default-header
HomeNieuwsGebroken harten

Gebroken harten

Columns

vrijdag 12 augustus 2016, door Hartpatiënten Nederland

Mijn stukje in de vorige aflevering van Hartbrug-Magazine ging over een melancholisch gedicht van de Franse dichter Paul Verlaine. Het huilde in zijn hart, zoals het regent op de stad. Ik besloot met een algemene diagnose: liefdesverdriet.

We weten dat het er in het hart nog heel wat erger aan toe kan gaan dan tranen en regendruppels, en dat we dan graag de diagnose ‘gebroken hart’ stellen. In het algemeen wordt dat beschouwd als een beeldspraak, want voor sommige gevoelens en aandoeningen waren of zijn er nu eenmaal geen concrete woorden die precies zeggen wat er aan schort. Als we reppen van ‘een gebroken arm’ weet iedereen wat er mis is. Maar we weten eenvoudigweg niet wat de precieze gevolgen zijn van heftig verdriet, dat in de liefde of door de dood van een naaste veroorzaakt wordt.

Sinds 10 juni 2016 weten we daar veel meer van. Op die dag promoveerde de Haagse hartdokter Ivo van der Bilt na tien jaar onderzoek op ‘het gebroken-hart-syndroom’. Hij en zijn proefschrift waren enige dagen een geliefd ‘topic’ in de media. Logisch, want bijna iedereen die al een beetje leven achter de rug heeft, heeft wel eens te maken gehad met dit ziektebeeld, dat zo moeilijk te beschrijven is dat we dichters nodig hebben om de diagnose te stellen en de pijn voelbaar te maken. Want pijn doet het. Het lijkt op een hartaanval. De linker hartkamer wordt erdoor aangetast. Het goede nieuws is dat in de meeste gevallen ons lichaam de brokstukken na een tijdje zelf opraapt en aan elkaar lijmt. Als niet-wetenschapper heb ik wel het vermoeden dat de barstjes zichtbaar blijven, maar dat die langzaam de vorm krijgen van krasjes op je ziel.

Ik lees berichten over zulke onderwerpen met veel genoegen, ook al begrijp ik er nauwelijks iets van. In Wikipedia staat bijvoorbeeld dat we te maken hebben met een ‘stresscardiomyopathie’, en dat dat ‘een niet-ischemische vorm’ is van ‘cardiomyopathie’. Het stelt mij zeer gerust dat er mensen onder ons zijn die dat wél begrijpen en bij wie ons hart en ons verdriet in goede handen zijn als die twee weer gelijmd moeten worden. Dit vakjargon maakt tegelijk duidelijk waarom wij, de liefdesverdrietigen en rouwverwerkenden, al lang geleden onze toevlucht hebben genomen tot een beeldspraak als ‘gebroken hart’. Gelukkig maken ook wetenschappers nog steeds gebruik van zulke beelden. In Japan heet het een ‘tako-tsubo-syndroom’ omdat de aangetaste linker hartkamer dan op een keramieken pot lijkt waarmee Japanners traditioneel inktvissen vangen. De Nederlandse benaming ‘viskruik-syndroom’ is echter nooit in zwang gekomen.

De gebroken-hart-symptomen kunnen zich ook voordoen bij ervaringen van intens geluk. Dan heet het Gelukkig-hart-syndroom’. Precies hetzelfde. Maar dan zonder de krasjes.

Column door: Ed Schilders


Geef een reactie