UTRECHT -De eerste drie jaar na een (licht) herseninfarct daalt de kans op een nieuwe vaatziekte. Ná die periode van daling neemt echter de kans op ernstige hart- en vaatziekten weer sterk toe. Dat blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht, dat drie jaar geleden verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet. Na een herseninfarct of TIA (een klein, tijdelijk infarct) krijgen patiënten aspirine als bloedverdunner om de kans op stolsels in het bloed te verkleinen. Daardoor wordt de kans op een nieuw herseninfarct, een hartinfarct of een andere vaataandoening kleiner, zo blijkt uit diverse onderzoeken. In die onderzoeken zijn patiënten meestal niet langer dan drie tot vijf jaar gevolgd. In een groot epidemiologisch onderzoek hebben onderzoekers ditmaal 2.500 mensen gedurende gemiddeld tien jaar gevolgd. Uit dit onderzoek blijkt dat ongeveer 60 procent van de patiënten na tien jaar is overleden en 54 procent een nieuwe vaatziekte heeft doorgemaakt. Hartinfarcten eisen ieder jaar zeker 32.000 slachtoffers. Slechts 19.000 patiënten bereiken levend het ziekenhuis. Van hen is vijf jaar na het eerste hartinfarct 68 procent van de mannen en 55 procent van de vrouwen nog in leven. Van de diabetespatiënten die een eerste hartinfarct hebben doorgemaakt, leeft na vijf jaar nog maar 30 procent. Jaarlijks vinden in Nederland bijna 300.000 ziekenhuisopnamen plaats voor hart- en vaatziekten, waarvan ongeveer 25.000 voor een acuut hartinfarct. Een deel van deze patiënten wordt meerdere malen in het ziekenhuis opgenomen. Van de mensen die voor het eerst een niet-fataal acuut hartinfarct hebben doorgemaakt (circa 19.000 per jaar), is na vijf jaar 44 procent opnieuw opgenomen voor een hart- of vaatziekte. De helft van deze patiënten moet binnen zeven maanden weer naar het ziekenhuis. Dit zijn vooral diabetespatiënten en mensen die al eerder een hart- of vaatziekte hebben doorgemaakt. Ruim 70 procent van alle diabetespatiënten overlijdt aan hart- en vaatziekten. Al deze cijfers benadrukken het belang van preventie en behandeling van diabetes. Iris van Wijk, revalidatiearts in opleiding in het UMC Utrecht/Revalidatiecentrum De Hoogstraat: “Met gegevens van het Nederlands TIA Onderzoek dat al eerder plaatsvond, konden we voorspellen welke mensen het hoogste risico liepen op een nieuwe vaatziekte. Een hoge leeftijd was de belangrijkste voorspeller, maar ook een voorgeschiedenis met diabetes, hoge bloeddruk, hartinfarct of ‘etalagebenen’ droegen bij aan een grotere kans op herhaling.” Volgens Ale Algra, hoogleraar klinische epidemiologie in het UMC Utrecht, is het opmerkelijk dat de kans op herhaling de eerste drie jaar na een TIA of herseninfarct met de helft afneemt van zeven naar 3,5 procent per jaar, om daarna weer te stijgen tot boven de zeven procent. Een verklaring ontbreekt nog, maar de onderzoeksgroep heeft wel een idee. Algra: “Misschien speelt het ‘afkoelen’ van de acute fase van de slagaderverkalking een rol. Op de langere termijn zijn verminderde aandacht voor een gezonde leefstijl (roken, bewegen, eten) en minder trouw medicijngebruik van belang. Dit betekent dat er blijvende aandacht moet komen voor secundaire preventie na een herseninfarct.”
.
