Gaan voor groen

Een beter milieu begint bij jezelf. Wie kent die kreet niet. En dit geldt net zo goed voor je gezondheid. Daar kun je namelijk zelf ook veel meer aan doen dan je dokter. Al heb ik in de spreekkamer maar al te vaak het gevoel dat patiënten van me verwachten dat ik hun sigarettenverslaving kan compenseren met een pilletje. Nee dus. De meeste gezondheidswinst haal je niet uit je medicatie, maar uit je leefstijl. Niet roken is daarbij een hele belangrijke, net zoals genoeg bewegen, gezond eten, voldoende slapen, het vermijden van stress en het onderhouden van sociale contacten.

Maar: een betere gezondheid begint ook met een beter milieu. Op zich ook weer een open deur, want we weten al heel lang dat mensen op het platteland gemiddeld gezonder zijn dan stadsbewoners, en dat welvaartsziekten vooral in geïndustrialiseerde landen voorkomen, waar er veel luchtvervuiling is, veel fastfood restaurants, vaak onvoldoende tijd om te slapen en ook de hoeveelheid stress moeilijk te temperen is, bijvoorbeeld door de alarmerende berichten over de steeds sneller verlopende klimaatverandering. Gelukkig kunnen we daar, volgens een aantal recente onderzoeken, vrij gemakkelijk, zij het op kleine schaal (maar alle kleine beetjes helpen), zelf verandering in aanbrengen, die zowel goed is voor gezondheid als milieu en dus klimaat.

Veel mensen hebben namelijk een tuin die vooral bestaat uit tegels, grind of een andere vorm van een (letterlijk) dodelijke bodembedekking. Onlangs lieten onderzoekers zien dat de hoeveelheid ‘groen’ (denk hierbij vooral aan struiken en bomen, maar in mindere mate ook de grasmat) een gunstige invloed had op de gezondheid van bewoners in dat soort groene wijken. Inmiddels zijn er ook onderzoeken gedaan waarbij mensen werd gevraagd om te gaan wandelen in ofwel een stadse, ofwel een lommerrijke omgeving. Hieruit bleek dat mensen die recreëerden in een groene omgeving een significante daling van hun stresshormonen en daardoor van hun hartslagfrequentie en bloeddruk toonden. Zo simpel kan het dus zijn.

Als we nou onze tuinen allemaal wat meer ‘de boel’ lieten. We wat meer groen in plaats van steen in onze tuin tolereerden. We onkruid geen onkruid maar kruiden noemden. We muizen geen ongedierte maar knaagdieren noemden. We insecten niet verdelgden maar koesterden… Dan zou dat enerzijds veel beter zijn voor het klimaat, maar dus anderzijds ook beter voor onze gezondheid. Geen stress over het moeten wieden van onkruid tussen tegels. Of sterker, geen luchtvervuiling door bespuiten van onkruid. En geen stress over het moeten opruimen van bladeren, of erger: stress over de teringherrie van de bladblazer van de buurman. En heb je zo’n buurman, die zijn tuin vol heeft met tegels of die bladblaast? Ook sociale contacten zijn een bewezen ondersteuning van een goede gezondheid… En onze gezondheidsraad adviseert ons zowel om aan beweging (lopen) als krachtsport (tillen van tegels) te doen. Samen voor meer groene transformatie dus!

Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

 

Ik kan weer zonder zorgen op vakantie

Jan Schut (80) is de laatste tijd al heel wat keren op reis geweest met HartbrugReizen. Samen met zijn vrouw Bets heeft hij zelfs alweer wat reizen voor dit jaar geboekt. Niet alleen vinden ze de reizen heel gezellig, ook geeft meegaan met HartbrugReizen ze een veilig gevoel.            

Jan kreeg in 1997 een hartinfarct en is sindsdien hartpatiënt. Onderzoek wees destijds niet uit wat er precies aan de hand was. Wel kreeg hij medicatie en na een dag of tien in het ziekenhuis te hebben gelegen, mocht hij weer naar huis, vertelt hij. “Ik heb nog een jaar of vijf onder controle gestaan bij een cardioloog, maar daarna werd ik min of meer gezond verklaard. Uiteindelijk heb ik in augustus 2020 nog een hartinfarct gehad en zijn er twee stents geplaatst. Het ging een tijdje goed, tot ik afgelopen augustus last kreeg van boezemfibrilleren. Gelukkig is dat inmiddels ook verholpen en heb ik daar geen last meer van.”

Bijeenkomst

Drie jaar terug las Jan in het tijdschrift van Hartpatiënten Nederland dat ze 50 jaar bestonden en een bijeenkomst organiseerden in Roermond. “Het toeval wilde dat mijn vrouw en ik net een hotel hadden geboekt in Sittard, dus leek het ons leuk om dan ook meteen maar even bij de bijeenkomst te gaan kijken. Zo gezegd, zo gedaan. We hebben daar een heleboel leuke mensen ontmoet, waarvan er een aantal ook al eerder mee op reis waren geweest. Dat klonk allemaal erg positief. We dachten: dit is wel wat voor ons.”

Echter kwam toen de coronapandemie en was reizen lange tijd geen optie meer. Twee jaar later, in 2022, dachten Jan en Bets opnieuw aan HartbrugReizen, vertelt Jan. “Wij zijn na mijn eerste hartinfarct nog lange tijd zelf met de caravan op vakantie gegaan, maar die hebben we enkele jaren terug na lang wikken en wegen verkocht. Het werd allemaal nogal ingewikkeld. Ik heb door de jaren heen bijvoorbeeld slechte ogen gekregen en autorijden werd te gevaarlijk. HartbrugReizen leek ons dan ook een mooi alternatief.”

Op reis

Jan en zijn vrouw boekten in 2022 twee reizen: naar het Lago Maggiore en Kroatië. Helaas werd één dag voor de reis naar het Lago Maggiore duidelijk dat Bets corona had en konden ze niet mee. Vervolgens verheugden ze zich op de Kroatië reis, maar deze werd geannuleerd omdat er te weinig belangstelling was. “Het was geen goede start met HartbrugReizen, maar dat is in 2023 gelukkig dubbel en dwars goed gekomen. We boekten begin dat jaar uiteindelijk nog een reis, naar Parijs. Dat was een lang weekend: een mooi, kort reisje. Hartstikke leuk was het, en het smaakte naar meer.”

Vervolgens gingen ze in juni naar Tirol, zegt hij. “Het grappige was dat we een paar dagen voor vertrek bedachten dat we vroeger geregeld in Oostenrijk kwamen en daar met een kabelbaantje de bergen in gingen. Heel mooi was dat altijd. We zeiden nog tegen elkaar: dat zal er wel nooit meer van komen. Eenmaal in Tirol bleek dat het eerste uitstapje er één was die we niet hadden zien aankomen: met de kabelbaan naar ongeveer veertienhonderd meter hoogte. Daar hebben we heerlijk gewandeld en op het terras gezeten. De gehele reis was erg gezellig. Op de laatste middag zijn we nog over een hangbrug van de ene naar de andere berg gelopen, ook een bijzondere ervaring.”

Boezemfibrilleren

Eind augustus zou het koppel alsnog naar het Lago Maggiore gaan, maar de zondag daarvoor kreeg Jan last van boezemfibrilleren. “Dat  was een hele rare ervaring. Ik werd wakker met hartkloppingen, mijn hart klopte onregelmatig en ik zweette. Eenmaal in het ziekenhuis bleek dat ik last had van boezemfibrilleren. Weg vakantie, dacht ik. Maar volgens de cardioloog kon het worden verholpen met een stroomstootje, en daar had hij gelijk in. Het was een gemakkelijke ingreep en niet veel later mocht ik weer naar huis.” Volgens de cardioloog kon hij gewoon op vakantie. Jan had daar in eerste instantie niet zo’n prettig gevoel bij, maar toch besloot hij te gaan. “Als het niet met HartbrugReizen was geweest, had ik het niet gedaan. In het buitenland wil je er in een ziekenhuis tenslotte niet alleen voor staan, maar tijdens deze reizen hoeven we niks uit te leggen. Als het nodig is, kan één van de begeleiders meteen ingrijpen. Ik kan weer zonder zorgen op vakantie. Dat is een hele geruststelling. De reis is uiteindelijk gelukkig goed verlopen. We hadden weer een erg gezellige club en een prettige organisatie.”

Nieuw reisjaar

Later in het jaar hebben Jan en Bets nog het noorden van Slovenië en Kroatië bezocht, waar Jan zelfs zijn tachtigste verjaardag heeft gevierd. Ook maakten ze eind november nog een reis naar het Zwarte Woud, met uitstapjes naar het Zwitserse Luzern en Franse Colmar. Tevens erg geslaagd. Ook dit jaar gaan ze weer met HartbrugReizen op pad: in april naar Toscane, in juni naar Noorwegen en in augustus naar de Adriatische kust. “Zo maken we de reizen die de afgelopen jaren niet doorgingen weer goed”, zegt Jan lachend. “In Noorwegen zijn we al eens geweest, maar nu gaan we naar de andere kant. Het zijn allemaal redelijk avontuurlijke reisjes, maar zo komen we nog eens ergens. Inmiddels zien we ook steeds meer bekenden, mensen die we al op eerdere reizen hebben ontmoet. Dat maakt het extra leuk.”

Meer info over HartbrugReizen? Ga dan naar: www.hartbrugreizen.nl

Tekst: Laura van Horik
Beeld: Jan Schut met de reiscoaches Marly en Marja

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Fout signaal van inhalige ziekenhuisbestuurders aan zorgpersoneel

Het driekoppige bestuur van het Universitair Medisch Centrum in Maastricht deelde zichzelf riante vergoedingen uit voor gemaakte onkosten. Vergoedingen die de pan uit rezen, declaraties die werden betaald uit onder meer zorgpremies. Een bestuur dat met publieke gelden – ons geld – de wereld rondvloog om in alle comfort na te denken over de toekomst van het ziekenhuis.

Met ons geld wordt een exorbitant hoog salaris van de bestuursvoorzitter van het kleinste academisch ziekenhuis van Nederland opgehoest, in 2022 met inflatiecorrectie ruim 283.000 euro. Helen Mertens is daarmee een van de best betaalde zorgbestuurders van Nederland. Daarnaast declareerde het bestuur in anderhalf jaar tijd bijna 255.000 euro aan onkostenposten, aldus dagblad de Limburger. Daarmee werden chauffeurs betaald, uitstapjes naar congressen en vergaderingen, evenals reizen naar onder meer de USA. Let wel, van ons premiegeld dus! Geld dat daardoor niet daar terecht komt, waar het hard nodig is: in de zorg zelf.

Zo wordt volgens de Limburger een congres bezocht in San Diego, waar de bestuurders overnachten in een luxe hotel (350 euro per nacht per kamer) met uitzicht op het strand en de zee. Ze maken daar onder meer een tocht over het water per luxe catamaran, schuiven aan bij meditatie en kunstsessie op het strand en dineren bij een kampvuur. Verder zijn er excursies naar Silicon Valley en San Francisco. Allemaal vergoed uit onze zorgpremies. Daarnaast waren er nog studiereizen en congressen in San Francisco en Florida. En een rondreis waarin een bestuurder Chicago, Verona, Allentown, Rochester en Boston aandeed.

Bestuursvoorzitter Helen Mertens reisde bovendien naar onder meer Engeland, Denemarken en België. De ‘gewone’ zorgmedewerkers van het ziekenhuis moeten hun parkeerkosten zelfs nog betalen, als ze ’s avonds of ’s nachts worden opgeroepen om in het MUMC+ te komen helpen. Bestuurders hebben een leaseauto of auto met chauffeur.

Goed voorbeeld doet goed volgen, luidt het spreekwoord. Daarvan is in Maastricht totaal geen sprake. Sterker nog: de verkwistende zelfverrijkende houding van het bestuur van het ziekenhuis werkt demotiverend op het personeel. Medewerkers die zich dagelijks in de rondte werken en alles uit de kast halen om goede zorg te verlenen. Die keihard werken, met slechts één doel voor ogen: zo goed mogelijk hun best doen om patiënten bij te staan en bij te dragen aan hun genezing.

Medewerkers die daarvoor onderbetaald worden, de eindjes slechts met moeite aan elkaar kunnen knopen. Bovendien door de hoge werkdruk vaak uitvallen als gevolg van ziekte, waardoor collega’s nog meer het vuur uit hun sloffen moeten lopen om de zaak draaiende te houden.

Steeds meer zorgmedewerkers houden het voor gezien. Een baantje waarin je hard moet werken voor weinig geld, terwijl er elders meer te verdienen is, en het werk een stuk relaxter is. Op die manier loopt de zorg gevaar. Want steeds minder handen aan het bed is slecht nieuws voor de patiënt.

Zoals alle harde werkers hebben ook zorgmedewerkers in het ziekenhuis behoefte aan waardering, aandacht, respect en een goede beloning. Het signaal dat van het bestuur uitgaat, staat daar haaks op. Geen voorbeeld waarop de medewerkers trots op kunnen zijn.

HARTelijke groet,

Jan van Overveld.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Stilzitten is geen optie

Er valt niet over te twisten: stilzitten veroorzaakt een hoger risico op hart- en vaatziekten. Hoe moeilijk bewegen soms ook kan zijn bij lichamelijke (ouderdoms)kwalen: achter de geraniums zitten is per definitie uit den boze. Personal trainer en lifestylecoach Radmilo Soda legt uit waarom.

Onderzoeken over de hele wereld hebben het door de jaren heen al veelvuldig aangetoond: inactiviteit, oftewel weinig tot niet bewegen, kan negatieve gevolgen hebben voor het hart- en vaatstelsel. Daartegenover staat dat voldoende lichaamsbeweging een preventieve werking kan hebben, schrijven diverse Oxford-onderzoekers: ‘Een actieve levensstijl is een hoeksteen voor de secundaire preventie van hart- en vaatziekten.’ En de Hartstichting stelt: ‘Voldoende bewegen kan de kans op hart- en vaatziekten 20 tot 30% verlagen.

Vicieuze cirkel

Voor patiënten die al kampen met hart- en vaatziekten, is het des te belangrijker om veel tijd en energie te steken in hun (hart)gezondheid. Dat kan soms lastig zijn, juist doordat hartpatiënten regelmatig kampen met fysieke ongemakken. Voor wie al buiten adem is na drie treden de trap op, is het vaak niet aanlokkelijk om eens lekker de sportschool in te duiken. Toch moeten hartpatiënten extra waken voor de vicieuze cirkel die op die manier kan ontstaan, waarschuwt personal trainer en lifestylecoach Radmilo Soda. “Je doet jezelf echt tekort door dan maar stil te blijven zitten.” Dus, ook al is het soms lastig en lijken fysieke beperkingen het misschien onmogelijk te maken om te sporten: doe het toch, luidt het devies.

Gezonde pompfunctie

“Als je regelmatig sport en je spiermassa dus op peil houdt, zorg je voor een betere pompfunctie van het hart”, legt Soda uit. “Zeker wanneer je de benen traint, die, zoals ik al eerder in dit magazine heb genoemd, de aggregaat zijn van je lichaam.” Door te bewegen, zet je de spieren aan het werk en zorg je voor de stimulering van de bloedcirculatie. De hartslag versnelt, de bloedvaten verwijden en het bloed wordt met meer kracht en snelheid rondgepompt. Wanneer het bloed vanuit het hart richting de benen wordt gepompt door de aderen, ontstaat een zwaartekrachtmoment. Het bloed heeft alle ruimte om naar alle cellen in het lichaam te stromen. Dit gebeurt tijdens een moment van spierontspanning.

Spierkracht behouden

Bij spierinspanning wordt het bloed weer teruggepompt richting het hart. Doordat spieren zich tijdens inspanning samentrekken, ook wel spiercontractie genoemd, stuwen zij het bloed omhoog, terug naar het hart. Om te voorkomen dat het bloed weer terugstroomt, zijn de aderen uitgerust met kleppen die zich sluiten wanneer het bloed tegen de zwaartekracht in stroomt. Dit is een essentieel ‘mechanisme’, zegt Soda. “Als de kracht van de kleppen afneemt, gaat de kwaliteit van de bloedcirculatie natuurlijk achteruit. En de kracht van de kleppen neemt af bij afbraak van de spiermassa.” Anders gezegd: wie stilzit en dus spierkracht verliest, loopt het risico dat de gezondheid van het hart- en vaatstelsel ook achteruit gaat. Het resultaat: de fysieke capaciteit van iemand die al niet zo mobiel was, wordt er niet beter op. “Zitten wordt liggen en dan gaat het echt heel hard met de aftakeling. Ik zie het zelf om me heen gebeuren: zonde!”

Veel mogelijk

Aan de bak dus! Zet die kleppen aan het werk. Dat kan al door regelmatig te wandelen, vaker de trap te nemen of fietstochtjes te maken. “Het is belangrijk om zowel het uithoudingsvermogen als de spierkracht te trainen”, zegt Soda. “Om te kunnen blijven presteren in het leven en de pompfunctie in het lichaam goed te houden, moet je je spieren blijven uitdagen. Zet de loopband op de hellingstand, bind een elastiek om de benen voor wat meer weerstand tijdens fitnessoefeningen: het kan echt heel simpel zijn.”

Zittend sporten

Ook voor mensen die minder goed ter been zijn, zijn er tal van mogelijkheden om toch effectief te bewegen. Soda: “Ik begeleid vaak mensen in een rolstoel of mensen met knie- of heupproblemen. Ook voor mensen die niet goed kunnen lopen, zijn er genoeg alternatieven. Pak bijvoorbeeld eens de fiets. Dat kan een reguliere hometrainer zijn, maar ook een stoelfiets die heel laag bij de grond zit. Veel mensen denken: ‘Stom ding, ik merk niets’, maar daar is niets van waar. Je merkt juist enorm veel! Zittend sporten is wel degelijk goed voor de doorbloeding in je lichaam, dus mensen die minder mobiel zijn hoeven zich daar niet door te laten tegenhouden. Het werkt echt!”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Radmilo Soda

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Prognose electieve wachttijden maart 2024

Deze maand signaleren wij over het algemeen geen grote veranderingen in de wachttijden voor dotterbehandelingen. Bij de meeste centra is de prognose van de wachttijd tussen de 2 en 6 weken. De langste wachttijd registreren wij in Rotterdam (Erasmus MC): ongeveer 10 weken.

Hartpatiënten die (thuis) in afwachting van een hartoperatie zijn, wachten het langst in Utrecht (UMCU), Zwolle (Isala) en Maastricht (MUMC+): tussen de 12 en 16 weken. De kortste wachttijd zien we in Amsterdam (OLVG) en Groningen (UMCG): ongeveer 2 weken.

Wilt u sneller behandeld worden, kunnen wij hierin adviseren. Bel 085 081 1000.

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

De meeste mensen deugen

Afgelopen week beluisterde ik het radioprogramma ‘Europa draait door’ waarin Arend Jan Boekestijn en Tim de Wit, in gesprek waren met Joris Luyendijk, schrijver van bekende boeken als ‘een goede man slaat soms zijn vrouw’, ‘dit kan niet waar zijn: onder bankiers’ en ‘de zeven vinkjes – hoe mannen zoals ik de baas spelen.’ Zijn eerstgenoemde boek schreef hij na zijn verblijf als journalist in Egypte. Omdat ik rond diezelfde tijd in mijn eentje door Tanzania reisde, had zijn boek mijn aandacht getrokken.

In ‘dit kan niet waar zijn’ beschrijft Luyendijk het leven van bankiers. Het boek schetst hoe in de bankwereld alles draait om het vergaren van meer geld, vrijwel ongeacht de risico’s die daarbij gelopen worden, want die kunnen op anderen worden afgeschoven. Let wel, hij schreef dit boek pas ná de bankencrisis van 2008. Dit boek trok opnieuw mijn aandacht. Ditmaal omdat ik ten eerste de parallel zag met hoe we omgaan met onze eigen gezondheid. Veel mensen plegen immers roofbouw op hun gezondheid, uit financieel belang. Bijvoorbeeld door veel meer te werken dan gezond voor ze is, onder ongezonde omstandigheden, zowel fysiek als mentaal. Denk aan nachtdiensten, maar ook aan luchtverontreiniging. Ten tweede zag ik een parallel met hoe wij als medische sector over patiënten denken. Net als in de bankenwereld zijn onze patiënten, door de ons -politiek- opgedrongen marktwerking, verworden tot producten waar we geld aan kunnen verdienen. Hoe meer zieke mensen, hoe groter het (financiële) groeipotentieel. Totdat de spreekwoordelijke bom valt, ofwel: het zorginfarct volgt. We zullen zien of er in de zorg wel (op tijd) geluisterd gaat worden, of dat we net als in de financiële sector eerst een crisis nodig hebben. Gaan we dan met staatssteun buitenlandse dokters importeren om het zorginfarct op te lossen?

Tenslotte herkende ik in zijn boek hoe we omgaan met onze leefomgeving. Ook de natuur wordt door velen gezien als iets wat we tot in de oneindigheid mogen uitbuiten voor ons eigen (uiteraard weer vooral) financiële gewin. Denk aan het winnen van gas en olie, het kappen van bomen, de jacht en de visvangst. Voor veel mensen draait alles om ‘henzelf’ en hooguit om wat naaste familie en/of vrienden. Maar dat ook een dier, zoals de wolf, laat staan een boom of een rivier ‘rechten’ zou hebben…

Bij zijn laatste boek ‘de zeven vinkjes’ kon ik er niet meer om heen. Hier had hij het zelfs over mij: een witte heteroman, met een atheneum of (in mijn geval) gymnasiumopleiding, een afgerond universitaire opleiding (in mijn geval zelfs twee), bij wie minstens één ouder in Nederland geboren is. Enkel van het zevende vinkje, dat minstens één ouder een hoge opleiding en een goed inkomen had én een zekere maatschappelijke status of cultureel kapitaal moet hebben, ontbrak in mijn geval deel twee. Ter compensatie had ik echter wel zelf nog een promotie gedaan, twee boeken geschreven en daarmee enige bekendheid verworven. Oftewel, ik was het juist niet met hem eens dat ik ‘niet’ stelselmatig werd uitgesloten (voor een baan). Ik besloot naar een van zijn lezingen te gaan, die toevallig bij mij om de hoek in Amsterdam werd gehouden. Na afloop van de lezing vertelde ik hem, dat ik nu al enkele maanden werkloos was, ondanks twee opleidingen, een promotie en veel ambitie. Zijn antwoord: dan weet je ook eens hoe dat voelt… Tja, daar kon ik niks tegenin brengen.

Ditmaal was Luyendijk dus te gast bij ‘Europa draait door’ en ook ditmaal sprak hij woorden die sindsdien regelmatig door mijn hoofd spoken: ”ik vind dat idee van ‘de meeste mensen deugen’ levensgevaarlijk.” Precies dat was ook het eerste wat, zo ongeveer, in mijn opkwam toen ik de titel van het gelijknamige boek van Rutger Bregman hoorde. Net zoals ik de veelgehoorde reactie op het gezegde ‘de brutalen hebben de halve wereld:’ en de andere mensen de andere helft, veel te optimistisch vind. Luyendijk waarschuwt hierbij bijvoorbeeld voor onze enorm lakse houding ten opzichte van social media, waarbij we er wat hem betreft veel te veel van uit gaan ‘dat het wel goed zal komen, want de meeste mensen deugen.’ Best een absurde gedachte ook, als je ziet dat in bepaalde landen verschrikkelijke dictators talloze fans hebben, die ter ondersteuning van hun ‘held’ graag demonstrerend de straat op gaan. Dat de meeste mensen deugen is helaas een utopie. Binnenin de meeste mensen zit iets goeds, dat geloof ik best, maar dat komt er helaas veel te vaak niet uit. Denk maar aan die bankiers…

Tekst: Remko Kuipers
Beeld: Remko Kuipers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Zingend de moed erin houden

Wie Henriëtte Meijer op het podium ziet staan zingen, zou niet zeggen dat ze al haar hele leven een hartaandoening heeft. Maar hoe fijn ze het ook vindt dat ze haar grootste hobby’s nog kan uitoefenen, zo lastig vindt ze het soms ook dat haar ziekte niet van haar af te lezen is.

Het was een memorabel moment tweeënhalf jaar geleden: het weerzien tussen Henriëtte Meijer en de kinderarts bij wie ze zo’n veertig jaar geleden in behandeling is geweest als kleine hartpatiënt. Henriëtte interviewde haar voor de patiëntenvereniging aangeboren hartafwijkingen. “Ik had een heel leuke kinderarts met wie ik altijd goed kon praten”, vertelt Henriëtte. “Zij nam altijd mijn moeder apart om over mij te praten, en daarna mocht ik zelf altijd met haar kletsen. Dat was heel belangrijk voor me. Ik maakte altijd tekeningen voor haar die ze dan op haar spreekkamer bewaarde. Het was ontzettend leuk om haar na al die tijd weer te zien.”

Riskante operatie

Henriëtte weet niet beter dan dat het ziekenhuis onlosmakelijk is verbonden met haar leven. Toen ze tweeënhalf jaar oud was kregen zij en haar ouders te horen dat ze een gaatje had tussen de boezem en kamers van haar hart. Ze moest op zeer jonge leeftijd een riskante operatie ondergaan. “Daarna ging het gelukkig alweer vrij snel goed met me. Mijn moeder zei altijd: ‘Je sprong, danste en lachte gelijk weer’. Ik was niet te houden en had heel veel energie, wat voor mijn ouders natuurlijk een beetje spannend was. Rustig aan, dachten zij.”

Onprettige jeugd

Toch had haar hartaandoening grote impact op haar jeugd, vertelt Henriëtte. “Als kind werd ik vaak uit de klas geplukt omdat ik weer naar het ziekenhuis moest. En als er een hartfilmpje gemaakt moest worden, liep ik 24 of 48 uur lang met een gaashemdje en een kastje rond. Dat was niet leuk in die tijd en ik kon ook niet goed meekomen. Gymmen ging niet goed en leren ging ook al niet van een leien dakje. Daarbij was ik heel snel moe en snel vatbaar voor ziekte, zoals luchtweginfecties. Ik draag dit al mijn hele leven met me mee.”

Drie pacemakers en ICD

Op haar dertigste ging het opnieuw mis voor Henriëtte. “Ik was op een beurs, voelde me niet goed en klapte zo achterover. Toen de doktersdienst eenmaal bij mij thuis een afwijking zag op het hartfilmpje, moest ik direct naar het ziekenhuis.” Daar bleek dat Henriëtte een AV-blok had: er ging iets mis in de geleiding van het hart waardoor haar hartslag te traag was. “Sindsdien heb ik drie pacemakers gehad en inmiddels heb ik een ICD-CRT-D. Dat wil zeggen dat ik een derde draad heb in mijn ICD voor de pompfunctie, omdat deze maar 20% is. Later bleek ook dat ik bijkomende hartritmestoornissen heb gekregen op verschillende plekken.” En dat is niet mals, benadrukt ze. “Ondanks dat mijn ICD mijn waakhondje is, mijn reddende engel, is het afwachten of en zo ja wanneer hij ingrijpt. Dat is soms beangstigend.” Ook was het schrikken voor Henriëtte en haar man toen hun zoon op 18-jarige leeftijd te horen kreeg dat hij dezelfde hartspierziekte heeft als zijn moeder. Hij moest direct geopereerd worden aan een zwaar lekkende hartklep. “Daar zit je dan als ouders, zes uur lang te wachten totdat zijn operatie klaar is.” Het gaat gelukkig nu naar omstandigheden goed met hem, maar net als Henriëtte gaat ook hij een leven lang als hartpatiënt tegemoet.

Goed voorbeeld

Wat dat betreft heeft Henriëttes zoon een goed voorbeeld aan zijn kranige moeder. Ondanks alle tegenslagen die zij in haar leven kende, met het overlijden van haar moeder in de zomer van 2023 als nieuw dieptepunt, houdt zij de rug recht. “Toen mijn cardioloog me aanraadde om niet te lang te wachten met reizen, omdat mijn gezondheid er nooit meer beter op zal worden, heb ik daar werk van gemaakt”, vertelt een strijdvaardige Henriëtte. “Ik ben in mijn eentje bij een groepsreis naar Berlijn aangesloten. Zoiets had ik nog nooit gedaan, maar mijn vader zei: ‘Ga nou maar’. Dat was hartstikke leuk! Ook ga ik met een vriendin, net als ik ABBA-fan, naar Stockholm om het ABBA-museum te bezoeken. Met mijn man ga ik naar Frankrijk en dan rijden we wat verder dan we normaal zouden doen. Verder hebben we ons voorgenomen vaak naar Oostenrijk te gaan, het land waar wij allebei graag komen.

Veel vrijwilligerswerk

Ondanks dat Henriëtte is afgekeurd, doet ze zo veel mogelijk vrijwilligerswerk. Ze zit onder andere in het bestuur van het lokale zwembad en is gastvrouw bij De Zonnebloem. Ook zingt ze graag: het koor waarin ze zingt is haar grootste hobby. “Ik ga gewoon door. Ik moet wel. Voor mezelf, maar ook voor mijn gezin en mijn vader en broer. Mijn motto is ‘pluk de dag’: ik wacht niet meer tot morgen en maak me echt niet meer druk. Je weet nooit hoe lang je op deze planeet rondloopt.”

Tekst: Yara Hooglugt
Beeld: Henriëtte Meijer

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Vrouwencardiologie is ook een mannenzaak

Vrouwen en mannen zijn verschillend. Dit lijkt een open deur maar op het gebied van hartklachten staan man-vrouwverschillen pas sinds de jaren negentig op de wetenschappelijke agenda. Ondanks alle voortschrijdende inzichten worden vrouwen met hartklachten nog steeds volgens de mannelijke norm behandeld, terwijl meer vrouwen dan mannen overlijden aan hart- en vaatziekten.

Angela Maas, hoogleraar cardiologie voor vrouwen aan het Radboudumc en oprichter van Hart voor Vrouwen – de stichting die multidisciplinair onderzoek doet naar hart- en vaatziekten bij vrouwen – vecht al decennia voor betere cardiologische zorg voor vrouwen. Ook na haar pensionering medio 2022 strijdt ze onverminderd verder want speciale aandacht voor het vrouwenhart blijft volgens haar noodzakelijk.

”Een vrouwenlichaam is tot op celniveau anders dan een mannenlichaam wat betekent dat vrouwen andere gezondheidsproblemen krijgen dan mannen. Dit geldt ook voor hartaandoeningen. Je ziet in alle facetten van de cardiologie – of je nou praat over ritmestoornissen, coronair lijden, hartfalen, risicofactoren, hormonale invloeden noem het maar op – dat er belangrijke man-vrouwverschillen zijn die vragen om een andere benadering bij het stellen van een diagnose en behandeling. Alleen wordt alle wetenschappelijke kennis die er inmiddels is nog onvoldoende toegepast waardoor hartproblemen bij vrouwen nog vaak niet of te laat worden ontdekt. Misschien helpt het als we het woord ‘vrouwenhart’ gaan vermijden en spreken van diversiteit in de cardiologie. Ik zie het ook bij lezingen. Als het gaat over het vrouwenhart denken mannen ‘dit gaat niet over mij’ maar als je wilt praten over erectiestoornissen, zit de zaal vol.”

Wat is het grootste verschil in hartklachten tussen een mannen en vrouwen?

“Anatomisch zitten vrouwen- en mannenharten hetzelfde in elkaar maar er zijn verschillen in hoe de kransvaten en hartspieren verouderen. In tegenstelling tot mannen hebben vrouwen tussen de veertig en zeventig minder vaak vernauwingen. Ze hebben vaker coronair spasmen in de grote vaten of haarvaatjes. Dat stel je niet vast met een fietsproef. Daar is een coronaire functietest voor nodig. Je moet die vaatjes een spasmetest aandoen en dat gebeurt nog steeds maar in een paar centra in Nederland. Vaak wordt een gewoon coronair onderzoek gedaan waarbij je kijkt of er een vernauwing is zoals dat bij mannen meestal het geval is. Maar ja, dat hebben vrouwen dus minder vaak. In de jaren tachtig waren cardiologen daar boos over op vrouwen, omdat hun klachten niet klopten met wat in de boeken stond. Destijds wisten we niet beter maar inmiddels weten we wel hoe we het moeten aanpakken, maar dat gebeurt nog te weinig. In de praktijk werken mensen die het anders hebben geleerd. Die kunnen op een gegeven moment iets goed doen, maar zijn niet op de hoogte van al die nieuwe kennis en blijven dus doen wat ze altijd deden. Om het te laten landen in de praktijk moet je in de opleiding verplicht stellen dat die kennis aan jonge cardiologen wordt geleerd. Dat geldt ook voor nascholing aan zittende cardiologen en andere medewerkers in de cardiologie.“

Wat was het keerpunt in de cardiologie voor vrouwen?

“Tot de jaren zeventig was het hele idee binnen de cardiologie dat de patiënt een man was. Vrouwen waren, dachten we toen, door hun hormonen beschermd dus die kregen geen hartproblemen. Ze moesten niet zeuren want daarmee zouden ze het risico op een hartinfarct bij hun man verhogen. Vele jaren later, in 1991 verscheen een aantal artikelen in de New England Journal of Medicine over man/vrouwverschillen bij hartinfarcten en met name dat vrouwen met hartklachten minder goed onderzocht en behandeld werden. We begrepen toen nog niet precies waarom. Dat weten we nu wel.

Er overlijden meer vrouwen dan mannen aan hart- en vaatziekten. Toch wordt wetenschappelijk onderzoek nog steeds voornamelijk met mannen gedaan. Krijgen vrouwen wel de juiste zorg?

“De kennis over vrouwengezondheid ligt op achterstand wat betekent dat diagnoses bij vrouwen vaak later of niet worden gesteld. Natuurlijk gebeurt dit ook bij mannen wel eens, maar bij vrouwen gebeurt het relatief vaker. Op alle onderzoeksterreinen in de cardiologie zijn vrouwen nog steeds in de minderheid. In wetenschappelijke studies naar coronair lijden is al decennia 80% man en 20% vrouw en in onderzoeken naar hartfalen is 30% vrouw. Hierdoor blijft kennis over de symptomen en oorzaken bij vrouwen achter. Men doet vaak aan het eind van het onderzoek nog even een analyse of er man-vrouwverschillen zijn in plaats van deze vanaf het begin mee te nemen. Er wordt gewoon niet aan gedacht omdat het niet in de systemen zit. Daarom is het zo belangrijk dat het een verplicht item wordt.”

Zijn hartklachten bij vrouwen moeilijker vast te stellen?

“Nee, helemaal niet zolang je je maar realiseert dat vrouwen andere klachten hebben omdat bij vrouwen de onderliggende problematiek verschillend is. Als jij spasmen hebt met pijn op de borst, dan heb je ook klachten in rust die de ene dag erger zijn dan de andere, die ook onder invloed van stress erger zijn. Terwijl een vaste vernauwing bij inspanning komt en zakt in rust. Dat is het klassieke verhaal en dat hebben mannen vaker. Dus het is niet zo dat het aan die ‘moeilijke klachten’ van vrouwen ligt, want vrouwen hebben geen atypische klachten. Ze hebben karakteristieke klachten voor het onderliggende probleem.”

Hoe kunnen wij (HPNL) bijdragen aan meer aandacht voor het vrouwenhart?

“Het is belangrijk dat jullie het thema blijven agenderen en van diverse kanten belichten. Er is nu veel associatie met bijvoorbeeld chronische ontstekingsziekten en hartproblemen. We zien het bij long covid, maar ook bij auto-immuunziekten. Laat experts vertellen over de connectie tussen hun vakgebied en hart- en vaatziekten. De innovatie ligt in de samenwerking van de verschillende vakgebieden. We hebben de afgelopen decennia in de geneeskunde binnen alle vakgebieden te rechtlijnig naar binnen gekeken. Dat was misschien ook wel nodig om die disciplines te ontwikkelen, maar als je kijkt naar de levensloop van de patiënt dan staat die daar feitelijk haaks op. Gedurende je leven heb je de kans met verschillende specialismen in contact te komen die risicofactoren voor hartproblemen aan het licht kunnen brengen. Bijvoorbeeld hoog risico vrouwen, die zijn er op middelbare leeftijd goed tussenuit te vissen als je naar andere vakgebieden gaat kijken. Waren ze heel jong met de eerste menstruatie? Hebben ze migraine gehad met de menstruatie al vanaf de puberteit? Waren er zwangerschapsproblemen of miskramen? De levensloop vertelt ons veel. En daar moeten we naar leren luisteren.”

Wat is je boodschap aan vrouwelijke hartpatiënten en iedereen die zich inzet voor het vrouwenhart?

“Laat je niet uit het veld slaan. Bundel je krachten. Er zijn steeds meer initiatieven die zich inzetten voor vrouwen met hartklachten, dat is goed maar waak ervoor dat al die geluiden niet versnipperen. Hoe sterker je krachten kunt bundelen, hoe beter je samen het verschil kan maken. En heel belangrijk: betrek mannen bij dit thema. Het is geen vrouwendingetje. In het buitenland zie je gelukkig meer dat die interesse groeit al gaat het langzaam. Goede cardiologische zorg of vrouwencardiologie, dat is misschien wel beter dan ‘vrouwenhart’,  is ook een mannenzaak.”

Je bent met pensioen maar nog steeds begaan met vrouwengezondheid. Op welke manier?

“Het thema laat mij niet los en ik ben er vooral in het buitenland in verschillende rollen nog steeds druk mee. En samen met een Noorse collega, ook hoogleraar cardiologie werk ik aan een e-book: ‘The Manual Cardiovasculair Disease in Women’. Ook schrijf ik een boek over waarom de vooruitgang van vrouwengezondheid zo langzaam vooruit gaat. Daar is nog een wereld te winnen. Niet alleen in de cardiologie.”

Tekst: Joyce Demarteau
Beeld: Sietske Raaijmakers

Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine.

Ziekenhuis ontslaat arts en verpleegkundige om filmen mislukte reanimatie

HEERLEN – Het Zuyderland ziekenhuis in Heerlen heeft vorig jaar een arts en een verpleegkundige op staande voet ontslagen na het filmen van een overigens mislukte reanimatie. Het duo had volgens dagblad de Limburger met hun telefoon beelden gemaakt en die gedeeld.

Twee collega’s van hen kregen een waarschuwing. Een man werd bij de afdeling spoedeisende hulp binnengebracht met een hartstilstand. Reanimeren mislukte. Daarvan waren bewakingsbeelden gemaakt. Van die beelden maakten arts en verpleegkundige met hun telefoon opnames die ze aan collega’s toonden. De arts ook via een appgroep. Waarop ze ontslagen werden.

De verpleegkundige vocht haar ontslag vergeefs aan bij de rechter. Zij hield de kantonrechter voor de beelden te hebben gemaakt om ervan te leren en voorbereiding op een gesprek met een nabestaande. Zuyderland vindt de handelwijze echter ontoelaatbaar. De rechtbank oordeelde dat het ontslag terecht was omwille van de privacy.

Hartfalen centraal tijdens derde digitale Hart & Leefstijl Café Hartpatiënten Nederland & cardioloog Remko Kuipers

Onlangs organiseerde Hartpatiënten Nederland het tweede Digitale Hart & Leefstijl Café, dat maandelijks plaatsvindt. We gingen in gesprek met cardioloog Remko Kuipers, die de vragen van veel deelnemers beantwoordde. Tijdens de tweede editie stond het metabool syndroom centraal. Uiterst leerzaam en wederom voor herhaling vatbaar! Op dinsdag 26 maart om 19.30 uur. Wees er snel bij, aanmelden is noodzakelijk en er zijn een beperkt aantal plaatsen!

In dit laagdrempelige digitale “café” kunnen allerlei onderwerpen aan de orde komen die op de een of andere manier met leefstijl en het hart te maken hebben. Vandaar ook de naam Hart & Leefstijl Café, maar dan wel digitaal! Een café, waaraan iedereen via streaming mee kan doen. Elke maand wordt een bepaald onderwerp behandeld.

In de derde editie, dinsdag 26 maart om 19.30 uur, staat het onderwerp hartfalen centraal. Bij hartfalen pompt het hart minder goed bloed rond, waardoor het minder goed werkt. Tijdens dit digitale café bespreken we wat hartfalen precies inhoudt en welke vormen er bestaan, maar ook wat de symptomen zijn en wat klachten zijn waar je alert op moet zijn. Uiteraard bestaat de mogelijkheid om vragen te stellen. Dit kan live, maar ook van tevoren (mail hiervoor naar info@hartpatienten.nl).

Een belangrijke zaak om dit onderwerp te bespreken dus! Dat gaan we doen op dinsdag 26 maart, samen met cardioloog Remko Kuipers.

Aanmelden kan hier.

Bekijk hieronder een sfeerimpressie van ons Hart & Leefstijl Café.