussen, merk ik soms wel dat ze iets terughoudender zijn wat betreft het reanimeren van vrouwen. Misschien is het ook een vorm van schaamte.’

Hij betwijfelt of zinvol is als er tijdens reanimatiecursussen verschillende soorten poppen worden gebruikt. ‘Er is al langer discussie over of we over moeten gaan op genderneutrale poppen, maar ik denk eerlijk gezegd niet dat het nodig is dat iedereen leert reanimeren op zowel een mannen- als vrouwenpop. Daarmee zou je namelijk ook verwarring kunnen creëren: je benadrukt dan juist het verschil, terwijl dat er helemaal niet is. Wel heb ik mezelf voorgenomen om meer alert te zijn op het signaleren van vragen bij cursisten over het reanimeren van vrouwen, ook als ze die vragen niet uit zichzelf durven te stellen.’

Voor meer artikelen klik hier

Met een hartprobleem de auto in: waar moet u op letten?

U zou er misschien niet meteen bij stilstaan. Maar als u een hartprobleem heeft, kan dat invloed hebben op uw rijvaardigheid. Daarom is het goed om te weten met welke regels u te maken krijgt als u met hartklachten de auto in stapt en op welke manier u kunt beoordelen of uw rijvaardigheid  nog voldoende is.

Autorijden na een hartoperatie

Een hartoperatie is een heftige ingreep die nog een tijd klachten kan geven, zoals duizeligheid, vermoeidheid en pijn in uw spieren, nek en rug. Als u plotselinge bewegingen moet maken of hard moet remmen geeft dat bovendien een extra belasting op uw litteken en borstbeen. Hoe lang u na een hartoperatie niet mag autorijden is niet bij wet vastgelegd. Vaak zal de specialist u erover adviseren.  Vier à zes weken de auto laten staan is het meest gebruikelijke advies. Zo krijgt uw lichaam de kans om voldoende te herstellen en brengt u zichzelf en anderen niet nodeloos in gevaar.

Maar als die periode na de operatie voorbij is, kunt u dan weer met een gerust hart autorijden? Niet altijd. In sommige gevallen moet onderzocht worden of u na die eerste periode weer de auto in kunt. Gelukkig zijn de regels soepeler geworden. Voor het jaar 2000 mocht u na het plaatsen van bijvoorbeeld een ICD nooit meer autorijden. Inmiddels is dat anders. Om te mogen rijden met een ICD,  moet deze twee maanden na implantatie geen elektrische schokken hebben afgegeven. Een steunhart moet twee maanden na implantatie geen complicaties hebben opgeleverd. Als dat allemaal niet het geval is, dan kunt u in principe gewoon rijden voor privégebruik en beperkt zakelijk gebruik. Daarvoor is net als bij een pacemaker wel een gezondheidsverklaring nodig en een rapportage van de cardioloog die beide worden overgelegd aan het CBR. Aan de rapportage van de cardioloog zijn kosten verbonden. Die variëren, maar u kunt rekenen op ongeveer € 150,-.

De gehele procedure kan enige tijd in beslag nemen. Het CBR hanteert een maximale termijn van vier maanden.

Overige hartproblemen

Er zijn ook andere hartproblemen, zoals een ritmestoornis, of hartfalen, die u kunnen doen twijfelen aan uw eigen rijvaardigheid. Het CBR beoordeelt bij gezondheidsproblemen. Het heeft daarvoor de eerder genoemde gezondheidsverklaring opgesteld. Een vragenlijst die u kunt invullen om te achterhalen of uw rijvaardigheid nog in orde is en niet teveel wordt beïnvloed door eventuele gezondheidsproblemen. Die vragenlijst invullen kost € 34,80. Maar voor u daarmee aan de slag gaat kunt u het beste eerst overleggen met uw arts. Wellicht is het niet eens nodig en maakt u zich voor niets zorgen. Als u hem wel invult wordt daarna meteen duidelijk of nader onderzoek, bijvoorbeeld door een specialist, of een rijtest door het CBR nodig is. Een rijtest is geen rij-examen. Er wordt alleen gekeken naar of u in staat bent de auto veilig te rijden. U legt de rijtest meestal af in uw eigen auto en de test is gratis.

Bij zorgen begint het dus met overleggen met uw eigen arts over het invullen van de  gezondheidsverklaring. Deze verklaring vindt u op de site van het CBR, nadat u heeft ingelogd met  uw DigiD.

Als u door het CBR geschikt bent verklaard om auto te rijden is deze verklaring soms voor een beperkte duur geldig.

Wat als ik niet (meer) mag autorijden?

In sommige gevallen mag u niet meer autorijden. Bij ernstige hartritmestoornissen bijvoorbeeld. Het kan een pijnlijke boodschap zijn als u hiervan per brief door het CBR op de hoogte bent gesteld. U kunt geen rijbewijs aanvragen of vernieuwen. Het CBR maar ook het RDW zijn ervan op de hoogte dat u niet geschikt bent om te rijden, evenals uw gemeente. Uw rijbewijs wordt ongeldig. Als u gewend was om veel gebruik te maken van de auto, betekent het een behoorlijke omslag in uw manier van leven. Maar als u het niet eens bent met de beslissing kunt u ofwel een hernieuwde keuring aanvragen of bezwaar maken (niet allebei). Het kan ook zijn dat het na een tijdje een stuk beter met u gaat. Dan kunt u de gezondheidsverklaring opnieuw invullen en zo opnieuw laten beoordelen of u inmiddels weer wel in staat bent om auto te rijden. Niet meer autorijden is dus niet zo definitief als het lijkt.

Voor meer artikelen klik hier

De gevaren van telefoonstraling

De telefoon, en met name de mobiele telefoon, is niet meer weg te denken uit ons alledaagse leven. Waar enkele jaren geleden het idee om altijd bereikbaar te zijn voor velen onvoorstelbaar was, weten wij nu haast niet beter. Zelfs in de slaapkamer. De mogelijke effecten van straling en met name telefoonstraling, blijven de gemoederen bezighouden. Maar wat is het en in hoeverre is het schadelijk?

Onderzoeken

Er zijn tal van onderzoeken die de schadelijke effecten van telefoonstraling onderbouwen. Volgens de onderzoekers heeft het desastreuze gevolgen voor de gezondheid. Met name de slaapkamer is een no-go area voor de mobiele telefoon. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) mobiele telefoonstraling als mogelijk kankerverwekkend categoriseerde, gingen alle alarmbellen af. Maar de hoeveelheid straling die nodig is om kankerverwekkend te zijn, blijft in het midden. De tegenstanders en hun tegenonderzoeken nuanceren de beweringen: ondanks de vele verontrustende onderzoeken, zijn er talrijke geruststellende onderzoeken waarin de schadelijkheid van telefoonstraling (deels) wordt ontkracht.

Straling

Aangezien de mobiele telefoon ‘jong’ is, zijn er nog geen langetermijneffecten bekend over de telefoonstraling. Maar straling is per definitie niet schadelijk. De kwaadaardigheid hangt van het soort straling af. Elektromagnetische straling, afkomstig van mobiele telefoons, is niet hetzelfde als radioactieve straling: ioniserende straling waardoor mogelijk lichaamscellen, weefsel, worden beschadigd. De elektromagnetische straling van mobiele telefoons valt onder de categorie radiogolven, ook bekend als radiofrequente straling (RF): dezelfde straling waardoor het luisteren naar de radio mogelijk is.

Advies

De Gezondheidsraad, een adviesorgaan voor de overheid, zegt in hun laatste advies dat er geen bewezen verband is tussen langdurig en veelvuldig gebruik van een mobiele telefoon en een verhoogd risico op hersentumoren. Tegelijkertijd oordeelt de commissie dat een verband niet valt uit te sluiten. Kortom: tot dusver is er geen overduidelijk bewijs voor gezondheidsschade door mobiele telefoons. Het zekere voor het onzekere nemen? Indien mogelijk, houd de mobiele telefoon van uzelf vandaan. En ban de mobiele telefoon uit de slaapkamer, want de negatieve invloeden van een mobiele telefoon op de nachtrust zijn wel bewezen. Al heeft eerdergenoemde niets te maken met de elektromagnetische straling. Pacemaker- of ICD-drager? Uw mobiele telefoon hoort op tenminste vijftien centimeter afstand te zijn.

Slapen doet u zo

HartbrugReizen blijft in de slaapkamer hangen, want inmiddels weten wij dat een mobiele telefoon een negatieve invloed heeft op uw nachtrust, terwijl een goede nachtrust van belang is. Tijdens het slapen laden lichaam en geest zich op en dat heeft een positieve invloed op het hart. Maar wat zijn mogelijke, andere factoren aangaande slaapproblemen? Daarom hierbij, wetenswaardigheden over en voor een goede nachtrust.

  • Ga offline (hoe toepasselijk)! Het kunstlicht van een mobiele telefoon verstoort uw biologische slaapritme, omdat het de aanmaak van het hormoon melatonine tegengaat. Ook wel bekend als het slaaphormoon.
  • Uit een onderzoek van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en WUR (Wageningen University & Research) blijkt dat mensen die kort en slecht slapen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten hebben. Slaapt u kort, maar staat u fris en uitgerust op? Dan heeft u geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
  • Een gezonde leefstijl gecombineerd met goed slapen verlaagt het risico op hart- en vaatziekten tot 65 procent en het overlijdensrisico door hart- en vaataandoeningen is zelfs 83 procent lager.
  • De diepe slaap is zeer belangrijk voor ons cardiovasculaire systeem (hart); de bloeddruk daalt en komt tot rust, de hartslag zakt en de stresshormonen stabiliseren.
  • Volgens onderzoek is de ideale slaapkamertemperatuur om bij in slaap te vallen +/- 18 °C.
  • Temperatuur op orde? Nu nog het licht. Verduister uw slaapkamer, want een donkere slaapkamer werkt bevorderend voor de slaaprust. Wees precies: iedere lichtbron, zelfs de kleine wekkerlamp, is een stoorzender voor de slaapcyclus.
  • Neem enkele uren voor het slapen gaan, geen slaapverstorende middelen tot u zoals cafeïne. Kamillethee daarentegen kunt u gerust drinken. Letterlijk: dankzij de ontspannende werking wordt u rustig.
  • Ontspannen voor het slapen is belangrijk! Laat (emotioneel) inspannende dingen achterwege zoals het maken van een to-do lijstje.
  • Volgens sommige wetenschappers is de ideale slaaphouding op uw rug. Deze houding is het meest natuurlijk. Daarnaast is dit het minst belastbaar voor de wervels. Bijkomend voordeel? Minder rimpels.
  • Wanneer slapen echt niet meer gaat, kunnen slaappillen worden voorgeschreven. Maar pas hiermee op. Slaappillen zijn erg verslavend en eenmaal weer zonder de slaappillen, is de kans op een (nog) verstoorder slaapritme aanwezig.

4-7-8 ademhalingstechniek

Dokter Andrew Weil bedacht een oefening waarmee u beter in slaap kunt vallen. De zogeheten 4-7-8 ademhalingstechniek ontspant het hart, de geest en het centrale zenuwstelsel. Hierdoor valt u uiteindelijk in slaap. Hoe? De verkorte versie:

  1. Plaats het puntje van uw tong op uw gehemelte tegen de achterkant van uw voortanden
  2. Adem vier tellen door uw neus in
  3. Houdt u adem zeven tellen vast
  4. Adem acht tellen door uw mond uit
  5. Herhaal net zolang totdat… zZzZ

Voor meer artikelen klik hier

Plantaardig eten om van je hartprobleem te genezen

Kun je van hartziekten afkomen door de juiste voeding? Volgens Healthy Heart wel. Zij adviseren om bij hart- en vaatziekten je voedingspatroon drastisch om te gooien en zoveel mogelijk plantaardig en onbewerkt te gaan eten. Niemand minder dan hartpatiënt Bill Clinton ging u voor. 

Healthy Heart is opgericht door IJsbrand en zijn vader Ab Straatman. Zij hebben hart- en van vaatziekten in hun familie en daarmee meer kans om zelf ook iets aan het hart en de vaten te krijgen. Maar in bepaalde delen van de wereld, waar mensen een ander voedingspatroon hebben, komen hart- en vaatziekten nauwelijks voor. IJsbrand Straatman raakte daarom gefascineerd door de relatie tussen voeding en gezondheid. Bovendien stuitte hij op verschillende onderzoeken die aantonen dat hart- en vaatziekten niet alleen te voorkomen, maar ook te genezen zijn, met de juiste voeding. Een voorbeeld is het onderzoek van een Amerikaanse dokter, Colin Campbell. Hij ontdekte dat Amerikaanse mannen zeventien keer meer kans hebben om te overlijden aan hart- en vaatziekten dan mannen die leven op het Chinese platteland. Dr. Campbell vond zelfs gebieden in China, waar niet één persoon onder de leeftijd van vijfenzestig aan hart- en vaatziekten was overleden. Deze mensen aten een overwegend onbewerkt, plantaardig dieet. De Amerikanen echter eten, net als veel mensen in West-Europa, vooral dierlijk en bewerkt voedsel. Bij een typisch Westers dieet komt 40% uit dierlijke producten, 50% uit geraffineerde- en bewerkte producten en slechts 10% is afkomstig uit plantaardig voedsel. Helemaal niet gunstig als het om hart- en vaatziekten gaat, blijkt uit verschillende onderzoeken. Toch is juist voeding een onderdeel waar artsen weinig tijd voor nemen als ze patiënten voorlichten. Volgens de Straatmannen is daar enorme winst te behalen.

IJsbrand en Ab Straatman

Moeilijk uitvoerbare operatie

Het voedingspatroon dat de Healthy Heart bedoelt is zuiver plantaardig, met volkoren granen, groente, fruit, peulvruchten, noten, pitten en zaden.

Bill Clinton is een voorbeeld. Zijn aderen slibten steeds dicht en hoewel hij geopereerd werd en stents kreeg aangemeten, gebeurde het opnieuw. Toen is hij een plantaardig dieet gaan volgen en is hij niet alleen 11 kilo afgevallen, maar zijn ook zijn aderen weer schoner geworden. Een vergelijkbaar verhaal heeft de Nederlander Jan Pauw. Hij hoorde in het ziekenhuis dat hij een bypassoperatie nodig had, maar dat die moeilijk uitvoerbaar was omdat zijn kransslagader ontstoken was. Nadat hij zich verdiepte in verschillende onderzoeken zoals dat van Dr. Campbell en van Dr. Esselstyn, was hij overtuigd. Hij begon meteen in januari 2017 aan zijn nieuwe dieet. Hoewel zijn cardioloog liever wilde opereren en Pauw’s aanpak nogal extreem vond liet Pauw zich niet van de wijs brengen.

Verbetering

Al na twee maanden merkte hij verbetering. Hij kon in plaats van vier soorten medicatie overstappen naar twee soorten medicijnen, zijn cholesterolgehalte zakte met meer dan de helft en ook zijn bloeddruk daalde flink. Maar Pauw voelde zich ook veel beter. Geen ontstekingen van zijn tandvlees meer, meer energie, de droge huid in zijn gezicht was weg en zijn stoelgang was verbeterd. Bovendien had hij niet de nasleep van een dure, riskante en zware operatie. Hij is zo enthousiast dat hij zijn verhaal met iedereen wil delen en dat ook doet op de site van Healthy Heart. Hij zegt daar: ‘Het is frustrerend om te zien dat mensen lijden aan hart- en vaatziekten, terwijl dat in bijna alle gevallen niet hoeft.’

Waarom?

Toch wordt op de site van Healthy Heart nog niet helemaal duidelijk waarom bepaalde voedingsmiddelen niet mogen. Alleen de uitstekende resultaten van de onderzoeken worden aangetoond, namelijk dat mensen enorm opknapten van het voorgeschreven dieet, maar niet het waarom. Waarom mag bijvoorbeeld vlees niet en wat doet (magere) zuivel dan in je lichaam waar hart en vaten niet bij gebaat zijn? Een andere vraag is die naar (geraffineerde) olie. Die mag niet volgens Healthy Heart, maar waarom niet? Leidt geraffineerde olie tot meer cholesterol of buikvet en zo ja, waarom dan?

Wel of geen olie?

Ook de Hartstichting raadt gezonde voeding aan. Maar zuivel is geen taboe, mits het mager is. Vlees moet volgens de Hartstichting wel zo veel mogelijk vervangen worden door plantaardige vleesvervangers. Plantaardige olie mag dan weer wel. Sterker nog, alle onverzadigde vetten die worden door De Hartstichting (en het Voedingscentrum) juist gezien als goed voor hart- en bloedvaten. Terwijl die bij de Healthy Heart dus het beste vermeden kunnen worden. Dat is zonder duidelijke uitleg verwarrend. Tegelijkertijd zegt Straatman in een interview over die olie dat een dieet of voedingspatroon dat je kunt volhouden uiteindelijk het gezondst is. Dus eet je heel graag olie over je sla? Als je voor de rest veel groente, fruit en volkorenproducten eet, dan misschien maar lekker doen!

Meer weten? www.thehealthyheart.nl

Met volle positiviteit vooruit

Ronald (52) is een echte gezinsman. Zijn vrouw en hij zijn de trotse ouders van drie kinderen. Samen runnen zij het huishouden en werken daarnaast allebei buiten de deur. Ronald is werkzaam als ambtenaar. Op het eerste oog een alledaags gezin. Maar achter de positieveling, met altijd opbeurende woorden voor zijn medemens, schuilt zijn eigen hartverhaal.

Een jaar voor het nieuwe millennium, voelt Ronald zich allesbehalve goed. De welbekende goede voornemens en goede moed waarmee hij het nieuwe jaar fris tegemoet wilt gaan, zijn ver te zoeken. Hij is moe en ervaart allerlei lichamelijke ongemakken. In eerste instantie lijkt het onschuldig, maar als de moeheid steeds extremere vormen aanneemt, trekt hij aan de bel.’Ik bleek aan hartritmestoornissen in de vorm van boezemfibrilleren te lijden’, vertelt Ronald.

Toekomstgericht

Ronald leeft al tien jaar met boezemfibrilleren als hij van zijn toenmalige huisarts medicijnen krijgt om het boezemfibrilleren tegen te gaan. Ronald heeft geen reden om te twijfelen aan zijn kundigheid. Hij slikt keurig de voorgeschreven medicijnen. Wanneer hij vanuit zijn toenmalige woonplaats naar een andere stad verhuist, stuurt zijn nieuwe huisarts hem door naar een cardioloog in een ziekenhuis. ‘Toen is het balletje gaan rollen’, vertelt Ronald. ‘Twee zogeheten Maze ablaties  volgen en meer dan twintig cardioversies .’

Wrok jegens zijn oude huisarts voelt Ronald totaal niet. In plaats daarvan richt hij zich liever op de toekomst en concentreert hij zich op de bereikte resultaten door zijn huidige cardioloog. Over hem en zijn team is hij vol lof. ‘Al met al blijf ik positief omdat de dokters, zo is mij meer dan duidelijk, er écht zijn om je beter te maken.’

Het enorme begrip en medeleven wat Ronald kreeg van de cardioloog en zijn team, betekenen voor hem veel. ‘Met name rond mijn laatste en tevens 24ste cardioversie. Voorafgaand daaraan spookte mijn gezin constant door mijn hoofd. Ik maakte mij zorgen, kreeg last van stress en hyperventilatie. Mijn cardioloog en zijn team hebben er alles aan gedaan om mij op mijn gemak te stellen. Onder andere daarvoor én om veel meer andere redenen, een groot compliment voor al het verpleegkundig personeel waarmee ik alle jaren te maken heb.’

Positiviteitsgoeroe

Kenmerkend aan Ronald is zijn positiviteit, zelfs na zijn ervaringen. ‘Mijn hartaandoening heeft tot op zeker hoogte mijn leven en mij als persoon veranderd, maar niet in negatieve zin. Integendeel. Ik probeer het leven op een andere manier te benaderen. Dat wil zeggen dat ik tracht om het leven meer te leren waarderen, vooral de kleine dingen die er eigenlijk écht toe doen.’

Naar alle eerlijkheid geeft de positiviteitsgoeroe toe dat volhouden moed vergt. ‘Ik ben van nature een vrij positief ingesteld mens, hoewel dit natuurlijk niet altijd meevalt. Het is soms moeilijk volhouden en vooral om niet de moed te verliezen. Maar positief blijven is het allerbelangrijkste, want na regen komt de prachtige zonneschijn.’

Hij vervolgt: ‘Ieders leven kent bergen en dalen op zijn of haar levensweg. Ooit heb ik gelezen dat het leven lijkt op een bos, omdat het bos geen enkel recht pad kent. Ik sluit mij daarbij volledig aan. Verder speelt het geloof een aanzienlijke rol in mijn leven. Wanneer het bewolkt is, haal ik zonneschijn en optimisme uit mijn geloof. Vanzelfsprekend gaat het niet altijd van een leien dakje, maar ik probeer iedere dag meer met God in contact te komen.’

Vooruithelpen

God helpt Ronald in meerdere opzichten vooruit. Eén daarvan is om vast te houden aan zijn positiviteit. Maar waarom is Ronald zo stellig over zijn optimistische levenshouding? Voor hem is het antwoord simpel, ‘Dienstbaarheid is de huur die je betaalt om op deze wereld te mogen blijven. Ik hoop op deze wijze -door te delen in positiviteit- een aantal medemensen ertoe aan te zetten een positieve(re) kijk te krijgen, hebben en behouden. Met name als het gaat om het allerbelangrijkste, de gezondheid van de mens. In het leven draait niet alles om geld en roem, maar om wie jij eigenlijk bent en het respect én medeleven dat jij kan opbrengen voor jouw medemensen. Blijf positief!’

Voor meer artikelen klik hier

Agnes Kant: Meld bijwerking medicijnen!

Iedereen die medicijnen gebruikt, kan ook bijwerkingen krijgen. Soms vallen ze mee, maar er zijn ook ernstige bijwerkingen. Nog niet alle aspecten over mogelijke bijwerkingen zijn bekend. Daarom is het belangrijk vermoedens van bijwerkingen te melden bij Bijwerkingencentrum Lareb. Lareb is het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van geneesmiddelen, waaronder vaccins, én geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding. Het is een onafhankelijke stichting met een kleine vijftig werknemers, gefinancierd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het Ministerie van Volksgezondheid. Lareb signaleert risico’s van het gebruik van geneesmiddelen in de dagelijkse praktijk en verspreidt kennis hierover.

Antistollingsmiddel

Heel actueel zijn meldingen over het gebruik van antistollingsmiddel acenocoumarol, vertelt Agnes Kant, directeur van Lareb. ‘We kregen de eerste helft van 2017 tien meldingen van mensen die dit middel gebruikten en van merk moesten wisselen’, zegt Kant. ‘Ze kregen eerst het antistollingsmiddel van Sandoz en moesten overstappen naar het merk Centrafarm. Bij veel gebruikers is dit uiteraard zonder problemen verlopen.  Maar uit de meldingen bleek dat er na de wisseling bij deze mensen sprake was van een kortere stollingstijd. Dat kan worden vastgesteld door het meten van INR waarden door de trombosedienst. De patiënt voelt dat zelf niet. Wij adviseren mensen die recent gewisseld zijn van acenocoumarol Sandoz naar acenocoumarol CF en zich zorgen maken, contact op te nemen met de trombosedienst .’

‘Van merk veranderen kan soms tot bijwerkingen leiden ‘, legt Kant uit. ‘Bijvoorbeeld doordat de werkzaamheid toch anders uit pakt. Sommige geneesmiddelen vragen een goede instelling. Vaak gaat het goed. Maar als er wel klachten zijn, willen wij dat bij Lareb graag weten. Meld die dus!’

Rode gist

Onlangs signaleerde Lareb vervelende en voor veel mensen onverwachte bijwerkingen van rode gist.  Rode gist rijst bevat een natuurlijke statine en is bij de drogist of in de supermarkt verkrijgbaar. ‘Rode gist kan dezelfde bijwerkingen geven als statines’, zegt Kant. ‘Het is belangrijk dat mensen dat weten. Het kan in sommige gevallen leiden tot spierafbraak of alvleesklierontsteking. Mensen zijn zich daarvan niet altijd bewust. Ze denken: dit is een natuurproduct, dus het zal vast geen bijwerkingen geven. Dat is een misverstand. Als je verwacht dat een middel iets doet, kun je ook verwachten dat het middel iets doet wat je niet wilt, een bijwerking dus.’ Dit voorbeeld geeft aan dat mensen ook bijwerkingen kunnen melden van producten die gekocht zijn bij drogist of supermarkt.

Meldingen

Kant, bij veel mensen nog bekend als prominent Tweede Kamerlid en later partijleider voor de SP, is van haar vak epidemioloog en dus wetenschapper. Als directeur van Lareb is ze erg begaan met de veiligheid van geneesmiddelen. Jaarlijks krijgt Lareb tussen de 20.000 en 25.000 meldingen binnen. ‘Je weet nooit vooraf of een melding leidt tot nieuwe kennis’, zegt Kant. ‘Elke melding wordt afzonderlijk bekeken door een arts, apotheker of andere deskundige. Die beoordeelt of we hier direct iets mee moeten. Wellicht is er nog aanvullende informatie nodig, of komt er direct een nadere analyse, soms ook op een later tijdstip als er meer meldingen zijn. De melding wordt anoniem geregistreerd. Analyses van meldingen kunnen leiden tot waarschuwingen of aanpassingen in de bijsluitertekst. Dat betekent dat de melding ook op een later tijdstip een rol kan spelen bij de signalering. Elke melding afzonderlijk kan ooit van belang zijn, vooraf weet je dat echter niet.’

Statines

‘Het hoeven niet altijd veel meldingen over hetzelfde medicijn te zijn voordat ze de aandacht trekken’, weet Kant. ‘We weten bijvoorbeeld al langer dat statines kunnen leiden tot spierklachten. Deze klachten variëren van kramp en spierpijn (10-15%), tot ernstigere klachten zoals spierafbraak. In 2016 signaleerden we echter op basis van vijftien meldingen dat statines ook spierscheuringen als nare bijwerking kunnen hebben. Dat lijkt niet veel, maar we wisten al dat statines allerlei andere spierproblemen konden veroorzaken, dus het lag wel voor de hand. En in de meldingen zat belangrijke aanvullende informatie. Het bleek namelijk dat de spierscheuring ook bij heel gewone dagelijkse bezigheden kon optreden, dus zonder iets geks te doen.’

Rolverdeling

Bijwerkingencentrum Lareb signaleert en rapporteert nieuwe kennis over bijwerkingen aan het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en waar nodig ook aan de Voedsel- en Warenautoriteit, de Inspectie voor de Gezondheidszorg of in geval van vaccins aan het RIVM. ‘Wij signaleren, wij zijn niet de instantie die maatregelen neemt’, benadrukt Kant. ‘Het is aan deze instanties om te bekijken welke maatregelen gewenst zijn, vaak ook op Europees niveau. Het is goed dat de rollen gescheiden zijn, anders gaan zaken door elkaar lopen. Wij wegen ook niet af wat de voor- en nadelen zijn om een bepaald middel op de markt te houden.

Wij doen ons best om de nieuwe kennis zoveel mogelijk te verspreiden. We brengen het daarom ook onder aandacht van zorgverleners en patiëntenorganisaties, zoals Hartpatiënten Nederland. Maar we geven geen advies over geneesmiddelengebruik. Dat is een afweging tussen de arts en de patiënt. Wij kennen de patiënten niet en gaan niet op de stoel van de arts zitten.’

Voor meer artikelen klik hier

Agnes Kant

Adem uzelf groen

Groen doet wonderen! Naast sfeer, zorgen luchtzuiverende kamerplanten voor een gereinigde, zuurstofrijke leefomgeving. Dus haal de natuur in huis, creëer een zogeheten ‘Urban Jungle’ en geniet van groene voordelen. Maar wat zijn de musthaves voor een groen paradijs? Lees snel verder!

Groen, groen en nog eens groen: dat is in het kort de ‘Urban Jungle’. Maar het is zoveel meer! Deze woontrend staat tevens in het teken van natuurlijke materialen en botanische prints. Het resultaat? Een groen walhalla wat zich kenmerkt door eenvoud en rust, een trend die velen omarmen.

Groene verademing

Vindt u een botanisch behangetje te gewaagd? Geen paniek! Een ‘Urban Jungle’ wordt hoofdzakelijk gecreëerd door kamerplanten. Maar heeft u geen zin om omringd te worden door alleen maar groene bloeiers? Kies voor een opzichtige kamerplant en maak daarmee een statement of creëer een verfijnd hoekje vol groen. Wanneer u het liefst in het groen zwemt, maar de ruimte het niet toelaat, bieden hangende plantenhouders een uitkomst. Waar uw keuze ook op valt, de voordelen van luchtzuiverende kamerplanten zijn een verrijking voor alle kamers in huis. Zelfs in de slaapkamer. En het is met name een verademing voor uw gezondheid.

Een nadeel van de hedendaagse, geïsoleerde huizen is de droge lucht en het daarbij horende zuurstoftekort. Slechte luchtkwaliteit veroorzaakt klachten zoals hoofdpijn en het kan zelfs leiden tot slaapproblemen. Daarnaast is zuurstoftekort van invloed op uw huid. In het ergste geval ontstaan er zelfs longproblemen. Ventileren is een must! Luchtzuiverende kamerplanten dragen daaraan een steentje bij. Alle planten produceren zuurstof, maar alleen luchtzuiverende kamerplanten hebben een wetenschappelijk bewezen reinigende werking.

Volgens wetenschappers zijn luchtzuiverende kamerplanten in staat om schadelijke stoffen in de lucht op te nemen, op te slaan en af te breken. Door gedurende de dag koolstofdioxide (CO2) om te zetten in zuurstof (O2) zorgen zij voor zuurstofverrijking. In vergelijking met reguliere planten, zetten luchtzuiverende planten CO2 effectiever om in O2. Daarnaast verbeteren zij de luchtvochtigheid door hun waterverdampingsproces. Verder breken zij onaangename geuren af. Het is niet voor niets dat luchtzuiverende kamerplanten liefkozend ‘natuurlijke luchtverfrissers’ worden genoemd. Het gevolg? Een schonere en frissere lucht binnenshuis. De gedachtegang achter luchtzuiverende kamerplanten is dat dankzij de zuivere lucht, een meer gezonde en prettigere woon- en werkomgeving ontstaat.

Luchtzuiverend plantenrijk

Kunt u niet wachten om schadelijke stoffen in huis aan te pakken en uw leefomgeving (nog) aangenamer te maken? Om u op weg te helpen, lichten wij willekeurig drie luchtzuiverende kamerplanten toe. Hoeveel u nodig heeft, is afhankelijk van verschillende factoren in uw leefomgeving waaronder de oppervlakte, het aantal bewoners en in welke mate u ventileert. Informeer bij uw tuincentrum.

Spathiphyllum

De Spathiphyllum, in de volksmond de lepel- of vaantjesplant, staat bekend om zijn luchtzuiverende kwaliteiten. Daarnaast bloeit de lepelplant rijkelijk en is makkelijk te verzorgen. Gaan de bladeren hangen? Geef water! Leuk weetje: de lepelplant is eens uitgeroepen tot bureauplant van het jaar onder andere vanwege de gunstige eigenschap om droge ogen tegen te gaan. En wist u dat de lepelplant bekend staat als vredestichter? De witte bloemen staan symbool voor de witte vlag, het internationale teken voor wapenstilstand.

Nephrolepis

Heeft u het meer met varens? Ga voor een Nephrolepis. Deze kamerplant helpt eveneens bij het reinigen van de lucht in uw huis. Volgens sommigen is de Nephrolepis, dé luchtzuiverende kamerplant voor het verwijderen van schadelijke stoffen. Maar de luchtfilterende eigenschappen zijn maar een tipje van de sluier in de wereld van de varens. Zo behoort de krulvaren tot de alleroudste planten op aarde en wordt geassocieerd met rust. Goed om te weten: deze varen zweert bij vochtige ruimtes. Zonlicht en droge lucht gaan niet samen met de krulvaren. Dus houdt u van groen in de badkamer? U doet de krulvaren en uzelf een plezier om de kamerplant daar te plaatsen.

Dracaena Marginata

Makkelijk in de omgang en een krachtige luchtzuiveraar? Kies een ‘Dracaena’ voor in de slaapkamer. Deze kamerplant -een drakenboom- heeft geen sterke geur en is mede daardoor ideaal voor uw slaapomgeving. Maar ook vanwege de rustgevende groene kleur. Van fijne tot grote bladeren: de Dracaena biedt voor ieder wat wils! Bent u bang dat kamerplanten in de slaapkamer uw zuurstof ’s nachts verbruiken? Geen reden tot paniek! Deze hoeveelheid zuurstof is dermate klein waardoor het voor u geen kwaad kan. En dat gegeven slaapt wel zo fijn! Vooral met een tropisch, uitziende kamerplant naast uw zijde. Nog een weetje: de Latijnse naam ‘Dracaena’ stam af van het Griekse woord ‘Drakaina’ en betekent vrouwtjesdraak.

Liever een andere luchtzuiverende kamerplant? Bekijk dan eens een:

Areca, Asplenium Crispy Wave, Blechnum Gibbum, Calathea, Chlorophytum Atlantic, Chlorophytum Lemon, Didymochlaena truncatula, Dryopteris Erythrosora, Emina Dragon Tail, Hedera, Microsorum Diversifolium, Monstera Deliciosa of Phlebodium Blue Star.

Voor meer artikelen klik hier

Zonder uw hulp zijn we nergens!

Hartpatiënten Nederland is een van de zéér weinige patiëntenorganisaties die het helemaal moet hebben van giften van gewone mensen. Wij nemen geen geld aan van de overheid, de voedingsmiddelenindustrie of van de farmaceutische branche. Daardoor zijn we honderd procent onafhankelijk. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt, gaat dus niet voor ons op. Maar dat maakt ons wel kwetsbaar!

Om ons werk te kunnen (blijven) doen, hebben we uw steun heel hard nodig. Zonder u zijn we nergens! Mensen doneren jaarlijks aan ons, en zijn op die manier donateur van onze stichting. Maar wist u, dat u ons ook op andere manieren financieel kunt steunen?

Sommige mensen steunen ons via schenkingen en nalatenschappen. Of mensen zamelen op afscheidsrecepties of een jubileum, geld in voor ons. Genodigden wordt dan gevraagd om geen cadeau te geven, maar geld te doneren aan Hartpatiënten Nederland.

Wilt u weten hoe het werkt? Waag dan eens een belletje naar ons en vraag naar Marly van Overveld. Zij is op kantoor het aanspreekpunt van Hartpatiënten Nederland waar het gaat over dit soort zaken. Zij is verder deskundig op het gebied van legaten, fiscaal doneren en erfenissen. U kunt haar tijdens kantooruren bereiken via 085 081 1000 of per mail via marly@hartpatienten.nl.

Uw geld wordt goed besteed! Hartpatiënten Nederland staat op de bres voor u, als u zich slecht behandeld voelt of wanneer u op zoek bent naar een snelle behandeling en wachtlijsten wilt omzeilen: wij kennen de weg! We zijn er, als ziekenhuizen de fout in gaan. Desnoods voeren we ter plekke actie om bestuurders tot de orde te roepen die geld voor de zorg het liefst op een andere manier besteden. Velen van u hebben ons Meldpunt Hartpatiënten al gevonden, waar u klachten kwijt kunt over behandelingen en behandelaars. In veel gevallen ondernemen wij vervolgens actie. We voeren mediacampagnes om misstanden aan de kaak te stellen. En u weet inmiddels vast ook dat we zijn gespecialiseerd in reizen met begeleiding. Al was het maar om mensen een fijne vakantie met lotgenoten te bieden en hen zodoende uit en dreigend isolement te halen.

‘Wij zijn een erkende Algemeen Nut Beogende Instelling, kortweg ANBI genoemd’, legt Marly van Overveld uit. ‘Dat houdt in dat wij geen schenk- en erfbelasting hoeven te betalen over gedoneerd geld. Het voordeel daarvan is dat we het ontvangen bedrag volledig kunnen inzetten voor ons werk. Maar niet alleen wij hebben daar voordeel bij, giften zijn ook voor de donateur vaak aftrekbaar van de inkomstenbelasting!’

‘Mensen kunnen ervoor kiezen om een aantal achtereenvolgende jaren een vast bedrag aan ons te doneren’, gaat Marly verder. ‘Dat kan via onze notaris worden geregeld. Wij betalen de kosten van onze huisnotaris, die voor de donateur gratis is. Voor deze vorm van doneren bestaat een minimumperiode van vijf jaar. Dat wil zeggen, iemand moet vijf jaar of langer eenzelfde bedrag schenken. Stel dat iemand 1000 euro per jaar geeft. Het totaalbedrag mag in één keer van de belastingen worden afgetrokken. Dat kan oplopen tot een teruggave van 2500 euro. Het geld dat anders naar de staat zou gaan, kan nu helemaal ten goede komen aan het werk voor hartpatiënten.’

‘U kunt ook kiezen voor een legaat’, vertelt Marly. ‘Dat is een waardedocument waarbij je een bepaald bedrag doneert aan Hartpatiënten Nederland na je dood.’

Een derde mogelijkheid om geld te doneren is via een testament. ‘In dat geval wordt Hartpatiënten Nederland als (mede-)erfgenaam benoemd. Een groot voordeel: over de aan ons toebedeelde erfenis hoeft geen belasting te worden betaald. Het geld voor de staat gaat dus naar de hartpatiënt! De erfenis wordt gedeeld met de andere erfgenamen, als die er zijn. Wat we ook meemaken is dat mensen zonder kinderen ons benoemen als enig erfgenaam. Bent u alleenstaand en heeft u geen kinderen, dan is het raadzaam bij leven een executeur te benoemen. Die zorgt voor een goede afwikkeling van de nalatenschap. Wat deze executeur moet doen, bepaalt u zelf. Zo’n executeur is handig als u meerdere legaten in uw testament heeft opgenomen of als er meerdere erven zijn.’

We hadden het eerder al over jubilea of recepties. ‘Wat je vaak ziet is dat mensen afzien van cadeaus, ze hebben het huis al volstaan met spullen en willen er niet nog meer. Ze vragen dan geld voor een goed doel, zoals Hartpatiënten Nederland. We hebben meegemaakt dat mensen ons dankbaar waren voor een levensreddende operatie of omdat ze goede herinneringen aan ons hebben vanwege onze reizen. Helaas gaat het dan ook wel eens mis, mensen verwarren Hartpatiënten Nederland met de Hartstichting. Het geld gaat dan per ongeluk naar de Hartstichting en niet naar ons. Wel zonde natuurlijk! De Hartstichting doet ook goed werk, maar wij komen op voor de belangen van hartpatiënten, zij voor wetenschappelijk onderzoek. Toch twee andere takken van sport dus!’

Zo doneert u

Een eenmalige donatie aan Hartpatiënten Nederland kunt u overmaken op rekeningnummer NL35 INGB 0000 5940 00, ten name van Hartpatiënten Nederland. Via www.hartpatienten.nl/helpen/uw-donatie kunt u ook betalen via iDeal of een bedrag automatisch laten incasseren.

Wilt u periodiek aan ons doneren in de vorm van een lijfrente, dan dient u dit wel vast te leggen in een overeenkomst. Dit hoeft niet per se via een notaris, wij kunnen u dit formulier toesturen.

Van het kastje naar de muur

Els Moonen (68) is eind dertig wanneer zij hartpatiënte wordt. Nu, ruim dertig jaar later, is zij ‘uitbehandeld’. Een stempel, meer niet. Want in haar leven als hartpatiënte is zij al vaker uitbehandeld verklaard. De strijd die zij heeft geleverd om überhaupt gehoord te worden, is een verhaal op zich.’Vrouwenklachten werden in die tijd niet serieus genomen.’

Els Moonen (68)

In haar vrije tijd houdt Els van lezen en schilderen. Een uitlaatklep om tot rust te komen. Want na meerdere hartinfarcten en hartoperaties én een erfelijke cholesterolaandoening wat zich heeft geuit in aderverkalking, is een uitlaatklep meer dan nodig. ‘Ik heb moeten accepteren dat ik nooit normaal zal functioneren, maar ik probeer positief te blijven en pas mijn leven aan.’

Vrouwenkwalen

De jaren tachtig zijn in volle gang wanneer Els ongemakken begint te ervaren. Ze gaat naar haar huisarts. Niet één keer, maar herhaaldelijk. Maar de juiste diagnose blijft uit, ‘Volgens mijn toenmalige huisarts waren mijn klachten te verklaren door stress. Ik was druk in de weer met de opvoeding van drie kleine kinderen, runde ondertussen een huishouden en was actief op de werkvloer.’

Maar de klachten van Els houden aan. Wanneer zij uiteindelijk bij de cardioloog terecht komt, is het te laat, ‘In eerste instantie hield de cardioloog vast aan het verhaal van mijn huisarts, dat mijn klachten stressgerelateerd zouden zijn. Frustrerend! Toen ik vertelde over de aanhoudende pijn op mijn borst, mocht ik een fietsonderzoek doen. En toen schrok hij, want mijn kransslagader zat vrijwel dicht.’

Els wordt direct opgenomen. Zij wordt gekatheteriseerd en doorgestuurd naar een academisch ziekenhuis, maar het was al te laat. Haar allereerste dotter- en stentbehandeling mag niet baten en een hartinfarct volgt. Diezelfde nacht volgt een spoedingreep en krijgt Els een bypassoperatie.

Uitbehandeld

De klachten houden aan en een periode van ‘hartbewaking op, hartbewaking af’ volgt. Onder andere doordat er te laat is ingegrepen, is de bypassoperatie niet succesvol. Vele ingrepen (en hartinfarcten) volgen daarop. Als klap op de vuurpijl wordt Els in de jaren negentig uitbehandeld verklaard, ‘Maar ik liet het er niet bij zitten en heb contact opgenomen met de cardioloog uit het academisch ziekenhuis waar ik naar was doorgestuurd.

Ik ben hem eeuwig dankbaar. Mede dankzij zijn hulp en steun volgt een nieuwe operatie.’ Eenmaal opgeknapt gaat Els een jaar later met haar gezin op vakantie. Iets wat eerder onmogelijk was, ‘Mijn klachten stonden het niet toe. Ik bleef wel klachten houden, maar inmiddels was ik het gewend. Het belangrijkste was dat mijn gezin en ik ermee om konden gaan.’

Els leeft haar leven. Angst dat het mogelijk mis gaat, ervaart de doorzetster niet, ‘Volgens mij speelde angst geen rol door mijn bijna-doodervaring. Ik heb al zoveel meegemaakt, het is gewoon mijn tijd nog niet.’ Maar met de komst van het nieuwe millennium, gaat het weer mis en allerlei ingrepen volgen. ‘Naderhand had ik veel pijn, maar ik werd niet serieus genomen. Ditmaal door de verpleging. Een nieuwe hartinfarct volgt. Het was ongelofelijk moeilijk.’

Wilskracht

Levenslustig als Els is, laat zij de moeilijke tijd achter zich. De jaren die volgen zijn wisselvallig, maar ze laat zich niet kennen. Op een gegeven moment verslechtert de gezondheidssituatie van Els drastisch, ‘Ik werd invalide’. Haar cardioloog spreekt de volgende woorden uit, ‘Wij staan met onze rug tegen de muur en kunnen niets meer doen.’ Els is opnieuw uitbehandeld.

Maar Els zou Els niet zijn, als zij het heft niet in eigen handen neemt. Zij gaat op onderzoek uit en komt terecht bij een experimentele stamcelbehandeling waaraan zij na screening mag deelnemen, ‘Het doel is om door middel van stamcellen de doorbloeding van bloedvaten en de functie van het hart te verbeteren. Vooralsnog lijkt de behandeling aan te slaan.’

Voor Els is haar wilskracht haar redding geweest, ‘Ga overal zelf achteraan. Vooral wanneer een arts zegt dat je uitbehandeld bent. En wat vrouwen betreft, laat je niet met een kluitje in het riet sturen onder het mom van ‘stress’. Mijn zus had pijn in de maagstreek met uitstralingen naar haar borst. Ondanks dat zij zich beroerd voelde, is zij naar huis gestuurd. Naderhand bleek het een groot hartinfarct te zijn. Het doet mij pijn dat mijn klachten (en de klachten van andere vrouwen) niet serieus zijn genomen, onder andere omdat er aan mij niets te zien was. Inmiddels is gelukkig bekend dat vrouwen en mannen hartklachten anders ervaren. Ik hoop dat vrouwen nu serieuzer worden genomen.’

Leven

Ongeacht alles houdt Els goede hoop en kijkt zij uit naar nieuwe ontwikkelingen, ‘Inmiddels heb ik met mijn gebrekkige hart leren leven, maar ik vind het nog steeds lastig om keuzes te maken bijvoorbeeld met betrekking tot sociale gebeurtenissen. Want ik ben beperkt in mijn doen en laten. Ik mis veel, dat maakt mij verdrietig, maar daardoor heb ik ook een schuldgevoel ten opzichte van mijn kinderen en kleinkinderen. Tegelijkertijd hebben mijn man, waar ik veel steun aan heb, en ik geleerd om met kleine dingen tevreden te zijn.’