Een dagje strand

Onlangs gingen we op bezoek bij vrienden op een camping in Zeeland. Wij hadden zelf voor een paar dagen een huis in de buurt gehuurd, zodat we bij hen konden aanwaaien.

De eerste dag gingen we gelijk naar het strand. Onze vriend was helemaal enthousiast. “Het strand is niet ver. Denk ik … Hoe ver kun jij eigenlijk lopen in deze hitte?”, vroeg hij aan mijn man. Want het was warm, plakkerig en benauwd. De auto met airco leek de beste plek, maar een verkoelende duik in de zee was ook een prettig vooruitzicht.

“Het is vijftien minuutjes lopen, hooguit twintig”, ging hij verder. Er kwam wat aarzeling in zijn stem. “We kunnen ook met de auto gaan”, stelde zijn vriendin voor. Dat leek ons gelijk de beste optie. Lopen naar het strand betekent altijd dat je dat stuk ook nog terug moet. En als je er bent, begint dan nog de wandeling door het zand naar een plek dichtbij de zee. “Ik weet een strand waar we makkelijk kunnen parkeren en niet ver door de duinen hoeven”, zei onze vriend. Hij keek mijn man aan. “Ja sorry, ik kan er niets aan doen. Ik vergeet altijd dat je iets aan je hart hebt, omdat we het niet aan je zien.” En dat is precies zoals het is. Maar wat is het fijn als mensen het ook hardop zeggen.

Toen we de auto hadden geparkeerd, pakte ik alle spullen. Stiekem keek ik hoe ver het dit keer zou zijn. Mijn man baalde. “Ik vind het zo vervelend als jij alles moet sjouwen. Laat mij ook iets doen”, zei hij terwijl hij rustig liep en spaarzaam met zijn energie omging. “Kom, het is echt geen gezicht dat jij de tassen draagt en ik ernaast loop.” Een gesprek dat we al duizend keer hebben gevoerd. “Laat nou, de ene tas hier en de andere tas daar. Zo loop ik lekker in balans”, reageerde ik wat geïrriteerd. “En laat de mensen lekker denken. Wij weten hoe het zit. Wees blij dat je met jouw hartklachten überhaupt naar het strand kán gaan.” Ondertussen liep het zweet van mijn voorhoofd, maar de zee lonkte en de kinderen renden al heerlijk vooruit. Het was bijna tijd voor een ontspannen dagje strand.

Cilla Schot

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De vrije wil bestaat niet

Vraag het aan een politicus die ‘liberale waarden’ hoog in het vaandel heeft staan en het antwoord is: ‘wat een onzin, natuurlijk bestaat de vrije wil.’ Vraag het aan een Nobelprijswinnende wetenschapper, zoals Daniel Kahneman, en het antwoord is: ‘inderdaad, de vrije wil bestaat niet’. Wie gelooft u dan?

Voor mij is dit onderwerp dagelijkse kost. Ik ben namelijk niet alleen cardioloog, maar ook vader en wereldburger. Zowel op mijn werk, de crèche, op de scholen van mijn kinderen en in de omgeving waar ik woon, word ik geconfronteerd met het onrecht dat ons wordt aangedaan doordat teveel mensen geloven in de vrije wil. Sterker, het ergste is nog dat we heel veel welvaartsziektes juist hebben doordat er ook een partij is die heel goed weet dat de vrije wil niet bestaat: de reclame/marketingwereld.

Wellicht is het je wel eens opgevallen, dat je in vrijwel elke supermarkt eerst stuit op de groente- en fruitafdeling. Psychologische oorlogsvoering. Door je eerst wat gezonde producten te laten kopen, weten de supermarktmanagers dat je even verderop méér ongezonde keuzes zult maken. Ze weten ook dat velen van ons best bereid zijn om wat te betalen voor gezonde voeding. Marges op groente- en fruit zijn dan ook hoger dan op snoepgoed. En let eens op welke soorten eten er op ooghoogte staan in de supermarkt, of erger; op ooghoogte van uw kinderen? Staan daar groenten en fruit? Nee, natuurlijk niet: alleen maar ongezonde, veelal suikerrijke producten waar onze, maar zeker die kinderhersentjes, geen ‘nee’ tegen kunnen zeggen. In de marketing hebben ze wel goed naar wetenschappers zoals Kahneman geluisterd en weten ze dat de vrije wil niet bestaat. Door genoeg ‘stimuli’ binnen het bereik van onze zintuigen te plaatsen zullen zelfs de best geïnformeerde mensen (want ‘instincten’ uit je ‘primitieve reptielenbrein’ corrigeer je met ‘kennis’ uit je ‘mensenbrein of cortex’) voor de bijl gaan en ongezonde (en overbodige) producten kopen.

Tenslotte zijn er nog de nationale of culturele ‘tradities’ die onze kinderen ‘met de papgroente-lepel’ worden bijgebracht. Het ‘window of opportunity’ om je kind iets te leren over bijvoorbeeld ‘eetgedrag en eetgewoonten’ is het gevoeligste vóór de leeftijd van zes jaar, zo toonden wetenschappers aan. Dan is het best lastig dat kinderen in die periode voornamelijk worden blootgesteld aan i-Pads en tv’s vol reclame en welwillende schoolleid(st)ers en goedbedoelende grootouders, die echter veelal bovengenoemde kennis missen, danwel zelf ook hun leven lang zijn misleid met oneliners als ‘melk moet’. Of denk aan tradities dat een verjaardag alleen leuk is met ‘taart’ en dat 99% van de restaurants qua kindermenu niet verder komt dan friet met nuggets en appelmoes (en nee, dat is allemaal NIET gezond)… Laten we hopen dat wetenschappers in de politiek hierin iets kunnen veranderen (anders dan met dezelfde trucs je politieke keuze -ook geen vrije wil dus- beïnvloeden…).

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Samen maken we onszelf beter!

In deze column neem ik u mee in de geschiedenis van onze prachtige belangenorganisatie, van én voor hartpatiënten. In 1970 werd onze Nederlandse Hartpatiënten Vereniging (NHV) opgericht. Uit nood! Omdat er nagenoeg geen aandacht was voor deze snelgroeiende patiëntenpopulatie.

Zo kwam de toepassing van openhartoperaties maar heel langzaam op gang. Slechts een handjevol ziekenhuizen mochten deze levensreddende operaties uitvoeren. Capaciteit werd bewust of onbewust uiterst beperkt gehouden en er vielen onnodig hartdoden. Dat was voor wijlen Henk Fievet reden om een krachtig signaal af te geven aan overheid, verzekeraars en hartspecialisten. Hij verweet ze ‘dood door schuld’ en richtte de NHV (nu Hartpatiënten Nederland) op. Op die manier zette hij de belangen van hartpatiënten op de kaart en kregen de vele tekortkomingen de volle aandacht in de media.

Op uiterst slimme wijze bedacht de NHV de wereldbekende luchtbrug voor hartpatiënten naar Amerika. Er werd volop gereisd. Niet voor de lol, maar om aan een gewisse dood te ontsnappen. In de jaren die hierop volgden werden ook luchtbruggen gestart naar o.a. London en Genève. Zo wisten wij duizenden levens te redden met onze hartreizen!

Ik beschreef zojuist de jaren dat onze hartreizen letterlijk levensreddend waren. In de jaren die daarop volgden bleek dat hartpatiënten vaak niet meer op vakantie durfden te gaan. Ze waren doodsbang dat ze tijdens hun vakantie hartproblemen zouden krijgen. Hoe moesten ze hulp zoeken? Waar kwamen ze terecht? Wie zou voor hen zorgen? Alleen de gedachte al om op vakantie te gaan, leverde stress op. Daarom besloten wij in 1988 om onze reizen nieuw leven in te blazen.

Bijna net zo brutaal als in de jaren ‘70, huurden wij nu geen vliegtuig in, maar een schip. Wij regelden twee cardiologen en maakten samen met 150 reizigers indrukwekkende meerdaagse reizen over de Rijn en de Moezel. Tijdens deze reizen leerden mensen grenzen te verleggen. We probeerden de zogenaamde ‘hartpatiëntenstempel’ weg te halen. Die stempel kregen mensen nadat hun hart gehaperd had en de arts hen vertelde dat ze vanaf dat moment als hartpatiënt door het leven zouden gaan. Dit boezemde ongekende angst in. Niet alleen bij de patiënt, maar zeker ook bij zijn/haar naasten. Door deze diepgewortelde angst raakten velen in een isolement.

Dit isolement en deze angst wisten wij voor velen te doorbreken tijdens deze cruises. Al snel werden wij overstelpt met aanvragen tot deelname. Vanaf toen doopten wij onze hartreizen om tot HartbrugReizen. Onze reizen werden bijzonder gewaardeerd. Niet alleen door hartpatiënten, maar ook door mensen die zich minder ‘zeker’ voelden om te reizen. Of door kinderen die hun vader en/of moeder adviseerden om met ons mee te gaan. Dat was onder het motto van ‘je weet maar nooit. Als er iets gebeurt, sta je er niet alleen voor’.

Voor het jaar 2020 hadden wij inmiddels maar liefst 15 meerdaagse busreizen gepland naar de meest uiteenlopende Europese bestemmingen. Helaas haalde corona een dikke streep door onze HartbrugReizen. We werden, net zoals zovelen, ruim twee jaar lang in de wurggreep gehouden.

Dit jaar begonnen wij langzaam maar zeker onze reizen weer op te starten. Samen met De Jong Intra Vakanties durfden wij het reizen weer aan. Tijdens dit reisjaar blijkt dat een aantal van onze vaste reizigers niet meer in staat is om op reis te gaan. Anderen zijn helaas overleden. Maar er zijn natuurlijk ook nieuwe hartpatiënten bijgekomen. Veel zelfs. Een nieuwe generatie patiënten staat voor de deur. Deze groep kampt weer met andere problemen. Alles bij elkaar reden genoeg voor HartbrugReizen om alles te evalueren en een nieuwe route te bepalen voor de toekomst.

Uiteindelijk hebben we besloten om vol goede moed de draad weer op te pakken. Inmiddels hebben wij ons aangesloten bij de welbekende koepelorganisaties en gaan wij de benodigde keurmerken vanaf 2023 voeren. Zo gaan wij er vol positieve energie weer volledig tegenaan.

Bij het bepalen van de nieuwe koers voor HartbrugReizen, richten wij ons uiteraard weer op hartpatiënten, maar nu met meer aandacht voor het persoonlijk kunnen. Hoe men in het leven staat. Welke bijwerkingen de gebruikte medicatie allemaal teweeg kan brengen. Het eigen kunnen wordt inzichtelijker gemaakt. En het zal blijken dat een aantal hartpatiënten veel meer uit het leven kan halen, dan dat ze zelf ooit voor mogelijk hadden gehouden: samen gaan we reizen, samen verleggen we grenzen, samen leren we grip te krijgen op de eigen gezondheid, op medicatie en op bijwerkingen. Samen worden wij ons steeds meer bewust. Maar uiteraard maken we samen ook mooie herinneringen en nieuwe vrienden. Samen maken we onszelf beter!

Jan van Overveld

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De pro’s en con’s van New-Age

We leven in een tijd waarin er, God zij dank, meer ruimte is voor spiritualiteit.

Nog niet zo lang geleden werden mensen, meestal vrouwen, die werkten met kruiden of zicht hadden op de toekomst, veroordeeld als heksen, met de doodstraf tot gevolg. Ook nu wordt spiritualiteit nog niet door iedereen geaccepteerd, maar in onze maatschappij leidt het tenminste niet meer tot de doodstraf.

De hernieuwde omarming van spiritualiteit wordt ook wel “New-Age” genoemd. Deze is mijns inziens ontstaan uit ontevredenheid met ons bestaan. Zoals ik in een eerdere column beschreef, zijn we allemaal op zoek naar “het geluk”. Het ongelukkig voelen is een sterke impuls om te willen veranderen, om te willen groeien. Die wens heeft geresulteerd in de grote hoeveelheid zelf-hulp-boeken die de afgelopen decennia zijn verschenen.

Het goede nieuws is dat de mensheid zich bewust wordt van een verbondenheid met iets wat veel groter is dan wijzelf en dat onze eigen mogelijkheden groter zijn dan we ooit voor mogelijk hadden gehouden. In mijn ogen is dat dus vooral een hernieuwde kennismaking met spiritualiteit, met de uitnodiging, voor degenen die dat willen, om zich meer in ware spiritualiteit te verdiepen. Door deze toename van interesse ontstaan ook meer mogelijkheden om lessen te volgen via scholen, boeken en niet te vergeten YouTube. Kortom, veel mogelijkheden om kennis tot je te nemen. Toch heeft dat ook zijn risico’s. Wat is zuivere kennis en, misschien nog wel belangrijker, hoe zuiver zijn wij zelf, oftewel, gebruiken we deze kennis ten goede.

De vroegere mystieke scholen waren heel selectief in het aannemen van leerlingen en minstens even selectief met betrekking tot de kennis die deze leerlingen kregen voorgeschoteld. Het voordeel was dat de leerlingen langzamerhand bewust werden van hun verantwoordelijkheden en het zuiver omgaan met deze kennis. Nu is kennis macht, zodat de opgeleide mensen van de mystieke scholen, zich ook boven de “gewone mensen” konden positioneren. Denk aan de farizeeërs uit het Nieuwe Testament, of de Brahmanen in het Indiase Kastensysteem. Tegenwoordig ligt de kennis overal voor het oprapen. Net zoals de oude scholen voor- en nadelen hadden, heeft de “New-Age” dit ook.

Deze voor- en nadelen hebben in de meeste gevallen te maken met ons mensen. Hoe gaan wij om met deze kennis? Hoe voorkomen we dat we als de tovenaarsleerling van Goethe, verfilmd door Disney, meer schade berokkenen dan goed te doen?

Omdat de zoektocht naar geluk ons veelal lijdt langs de externe weg, het zoeken naar objecten die ons gelukkig moeten maken, bestaat het gevaar dat we de (op)nieuw beschikbare kennis gaan gebruiken om die geluksobjecten te vergaren of om onszelf “te verbeteren”.

Hiervoor gaan we affirmaties gebruiken en zijn we zeer geïnteresseerd in de wet van de aantrekking. We wensen en visualiseren ons suf en krijgen dan ook nog wat we graag willen. Het is dan alleen de vraag of dit wel leidt tot het ware geluk. Hopelijk leidt dit tot het inzicht dat dit niet de juiste weg is en dat we worden uitgenodigd de weg naar binnen te volgen.

De oude leer Advaita Vedanta, zowel de “progressieve weg” als de modernere “directe weg”, maken ons duidelijk dat we het geluk niet hoeven te vergaren of te verdienen, maar dat we dit geluk zelf zijn. We zijn niet ons lichaam, we zijn niet onze geest, maar we zijn zeker niet gebaat bij technieken die ons versterken in onze overtuiging afgescheiden te zijn.

Spirituele lessen zouden ons moeten leren de weg naar binnen te volgen, om dan te ontdekken dat wij allen oneindig Bewustzijn zijn, wat gelijk staat aan zuiver geluk en vrede, en ons vooral leren dit zoveel mogelijk toe te passen in ons aardse bestaan.

HARTegroet,

Jan Chin

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

De eerste ablatie

Het is eind 2014 als ik door de griep geveld word. Na weken ziek zijn, begin ik met het spugen van slijm en bloed. Na wekelijkse bezoeken aan de longarts, prednisonkuren en antibioticakuren, ging het beter. Tot er stagnatie optrad. Gek genoeg dacht ik te weten wat mij tegenhield. Mijn hart. Maar wie was ik?

Een meid van 23 jaar. De longarts nam mij serieus, luisterde naar mijn longen en hart en diezelfde middag zat ik bij de cardioloog. Gezien mijn leeftijd was het volgens hem onmogelijk dat ik iets aan mijn hart had. Om het tegendeel te bewijzen, moest ik heel wat onderzoeken doen. Bij de laatste fietstest ging het goed mis.

Na 5 minuten moest ik stoppen. Bij het afkoppelen sloeg mijn hart op hol en raakte ik bewusteloos. Ik riep nog om mijn vader en weg was ik. Door het toedienen van een bètablokker moest ik weer bijkomen, maar niemand wist dat ik een allergische reactie zou krijgen. Mijn hartslag zakte tot onder de 30. Ik herinner mij veel paniek in de kamer, maar opeens was ik er weer en liep ik rond mijn bed.

De keuze die ik die dag kreeg was een ablatie ondergaan, of een pilletje slikken. Een pilletje was op dat moment het veiligste, bij gebrek aan verdere informatie. Verapamil werd het. Hier heb ik het een klein jaartje leuk op gedaan. Maar daarna kwamen de klachten er gewoon doorheen. Toen heb ik het besluit genomen om de ablatie in te laten plannen. De wachtlijst bleek een half jaar te zijn.

In dit half jaar had ik de tijd om alles te regelen. Ik wilde iedereen op de hoogte stellen en leuke dingen doen en ik wilde graag dat mijn ouders buiten het seizoen nog op vakantie konden gaan. Ook wilde ik zelf nog op vakantie en wilde ik het op mijn werk goed regelen. En dus koos ik voor alles en iedereen, maar vond ik mezelf wat minder belangrijk. Zo stond ik na twee weken ook weer volledig voor de klas.

Maar mijn ablatie was geslaagd! En tegenwoordig vind ik mezelf een stuk belangrijker. Het was een heel mooi (leer)proces.

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Op vakantie in een rolstoel

Nu onze zoon nog niet leerplichtig is, gingen we onlangs buiten het seizoen op vakantie. Mét een nieuwe S-ICD. Het oude piepende exemplaar van mijn man was na een korte opname vervangen. Hij ging ’s ochtends naar het ziekenhuis en dezelfde avond haalden we hem alweer op.

Dit keer was de eindbestemming Cyprus. We hadden er zin in. Totdat we de nieuwsberichten lazen en de televisiebeelden zagen. Opeens was er chaos op het vliegveld. Lange rijen wachtende mensen. Een dag voor ons vertrek. “Oh nee! Niet nu! Hoe moeten we dit nou doen? Jij kan helemaal niet zo lang in de rij staan.” Mijn man schrok ook. Dit was niet zoals we het ons hadden voorgesteld, net als al die andere reizigers die niets anders konden doen dan wachten en hopen dat ze hun vlucht zouden halen.

Ik schoot, zoals altijd, gelijk in de actiemodus. Vrienden en familie dachten mee en vroegen zich hardop af of er niet iets te regelen viel vanwege de gezondheid van mijn man. Ook de buurvrouw die bij de Koninklijke Marechaussee werkt, zei dat er assistentie mogelijk is.

Na een rondje googelen bleek dat luchtvaartmaatschappijen, reisorganisatoren en luchthavens mensen met een beperkte mobiliteit moeten helpen. “Dat geldt dus ook voor mij”, zei mijn man. En inderdaad, mensen die moeite hebben met langere afstanden kunnen assistentie aanvragen. Maar wel 48 uur van tevoren. We waren te laat. Toch belde mijn man de luchtvaartmaatschappij op in de hoop nog iets te kunnen regelen. Geen idee wat, maar er was in ieder geval wel een aantekening gemaakt.

We waren extra vroeg op het vliegveld, zodat we als eersten konden inchecken. “U heeft medische assistentie aangevraagd. Er staat een rolstoel voor u klaar. Wilt u dat wij u langs de security brengen of kan uw reisgenoot dat doen?” Verbaasd keken we elkaar aan. “U kunt de korte route nemen en de rijen overslaan.” We wisten niet wat we hoorden! Nog nooit is mijn man zo blij geweest dat hij in een rolstoel kon zitten. Onze zoon kroop bij hem op schoot. “Reizen is altijd zo vermoeiend. Dit hadden we jaren geleden al moeten weten.” Vrolijk en opgelucht reden we door de luchthaven. Voortaan beginnen we onze reis altijd in een rolstoel.

Cilla Schot

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Een Trias Medica

De basis van goede zorg is de wetenschappelijke basis van de geleverde zorg. Om een wetenschappelijk onderbouwd antwoord op de vraag te krijgen of een bepaald medicijn of een medische interventie nuttig is voor een patiënt, wordt heel veel onderzoek gedaan, met name in de cardiologie. Omdat cardiologen niet alle onderzoeken kúnnen lezen, zijn er richtlijnen waarin door een select groepje wetenschappers/artsen dit onderzoek – voor zover mogelijk is – samengevat tot een eenduidig advies.

In eerste instantie lijkt dit een solide concept. Helaas bestaat in de zorg echter geen scheiding van uitvoerende, wetgevende en rechtgevende macht, zoals in de Trias Politica. Nee, in de zorg kan een arts zowel cardioloog in een ziekenhuis, raadslid in een politieke partij en aandeelhouder in een BV – die subsidiegeld ontvangt voor wetenschappelijk onderzoek – zijn.

Idealiter zou de arts/wetenschapper (de uitvoerende macht), onderzoeksgeld moeten krijgen vanuit een rechtgevende macht (een onafhankelijke wetenschapscommissie), die weer gecontroleerd wordt (op fraude en corruptie) door de wetgevende macht (de politiek). Dat een arts/cardioloog dus zowel wetenschapper, politicus, subsidieverstrekker en subsidieontvanger kan zijn, laat zien hoe fraude/corruptie-gevoelig het systeem nu is.

Bijkomend probleem is dat naast de overheid ook de farmaceutische industrie onderzoekssubsidies verstrekt, waarbij die laatste club natuurlijk enkel onderzoek financiert wat hun eigen belang dient. Sterker, door wel/geen subsidie te verstrekken kan de industrie zo zelfs (indirect) beïnvloeden wat een arts/onderzoeker met overheidssubsidies doet. Als een arts zowel onderzoeker als aandeelhouder is van een research BV waarin onderzoeksgeld vanuit de industrie gestort wordt, ligt behalve fraude/corruptie ook selectief onderzoek op de loer (bijvoorbeeld geen onderzoek naar preventie doen, want dat druist tegen de belangen van de industrie in).

Voor zowel minder fraude/corruptie als voor meer nuttig onderzoek, zou een scheiding van machten/functies in de zorg een oplossing zijn. Analoog aan de Trias Politica van Montesquieu, zou een Trias Medica kunnen worden opgezet met de arts/wetenschapper als uitvoerende, de overheid als wetgevende en een nog in het leven te roepen Onafhankelijke wetenschapscommissie als rechtgevende macht. Die laatste club zou als taak hebben om als tussenpersoon het gecombineerde ‘research-budget’ van overheid én farmaceutische industrie te verdelen, waarbij de farmaceutische industrie artsen/wetenschappers dus niet meer rechtstreeks mag financieren. Zo wordt de arts/wetenschapper weer onafhankelijk van de farmaceutische industrie voor het uit te voeren onderzoek en verschuift de intentie van onderzoek weer naar wat het zou moeten zijn: het genereren van onderbouwde antwoorden op wetenschappelijke vragen, in plaats van het genereren van geld/macht.

Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het HPNLmagazine.

Het roer moet om!

Het kan u niet zijn ontgaan dat een gezonde leefstijl steeds centraler komt te staan. Zo weten we nu zeker dat een gezonde leefstijl de kans op o.a. hart- en vaatziekten verkleint. Ook Hartpatiënten Nederland draagt dit al jarenlang uit. Zo schreef ik ruim drie jaar geleden een column met als onderwerp ‘Geen pillen, maar paprika’s’.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.

Tat Tvam Asi ( sanskriet voor “Dat Zijt Gij”

Wat ben ik? “Dat!” “Dat” is wat wij allen werkelijk zijn. Dan is de onvermijdelijke volgende vraag: Wat is “Dat” dan? En dan begint de uitdaging, “Dat” is namelijk niet met woorden te beschrijven, niet alleen omdat woorden ook hierbij te kort schieten, maar zeker ook omdat het ons begrip te boven gaat. Daarom wordt in de oude Indiase geschriften vooral uitgelegd wat wij niet zijn (netineti). Ik ben niet mijn lichaam, ik ben niet mijn gedachten, ik ben niet mijn emoties etc. Er kan namelijk niet goed uitgelegd worden wat we wél zijn.

(meer…)

Even voorstellen

Mijn naam is Ashley Verkerk. Op 5 april ben ik vrij gezond 30 jaar geworden.

In december 2014 heb ik de griep gehad. Een flinke griep. Mijn astma was ontregeld en ik had vele hoestbuien, waardoor ik uiteindelijk zelfs slijm en bloed ging ophoesten. Ook kwam mijn middenrif vast te staan waardoor ik mijn bewustzijn verloor. Vooral in de ochtend- en avonduren had ik hier veel last van. Overdag stond ik gewoon voor de klas, om les te geven aan mijn groep 6/7. Aan het eind van de dag lag ik op de bank bij te komen en moest ik weer opladen voor de volgende werkdag. Na meerdere prednisonen antibioticakuren en wekelijkse bezoekjes aan de longarts, gaf ik bij hem aan dat het leek alsof ik geremd werd door mijn hart. Maar ja, wie was ik! De longarts luisterde, hoorde iets wat hem niet helemaal lekker zat en stuurde mij meteen door. Het balletje ging rollen.

----

Als lid van Hartpatiënten Nederland heeft u onbeperkte toegang tot alle Premium-artikelen op hartpatienten.nl. Het enige wat u hiervoor hoeft te doen is inloggen op uw profiel. Het zijn artikelen waar we trots op zijn en die we graag met u als trouwe lezer delen.