default-header
HomeNieuwsHartstocht

Hartstocht

Columns

vrijdag 12 februari 2016, door Hartpatiënten Nederland

Over een paar weken is het weer Boekenweek. De traditie begon in 1932 met als doel steeds meer mensen aan het lezen te krijgen. Boeken lezen was nog niet vanzelfsprekend. In onze tijd moet de Boekenweek vooral mensen aan het lezen hóuden. Want boeken lezen is ook nu niet meer vanzelfsprekend. Cultuurfilosofen, trendwatchers en zwartkijkers zeggen dat ontlezing onze cultuur bedreigt. Dat is slecht voor onze beschaving en voor onszelf. Een eeuw geleden werd echter hetzelfde beweerd over wél en véél lezen maar toen als bedreiging voor de ziel, het hoofd, en het hart.

Ooit wil ik nog eens deze ziekteleer van het lezen beschrijven. Ik zou die het ‘Syndroom van Van Meurs’ noemen, want hij was de eerste Nederlander die, in 1871, de lezers een klinisch lesje leerde over de papieren sluipmoordenaar. Van Meurs bedoelde romans toen hij schreef: ‘Er zijn dingen die in de plooien van het hart zekere geheime disposities ten kwade neerleggen, die tot bederf zullen leiden […] Hiertoe behoort alles wat den hartstocht voeden kan.’ Een collega beschreef in 1915 de gevolgen: de ‘afschuwelijke miasmen’ (ziektestoffen) sluipen vanuit het hart de ziel binnen. De incubatietijd kon ik niet ontdekken, maar penicilline helpt niet: ‘Zoals ijzer in vuur gaat gloeien, zo past het hart van de mens zich geheel aan aan de indrukken die het ontvangt.’ Met alle vreselijke gevolgen van dien: ‘haat, begeerte, nijd, na-ijver, toorn, vertwijfeling… een chaos van hartstochten.’ Je zou het letterkundig hartfalen kunnen noemen. En het verraderlijkste: hoe beter geschreven, hoe besmettelijker. Goethe’s ‘Werther’ is ‘des te gevaarlijker doordat schrijver zich alle moeite heeft getroost zijn verhaal in fraaie stijl en welbespraakt te presenteren.’

De symptomen van een teveel aan romanlectuur waren het duidelijkst waarneembaar bij vrouwen, want na het hart en de ziel was vooral bij hen het hoofd aan de beurt. In 1915 schreef een zekere Pelaez: ‘Vrouwen die te veel lezen, lijden niet zelden aan hysterie en andere bezwaarlijkheden, en zij barsten bij de kleinste aanleidingen uit in nerveuze huilkrampen.’ De Fransen noemen dat ‘bovarysme’, naar de tragische, overbelezen heldin uit Flauberts roman ‘Madame Bovary’. In Nederland heette ze Eline Vere, uit de roman van Louis Couperus. En dat het besmettelijk was, toonde boekendokter Van Meurs aan met de casus van Busken Huets ‘Lidewyde’: ‘Lidewyde, die door Rousseau vergiftigd was, stort op haar beurt hetzelfde gif in het hart van een jongeling…’

Ik hoop dat u smakelijk kunt lachen om zulke filosofische blunders. Ze zijn het beste bewijs dat ook de zwartkijkers van nu geen flauw benul hebben van de echte hartstocht  van echte lezers: een echt boek.

Column door: Ed Schilders


Geef een reactie